Maandelijkse archieven: juli 2018

Het kleine Werder zien in het grote Weserstadion

Vandaag 2 jaar geleden

Een ouderwets weekendje voetballen kijken met Tom in Duitsland. In het noorden ditmaal. Twee duels in de eerste competitieronde van de Derde Liga. In aansluiting op een zaterdag kielhalen bij Holstein, plakken we er op de terugweg nog een wedstrijd aan vast.

Aangezien Bremen op de route ligt, ligt het voor de hand om het reserveteam van Werder te gaan aanschouwen. Bekend terrein. Tegenstander zijn mijn aloude Sportfreunde uit Lotte.

Normaal spelen de Werder-reserves hun wedstrijden op de naast het stadion liggende Platz 11. Aangezien het bijveld aan nieuwe grasmat krijgt, wijkt het kleine Werder uit naar de grote arena.

Uitverkocht raakt het niet… Voor de promovendus kan het seizoen nauwelijks beter beginnen: 0-3!

31 juli 2016 Bremen

 

Ticketbetaling per creditcard geen onverdeeld succes

Achter de bal aan (44/5): Maribor

29 juli 2018

Op de dag waarop het peloton van de Tour de France aankomt in Parijs, nadert mijn bliksembezoek aan de Balkan alweer bijna zijn einde. Vanuit Kroatië gaat de reis verder naar Slovenië. In Maribor maak ik mijn debuut in de Sloveense Prva liga met het duel tussen het plaatselijke NK en NS Mura. Wie kent ze niet?

De reis per Flixbus vanuit Zagreb duurt ditmaal slechts twee uur. Aan de wachttijden bij de grensovergangen raken we onderhand gewend. Zowel aan Kroatische als Sloveense kant moeten alle passagiers de bus verlaten om hun documenten bij een loket aan verveeld kijkende douaniers ter controle te tonen. En dan hebben we nog de mazzel dat onze chauffeur zijn voertuig via een speciale busbaan langs de lange rijen voortkruipende auto´s mag sturen. Richting Kroatië staat om een uur of elf een aanzienlijke file richting grens.

Maar goed, we komen uiteindelijk waar we wezen moeten. Marburg an der Drau. Ofwel Maribor. ´s lands tweede stad. Een bruisende indruk maakt het niet. Bijna 100.000 mensen schijnen hier hun domicilie te hebben. Die zijn waarschijnlijk met vakantie. Of ze zoeken ergens een veilig heenkomen voor de verzengende warmte. De binnenstad van Maribor is nagenoeg uitgestorven rond het middaguur.

Na te hebben ingecheckt bij de lokale Ibis nemen we een kijkje bij het Ljudski stadion, een wandeling van hooguit tien minuten. Knus stadionnetje. Met een opmerkelijk boogdak. Een handjevol mensen is er bezig met het treffen van voorbereiding op de wedstrijd van vanavond. Verkooppunten van drank en etenswaren worden ingericht. Heren van de Sloveense tv slepen met kabels.

Het aanvangstijdstip is vastgesteld op kwart over zes. Drie kwartier voor de aftrap zijn we ter plekke. Ruimschoots op tijd zou je denken. Een kaartje kopen blijkt evenwel een tijdrovende bezigheid in de Sloveense Steiermark. We zijn niet de enigen. Rond 17.45 uur sluiten we aan in een rij voor een kassa. Opschieten doet het voor geen meter. Tergend langzaam worden de wachtenden aan kaarten geholpen. Door al het getreuzel missen we zelfs de aftrap.

We wanen ons bij Go Ahead Eagles in de jaren tachtig. Toenmalig administrateur Herman Bloemen houdt er – geassisteerd door zijn kwieke Hongaarse echtgenote – in die dagen zijn geheel eigen methoden op na bij de kaartverkoop. Mensen die seizoenkaarten komen ophalen tot in den treure laten wachten en vervolgens botweg meedelen dat ze een dag later maar weer terug moeten komen. Een waar visitekaartje voor de club…

Als we iets voor half zeven eindelijk aan de beurt zijn, komt de aap uit de mouw. Er kan enkel worden afgerekend met creditcard of bankpas. Hierdoor gaat alles op z’n elfendertigst. Die ene jongedame die de meute moet bedienen, komt handen tekort. Het meisje zit redelijk aan haar kookpunt. Naast haar pinapparaat liggen stapels bonnetjes. Om mijn vraag of ik ook korting krijg nu de wedstrijd al is begonnen, kan ze niet lachen.

Door het gekloot missen we wel mooi bijna twintig minuten van de eerste helft. Die twee minuten extra die ook de creditcardbetaling voor iets te drinken in beslag neemt, nemen we op de koop toe. Het stadion zit wel lekker vol. Gehuld in de opvallende lila clubkleuren zorgt de fanatieke Maribor-aanhang voor een kleurrijke aanblik. Aangedreven door de Ultra’s in Vak 12 zit de stemming er uitstekend in. De ook in groten getale opgedraafde supporters uit Mura geven vocaal flink tegengas. Een temperatuur van zeker dertig graden deert de fans niets. Ze halen alles uit de kast om hun teams te steunen. Halverwege de tweede helft drijft een sfeeractie van de Nova Garda met bengaalse fakkels de temperaturen zelfs nog wat verder omhoog.

Een tegenprestatie in de vorm van veel doelpunten krijgen de diehards op de tribunes niet. Ondanks hardnekkige pogingen van de 22 zwoegers binnen de lijnen eindigt het duel doelpuntloos. Samen met het waardeloze systeem van kaartverkoop blijft dat het enige smetje van een verder enerverende voetbaldag in Maribor. Het thuispubliek toont zich na het laatste fluitsignaal van z’n sportiefste zijde. De moegestreden spelers van de tegenpartij krijgen een warm applaus wanneer zij het veld verlaten.

In de derde helft belonen we onszelf met een ijsje. Vanille. Ambachtelijk bereid. Dat hebben we wel verdiend na alle ontberingen.

Stadium Lille Metropole niet vol bij seizoenstart

Vandaag 13 jaar geleden

Voor voetbaltoeristen levert de weg naar het noorden van Frankrijk niet zo gauw onoverkomelijke beletsels op. Lille, Lens, Valenciennes, Sedan en zelfs Reims of Auxerre, het is allemaal prima te doen.

Op de eerste speeldag van het seizoen 2005-2006 doet zelfs zo’n beruchte Zwarte Zaterdag mij niet van kleur verschieten. Al die vakantiegangers op weg naar de zon zijn al lang en breed gepasseerd wanneer ik in mijn Fordje koers zet naar Villeneuve-d’Ascq, sinds 2004 de thuisbasis van de Lille Olympique Sporting Club. Of ik die 320 kilometer vanuit Apeldoorn nou in drie of vier uur afleg, maakt weinig uit. Simpelweg een kwestie van op tijd vertrekken.

De naam Stadium Lille Metropole klinkt indrukwekkend. Zowel exterieur als interieur is het dat nou niet bepaald. Het is allemaal erg basic. Met weinig comfort. Het iets meer dan 18.000 toeschouwers stadionnetje stroomt zelden vol. De atletiekbaan om het veld draagt evenmin bij aan de sfeer.

Le LOSC mag in de Premiere Division van 2005 dan wel als tweede zijn geëindigd achter het destijds in Frankrijk ongenaakbare Lyon, qua publieke belangstelling staat het duidelijk in de schaduw van de buren uit Lens. Ik behoor tot de slechts 12.697 toeschouwers die de Champions League-deelnemer met een 1-0 overwinning tegen Stade Rennais aan het nieuwe voetbaljaar zien beginnen.

Bij thuiskomst na middernacht is de Zwarte Zaterdag al overgegaan in een rustige zondag.

30 juli 2005 Villeneuve-d’Ascq

 

De locomotief komt zestig jaar na dato tot stilstand

Achter de bal aan (44/4): Zagreb

28 juli 2018

Best wel bijzonder een van de clubs te zien voetballen waartegen mijn vader tijdens een trip met AGOVV naar Joegoslavië speelde. Lokomotiva is een van de tegenstanders tijdens een driekamp die Apeldoorns trots in augustus 1958 afwerken in Banja Luka, in het huidige Bosnië. Zagrebs tweede club brengt later zelfs een tegenbezoek aan sportpark Berg en Bos. Zestig jaar na dato, bijna drie jaar na pa´s overlijden, komt de locomotief in het Maksimirstadion symbolisch tot stilstand…

De ochtend na Dinamo tegen FK Rudes, waarmee we ons oponthoud in de Kroatische hoofdstad aftrappen, begint met een sigthseeing tour door het historische centrum. Al tegen elven zitten de terrassen vol. Met name de kathedraal mag zich in een bovengemiddelde belangstelling van toeristen verheugen. De boerenmarkt en in historische uniformen paraderende ´huzaren´ doen eveneens een duit in het zakje van de authenticiteit.

Op het nabijgelegen Jelacic Plein vierden dertien dagen eerder tienduizenden Kroaten het met een gouden randje versierde WK-zilver van hun nationale voetbalhelden. Met hun prestaties brachten Modric, Rakitic, Mandzukic en consorten hun landgenoten in opperste staat van verrukking. De roodwit geblokte shirts van het Kroatische elftal hangen prominent uitgestald bij de vele souvenirshops. De euforie die zoiets losmaakt in een landje met vier miljoen inwoners, is ongekend. Een zwart shirt met de opdruk ‘Croatia World Cup Winner Russia 2018’, dat ik ergens zie hangen, geeft blijk van iets te veel vertrouwen in de goede afloop…

Voor clubs in de hoogste speelklasse van de Kroatische voetbalcompetitie is het nagenoeg onmogelijk om gelijke tred te houden. Meeliften op de successen van de WK-finalist is op de eerste speeldag van de Hrvatski Telekom PRVA Liga niet aan de orde. De competitie-ouverture van landskampioen Dinamo werd vrijdagavond bezocht door nog geen drieduizend toeschouwers. Wanneer om half zeven de spelers van Lokomotiva en Inter Zapresic aan hun seizoen beginnen, bevolkt slechts een handjevol belangstellenden de tribunes.

Vanwege de bouw van een nieuw stadion wijkt Lokomotiva in het voetbaljaar 2018-2019 noodgedwongen uit naar het Maksimirstadion. Bij dit eerste optreden in Dinamo’s arena zit de loop van het publiek er niet bepaald in, mag ik gerust constateren. En dat terwijl de toegang nota bene gratis is.

De kassa’s waar we een etmaal eerder een entreebewijs aanschaften voor het duel van Dinamo, blijven gesloten. Er vindt geen kaartverkoop plaats. Iedereen mag voor niks naar binnen! Hooguit enkele honderden maken van dit buitenkansje gebruik. Thuiswedstrijden van csv Apeldoorn worden doorgaans drukker bezocht.

Ondanks dat ze niet hoeven betalen, krijgen de aanwezigen in spreekwoordelijke zin wél waar voor hun geld. Liefst vier doelpunten vallen er te bewonderen. Allen voor de ‘thuisploeg’. De blauwwitte trein van Lokomotiva dendert over het arme Inter heen.

Met AGOVV kent Lokomotiva zestig jaar geleden heel wat meer moeite. In Banja Luka houden aanvoerder Theo Kruitbosch en zijn ploegmakkers de formatie uit Zagreb op een verdienstelijk 3-3 gelijkspel.

Na meer dan dertig jaar weer terug naar Thiersee

Vandaag 6 jaar geleden

Tirol was bijna jaarlijks onze vakantiebestemming toen ik nog een klein kereltje was. Vanaf het midden van de jaren ’70 verblijven we met het hele gezin bijna elke zomer in Thiersee. Bij de familie Gruber. Jeugdsentiment.

Thiersee ligt op zeven kilometer rijden vanaf Kufstein. Via een bochtige weg omhoog bereik je het op bijna 700 meter hoogte gelegen dorpje. Thiersee bestaat uit Vorder-Thiersee en Hinter-Thiersee. Wij verblijven in die jaren altijd in het voorste gedeelte.

Dagelijks zwemmen in het meer. Veelvuldig naar de midgetgolfbaan. ’s Avonds uit eten in Landl of – over de West-Duitse grens – Bayrischzell. Met uitstapjes naar Kufstein, Kitzbuhel, Innsbruck, Salzburg en zelfs het Olympiapark in München. Met de kabelbaan, per auto of te voet hoog de bergen in. Onvergetelijk voor een jochie van een jaar of tien.

Als ik op de voorlaatste dag van mijn vijfdaagse voetbaltrip door Bayern en Oostenrijk onderweg ben van Salzburg naar Innsbruck, kan ik mijn nieuwsgierigheid niet bedwingen. Ruim drie decennia nadat ik er voor het laatst ben geweest, neem ik bij Kufstein de afslag naar Thiersee. Voor het eerst rijd ik zelf die bochtige weg omhoog.

Nou ben ik niet zo emotioneel aangelegd, maar het doet me best wat om na al die jaren weer terug te komen in dat dorpje waar we jaren achtereen onze zomervakantie doorbrachten. Herr und Frau Gruber leven al jaren niet meer. Om te zien hoe de 1563 meter hoge Pendling als eh und je boven het meer en de huizen uitstijgt, geeft me een goed gevoel.

29 juli 2012 Thiersee

Geen heldendaden à la Boban in het Maksimirstadion

Achter de bal aan (44/3): Zagreb

27 juli 2018

Twee dagen Belgrado zijn voorbijgevlogen. We vervolgen onze korte ‘Tour de Balkan’ in Kroatië. Een busrit van vijf uur van de voormalige Joegoslavische hoofdstad verwijderd. Ik had best nog een paar dagen willen blijven. Al is het alleen maar om Rode Ster te zien stralen. De Servische hoofdstad is me honderd procent meegevallen. Nou heb ik er weliswaar slechts twee dagen rondgestapt, ik heb er een prima indruk aan overgehouden. Belgrado heeft absoluut niet het louche karakter dat ik dacht dat het had. Vriendelijke mensen. Betaalbaar. Prima transportmogelijkheden per openbaar vervoer.

Evenals bij onze komst vanuit Hongarije naar Servië wordt het opnieuw afzien aan de grens. Het kost slechts twintig minuten tijd om het land te verlaten. Om toegang te krijgen tot het land van de WK-finalist (en tot de EU) komt daar nog eens bijna een uur bij. Herr Juncker en Frau Merkel kunnen een voorbeeld nemen aan zulke controles.

Uit het dichte wolkendek dat al sinds vertrek boven ons hoofd hangt komen op Kroatisch grondgebied zowaar kort enige druppels tevoorschijn. Een haast zeldzame gebeurtenis gedurende de zomerse hittegolf die heel Europa al een maand lang in een wurgende greep omklemt. Met een temperatuur van tegen de 30 graden blijft het nochtans onverminderd warm.

Met ruim een half uur vertraging bereiken we Zagreb. Er resten nog slechts twee uur tot de aftrap van Dinamo Zagreb tegen NK Rudes, de openingswedstrijd van het seizoen in de Hrvatski Telekom PRVA Liga. Gelukkig ligt ons hotel op 300 meter van het busstation. Snel inchecken. Meteen door naar het Maksimirstadion. Een historisch beladen plek.

Zvonimir Boban krijgt er in 1990 een heldenstatus. Bij rellen tussen supporters van zijn club en die van Rode Ster trapt de voormalige Dinamo-captain op het veld een politieagent onderuit die gewelddadig optreedt tegen fans uit Zagreb. Deze spanningen tussen Kroaten en Serven krijgen later een vervolg op een echt slagveld en staan indirect aan de basis van de burgeroorlog die Joegoslavië uiteen doet vallen. Een monument bij het Maksimir herinnert aan de Dinamo-fans die het oorlogsgeweld in de jaren negentig niet hebben overleefd.

Aan de competitie-ouverture van de Kroatische eredivisie kleeft op deze vrijdagavond weinig heroïek Het komt niet tot ‘oorlogshandelingen’ in of rond het stadion. Verre van dat. Wel moet ik me laten registreren om een kaartje te kunnen kopen. Mijn naam wordt op het ticket geprint. Dat is de prijs die ik moet betalen om het ‘slagveld’ van weleer te mogen betreden. Duur is het overigens allerminst om de Kroatische landskampioen aan het werk te kunnen. Een bedrag van welgeteld 30 Kuna, zoals de lokale munteenheid heet. En dan neem ik het duurste kaartje! Omgerekend 4 euro en een beetje. Wie naar een thuiswedstrijd van csv Apeldoorn wil, betaalt meer.

 Twaalf dagen nadat het Kroatische nationale elftal met WK-zilver vanuit Rusland naar huis is gekomen, bevolken behalve Erik Pasman en ondergetekende slechts 2.685 betalende toeschouwers de tribunes van Kroatië’s nationale voetbalstadion. Bijna 35.000 plekken blijven onbemand. Naar verluidt vieren de meeste Kroaten momenteel nog vakantie.

 Zelfs de nazaten van de beruchte Bad Blue Boys zijn slechts matigjes vertegenwoordigd op hun tribune achter de goal. Al laten degenen die wel de moeite hebben genomen om naar het Maksimir te komen wel 90 minuten lang van zich horen. Dat dan weer wel.

Het eveneens uit de hoofdstad afkomstige FK Rudes bederft de toch al lauwe stemming bijna compleet. Het seizoen lijkt te beginnen met een regelrechte stunt. De negentig minuten zijn al verstreken als Dinamo’s tegenstander alsnog de 1-1 gelijkmaker moet incasseren. Een fletse titelverdediger blijft zodoende op de valreep een afgang bespaard.

Doodgravers brengen leven op tribunes bij Partizan

Achter de bal aan (44/2): Belgrado

26 juli 2018

De eeuwige derby wordt het in de volksmond wel genoemd wanneer de voetballende grootmachten uit Belgrado tegenover elkaar staan op het veld. Rode Ster tegen Partizan. Honderden politieagenten zien er bij dit soort ´voetbalfeesten´ op toe dat de fanatieke supportersscharen elkaar niet in de haren vliegen. HP De Tijd noemde het ooit ‘geregisseerde anarchie’. Delije versus Grobari. Dat de beruchte hooligans in de burgeroorlog waarbij Joegoslavië uiteenviel in de frontlinie streden, verraadt veel over het fanatisme.

Op deze zomerse donderdag is van krijgshandelingen geen sprake. Het kwik kruipt al rond elf uur in de ochtend naar de dertig graden. Heet is het zeker. Van verhitte toestanden daarentegen absoluut geen sprake wanneer we per bus aankomen bij het Rajko Mitic stadion. Ook wel bekend als ´Marakana´. De Servische evenknie van de heksenketel in Rio de Janeiro. Het legendarische stadion waarin clublegenden als Savicevic, Pancev, Mihailovic en Prosinecki ten overstaan van uitzinnige 100.000-koppige menigten in 1991 Europa veroveren. In Bari wint een unieke mix van Servisch, Kroatisch en Macedonisch voetbaltalent de ‘Cup met de grote oren’.

In het in het stadion gevestigde clubmuseum vallen de bezoekers met de neus in de boter. Omgeven door tientallen relikwieën uit een rijk verleden staat in een enorme glazen vitrine midden in de ruimte een replica van de grootste verovering uit de clubgeschiedenis tentoongesteld. De gids vertelt er met gepaste trots over. En wanneer hij verneemt dat zijn gasten afkomstig zijn uit Nederland, stipt hij tussen neus en lippen ook aan hoe Ajax in Belgrado in 1973 ten koste van Juventus dezelfde trofee veroverde.

Zelfs op wedstrijdvrije dagen zoals deze openbaart de machtige voetbaltempel zijn grootsheid. Een onneembare veste. Het water van de Donau (Dunav) mag dan wel worden bezongen om zijn mooie blauwe kleur, op deze plek (over)heerst het rood en wit. Van de duizenden rode en witte stoeltjes onder het terras waarop wij over de arena uitkijken. Het decor imponeert. Aan de horizon verheft zich de skyline van Belgrado. Met de Sint Sava tempel, de orthodoxe kathedraal, als alles overheersende blikvanger.

Als we enkele uren later opnieuw boarden in bus 78 begeven we ons naar zwartwit territorium. Hoe groot Crvena Zvezda en de Partizanen in figuurlijke zin in bijna alles van elkaar verwijderd lijken, in letterlijke zin liggen beide clubs dicht bij elkaar. Het Partizanstadion bevindt zich om de hoek van het rode sterrenstelsel, op minder dan een kilometer afstand. Slechts enkele minuten lopen.

Op het programma staat de thuiswedstrijd in de tweede voorronde van de Europa League. De tegenstander heet FK Trakai. Afkomstig uit Litouwen. Een club die mij volslagen onbekend is. Ik volg het internationale voetbal op de voet, van deze Baltische grootheid heb ik eerlijk gezegd nog nooit gehoord. In de bus krijgen we al een paar vuile blikken van in zwarte shirts geklede Partizan-fans. De vreemde taal die zij horen praten doet waarschijnlijk vermoeden dat ze in het geval van de clubfotograaf van Go Ahead Eagles en ondergetekende te maken hebben met Trakai-volgelingen. Een beetje Serviër kan het Nederlands en Litouws ongetwijfeld niet uit elkaar houden.

Dat het Partizaanse supportersleger geen al te beste reputatie geniet, wist ik. Ik verbaas me toch over de enorme hoeveelheid ME´ers die anderhalf uur voor de aftrap post hebben gevat in de straten rondom het stadion Op elke hoek staan de leden van de Servische oproerpolitie in vol gevechtstenue en met schilden paraat om in te grijpen. Ik probeer me er een voorstelling van te maken met hoeveel mankracht ze wel niet uitrukken bij werkelijke risicoduels. Supporters van de tegenpartij zijn vanavond in elk geval in geen velden of wegen te bekennen. Als Partizans harde kernsupporters een robbertje willen stoeien, moeten ze het tegen elkaar opnemen.

Geen zeldzaamheid overigens. YouTube-beelden van eind vorig jaar maakten duidelijk dat diverse groepen op niet al te vriendschappelijke voet met elkaar staan. Een interne machtsstrijd leidde in december tot felle onderlinge gevechten in het stadion. Maar dat was toen. Vanavond laten de kemphanen elkaar met rust en worden de verliezers niet gestript van fan-attributen en hun kleding…

Al moet ik eerlijk toegeven dat het volgen van de ‘troepenbewegingen’ binnen het Partizanstadion spannender is dan wat zich vanaf half negen voor onze ogen op het veld voltrekt. De wedstrijd is de 800 Dinar (6,80 euro) entreegeld nauwelijks waard. Partizan blijft de povere Litouwers met pijn en moeite met 1-0 de baas. Een rode kaart en een eigen doelpunt maken het minieme verschil.

De ‘Grobari’ achter de goal en hun collega’s, c.q. rivalen op de lange zijde zijn beter op dreef. Zij brengen volop leven in de brouwerij. De vocale ondersteuning van hun ploeg wekt indruk bij een neutrale toeschouwer uit de lage landen. Mijn kennis van het Servisch in ontoereikend om te begrijpen wat ze zingen, toch klinkt het me als muziek in de oren. Alleen wanneer er spreekkoren worden aangeheven over Kosovo, kost het zelfs een verdwaalde Nederlander weinig moeite om door te hebben dat de Partizan-aanhang de ‘afvallige provincie’ als Servisch bezit blijft zien.

Er gebeurt iets opmerkelijks. Als de wedstrijd goed en wel een kwartier aan de gang is, stromen ineens tientallen zwarthemden de vakken in naast de hoek waar wij een plekje hebben gevonden. Gemillimeterde kapsels. Veel tattoos. Regelmatige bezoekers van een sportschool. Niet echt het type ideale schoonzoon. Waar ze allemaal vandaan komen, ik heb geen flauw idee. De groep maakt op mij een enigszins intimiderende indruk. Het ziet er vrij onheilspellend uit. Geen koorknaapjes.

Ik had fantastische foto’s kunnen maken van hoe de boys tekeergaan. Maar ik zie er uit voorzorg maar vanaf. Ze zien er niet echt uit dat ze dat zouden waarderen. En je kunt in het buitenland problemen maar beter vermijden dan ze op te zoeken, weet ik uit jarenlange stadionervaring. Aangezien de heren wel erg dicht bij ons in de buurt staan, besluiten we in de rust naar een andere hoek van het stadion te verhuizen om vandaar de tweede helft te volgen.

Als we door de donkere catacomben weglopen, staat een aantal van de knapen met spuitbussen leuzen op de muren te spuiten. De stank van de inhoud van de spuitbussen en de pislucht zijn er nauwelijks te harden. Wegens het ontbreken van toiletten hebben de muren het nog eens extra te verduren. ME´ers staan enkele meters bij de kunstenmakers vandaan, en laten ze begaan.

De tweede helft bekijken we vanuit een vak naast dat van de Grobari. We zitten beduidend prettiger dan voor rust. De Grobari, in goed Nederlands vertaald ´doodgravers´, staan te boek als de meest fanatieke en meest beruchte Partizanen. Vanavond gedragen ze zich voorbeeldig. Ze blijven onverstoorbaar zingen. De grafvelders staan niemand naar het leven. Dit in tegenstelling tot de honderden muggen die zich aangetrokken voelen tot het schijnsel van de lichtmasten.

We overleven het enerverende avondje Partizan, keren na afloop veilig terug in ons hotel…

Willem II strijkt neer vlak bij de Willem III-kazerne

Vandaag 20 jaar geleden

De hoeveelheid profteams waartegen AGOVV het in de jaren ’90 op eigen veld opneemt, is talrijk. Clubarchivaris Gerrit Kerssen zal het exacte aantal ongetwijfeld weten. Met bosjes kwamen ze naar de bergen in Apeldoorn-West.

Bizar eigenlijk dat buurtbewoners in die periode nooit klagen over vermeende overlast. Het gezeur begint pas enkele jaren later. Wanneer AGOVV de overstap maakt naar het betaalde voetbal wil ineens iedereen die zichzelf een beetje belangrijk vindt meepraten over structureel afwezige hooligans en de staat van de monumentale hoofdtribune op het sportpark aan de Apeldoornse Laan van Spitsbergen.

Van dat Willem II exact twintig jaar geleden neerstrijkt in de buurt van de Willem III-kazerne, heeft niemand last. Kruikenzeikers zijn nette mensen. Met Marco Heering en Mark Schenning staan er bij de Tricolores zowaar twee Apeldoorners onder contract.

Onder leiding van Co Adriaanse zullen de Tilburgers in het seizoen 1998-1999 eindigen als tweede in de eredivisie. Wie dat na de 0-5 zege op die bewuste dinsdagavond op sportpark Berg en Bos zou hebben voorspeld, was ongetwijfeld voor gek verklaard.

28 juli 1998 Berg en Bos

Oververhit stuur na bezoek aan de Rote Bullen

Vandaag 5 jaar geleden

De afkeer van de Rote Bullen uit Leipzig gaat ver in Duitsland. Het met behulp van een fabrikant in energiedrankjes opgetuigde RasenballSport heeft op veel fans van zogenaamde Traditionsvereine de uitwerking van de bekende rode lap op een stier.

Ik neem de gelegenheid te baat om op een bloedhete zaterdag in de Red Bull Arena met Tom eens persoonlijk bij het ‘stierenvechten’ polshoogte te nemen. In tegenstelling tot supporters van andere clubs gaan de fans van het bezoekende Preussen Münster niet zo ver dat zij het voormalige Zentralstadion compleet boycotten. Met een reusachtig spandoek geven zij wél blijk van hun aversie tegen de Leipzigers. De tekst op het dundoek behoeft geen verdere uitleg: Red Bull stoppen.

Alsof de temperatuur al niet warm genoeg is in de reusachtige snelkookpan. Op de thermometer van mijn Ford Focus is bij vertrek het kwik gestegen tot zegge en schrijve 40 graden! Als we op weg gaan naar de volgende pot voetbal van die dag (bij ‘Lok’ Leipzig), brand ik mijn handen bijna aan het stuur. Zó heet is het!

27 juli 2013 Leipzig

 

Grenscontroles zorgen voor het nodige oponthoud

Achter de bal aan (44/1): Belgrado

 25 juli 2018

Via Boedapest naar Belgrado reizen lijkt misschien niet de meest voor de hand liggende manier, het blijkt wel het meest praktische. Door voor een keertje niet bij Ryanair te boeken maar ervoor te kiezen om met Transavia vanuit Rotterdam te vliegen ontsnap ik bovendien met reisgenoot Erik Pasman bij toeval aan een staking van Ryananair-personeel. Soms zit het ook weleens mee.

Vanaf Rotterdam The Hague Airport zitten we in minder dan twee uur in Hongarije. Zeven uur ´s ochtends vertrek. Voor negenen al op de plek van bestemming. De bijna 400 kilometer naar Beograd nemen wat meer tijd in beslag. Het idee om ons door een minibusje van een Servische organisatie genaamd Terra Travel naar de Servische hoofdstad te laten vervoeren, blijkt een gouden greep. In de aankomsthal staat er al netjes iemand op ons te wachten. Als ook de zeven anderen zich hebben gemeld die meereizen, vertrekken we.

Meer dan zes uur zal de transfer duren. Tot aan de Hongaars-Servische grens verloopt alles voorspoedig. Aan de grens begint het gelazer. Ouderwetse paspoortcontroles zorgen voor ruim twee uur oponthoud. Op twee banen staan lange rijen. Roestvrij en roestig staal kokend in de brandende zon. Niet overal in Europa kan iedereen zo maar binnenwandelen.

Temidden van alle drukte opvallend veel auto´s met een Nederlands kenteken. De meeste inzittenden hebben niet echt een Nederlands uiterlijk. Lokale zigeuners proberen een centje, forintje of dinartje bij te verdienen. Met poetsmiddelen in de aanslag bieden de harde werkers hun diensten aan bij het verwijderen van de resten van de vele Hongaarse vliegen die aan een tragisch einde zijn gekomen op de voorruiten van veel voertuigen.

Het ellenlange wachten vergt wel het nodige van ieders geduld. Het duurt al zeker anderhalf uur voordat we Hongarije uit zijn. Om 12.10 uur is dat gepiept. De operatie om Servië in te komen verloopt vervolgens iets minder traag. Na welgeteld 38 minuten kan onze chauffeur zijn weg naar Belgrado vervolgen. Op hobbelige wegen. Langs velden vol zonnebloemen. Tot zo ver het oog rijkt.

Nadat de piloot het merendeel van onze medepassagiers heeft afgezet in Novi Sad, levert hij ook ons keurig af bij ons hotel voor de komende twee nachten. Prima service. Een ´dagexcursie´ voor slechts 25 euro .

Het bijwonen van voetbalwedstrijd staat er op de eerste avond van ons verblijf in Belgrado helaas nog niet op het programma. Rode Ster kwam een avond eerder al in actie in de voorronde van de Champions League. Na het verorberen van een reusachtige schnitzel en een uitgebreide verkenningstocht door het centrum van de stad ben ik op tv wel getuige van een live verslag van Ajax tegen Sturm Graz.

Dat wil zeggen, ik vang flarden op van wat zich voltrekt in de Johan Cruijff Arena. Van wat er gebeurt kort na de penalty waaruit Lasse Schöne de Amsterdammers kort na rust op een 2-0 voorsprong brengt, krijg ik niets meer mee. Ik val in slaap. Het vroege vertrek uit Apeldoorn (kwart voor vier ’s ochtends) eist z’n tol.