Bewegingsvrijheid

By | 24 maart 2020

Ondanks de verzwaarde sancties van het kabinet in de strijd ter beteugeling van het coronavirus, blijf ik manmoedig proberen het ene been voor het andere te zetten. Ik-zei-de-gek loopt al sinds jaar en dag elke dag ‘hard’ en daarop vormde deze stralende maar frisse dinsdag geen uitzondering. Aangezien ik in mijn uppie nog wél de staat op mag, heb ik ruim 75 minuten lang dankbaar gebruik gemaakt van een van de weinige vrijheden die de heren Rutte en Grapperhaus mij nog wel bieden.

De maagklachten van vorige week heb ik er de voorgaande dagen al grotendeels afgelopen. Was het met name donderdag enorm afzien en een kwelling om mijn dagelijkse drie kwartier door het Orderbos te volbrengen, nu gaat het weer langzaam de goede kant op. De schwung zat er lekker in. Zoals elke dinsdag gooide ik er ook ditmaal een schepje bovenop. Een kilometertje of dertien in totaal. Heerlijk in het zonnetje. Zelfs in tijden van crisis zoals nu, kan het leven best mooi zijn. Het is maar helemaal – onvoorziene omstandigheden daargelaten – wat je er zelf binnen de toegestane regels van maakt.

Park Berg en Bos, Apenheul, Julianatoren en Paleis Het Loo lagen er verlaten bij toen ik op mijn eigen sukkeldrafje over de JC Wilslaan en de Amersfoortseweg schuifelde. Grote attracties zijn voorlopig verworden tot no go areas nu de regering mensenmassa’s van meer dan drie niet wenselijk acht. Al die dagjesmensen, die er afgelopen weekend nog zo in zo groten getale op uit trokken, hebben de boodschap nu blijkbaar wel begrepen. Slechts een handjevol medetrimmers, fietsers en honden met hun baasjes kwam ik op mijn pad tegen. Gisteren zag ik een aantal van die grapjassen die met z’n vieren één hond uitlieten. Op zóveel gezelligheid staan vanaf nu gepeperde boetes.

Wel jammer dat de spierballentaal vanuit Den Haag veel te laat komt. Zoals gebruikelijk, durf ik wel te stellen. Juist nu blijkt dat er in dit land veel te veel gedoogd wordt. Veel blaffen, maar bijten ho maar. Hoe zou het toch komen dat veel Nederlanders zo ongehoorzaam zijn en zich van niets en niemand wat aantrekken? Zou het soms ook iets te maken met de softies die dit mooie land regeren? Die veel te veel door de vingers zien en van wie het overgrote deel meer van de woorden dan de daden is? Terwijl er de afgelopen 24 uur weer 63 coronadoden bijkwamen, mag elke Nederlander de onbaatzuchtige medewerkers in de door dezelfde regering zo uitgeklede zorgsector wel heel dankbaar zijn dat zij wél over de benodigde flexibiliteit en daadkracht beschikken.  

Bij de ingang van Paleis Het Loo die toegang geeft tot de Koninklijke Stallen, was ik toch getuige van een staaltje onvervalste burgerlijke ongehoorzaamheid. Een ouder stel trok zich niets aan van de mededelingen ‘Tot nader order gesloten’ en wandelde vrolijk het park in. Een laatdunkende blik viel mij ten deel toen ik het tweetal nakeek. Het zou mij niets verbazen wanneer het kopstukken van de wijkraad Berg en Bos betrof. Ik had mij immers wel in hún territorium gewaagd. De verlaten parkeerterreinen bij de Apenheul zullen de buurtopperhoofden wel in opperste staat van vervoering brengen. Precies zoals zij het graag willen zien, de azijnzeikers. Als De Stentor niet deze week al het loodje legt vanwege de sterk teruglopende advertentieopbrengsten, wijdt hun huisjournalist er misschien wel weer zo’n beschamend epistel aan waar de honden geen brood van lusten.

Over levensmiddelen gesproken. Bij de Dekamarkt op het Ordenplein kreeg ik later op de dag te maken met het nieuwe deurbeleid bij supermarkten. Na de nieuwe maatregelen van het kabinet blijken de winkelmandjes taboe. Ze waren tenminste weggehaald bij de ingang. Of het nu de bedoeling is om vanaf heden met zo’n k..karretje te gaan slalommen, werd mij daarentegen niet geheel duidelijk. Eenmaal binnen kon ik helaas niet meer lezen wat er op het bord stond buiten voor het toegangspoortje. Aangezien ik weinig nodig had, heb ik de boodschappen maar in de armen genomen. Niemand de me er op aansprak dat het niét mocht.

Bij het verlaten van het pand zag ik A4’tjes met de mededeling dat winkelmandjes verplicht zijn. Vreemd. Er stonden nota bene nergens mandjes! Niet zo handig bovendien dat die papiertjes aan de binnenkant op de ruiten geplakt waren, zodat iemand die van buiten komt ze niet zag. Communiceren blijft een vak apart. Een vak dat duidelijk niet elk bedrijf beheerst. En zo verzinnen de wijze heren telkens wat nieuws.

Ik heb overigens wel medelijden met die alom geprezen helden die met ware doodsverachting hele dagen achter een kassa plaatsnemen. Als die jongens en meisjes binnenkort weer een jaar ouder worden, worden ze door hun werkgevers massaal ingeruild voor een nóg jonger exemplaar! Dan worden ze té duur. Een algemeen gangbare praktijk in het supermarktwezen. Het mag immers vooral niks kosten bij de Dekamarkten, Albert Heijns, Jumbo’s, Coop’s en hoe alle andere topprofiteurs van deze crisis ook mogen heten.

Het grootgruttersgilde blijft toch bovenal onder alle omstandigheden op de kleintjes letten.

© RK

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *