Maandelijkse archieven: maart 2016

Welsh dragons spugen geen vuur tegen Ösies

Vandaag 11 jaar geleden

Het weekend rond Pasen van 2005 breng ik door in het Verenigd Koninkrijk. Vijf dagen Wales en Engeland. Vijf voetbalwedstrijden. Elke dag eentje.

Na de ouverture op het oude Vetch Field in Swansea kom ik voor de tweede etappe van mijn Tour de Royaume Uni in Cardiff terecht. De hoofdstad van Wales vormt op Paaszaterdag het strijdtoneel van de WK-kwalificatiekraker tussen Wales en Oostenrijk. Nee, inderdaad geen affiche waar je de vingers spontaan bij aflikt. Maar wél een ideale gelegenheid het Millennium Stadium eens van binnen en van buiten te bekijken.

Wanneer je de hal van het centraal station uit wandelt, loop je zo tegen het immense bouwwerk aan. Je hoeft alleen Wood Street maar over te steken. Daar doemt het op: het Cardiff Arms Park. Geflankeerd door de Taff, die op deze zonnige ochtend vreedzaam achter de East stand langs stroomt. Het stadion heeft wel wat weg van een reusachtige vliegende schotel. Het torent als een kasteel boven de omliggende gebouwen uit. Al moeten Cardiffbezoekers het stadion niet verwarren met Cardiff Castle. Daarvoor moeten ze een paar minuutjes verder lopen, richting het levendige stadscentrum.

Ik ben op de bonnefooi gekomen. Zoals verwacht levert het verkrijgen van een ticket geen noemenswaardige problemen op. Voor 20 Pond bemachtig ik een zitplaats voor de eerste ring, aan de lange zijde. De voorstelling die ik er in de middaguren voorgeschoteld krijg levert me de verklaring op waarom op de vlag van Wales een draak staat afgebeeld. Wát een draak van een wedstrijd! De Welshmen en de Ösies spugen niet bepaald met vuur…

Maar ja, bij het komende EK in Frankrijk zijn ze allebei wel mooi van de partij, zowel Wales als Oostenrijk. Terwijl Nederland moet toekijken. Bijzonder pijnlijk.

26 maart 2005 Wales – Oostenrijk

I was there…

 

Fransen tonen mededogen met flets Oranje

Het was maar goed dat het eerbetoon voor de donderdag overleden Johan Cruijff het voetballen vrijdagavond in de Amsterdam ArenA naar de achtergrond verdrong. Anders waren de commentaren op het optreden van het Nederlands elftal tegen Frankrijk vast en zeker niet mals geweest. De 2-3 einduitslag verbloemde veel over het ware krachts- en kwaliteitsverschil tussen beide landen.

Toen in de veertiende minuut een minuut lang een indrukwekkend applaus klonk ter nagedachtenis aan ’s lands beste voetballer aller tijden, keek het in een 5-3-2 opstelling gestarte Oranje door doelpunten van Griezman (6.) en Giroud (13.) al tegen een 0-2 achterstand aan. Na het eerbetoon schakelde Frankrijk een versnelling terug en toonde het mededogen met zijn gastheer.

In de tweede helft kwam het Nederlands elftal door treffers van Luuk de Jong (47.) en invaller Afellay (86.) zowaar op gelijke hoogte. Een gelijkspel zat er niet in, dat was ook teveel geweest voor een uiterst pover Oranje-elftal. Een minuut na de 2-2 sloeg het EK-gastland via Matuidi andermaal toe. Dat uitgerekend Frankrijks nummer 14 de beslissende goal scoorde, voorzag de avond waarbij werd stilgestaan bij het heengaan van Cruijff van een passend en waardig slot.

Dringen geblazen bij Apeldoornse Vroom en Dreesman

Het was een drukte van belang. Tientallen koopjesjagers probeerden donderdagmiddag hun slag te slaan in de Apeldoornse vestiging van Vroom en Dreesman. Wat de klanten de afgelopen jaren nalieten, deden ze nu wel in groten getale.

De failliete warenhuisketen opent dezer dagen in het hele land nog één keer haar filialen om voor dumpprijzen alle overtollige spullen van de hand te doen. Een allerlaatste uitverkoop. De oud-Hollandse koopmansgeest wordt nieuw leven in geblazen. De gieren strijken massaal neer. Het was dringen geblazen voor de kassa’s.

In pyjama met een bakje chips erbij van de Maestro genieten

Begin jaren ‘70

Als Ajax voor de Europa Cup speelt, mag ik als klein kereltje ‘s avonds langer opblijven. Ik groei er mee op. Pyjama aan. Bakje chips erbij. Ik kan er in geuren en kleuren van genieten, want de eerste kleurentelevisie heeft juist in die periode z’n intrede gedaan in huize Kruitbosch. Legendarische wedstrijden tegen Bayern München, Inter en Juventus. Het is alweer zó lang geleden. Toch staat het me op het netvlies geprint alsof het gisteren was. Het kan niet op. Nederland telt plotseling mee op voetbalgebied. Drie Europa Cups op rij. Met de onmiskenbare signatuur van de Maestro.

Sporthuis Jonker

Bij de opening van Sporthuis Jonker komt Johan Cruijff zelfs naar Apeldoorn. Compleet gekkenhuis bij de fonkelnieuwe sportzaak aan de Hofstraat. De Ajax-vedette deelt handtekeningen uit op kaarten van Puma. De kaart zit ergens verstopt in een doos in de kast. Er zijn dingen die je van je levensdagen nooit wegdoet. Ook de foto met handtekening van Johan in zijn Cruijff Sports trainingspak koester ik als een kostbaar relikwie. Ongelooflijk dat ‘s lands beste voetballer aller tijden mijn verzoek om een foto met handtekening ooit honoreerde. Een regelrecht wonder. Het duurt eventjes, maar ik krijg ‘m keurig per post thuisgestuurd. In de door mezelf gefrankeerde retourenvelop.

7 juli 1974

De dag van de WK-finale. We zijn op vakantie in Thiersee in Oostenrijk, op een vijftigtal kilometers afstand van het spelershotel van het Nederlands elftal aan de Tegernsee. ’s Ochtends rijden we de Oostenrijks-(West-)Duitse grens over in de hoop een glimp op te vangen van de Oranjehelden. De moeite loont zich. Ik ben acht jaar en meer onder de indruk van de met mitrailleurs bewapende politieagenten, dan van de Nederlandse internationals die langs lopen. Mijn moeder wenst Cruijff succes. “Dank u wel, mevrouw”, antwoordt de aanvoerder van de voetbalmachine die de wereld betovert beleefd. ’s Middags zie ik in de Stube van de familie Gruber in Thiersee hoe die rot Moffen met 2-1 winnen. Na afloop pink ik stiekem een traantje weg.

Dat heb ik vanmiddag weer gedaan…

Gracias, Salvador, bedankt voor alle onvergetelijke momenten.

 

 

De nazaten van Majoor Puskas krijgen voetballes

Vandaag 5 jaar geleden

Het EK-kwalificatieduel Hongarije – Nederland brengt me naar Boedapest. Ik ben voordien nog nooit in Hongarije geweest. Een uitstekende gelegenheid om er eens een kijkje te nemen. Met EasyJet vlieg ik vanuit Dortmund naar de Hongaarse hoofdstad. Ik verblijf drie nachten in een prima hotel op loopafstand van het Ooststation, ofwel Keleti pályaudvar. Met een Budapest 72 órás jegy, een 72 hour travel card, begeef ik mij drie dagen in vooroorlogse bussen en trams door Boeda en Pest. Voor 3850 forint, omgerekend ongeveer 12 euro. Geen geld. De gammele tramstellen die er piepend en krakend over de klinkers stuiteren vinden we in Nederland hooguit nog in het Openluchtmuseum terug.

Prachtig monumentaal centrum. Al bieden de buitenwijken een vrij troosteloze aanblik. In de meeste buurten is de winterschilder na de val van het communisme nooit meer langs geweest. Aardige mensen, die Magyaren. Ze zijn alleen moeilijk te verstaan. Prachtige taal, dat Hongaars. Alleen kan ik er zonder ondertiteling geen goulash van maken…

Aangezien ik er toch ben, neem ik de gelegenheid te baat alle vooraanstaande voetbalclubs ter plaatse eventjes af te gaan: Ferençvaros, MTK, Honved FC, Vasas en Ujpest Dosza. Ik krijg daarbij gezelschap van Dave en Jerome, twee fervente Roda JC-fans. De immer presente Erik Pasman sluit onderweg ook aan.

De interland wordt uiteraard afgewerkt in het het Ferenç Puskas stadion, het voormalige Nepstadion. Oude betonbak. Maar wel boordevol historie. De bühne waar de Hongaarse wonderploeg uit de jaren vijftig tot grootste daden kwam. Nee, aan nostalgie geen gebrek. In een aangrenzende beeldentuin staan de sculpturen van de meest uiteenlopende sportbeoefenaar nog stevig op hun sokkels. Fraai staaltje socialistische beeldhouwkunst.

Voor het eerst sinds lange tijd komen de nazaten van majoor Puskas in de kwalificatiereeks weer eens behoorlijk voor de dag. Het immense stadion stroomt op grond daarvan goed vol. Al komen Balazs Dzsudzsák en zijn kameraden er op deze vrijdagavond niet aan te pas tegen een sterk (in witte shirts en blauwe broeken aantredend) Oranje: 0-4.

25 maart 2011 Hongarije – Nederland

I was there…

 

Haarlem-uit, vaste prik in de jaren tachtig

Vandaag 32 jaar geleden

Haarlem behoort tot de clubs in het betaalde voetbal die ik in het begin van de jaren tachtig vrij frequent bezoek. Raar maar waar. In het spoor van Go Ahead Eagles is Haarlem-uit vaste prik. Voor de sfeer hoef je niet naar het stadion aan de Haarlemse Sportweg toe. Dooie boel. Ouwe troep. Weinig publiek. En zeker niet de meest sympathieke mensen.

Goede voetballers heeft de inmiddels ter ziele gegane profclub wel altijd gehad. Een positieve spelopvatting idem dito. Go Ahead Eagles wint er in die periode zelden. Daar komt op deze zaterdagavondwedstrijd in maart 1984 geen verandering in. Terwijl Go Ahead Eagles met o.a. Jongbloed, Witbaard, Woudsma, Bosman, Boerebach en Small toch het nodige zware geschut binnen de lijnen brengt, verliest het tamelijk kansloos met 3-1. Piet Keur is tweemaal trefzeker voor de Haarlemse roodbroeken.

Het afketsen van de plannen voor de bouw van een nieuw stadion en een schuld van een miljoen euro doet de keurige club uit de Noord-Hollandse hoofdstad begin 2010 de das om. Vreemd toch dat clubs die voor het tachtigvoudige van zo’n bedrag in het rood staan en op alle denkbare manieren een loopje nemen met de regels vrolijk verder mogen voetballen in Nederland.

24 maart 1984 Haarlem – Go Ahead Eagles

I was there…

 

Noodtoestand rondom het Wembleystadion

Vandaag 28 jaar geleden

Mijn allereerste vliegreis zal me voor altijd en eeuwig bijblijven. En dat heeft weinig te maken met vliegangst, turbulentie of terrorismedreiging. Ik heb meer dan 22 jaar moeten wachten op het heugelijke moment waarop ik voor het eerst het luchtruim kies, maar als ik na een zowel opwindende als angstige odyssee vroeg in de volgende ochtend weer voet zet op Schiphol, ben ik bovenal blij het te hebben overleefd…

Engeland – Nederland spelen een vriendschappelijke interland in de aanloop naar het Europees Kampioenschap van 1988 in West-Duitsland. Al is de term vriendschappelijk op dit duel niet zo zeer van toepassing. Het voetbaltuig uit het Oostblok zit anno 1988 nog veilig opgeborgen achter ijzeren gordijnen en muren. Zodoende geven hooligans uit Engeland in hun ‘vakgebied’ onbedreigd de toon aan in Europa. De ‘opmars’ van Nederlandse collega’s – en dan vooral clubsupporters uit de Randstad – is evenwel bij de lads aan de overkant van de Noordzee niet onopgemerkt gebleven. Vandaar dat in de ogen van de Engelse voetbalvandalen de heerschappij op het continent op het spel staat. Al in de aanloop naar de wedstrijd duiken in de tabloids de wildste verhalen op over het warme onthaal waar Oranjesupporters zich in London mogen verheugen. Een zeer serieus te nemen dreiging.

Nou ben ik niet zo gauw bang en heb ik bij voetbalwedstrijden al de nodige benarde situaties meegemaakt, deze international friendly levert meer dan genoeg benauwde momenten op. Nederlandse supporters wordt verzocht ’s middags te verzamelen bij Marble Arch, in the City. Vandaar gaat het met bussen naar Wembley. Achteraf bekeken had ik beter de metro kunnen pakken. Anonimiteit gewaarborgd. Want hoe dichter de bussen bij het stadion komen, hoe unheimlicher, om maar een mooi Engels woord te gebruiken, het wordt. Op de laatste tientallen meters, met de de fameuze Twin Towers al in zicht, drommen tientallen Engelsen schreeuwend en joelend samen rond de bussen.

De boys zien er niet al te vriendelijk uit, ze hebben weinig goeds in de zin. De politie-escortes sorteren weinig effect. Hetzelfde geldt voor de afscheidingen bij de plek waar we de buis uit moeten. De hekjes mogen de naam hek nauwelijks dragen. Ze zijn alles behalve hooligan proof. Honderden schreeuwende en dreigende Engelsen vormen een ontvangstcomité waar je niet zo graag door welkom wilt worden geheten. Ik kan ze bijna aanraken wanneer ik de bus uitstap. En zij mij ook… Quite scary. Wonder boven wonder glip ik er zonder ongelukken doorheen en kan ik opgelucht ademhalen wanneer ik bovenaan de trap voor de turnstiles sta.

Enkele honderden Nederlandse fans bevolken het uitvak. De Engelsen in de ernaast gelegen vakken dagen de hele avond uit, maar politie en stadionpersoneel houden de opgefokte meute op veilige afstand. Tot een bestorming komt het niet. In betrekkelijke rust kan ik zodoende volgen wat zich beneden me op Wembley’s heilige gras afspeelt. Oranje maakt indruk en neemt al een voorzichtig voorschot op de onvergetelijke zomer die volgt. Maar de derde helft moet dan nog beginnen… Hoe lang we in aansluiting op het verdienstelijke 2-2 gelijkspel in ons vak moeten blijven, weet ik niet meer precies. Een hele poos. Misschien wel twee uur. De 75.000 Engelsen moeten eerst uit de omgeving van het stadion worden verdreven alvorens de autoriteiten de kust veilig achten.

Wanneer de tijd daartoe rijp is, mogen we eindelijk naar de gereedstaande bussen. In konvooi gaat het naar vliegveld Gatwick. Het lijkt wel of de noodtoestand is afgekondigd. Het is dat ik er zelf bij was, anders zou ik geloven dat ik op de set van een oorlogsfilm verzeild ben geraakt. Tientallen agenten beveiligen de op het oog verlaten straten rondom Wembley. Helikopters cirkelen aan de donkere hemel boven het stadionterrein. Zoeklichten scheren door de duisternis. Helemaal ongeschonden komt de bus waarin ik zit er niet vanaf. Het voertuig is nog maar nauwelijks in beweging gekomen of er vliegt een baksteen door één van de ruiten. Niet veel later gevolgd door een tweede. Wonderwel vallen er geen gewonden. Er is enkel materiële schade.

Pas ver na middernacht komen de bussen in Gatwick aan. Ook op het vliegveld ziet het zwart van de agenten. De aftocht verloopt gesmeerd. Geen verder oponthoud. Bij terugkomst in het veilige Nederland is het al weer bijna licht. Slapen is er door alle ophef bij ingeschoten. Maar ik haal nog adem…

23 maart 1988 Engeland – Nederland

I was there…