Vlieg mee naar het Regenboogstadion

By | 1 oktober 2016

Vandaag 11 jaar geleden

Paul de Leeuw vliegt er naartoe. SV Zulte Waregem en voorheen KSV Waregem ontvangen er hun gasten: in het Regenboogstadion. Je moet het maar verzinnen. Het is nota bene ooit zo gekomen omdat de Vlaamse stoemper Rik van Steenbergen er in 1957 de regenboogtrui verovert en wereldkampioen wielrennen wordt. Sindsdien komen alle kleuren van de regenboog samen aan de Graverbeek in een enigszins kleurloos stadje op het platteland van West-Vlaanderen.

Kleurrijke voetballers spelen er in het verleden zeker. Alhoewel over de uitstraling van de gebroeders Luc en Marc Millecamps te redetwisten valt. Beide broers uit Zulte schoppen het als speler van Waregem wél tot Rode Duivel. En dat schoppen kan in het geval van de bebaarde Luc, 35-voudig international, letterlijk worden genomen. De flamboyante Philippe de Smet, veertien maal actief in de Belgische nationale ploeg, geeft beduidend meer kleur en schwung aan het voetbal ter plaatse. En over kleurrijk gesproken. Jan Artz voetbalt ook een blauwe maandag in het Regenboogstadion.

SV Zulte Waregem, ofwel ESSEVEE, ontstaat in 2001 uit een samensmelting van KSV Waregem en de Zultse VV. In het seizoen 2005-2006 debuteert de fusieclub in de Belgische eerste klasse. Negen seizoenen na degradatie van de KSV breekt de zon door in het Regenboogstadion en mogen de supporters zich andermaal verheugen op voetbal op het hoogste niveau.

Om op de negende speeldag de derby tegen SV Roeselare, een andere nieuweling, bij te kunnen wonen, moet ik wel eerst een behoorlijk stukje rijden. De afstand naar Waregem, gelegen tussen Gent en Kortrijk, bedraagt vanaf Apeldoorn welgeteld 287 kilometer. Dertig kilometer doorrijden, en je bent de Franse grens over.

ESSEVEE tegen Roeselare is de eerste wedstrijd die ik in België bezoek na het afschaffen van de Fan Card. Kaartjes voor een voetbalduel in de eerste klasse zijn weer gewoon aan de stadionkassa’s te koop, zoals het hoort. Onder het motto eerst zien, dan pas geloven, meld ik me bij het Regenboogstadion. Bij de loketten van staat op een bordje aangegeven: 1 ticket op vertoon van identiteitskaart. Als ik mijn paspoort wil laten zien, hoeft dat niet eens. Bij de stadioningang wordt evenmin gefouilleerd. Bij Beerschot ben ik ooit bijna uit het stadion gezet omdat ik een broodje braadworst wilde meenemen de tribune op. In strijd met de reglementen van inwendige orde. In Waregem mogen toeschouwers mogen zelfs broodjes hamburger op de tribune meenemen zonder dat een steward ze in de kraag vat.

1 oktober 2005 SV Zulte Waregem – SK Roeselare

I was there…

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *