De oorverdovende stilte van de Pedraplén

By | 25 december 2017

Vandaag 16 jaar geleden

Eerste kerstdag in de Jardines del Rey maak ik niet elk jaar mee. Zestien jaar geleden wordt zo’n audiëntie in de tuinen van de koning werkelijkheid tijdens mijn Vuelta de Cuba.

Vanuit de provinciehoofdstad Ciego de Avila is het ruim 60 kilometer rijden naar La Loma, vrij vertaald de heuvel. Bij dit dorpje begint de zogenaamde Pedraplén, de zeventien kilometer lange dijk die dit deel van de Cubaanse noordkust verbindt met de Cayería del Norte. Bij de controlepost van de politie moet ik zowaar m’n paspoort laten zien, alsof ik het land ga verlaten. En pas nadat ik bij het tolhuisje twee dollar betaal gaat de slagboom omhoog.

Aan het begin van de Pedraplén staat een groot bord met de tekst ‘Aqui hay que echar piedras sin mirar para alante’. Ofwel: hier moeten we stenen storten zonder achterom te kijken. Het zijn de woorden die Fidel Castro sprak toen hij in 1989 de aanzet gaf voor de bouw van de oeververbinding.

Ondanks het ontbreken van de zon is terugkijken ook het laatste dat je moet doen op deze adembenemende plek. De weg, aan beide kanten ingesloten door het onbeweeglijke wateroppervlak van de Bahia de los Perros, de Hondenbaai, nodigt uit om naar de horizon door te rijden. Beboste eilandjes en moerassig aandoende stukken geven het decor een haast paradijselijke aanblik.

Wie de auto even stilzet, wordt meteen gegrepen door een oorverdovende stilte. Je hoort er minutenlang – totdat een naderende auto of het geklapper van de vleugels van een uit het water opstijgende vogel de betovering verbreekt – echt helemaal niets.

Er bestaat maar één woord voor: impresionante. Indrukwekkend.

25 december 2001 La Loma

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *