Protocol

By | 13 mei 2020

Ongekend hoeveel stof deze coronatijd doet opwaaien. Nederland viert dit jaar 75 jaar vrijheid. De huidige crisis maakt vooral duidelijk dat veel Nederlanders niet goed kunnen omgaan met vrijheid. Er kan ook té veel vrijheid zijn. Maar ja, als burgerlijke ongehoorzaamheid nauwelijks wordt bestraft en de willekeur regeert, moeten we natuurlijk niet vreemd opkijken dat Jan en alleman schijt krijgt aan de hele wereld. Zo’n oproep om samen te sterk te blijven verliest wel erg veel aan kracht door structureel slap optreden van diegenen die de orde zouden moeten bewaren.

Ik weet daarom niet wat ik nou precies moet denken van zo’n wijkagent uit Zwolle die onlangs het misdadige gedrag van overtreders van de anderhalvemeterterreur aan de kaak meende te moeten stellen. Door zich in te groten getale op straat te begeven steken deze onverlaten volgens meneer agent de middelvinger op naar iedereen in de zorg. Mooi gezegd. Máár, zo denk ik dan in al mijn onbenulligheid, waarom treedt hij er zelf niet tegen op dan? Wie laat er nou na om die overtreders te beboeten? Wie heeft daartoe de bevoegdheid? Misschien zouden gezagsgetrouwe dienders eens wat minder moeten twitteren en zich meer bekommeren om hun eigenlijke taken.

Het is werkelijk nooit goed in Nederland, hè. Er is altijd wat. Mogen kinderen na acht weken eindelijk weer naar school toe, zijn er van die ouders die klagen dat dat eigenlijk ongelegen komt. Niet omdat ze zo bang zijn dat hun kroost besmet raakt met het coronavirus. Nee, het past niet zo goed in hun dagelijkse planning. Je zult maar drie kinderen hebben die elk op een andere school zitten en ook nog eens op afwijkende dagen les krijgen. Probeer dat als modern ouder maar eens te behapstukken en daarnaast tijd over te houden om onbekommerd te Netflixen en de hond uit te laten.

Schandalig dat het Ministerie van Onderwijs en schooldirecties zoiets niet beter afstemmen met alle gedupeerden. Mijn eigen lokale editie van het Algemeen Dagblad vond het gejammer zelfs zó belangrijk dat ze er een prominente plek op de cover voor inruimde. Met een grote foto erbij van twee vriendelijk lachende brildragers met hun drie spruiten. Compleet met rijwiel. De nieuwe schoolroosters dwingen hen voortaan om helemaal door Nijkerk te moeten fietsen. Ga er maar aanstaan. Een onmenselijke uitdaging die bovenmenselijke inspanningen vergt. Het wordt steeds gekker. Hoe langer de oorlog duurt, hoe bedenkelijker de berichtgeving.

De moeder van het gezin raakt helemaal in de stress nu haar leven zo ingewikkeld dreigt te worden. De kwallenplaag begint vroeg dit jaar. Je zou zulke lui toch spontaan een schop onder hun hol geven.  Hebben zij zélf die blagen niet op de wereld gezet? Of is er iemand geweest die ze ertoe gedwongen heeft? Om een lang verhaal kort te maken komt het er vooral op neer dat het eigenlijk niet in hun overvolle sociale agenda’s past. Te weinig tijd. Te druk om hun eigen kids op te voeden. Misschien moet premier Rutte in nauw overleg met Louis van Gaal en Özcan Akyol maar eens een protocol opstellen met richtlijnen waaraan toekomstige ouders zich dienen te houden. Alleen het idee al zou tot een volksoproer leiden. Nóg meer gezanik!

Protocollen horen helemaal bij het nieuwe nu. Wen er maar vast aan. Nederlanders worden van oudsher al doodgegooid met regeltjes. Het gaat nu van kwaad naar erger. Véél erger. Overal komt een protocol voor. Voor in de auto. Voor in de trein. Voor bij de kapper. Voor op school. Voor bij de sportclub. Voor op het terras. Voor in een restaurant. Wie na 1 juni buiten de deur gaat eten staat een heus intakegesprek te wachten, dat naderhand ongetwijfeld in rekening verwerkt wordt. Iets mag niet zus. Het moet zo. Dit mag niet. Dat is verboden. En voor, tijdens en na elke handeling vooral niet vergeten de handen te wassen. Net zo lang schrobben, poetsen en boenen tot de vellen er bij hangen! De handen er afhakken zou wellicht praktischer zijn. Bespaart veel werk, water én irritatie.

Heel toevallig was ik een aantal dagen geleden getuige van hoe ze bij een honkbalclub bij mij in de buurt zo’n protocol naleven. Toen ik er langsliep zat een handjevol jeugdleden er voor de poort te wachten. Er kwam juist op dat moment een meneer aanlopen om de boys op te halen. Individueel die 50 meter afleggen naar het veld mag niet meer volgens het protocol. Wie verzint zoiets? Het is al een wonder dat die arme kinderen nog zelfstandig mogen ademhalen. Ik kon de beste man nog juist horen zeggen dat de jongens op anderhalve meter afstand van elkaar moesten blijven. En dan gelooft iedereen meteen dat die honkballertjes voordat ze plaatsnamen op de slagplaat wél de voorgeschreven afstand van elkaar hielden. Ja, welterusten. Slaap lekker verder. Houd moed.

Alles afkaderen. Iedereen in hokjes plaatsen. Langs elkaar heen werken. Langs elkaar heen leven. Aloude Nederlandse specialiteiten worden in een eigentijds coronajasje gestoken. Binnenkort misschien wel inclusief een exclusief mondkapje. Per leerling een eigen klaslokaal. Per voetballertje een eigen veld. Zo zou het er in het nieuwe normaal feitelijk uit moeten komen te zien. Abnormaal. Waanzinnig. In logistiek opzicht bovendien volstrekt onmogelijk. Door met z’n zeventienmiljoenen samen te hokken, wonen we al met veel te veel op dat hele kleine stukje aarde. Tel daarbij op dat er door de ongebreidelde gastvrijheid van meneer Rutte steeds meer hulpbehoevenden vanuit de hele wereld bijkomen, dan draagt dat ook niet echt bij tot het efficiënter en socialer benutten van de schaarse ruimte.

Ik mag wel zeggen dat ik gedurende deze woelige tijden dagelijks veel bijleer. Tot m’n grote schande kom ik tot de ontdekking dat er de afgelopen jaren relatief veel langs me heen is gegaan. Waar dat aan ligt? Ik zou het niet durven zeggen. Van die griepepidemie die 2018 in Nederland huishield, heb ik destijds bijvoorbeeld niets gemerkt. Wanneer je een krant in de bus krijgt waar meer niét dan wél in staat, wekt zoiets misschien niet veel verbazing. Dat je pas twee jaar later bewust wordt van dat meer dan 9500 Nederlanders die griepgolf niet overleefden, baart mij best wel enige zorgen.

Veel van wat tijdens het ‘oude normaal’ te boek stond als normaal, heb ik evenmin zo ervaren. Er ontgaat mij doorgaans weinig, toch viel mij nooit zo op dat mensen elkaar op straat en in de supermarkt constant in de nek liepen te hijgen of zelfs in het gezicht spuugden. Elkaar met de nek aankijken wel, maar dat is heel wat anders. Zelfs in volle voetbalstadions heb ik nooit het idee gehad dat ik mij misschien wel in een levensbedreigende situatie bevond. Hooguit mijn vermoedens dat een uitgebreid gezelschap smerige handen had, krijg ik bevestigd. Maar nu iedereen braaf z’n handen wast, toont dat onmiskenbaar de onschuld van de schuldigen aan.

Het maakt alles er nochtans niet minder verwarrend om. Hoe moet het bijvoorbeeld verder met al die streberige carrièretijgers die zich zo ijverig omhoog hebben gelikt? Als zelfs modelburgers als zij al neus en mond moeten gaan bedekken om het slijm tegen te houden, dan moet het einde van onze beschaving wel haast aanstaande zijn.

Waar gaat het naartoe met onze verziekte wereld? Gaan Nederlanders en medelanders zich ooit weer normaal gedragen? Moet iedereen met een snotneus binnenkort naar een heropvoedingsgesticht? Krijgt iemand die per ongeluk niest gevangenisstraf? Veegt de ME eerdaags elk treinstel leeg waarin passagiers door de toegenomen drukte slechts 1,43 meter afstand van elkaar kunnen houden? Roepen burgemeesters de hulp van het leger in om winkelstraten vrij te maken van winkelend publiek? En gaan boa’s zich over het opsporen van iedereen die zich schuldig maakt aan laag bij de grondse activiteiten zoals het illegaal droppen van hondenpoep?  

AIVD, FIOD en de flitsende medewerkers die de centrale incasso-toko van het Ministerie van Justitie draaiende houden, staan voor een nagenoeg onmogelijke taak. Waar vinden deze club in Nederland in vredesnaam bekwaam en deugdelijk personeel om de in gang gezette boetemachinerie niet tot stilstand te laten komen. Dat wordt nog wat binnenkort. Als dat maar goed gaat. Voor iedereen die zichzelf veel te serieus neemt dreigt dat een serieus probleem te worden.

Het mag wel duidelijk zijn dat het mij veel genoegen schept om iemand op de kast te jagen met mijn door niemand minder dan een wethouder ooit als scherp aangeduide pen. Ik zal het echter nooit in mijn hoofd halen om de draak te steken met andermans gezondheid. Het leveren van smakeloze commentaren over ziektes in het algemeen en corona in het bijzonder laat ik geheel voor rekening van anderen. Als voormalig bronchitislijder weet ik hoe het voelt om in ademnood te raken.

Terugkijkend zou ik mijn laatste jaren op de lagere school niet de meest prettige van mijn leven willen noemen. Astmatische bronchitis. Een kwelling van jewelste. Kortademigheid. Dagen en nachten piepen. Constant naar lucht moeten happen. Het gevoel hebben dat je dreigt te stikken. De machteloosheid. De pijn. De angst. Volledig uitgeput raken wegens een gebrek aan slaap. Mede omdat ik deze ellende als puber zelf aan den lijve heb ondervonden, ben ik blij dat ik het kan navertellen.

In al mijn oprechtheid hoop ik dat iedereen in Nederland in vrijheid kan blijven ademhalen en gezond blijft. Zodat we nog lang met z’n allen verder kunnen blijven zaniken. Op het moment waarop Nederlanders stoppen met klagen en buiten de pot pissen, moeten we ons pas écht zorgen gaan maken.

© RK 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *