IJzeren Rinus

By | 17 september 2021

Ik vind het oprecht jammer dat er bij ons Nederland geen sportdagbladen verschijnen zoals in Zuid-Europese landen. Ik kan echt genieten van hoe in Spanje de Madrileense kranten Marca en As en de in Barcelona zetelende periodieken Sport en Mundo Deportivo elkaar continu de laatste nieuwtjes proberen af te snoepen. En dan vooral hoe ze al die berichten naar geheel eigen kleur en willekeur invullen. Zowel de serieuze items als het gebakkenluchtgedeelte. Dagelijks tien pagina’s of meer vullen over Real Madrid of Barcelona vergt oneindig veel fantasie. Elke scheet opblazen tot donderslagen. Rook laten uitgroeien tot complete bosbranden. Geweldig. Machtig mooi. Natuurlijk moet je er een beetje doorheen prikken, maar ik vind het wel geinig hoe men ook de IJsselderby tussen Go Ahead Eagles tegen PEC Zwolle optuigt en de allure probeert te geven van een onvervalste Clásico.

Als je Robert Maaskant dan opvoert als prominent oud-speler (en trainer) van beide clubs, dan weet je eigenlijk al hoe laat het is. Maaskant kan heel goed in één adem worden genoemd met clubiconen als Alfredo Di Stefano, Johan Cruijff of Cees van Kooten. Als supporters van Go Ahead Eagles ooit nog eens de slechtste voetballer uit de clubgeschiedenis gaan kiezen, dan komt de zoon van oud-Eagles-manager en -trainer Bob Maaskant met zekerheid in aanmerking voor een Top-10 klassering. Groot, fit en sterk zijn compenseert veel in het voetbal. En wie dan ook over kruiwagens beschikt, kan het maar zo tot prof schoppen. Hooguit in zijn nadagen bij de amateurs van Kon. UD liet Maaskant junior het kanon weleens tot ontploffing komen. Als trainer kreeg hij terecht het predicaat kroonprins opgespeld, al is hij nooit koning geworden. Als voetballer heb ik eerlijk gezegd wel grotere talenten gezien dan Maaskant. Ik heb alleen nooit zo goed begrepen waarom de altijd objectieve Hans Go Ahead de welbespraakte ex-Eagle en -Zwollenaar de bijnaam Blaaskant heeft gegeven.

Wanneer ik me mijn eigen meest memorabele IJsselderby-moment voor de geest haal, dan komt Robert Maaskant daar in elk geval niet in voor. Sorry. Dan ga ik voor de botsing tussen Cees van Kooten en Rinus Israël. Heenwedstrijd kwartfinale KNVB-beker. Seizoen 1980-1981. Meer dan 40 jaar geleden alweer! Wát een knal! Het gekraak waarmee beide clublegendes in de ondergesneeuwde Adelaarshorst met hun schedels op elkaar klapten was waarschijnlijk tot in Zwolle hoorbaar. Bebloede hoofden. Een ellenlange blessurebehandeling. En heel wat verband om de gevallen idolen weer op de been te krijgen. Op zulke momenten ontstaan mythen. Het was niet voor niets in een tijd dat de man die later bekendheid kreeg als Klaas D. samen met IJzeren Rinus symbool stond voor Zwolse onverzettelijkheid. Maar die bekendheid had geloof ik niets met voetbal te maken.

Van recenter datum staat me de 3-1 zege van Go Ahead Eagles in het seizoen 2007-2008 nog helder op het netvlies. Op die gedenkwaardige middag maakte niet Jannie ze gek, maar dreef Orlando Smeekes alles en iedereen wat Zwols was tot regelrechte wanhoop. Als je het over bijzondere voetballers hebt, dan Smeekes wel. Publieksvoetballer bij uitstek. Un poco loco… Eentje van alles of niets. Maar die keren waarop het alles was, kreeg hij er wel iedereen in het stadion mee op de banken. En, zoals na het legendarische duel in kwestie, kreeg hij er ook de supporters van de tegenpartij mee in de hekken.

Op hoe de rivaliteit tussen de meest vurige aanhangers van beide clubs ontstaan is, heb ik ook het antwoord. Ik lees dat Menno Pot de IJsselderby de meest grimmige burenstrijd van Nederland noemt, maar Menno Pot was er niet bij. Ik wel. Boeken die de Ajax-supporter over zijn eigen club en de tribunecultuur heeft gepubliceerd, kan ik ook schrijven. Als ventje van twaalf, dertien jaar was ik in het seizoen 1978-1979 al van de partij toen het pas naar de eredivisie gepromoveerde PEC voor het eerst aan de Vetkampstraat mocht opdraven.

En ook toen beide supportersgroepen voor het eerst clashten… In het begin van die jaren ’80 heb ik weinig IJsselderby’s gemist, al noemde niemand die burenruzies toen al zo. Met het moment waarop een alom bekende Apeldoornse Go Ahead Eagles-supporter in enigszins benevelde toestand in Zwolle in een arrestantenbusje werd afgevoerd, was de toon wel zo’n beetje gezet. Ik vermoed dat het weleens de eerste arrestatie bij het beladen Overijsselse onderonsje kan zijn geweest. De hilariteit bij omstanders was in elk geval groot toen de arrestant bij zijn aftocht zijn grote Eagles-vlag voor het raam van het busje hing. Vandaag de dag kan iemand zo’n onschuldig geintje op misschien wel tien jaar stadionverbod komen te staan.  

Ik behoorde tot de beruchte Apeldoornse groep. Een benaming ooit bedacht door de toenmalige chef-sport van het Deventer Dagblad, de vader van de huidige fractievoorzitter in de Tweede Kamer van de BoerBurgerBeweging. Tegenwoordig noemt de woke medemens zoiets framen of stigmatiseren, maar dat soort typeringen is alleen van toepassing op groepen die stelselmatig in de slachtofferrol kruipen. Ach, natuurlijk gebeurde er weleens iets wat niet mocht. Er bestaat echter wel een groot verschil tussen kwajongensstreken en zware criminaliteit.

De uitwedstrijden naar Zwolle waren van begin af aan een ware happening. Bij aankomst stond het ontvangstcomité telkens al klaar. De Zwolse veldwachterij die de orde moest handhaven rond voetbalwedstrijden stond destijds onder leiding van een soort Oberfeldwebel, die zo leek weggelopen uit een Duits oorlogsmuseum. Wát een klootzak was dat. Lange vent. Grijs haar. Gladgestreken gereformeerd smoelwerk. Als Herman Nijman ooit nog eens een verkiezing houdt van de meest onsympathieke Blauwvinger aller tijden, dan wint deze man glansrijk. Zelfs vóór Diederik Boer of Dominggus Lim-Duan.

Supporters die zijn bevelen niet klakkeloos opvolgden, waren de pineut. Ik stond er met de neus bovenop hoe die hufter ongehoorzamen en afvalligen aan hun haren over het perron op Zwolle Centraal sleurde. Aangezien matjes in de nek in die dagen gemeengoed waren, bood dat voldoende houvast voor grijpgrage dienders. Elke agent die tegenwoordig zulke fratsen uithaalt bij vreedzame demonstraties van extincte rebellen, het dierenbevrijdingsfront of de anti-Zwarte Piet fanclub, wordt meteen op staande voet ontslagen.

Toch waren het mooie tijden. Pure nostalgie. Het dagelijkse bestaan was destijds nog niet zo overgeorganiseerd en opgefokt als nu. Met combiregelingen, omwisselpunten voor kaarten en QR-codes hoefde niemand rekening te houden. Ik heb meegemaakt dat de Zwolse politie de pas gearriveerde Eagles-meute op het station in gereedstaande bussen naar het voetbalveld wilde laten vervoeren. De groep dacht daar anders over. Even een sprintje trekken volstond om de bussen en de agenten te omzeilen. Om aan de wandeling naar het drie kilometer verder gelegen stadion te beginnen. Toen na 250 meter een mannetje of 30 spontaan wat wilde gaan drinken bij het sjieke Hotel Wientjes, was heel Zwolle in rep en roer. Alle stoppen sloegen door bij de politie. De mars dwars door de stad mondde zo uit in een hit and run met de leden van de volledig gedesoriënteerde Zwolse gendarmerie.

Maar ja, al doende leert men, hè. Na één seizoen eredivisie hadden de Zwolse veiligheidsdiensten de zaken beter onder controle. Toen hadden ze ook FC Utrecht, FC Den Haag, Feyenoord en Ajax een keer mogen verwelkomen en waren ze er wel van doordrongen geraakt dat ze niet iedereen zomaar konden laten lopen… Nee, kinderachtig ging het er sindsdien nooit meer aan toe. In de schaduw van de Peperbus houdt men duidelijk niet van zoutloos gehannes.

Ik weet niet meer in welk jaar het was, maar na een van die verhitte IJsselderby’s in Zwolle had het nogal wat voeten in aarde om weer thuis te komen. Met een twintigtal andere Eagles-fans was ik met de bus uit Apeldoorn gekomen. Lijn 24 was dat toen nog, als ik me niet vergis. De Zwolse politie stond ons na afloop van de wedstrijd niet toe om op dezelfde manier huiswaarts te keren. Samen met de overige Eagles-supporters werden we bij terugkomst op het station letterlijk de gereedstaande trein naar Deventer in geknuppeld. Er was alleen één probleempje. In al het gedrang had iemand met lucifers lopen spelen. Waarschijnlijk om te de brandveiligheid van de stoelen te testen… Tsja, en waar rook is, ontstaat vanzelf vuur. Dus ja, nadat we goed en wel de trein ingeslagen waren, een mannetje of 200 sterk, werd iedereen er even hard weer uit gemept. Dat kon allemaal in die dagen. Wonder boven wonder ben ik dezelfde avond wel levend en wel weer in Apeldoorn teruggekeerd.

Verder geen kwaad woord over de politie hoor. Die arme agenten hebben het al zo zwaar. Die mensen moeten immers ook hun werk doen. Maar als Go Ahead Eagles kwam, gaf dat de politie in Zwolle en de honden van de spoorwegrecherche bizar genoeg een vrijbrief om zich structureel te misdragen. In Duitsland hadden de blaffende brigades van de ordetroepen al in de laatste twee decennia van de vorige eeuw mondkapjes op, tot Zwolle was het bestaan van muilkorven niet doorgedrongen. Menigeen heeft dat in de loop der jaren moeten bekopen met lelijke bijtwonden. Het is dat ik er zelf bij ben geweest, anders zou ik misschien ook wel bij hoog en laag durven beweren dat het nooit aan de politie ligt wanneer het rondom wedstrijden in het betaalde voetbal weer eens ergens misgaat met supporters…

© RK

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *