Haags kwartiertje duurt te lang voor GA Eagles

By | 29 november 2016

Vandaag 14 jaar geleden

Harry Jekkers bezong het ooit vol passie. Hij zou met niemand willen ruilen en meteen gaan huilen als hij geen Hagenees zou zijn. De melancholie druipt er vanaf. Heimwee naar het kerstbomen rausen, het lekker bakken in de Scheveningse zon en uiteraard voetballen kijken in het Zuiderpark. Oh oh Den Haag.

Ik zou best nog wel een keertje met die ouwe naar ADO willen kijken
In het Zuiderpark, de lange zij, een warme worst, supporters om je heen
Lekker kankeren op Theo van der Burgh en die lange van Vianen
Want bij elke lage bal dan dook die eikel er steevast overheen

Alleen dat taaltje al. Prachtig. Ik heb wel wat met Den Haag. Moeilijk voor te stellen dat het alweer meer dan negen jaar geleden is dat ADO het Zuiderpark inruilde voor het Kyocera stadion. Aad Mansveld staat er nog altijd op een voetstuk. Haagse kwartiertjes kunnen lang duren. Maar op de een of andere manier zijn die moderne voetbalstadions toch allemaal hetzelfde.

Ik betwijfel of Nederland ooit een stadion heeft gekend waar de sfeer zo intimiderend kon zijn als in het oude Zuiderpark. Aan mensen die nog nooit een voetbalstadion van binnen hebben gezien, is het moeilijk uit te leggen. Je voelt het gewoon wanneer je er komt. Je proeft het. Doorgewinterde stadionbezoekers begrijpen wel wat ik bedoel.

Die constante ‘dreiging’ van de eigen fanatieke fans heeft ADO (en FC Den Haag, zoals de club lang heet) veel ellende opgeleverd. In de wilde jaren ’80 drijven ze hun club bijna naar de rand van de afgrond. Tegelijkertijd boezemen ze tegenstanders angst en ontzag in. Ik kan me niet voorstellen dat spelers van bezoekende clubs zich verheugden op een ‘gezellig’ middagje of avondje Zuiderpark. Om maar te zwijgen van supporters van de tegenpartij. Bij het minste of geringste kan de vlam in de pan slaan.

In het laatste decennium van de twintigste eeuw keert de rust wat terug en gedragen de Hagenezen zich beter op de tribunes. De ‘magie’ van het Zuiderpark verdwijnt echter nooit. Het blijft altijd iets angstaanjagends houden.

Als Eagles-watcher van de Stadskrant Deventer mag ik veertien jaar geleden verslag doen van ADO tegen Go Ahead Eagles. De Haagse voetbaltrots – en gedoodverfd kampioen – staat destijds na dertien speeldagen aan kop van de eerste divisie, ofwel de Gouden Gids divisie. Go Ahead Eagles presteert onder trainer Robert Maaskant evenmin onverdienstelijk. De Deventenaren staan op dat moment vierde, vijf punten achter op ADO.

Wie verwacht dat de bezoekers met lood in de schoenen aan de aftrap verschijnen, komt bedrogen uit. Met Haagse bluf dicteert Go Ahead Eagles het spel. Op de 0-1 voorsprong na 45 minuten (doelpunt: Ugur Yildirim) valt weinig af te dingen. Midden-Noord wordt er zelfs stil van. Als een donderslag bij heldere hemel komt daar twintig minuten na rust verandering in. De gelijkmaker van Saeijs komt uit de lucht vallen. ADO’s twaalfde man doet na die 1-1 ineens weer volop mee. Het Zuiderpark leeft op en geeft een extra adrenalinestoot aan de eigen spelers. Go Ahead Eagles, dat het duel al lang in het slot slot had kunnen gooien, moet plotseling opboksen tegen een muur van geluid vanaf de tribune aan de lange zijde. Indrukwekkend. Intimiderend voor de gasten. Inspirerend voor de thuisclub.

Dat verdraaide Haagse kwartiertje, hè… De wedstrijd duurt tien minuten te lang voor Go Ahead Eagles. Het houdt de druk niet stand. Twee goals van Calabro doen de underdog uiteindelijk de das om. Robert Maaskant reageert desondanks tevreden op hoe duur zijn adelaars de huid hebben verkocht in de Haagse ‘hel’. Uit de mond van de trainer teken ik na afloop de volgende woorden op:  “We wisten al dat we heel goed kunnen voetballen, maar zij zijn wat verder en hebben wat meer routine dan wij. Maar noem mij maar eens één ploeg die 65 minuten kan domineren tegen Den Haag, de toekomstige kampioen.”

29 november 2002 ADO Den Haag – Go Ahead Eagles

I was there…

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *