Tussen Berg en Bos: Doodlopende weg

By | 16 juli 2018

Je wilt van alles doen, maar het mag niet. Het kan niet. Het kost te veel. Het past niet binnen het budget. Voor de huis-aan-huiskrant waarvoor ik sinds tweeënhalf jaar wekelijks stukjes schrijf had ik voor de editie van deze week graag een leuk verhaal geproduceerd over de wedstrijd van Wesley Sneijder met zijn club bij WWNA. Helaas ging dat niet door. In de zomermaanden stelt de directeur van De Stedendriehoek mijn medewerking namelijk niet op prijs. Hij moet op de kleintjes letten. Het is nou eenmaal stukken goedkoper om kant-en-klaar aangeleverde persberichten van Het Nationale Park De Hoge Veluwe af te drukken dan die paar rot tientjes op te hoesten waarmee ik me mag laten afschepen.

Vrijdagavond tijdens die wedstrijd in Wenum-Wiesel vertelde iemand me nota bene dat hij via ‘mijn werkgever’ kaarten had weten te ritselen voor wedstrijden van het EK beachvolleybal. Zoals meestal bij dat soort gelegenheden is De Stedendriehoek nooit te beroerd om tickets weg te geven. Gratis uiteraard. Het mag niks kosten, hè. Zo onderscheidt De Stedendriehoek zich toch nog ergens in. Over de kwaliteit van de inhoud van de krant, zal ik het maar niet hebben. Wie graag een inhoudelijk slechte krant wil maken, kan ongetwijfeld betere medewerkers vinden dan ondergetekende. Misschien is dat wel een passende omschrijving.

Toch geeft het wel te denken dat mensen denken dat De Stedendriehoek mijn werkgever is. Blijkbaar doe ik zo nu en dan wel eens iets goeds. Omdat ik al wel een jaar of dertig langs de plaatselijke voetbalvelden zwerf, geniet ik ongetwijfeld wat meer bekendheid dan redactieleden die nooit ergens hun gezicht laten zien. Maar wanneer degenen die het voor het zeggen hebben de toegevoegde waarde ergens niet van inzien, is het wellicht verstandiger er maar mee te stoppen. Scheelt mooi aan kosten. Gebrek aan voortschrijdend inzicht kan ik het ook noemen

Ik hoor en lees overal dat het beter gaat met de economie in Nederland. Tot mijn grote spijt merk ik er zelf weinig van. Het wordt juist alleen maar mìnder, mìnder, mìnder! Als ik kijk naar wat mijn inspanningen voor De Stedendriehoek mij tot dusverre in dit jaar opleverden, dan barst ik eerder in tranen uit dan in jubelstemming. In vergelijking met dezelfde periode van vorig jaar verdiende ik in de eerste zes maanden van 2018 bijna 2500 euro mínder. Hoe weinig ik wél heb verdiend, dat vertel ik maar niet. Uit pure schaamte. Het is vrij vervelend om jezelf steeds meer te moeten ontzeggen. Al mag ik natuurlijk niet zeggen dat dat door toedoen van anderen komt. Maar ondertussen mag ik me wel gewoon als de eerste de beste Piet Snot laten behandelen. Eerdaags moet ik nog geld meebrengen. Of zelf advertenties gaan verkopen.

Ik merk het in mijn portemonnee. Van een hele pagina terug naar een halve. Geen Go Ahead Eagles meer. Dankzij de inkrimping van mijn werkzaamheden ten behoeve van De Stedendriehoek zit ik qua inkomsten ondertussen onder bijstandsniveau. Daar sloof je je dan week in week uit voor uit. Daarvoor sta je dan bij temperaturen van ruim onder het vriespunt te blauwbekken langs voetbalvelden. Daarvoor rijd je eventjes naar Utrecht om de snelste vrouw van Apeldoorn iets meer dan elf seconden te zien knallen. Of meerdere keren naar Sliedrecht voor een partijtje volleybal. Overal naartoe voor een goed verhaal. Bezetenheid kent geen leeftijd. Toch is het nooit goed. Stank voor dank is mijn loon.

Doodzonde dat het zo slecht gewaardeerd wordt, dat de liefde van één kant moet komen. Want verder niets dan lof, en dat meen ik. Het is een verademing om in navolging van alcoholisten, wanbetalers en oplichters eindelijk eens met correcte mensen van doen te hebben. Alleen zou ik, wanneer ik zelf in de huid zou mogen kruipen van de directeur van De Stedendriehoek, mijn enige goede medewerker juist koesteren. In plaats van wegjagen, zoals hij nu doet.

Niemand hoeft mij uit te leggen dat een krant bestaat bij de gratie van adverteerders. Iets actiever worden zou hoe dan ook geen kwaad kunnen. Bijvoorbeeld eens overwegen om een meer aansprekende krant te gaan maken. Zo moeilijk is dat niet. Met veel meer interactie met de aan het blad gekoppelde sociale mediakanalen. Dáár ligt de toekomst! Het kost misschien wat, maar die investeringen betalen zich met zekerheid terug. Iemand zal eerder geneigd zijn te adverteren. Al dat ‘nieuws’ zoals momenteel in de naam Nieuwsblad staat is wel een heel rekbaar begrip.

Ik weet dat het weinig zin heeft om me er over op te winden, toch loop ik al wekenlang met een pestgevoel rond. Altijd positief blijven, ja, ja. Niet wild om me heen maaien. Een voormalig topverslaggever van ons plaatselijk dagblad adviseerde me dat ooit. Ongetwijfeld goed bedoeld. Ik koop alleen helemaal niets voor zulke wijze raad. Iemand die bijna structureel ziek thuiszit wanneer er weer eens een depressietje overwaait, krijgt zijn salaris gewoon doorbetaald. Makkelijk praten dus. Mocht ik onverhoopt in de ziekenboeg belanden, dan heb ik helemaal geen inkomsten meer. Ik behoor immers niet tot de bevoorrechten die in dit land onbekommerd achterover mogen leunen en niet hoeven te werken voor hun geld.

Mijn eerste sollicitatiegesprek na bijna zeven jaar, ging onlangs eveneens ouderwets de mist in. Dat kan er nog wel bij. Wat moet ik in vredesnaam antwoorden op van die vragen wie ik ben? Geen enkele ‘recruiter’ neemt genoegen met het antwoord dat ik daar liever anderen een oordeel over laat vellen. Ik kan bij zo’n gesprek natuurlijk moeilijk zeggen dat ik fungeer als sluitpost op de begroting bij De Stedendriehoek. Onacceptabel. Geen visitekaartje. Slechte binnenkomer. Helaas heb ik voor toneelspelen absoluut geen talent. Dan sla ik dicht. Terwijl het anders meer dan welkom was geweest om eindelijk weer wat zekerheid te krijgen. Een vast salaris. Niet meer afhankelijk hoeven te zijn van een kruidenier, alcoholisten, wanbetalers of oplichters.

Gelukkig mag ik dezer dagen verslag doen van het EK volleybal voor jongens onder 20 jaar. Je moet tenslotte wat doen als je niks mag doen. Houdt me mooi een week van de straat. Het levert nog een extra zakcentje op ook. Het blijft zodoende niet bij die 260 euro die ik eind van de maand bij De Stedendriehoek ga declareren voor eerder in juli geleverde diensten. Het zegt alles over hoe duur het is om mij ergens voor in te huren. Ik trek meneer Boekema echt geen poot uit.

Nou is aan mij niemand verantwoording schuldig. Iedereen moet vooral doen wat hij niet laten kan. Als het té veel kost om een betere krant te maken, moeten ze het vooral niet doen. Ik verander er niets aan, terwijl ik dat in dit geval juist wél zou kunnen. De realiteit leert dat niets voordeliger en eenvoudiger is dan de aangeleverde persberichten klakkeloos over te nemen. Kwestie van knippen en plakken. Zelfs het beeldmateriaal krijgen ze er gratis bij. Hoeven ze zodoende evenmin om te schooien.

Dus ja, waarom inspanningen leveren wanneer iets op een presenteerblaadje wordt aangeboden? Waarom jezelf in vredesnaam druk maken? Of je proberen te onderscheiden ten opzichte van anderen? Domme gedachtegang natuurlijk. Kromme redenatie.

Ik vind het wel best. Ik zou het oprecht jammer vinden er een punt achter te moeten zetten. Maar als het niet gewaardeerd wordt, dan niet. Zelfs doodlopende wegen lopen ooit ten einde.

© RK

Een gedachte over “Tussen Berg en Bos: Doodlopende weg

  1. sudtribune

    Laat dat directeurtje van de stedendriehoek m er maar voor zorgen, dat iedereen de krant in de bus krijgt
    weet zeker dar 40% dat blaadje niet krijgt, ook daar zal hij wel te weinig geld voor over hebben
    mocht je het helemaal niet meer zien zitten, dan kun je bij ons in dortmund aan de hegge terecht

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *