Tussen Berg en Bos: Scheve schaats

By | 24 februari 2018

Van al het geweld uit Gangneug ga ik bijna denken dat er niets belangrijkers bestaat dan schaatsen. Leuk natuurlijk dat ‘we’ met een paar ijzers onder de schoenen zo voortvarend vooruit glijden. Het is ook wel weer lekker dat die Olympische Winterspelen bijna voorbij zijn. Na twee weken Erben Wennemars is het wel mooi geweest. Ik kan me goed voorstellen dat televisiekijkend Nederland na zo’n aanhoudende kwelling reikhalzend uitkijkt naar nieuwe uitzendingen van Luizenmoeders, Heel Holland kakt of Boerin zoekt schaatser.

Mooi hoe zo’n medaille afstraalt op een volk. Alleen al die interessantdoenerij eromheen mag de volgende keer best wat minder. De deskundigheid van uitgesproken voetbalanalisten als Ronald de Boer of Aad de Mos bezorgt me vaak al spontaan jeuk en rode vlekken, van die Wennemars krijg ik helemaal de bibbers. Zoveel positiviteit en wijsheid kan ik maar moeilijk verdragen. Het is soms gewoonweg té veel. Eigenlijk is Erben in het verkeerde land geboren. Als hij in de Verenigde Staten ter wereld was gekomen, had hij fortuin kunnen maken als televisiedominee. Of misschien zelfs wel een gooi kunnen doen naar het presidentschap. Bah!

Gelukkig vergoedt de buit aan eremetaal veel. Elke meeloper kon weer spontaan aansluiten in de polonaise. Ondanks dat schaatsen buiten ons wintersportland par excellence nergens voor vol wordt aangezien, hebben ‘we’ het toch maar weer mooi geflikt. Oranje boven! Leve het Holland Heineken House! Proost! Stel dat NOC*NSF er in slaagt om korfballen, zwartepieten of vierkantemillimeterzeiken ook op de kalender te krijgen, dan blinkt er in de toekomst nóg meer Nederlands goud aan de Olympische horizon. In zulke sporten hebben ‘we’ ook nauwelijks serieus te nemen concurrentie uit het buitenland te duchten.

Maar wees nou eens eerlijk… Wie heel eerlijk is, zal in al z’n chauvinisme moeten toegeven dat het schaatsen behoorlijk overgewaardeerd wordt. Een wereldsport kunnen we het toch moeilijk noemen. Niks ten nadele van al ‘onze’ schaatscracks, naar mijn bescheiden mening telt Nederland op sportgebied slechts twee échte wereldtoppers: Dafne Schippers en Max Verstappen. Wat zo’n Sven Kramer door de jaren heen heeft gepresteerd is natuurlijk fenomenaal. Geweldig. Daar mag iedereen zijn petje voor afnemen. Diep respect. De meest succesvolle schaatser aller tijden. Alleen die tien kilometer hè… Tien kilometer ten oosten van Oldenzaal of tien kilometer ten zuiden van Breda kent niemand hem.

Of neem het onvolprezen TivoliVredenburg. Bij wat ze bij TivoliVredenburg presteren, vallen de prestaties van ‘onze’ schaatshelden en korttrekkers natuurlijk helemaal in het niet. Na aangifte van de actiegroep De Grauwe Eeuw houdt het Utrechtse poppodium voortaan geen kinderfeesten meer met het thema ‘cowboys’ en ‘indianen’.  Geen wereldrecord of Olympische medaille die dáár tegenop kan. Dát is nou nog eens karakter. De ware spirit. Wég met die verderfelijke VOC-mentaliteit. ‘We’ moeten natuurlijk niet vergeten waar het werkelijk om draait in ons racistische land, hoezeer ‘we’ ons op glad ijs begeven en een scheve schaats rijden. Althans in de ogen van de sportieve leden van een onbeduidend actiegroepje naar wiens wil iedereen zich maar te schikken heeft.

Waar ‘we’ als klein land niet groot in kunnen zijn. Of kan ik misschien beter zeggen: waar een groot schaatsland klein in is?

© RK

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *