Maandelijkse archieven: april 2019

Vrouw als technisch verantwoordelijke ‘man’

Achter de bal aan (49): Straelen

27 april 2019

Als eerste voetbalclub in één van de vier hoogste speelklassen in Duitsland benoemde SV Straelen een vrouw als technisch verantwoordelijke ‘man’. Onder leiding van 96-voudig international Inka Grings probeert de club uit een stadje onder de rook van Venlo z’n Regionalliga-status te behouden. Of ik over een jaar of tien juichend zal opspringen bij de herinnering van het heugelijke feit live getuige te zijn geweest van Grings’ eerste overwinning in het grote mannenvoetbal, waag ik nochtans sterk te betwijfelen.

Koningsdag. Terwijl het Nederlandse volk zich te buiten gaat aan koekhappen en zaklopen, moet ik als voetballiefhebber de grens over om ergens een bal te zien rollen. Duitsland ligt dan natuurlijk het meest voor de hand. Mijn keuze valt op het onderonsje tussen SV Straelen en de Alemannen uit Aachen in de Regionalliga West. Diep de binnenlanden hoef ik er niet voor in. Vanuit Venlo zit je in een vloek en een zucht in Straelen. Bij kruispunt Zaarderhekken van de A73 verder op de A67. Afrit Venlo. Linksaf de Weselseweg op. Een kilometertje of acht doorrijden. Dan bots je bijna tegen het ‘stadion’ aan. Kan niet missen.

De eerste afrit is bestemd voor de Gäste-Fans. Vanwege mijn neutraliteit krijg ik van de dienstdoende verkeersregelaar toestemming om bij de volgende straat linksaf te slaan. Rond de klok van één uur, een klein uurtje voor de aftrap, kan ik mijn Focus zonder problemen voor de hoofdingang van het complex parkeren. Erg druk is het nog niet. Ik koop eerst een toegangskaartje (8 euro voor een staanplaats) en een programmaboekje (1 euro).

Aansluitend haast ik me terug naar de auto. Stralend weer is het allerminst in Straelen. De hemelsluizen barsten in volle hevigheid open. Een tiental minuten lang komt het met bakken tegelijk uit de hemel zetten.

Als de bui voorbij is, waag ik het erop. Gezien de aanhoudende dreiging van meer nattigheid neem ik voor de zekerheid maar een paraplu mee. Gezien mijn ervaringen van ruim een jaar eerder bij Stuttgarter Kickers, waar randdebielen van een beveiligingsfirma mij met Regenschirm en al het stadion uitzetten, bereid ik me op het ergste voor. Gelukkig is de ene Regionalligaclub de andere niet. In het Stadion an der Römerstrasse gaat het er een stuk gemoedelijker aan toe. In Tecklenburg volgt geen onvriendelijk onthaal door opgefokte Oost-Europeanen in een apenpakje die argeloze toeschouwers lastig vallen.

Veel om het lijf heeft het niet, het Stadion(netje) an der Römerstrasse. Een klein zittribunetje met aan weerskanten ruimte om onder een afdak te staan. Op tegenoverliggende zijde is de hoek gereserveerd voor de bezoekers. Afgescheiden door een hekje hebben zich daar al talrijke aanhangers uit Aachen verzameld. Met hun zwartgele vlaggen en gezang brengen zij volop leven in de brouwerij. Naast de barrière zijn enkele stellages neergezet die moeten doorgaan als staantribune voor Straelense voetballiefhebbers. Zeven treden hoog. Met een beetje proppen kan er misschien wel dertig of veertig man een plekje vinden. That’s all.

Wereldnieuws wordt er zelden geschreven in Straelen. Met de benoeming van Inka Grings als Cheftrainerin zorgt de in degradatiegevaar verkerende promovendus begin april toch voor een opmerkelijke primeur. De 40-jarige oud-international moet de kampioen van de Oberliga Niederrhein van het seizoen 2017-2018 behoeden voor de Abstieg.

Nou moet ik tot mijn eerlijkheid bekennen dat de naam Grings bij mij geen belletje deed rinkelen, bij onze oosterburen ligt dat anders. Als speelster beschikt de zesvoudige topscorer van de vrouwen-Bundesliga en drievoudig Duits voetbalster van het jaar over een CV waar je u tegen zegt. Een grootheid. Toen onze alom bewierookte Oranje-leeuwinnen nog als welpjes door de wei dartelden, straalde Straelens trainster al binnen de lijnen. Liefst 96 keer droeg ze het shirt van die Mannschaft. Een totaal van 64 interlandgoals is eveneens aanzienlijk.

Aan de Römer Strasse gaat mijn aandacht op deze gedenkwaardige zaterdagmiddag dus vooral uit naar de nieuwe leidster van de technische staf van de thuisploeg. Nieuwsgierig als ik nou eenmaal ben, neem ik daarom tijdens de eerste helft plaats achter de Straelense dug-out. Je kunt in Straelen immers gaan staan waar je wilt. In de tijd dat Hans Kraay junior FC Lienden trainde vatte ik tijdens de visites van de Betuwnaren in Apeldoorn aan WSV ook meermaals post achter het ‘kantoor’ van Hansiehansie. Spektakel verzekerd.

In tegenstelling tot haar populaire Nederlandse collega maakt Frau Grings geen ruzie met eigen supporters, noch gooit ze uit frustratie met jasjes. Datgene wat zich voor haar ogen afspeelt als een zombie beleven, doet ze echter ook niet. Of het komt door de cameraploeg die de bewegingen van de coach nauwlettend gadeslaat, weet ik niet, maar zoals veel Duitse oefenmeesters laat ze zich verbaal duidelijk gelden. Staand voor haar dug-out, laat Grings zich niet onbetuigd.

Ze brult er flink op los. Bij ons in Nederland zou dergelijk geschreeuw niet aanslaan. Acht kilometer over de grens, is men doorgaans al wat volgzamer. “Komm jetzt.” “Weiter.” “Fabioooooo.” “Gut so.” Door in de handen te klappen zet ze haar aansporingen kracht bij. Wat me wel opvalt, is dat er nauwelijks sprake is van interactie met de – mannelijke – leden van haar staf. Die zitten er als zoutzakken bij op het bankje achter haar. Kwestie van hiërarchische verhoudingen? Met de 0-0 score halverwege hoeft voetbalminnend Straelen in elk geval niet te wanhopen.

In de tweede helft gebeurt hét! Voor het eerst in tien wedstrijden boekt SV Straelen weer eens een competitiezege. Met liefst 2-0 sturen de troepen van Grings Alemannia weer naar Aachen. De eerste overwinning van 2019. De eerste driepunter onder de nieuwe trainster. Met nog drie wedstrijden voor de boeg gloort er weer hoop dat er in het seizoen 2019-2020 wederom Regionalliga-voetbal aan de Römerstrasse gespeeld wordt. Ik behoor tot de 814 gelukkigen die het wonder van Straelen ter plekke hebben meebeleefd…

Een Aachen-supporter neemt het na afloop met humor. “Wij zijn in elk geval de eersten die hebben verloren van een ploeg die door een vrouw getraind wordt.”

Achter de spelersbus van Zulte Waregem aan

Achter de bal aan (48): Brussel

20 april 2019

Stiekempjes had ik het Paasweekend al ingepland voor het bezoek aan een wedstrijd in de play-off finale volleybal. Met de verkeerde clubs in de finale kon ik dat voornemen schrappen. Een uitgelezen gelegenheid derhalve voor een uitstapje naar Brussel. Naar de Royale Union Saint-Gilloise om precies te zijn.

Anderlecht, de voetballende grootmacht van de Belgische hoofdstad, mocht ik in een ver verleden al afstrepen. Een uitstapje naar Molenbeek, voordat het een nogal negatieve klank kreeg vanwege ‘buitenveldse’ activiteiten, heb ik eveneens overleefd. Het Koning Boudewijnstadion geldt evenmin als onbekend terrein. Bijna vijf jaar geleden ben ik zelfs al eens live getuige geweest van een onvervalste Brusselse voetbalderby tussen KV Woluwe Zaventem en White Star Bruxelles. Op een veld dat bijna letterlijk tegen de start- en landingsbanen van België’s nationale luchthaven aangeplakt ligt.

Van een wedstrijd bijwonen in het Stade Joseph Marien is het tot op deze Paaszaterdag nog nooit gekomen. Union staat al lang op het verlanglijstje. Mede door een tijdelijke verhuizing naar de Heizel schoof ik het telkens op de lange baan. Voorafgaand aan de recente interland van het Nederlands elftal in België ben ik er al weleens op ‘inspectie’ geweest. Bij de thuiswedstijd op de vijfde speeldag van de Play-offs om een Europa League-ticket tegen Zulte Waregem ga ik nu eindelijk een bal zien rollen in het Dudenpark

De afstand, zo’n 250 kilometer, valt te overzien. De drukte op de Ringen van Antwerpen en Brussel gelukkig ook. De welhaast gebruikelijke files blijven achterwege. Op de Brusselse Ring kom ik wel kort terecht in een Turkse bruiloftsstoet. Ik had er weleens beelden van gezien. Mafkezen. Wegpiraatje spelen in veel te dure auto’s. Kijk, als ze zichzelf nou over de kop jagen, dan zal niemand er een traan om laten. Met hun halsbrekende toeren brengen ze wel anderen in gevaar. Toch wel frappant dat ze de politie nooit in geen velden of wegen te bekennen is wanneer ze moeten optreden. Gelukkig buigt het gezelschap spoedig af richting Aalst/Gent. Er belanden zodoende geen onschuldige weggebruikers in de vangrails.

Ongeveer tweeënhalf uur na vertrek uit Apeldoorn pak ik op de E19 de afrit naar Brussel-Centrum. Vandaar is het nog slechts luttele kilometers rijden naar de thuisbasis van Union. De borden volgen naar Vorst Nationaal, één van ’s lands bekendste concertzalen, en ik zit al een aardig eind in de goede richting. Bij toeval kom ik achter de spelersbus van Zulte Waregem terecht. Die gidst me de laatste honderden meters naar de Brusselsesteenweg. Het nemen van de laatste bocht in de niet al te brede straatjes rondom het stadion kost de chauffeur van de touringcar enige moeite. Met enig pas- en meetwerk stuurt hij het rode gevaarte met de opdruk TEAM ESSEVEE naar de eindbestemming.

Een politieagente dirigeert de Waregemse spelersbus naar een plekje naast de historische veste waar Union al bijna een eeuw lang haar thuisduels afwerkt. Ik moet op mijn beurt nog enkele rondjes rijden om ergens een vrij plekje te vinden. Dat valt niet mee. De politie heeft de open ruimten afgezet. Ik neem aan voor de supporters van de tegenpartij. Voor de woonblokken in de oude volksbuurt staat ook bijna alles vol. Uiteindelijk kan ik mijn Focus ergens in een zijstraat kwijt. In de Wijngaardstraat, bij Franstaligen beter bekend als de Rue du Vignoble. Vijf minuutjes lopen. De aftrap staat gepland om zes uur ’s avonds. Perfect tijdstip. Met nog meer een uur te gaan voordat de wedstrijd begint, ben ik ruimschoots op tijd.

Vorst behoort niet tot de meest sjieke wijken van Brussel. Het stralende voorjaarsweer laat de treurigheid van alledag er een stuk florissanter uitzien. Vorstig is het allerminst in Vorst. Het kwik nadert op deze zonnige namiddag de 25 graden. Bij de cafés tegenover de stadioningang nemen de aanwezige supporters het er van. Op straat proosten tientallen Union-fans op de goede afloop. Bij de Union’s Taverne schuimt de Jupiler in plastic bekers. De stemming is gemoedelijk. De zomerse omstandigheden weerhoudt menigeen er niet van wollen sjaals in de blauwgele clubkleuren te dragen. De titel cultclub krijg je niet zomaar.

Aan voetbalgeschiedenis geen gebrek hier. De nostalgie druipt er op elke straathoek vanaf. De gloriedagen liggen weliswaar al enige tijd terug in het verleden, maar in de eerste vier decennia van de vorige eeuw behoort la Vielle Dame tot de grootmachten van het Belgische voetbal. Liefst elf keer veroveren de Unionisten tussen 1904 en 1935 de Belgische landstitel. In de hoogtijdagen trekken thuiswedstrijden soms meer dan 40.000 toeschouwers. Union Saint-Gilloise Societé Royale staat in de gevel boven de entree gehouwen. Het Marienstadion heeft tussen 2016 en 2018 een grondige opknapbeurt ondergaan. Het is moeilijk voor te stellen hoe de staat van de ouwe bak voor die verbouwing was… Niettemin heeft het ontegenzeggelijk z’n charmes.

Waar zit je tegenwoordig nog voor 15 euro op de hoofdtribune? Op authentieke houten banken nog wel. Staan op het tegenoverliggende terras kan al voor een tientje. De volop brandende zon krijgen de diehards er geheel gratis bij. Het staat nochtans goed vol. De meest fanatieke supporters van Union kleuren lekker bij en laten zich ondertussen goed horen. De heuvels achter de beide doelen zijn bij de renovatie uitgerust met gele en blauwe zitjes. Voor de noordzijde worden geen tickets verkocht, die blijft leeg. De andere kant is gereserveerd voor de gasten uit West-Vlaanderen. Een kwartiertje voor aanvang stroomt het Essevee-legioennetje het uitvak in. Ik schat een mannetje of 300. Via Facebook ervaar ik dat ik niet de enige Apeldoorner ben die het schouwspel in het Dudenpark live bijwoont. Zo zie je maar hoe klein de wereld is.

Qua spektakel houdt het bij onze Zuiderburen vaak te wensen over. Wat beide ploegen de toeschouwers tijdens deze Play-off wedstrijd voorschotelen, is voor Belgische begrippen alleszins acceptabel. Mijn jubileumwedstrijd – de vijftigste die ik op Belgische bodem aanschouw – is zeker niet de minst aantrekkelijke. Union heeft een leuk, fris ploegje. De Brusselaars uit de Eerste klasse B bieden de opponent uit de hoogste speelklasse voortreffelijk partij. Al slagen ze er niet in een 2-0 voorsprong tot het einde toe vast te houden. In de slotfase snoept Zulte Waregem de nog ongeslagen koploper van Poule B van Play-off 2 z’n eerste punten af. Eindstand: 2-2.

Het is in meerdere opzichten smullen geblazen. Te verhongeren hoeft niemand. Op de enorme rookworsten die tijdens de rust in het trapportaal bij Vak C aan de man worden gebracht, zouden ze bij de Hema spontaan jaloers worden. Als het stadionvoer op dreigt te raken, vult een jongedame de voorraad terstond aan. Met een volle maag keer ik zodoende na afloop weer huiswaarts.

Mijn Focus staat gelukkig nog op de plek waar ik ‘m had achtergelaten. Ik zit in no time weer op de Ring. Tegen negenen, nog voor het invallen van de duisternis ,rijd ik bij Hazeldonk al weer de Nederlandse grens over.

Waterkanon

Het mag gerust een klein wonder worden genoemd dat er woensdagavond voorafgaand aan de wedstrijd Ajax – Juventus geen slachtoffers zijn gevallen. De verstandelijke vermogens van een politiecommandant die besluit een waterkanon in te zetten en de cavalerie los te laten op een feestende menigte voetbalfans, mogen ernstig in twijfel worden getrokken. Behoort zo iemand niet zelf voor langere tijd in verzekerde bewaring te worden gesteld?

Ik ben benieuwd hoeveel Ajax-supporters volgende week bij de return volgens aloud Italiaans gebruik aan het mes zullen worden geregen. Of wederom slachtoffer worden van buitensporig politiegeweld. Nou alleen maar hopen dat alle historische fonteinen in het centrum van Turijn de komst van die barbaarse horden uit Nederland overleven. Dan hoeven professionele azijnzeikers en zogenaamde deskundigen dáár naderhand tenminste niet hun verontwaardiging over uit te spreken.

Maar gelukkig ligt het nooit aan de politie wanneer er eens wat gebeurt bij een voetbalwedstrijd. Naar verluidt is het een kwestie van eigen schuld dikke bult dat weerloze mensen door ondoordacht en falend politieoptreden bij de Johan Cruijff Arena onder de voet dreigen te worden gelopen. Net zomin als bij de rellen bij Ajax – Celtic in 2013 valt de hoofdstedelijke veldwachterij ook ditmaal niets aan te rekenen.

Die woordvoerder die voor de camera van ‘Hart van Nederland’ de ontoelaatbare handelswijze probeerde te rechtvaardigen, wees erop dat de politie de Ajax-aanhang al vooraf had gewaarschuwd. Tsja, en een gewaarschuwde voetbalfan telt nou eenmaal voor twee. Dat ze het maar in hun oren knopen. Op dergelijke mensen mogen plichtsbewuste ME’ers hun wapenstokken dubbel en dwars botvieren. Zonder aanziens des persoons. Straffeloos hakken. Befehl ist Befehl!

Het verbod op gezichtsbedekkende kleding, waarvan de politiewoordvoerder repte, was natuurlijk helemaal een giller van jewelste. Het is algemeen bekend dat in die Amsterdamse vrijstaat van mevrouw Halsema veel anders is dan is dan in minder progressieve delen van Nederland. Toch riekt het wel ernstig naar discriminatie dat bezoekers van voetbalwedstrijden vogelvrij verklaard worden, terwijl Antifa-vuilnis en krakerstuig op hun beurt ongestraft met bivakmutsen op door de straten mogen marcheren. Hoezeer de knokploegen van Groen Links boven de wet staan getuigt van de dubbele moraal in Nederland in het algemeen en in Pyongyang aan het IJ in het bijzonder. Op z’n zachtst gezegd nogal hypocriet.

Tot hoeveel jaar gevangenisstraf zou een voetbalsupporter in Nederland veroordeeld worden wanneer hij politici naar het hiernamaals wenst en ‘paf’ roept?

© RK