Vandaag 14 jaar geleden
De avond voorafgaand aan ons bezoek aan het Bundesligaduel Energie Cottbus tegen Schalke 04 beland ik met De Kleef in Berlijn. Een immer fascinerende bestemming. Ook dertien jaar na de val van de Muur deelt het verleden de hoofdstad van het verenigde Duitsland in zekere zin nog altijd in tweeën. Köpenick, de Heimat van de 1.FC Union, blijft voor eeuwig en altijd Oost-Berlijns. Veel meer dan die alte Dame Hertha is Eisern Union dé club van het Berlijnse voetbalvolk. Een cultclub, die in Duitsland qua cultstatus feitelijk alleen door de Hamburgers van FC St. Pauli wordt overtroffen.
Het Stadion an der Alten Försterei mag gerust een bedevaartsoord genoemd worden. Op wedstrijddagen gaat het vanaf het S-Bahnstation Berlin-Köpenick in processie naar het stadion. Aan de thuishaven van de 1.FC Union Berlin is veertien jaar geleden nog alles authentiek. Zoals eigenlijk alles en iedereen bij de club wars is van poeha en dikdoenerij. Bij Union doen ze alles net even ietsjes anders dan bij een doorsnee voetbalclub in Duitsland.
In 2008 hebben de fans hun home eigenhandig omgetoverd tot een eigentijds arenaatje dat van alle gemakken is voorzien. Op de avond waarop ik bekerfinalist van 2001 met 3-0 zie winnen van 1.FC Saarbrücken is comfort wel zo’n laatste wat de Köpenickse houtvesterij biedt. Het maakt de stemming op de volle staantribunes er geen spat minder om. De sfeer is top. Familiair. Knus. Gemoedelijk.
Dat bij elk gescoord doelpunt de bordjes van het scorebord boven het twee verdiepingen tellende omroephuisje in een hoek achter één van de goals handmatig worden verhangen, hoort er bij de 1.FC Union Berlin helemaal bij.
1 maart 2002 1.FC Union Berlin – 1.FC Saarbrücken
I was there…