Achter de bal aan (40/3): Aberdeen
9 november 2017
Aberdeen stond al lang op mijn verlanglijstje. Dankzij de KNVB komt het er dan eindelijk van. Wat vroeger dan verwacht. Het komt wel mooi gelegen dat het Nederlands elftal gaat oefenen op Pittodrie. Een geldig excuus om de Flower of Scotland opnieuw te zien bloeien. Zo deugt Oranje toch nog ergens voor…
De dag begint in elk geval stralend. De zon schijnt in Carlisle als ik om 9 uur in de trein naar Edinburgh stap. Virgin voert me anderhalf uur lang door een bij tijd en wijle maagdelijk decor. Murrayfield, Schotlands nationale rugby-arena, ligt langs de route. Op Waverley moet ik overstappen. Enige haast is geboden. Op Platform 2 staat de volgende Virgin al klaar. De 10:28 service to Aberdeen. De eerste leden van de Tartan Army stappen eveneens aan boord. Uiteraard met hun onvermijdelijke kilts als schamele bedekking van een paar spierwitte benen.
Ruim tweeenhalf uur lang trekt er een fraai decor aan me voorbij. Het traject voert loopt voor een aanzienlijk deel langs de kust. De zon weerkaatst op het schier oneindige wateroppervlak. Op sommige plekken gapen angstaanjagende dieptes. Naarmate de trein verder noordwaarts oprukt, overtreft het aantal grazende schapen de menselijke populatie. Haymarket, Inverkeithing, Kirkcaldy, Dundee, Arbroath, Montrose, Stonehaven, Aberdeen. Vier uur na vertrek uit Carlisle arriveer ik in de Noord-Schotse stad.
Ik had ook rechtstreeks vanaf Schiphol kunnen vliegen. Met de tarieven die onze nationale luchtvaartmaatschappij hanteert was dat een dure grap geworden. De KLM durft doodleuk bedragen van 600 of 700 euro in rekening te brengen om iemand in minder dan twee uur de Noordzee over te zetten. Schandalig. Voor hetzelfde geld vlieg je naar New York. En voor minder dan de helft van zo´n gepeperd retourtje naar de Schotse Highlands ga ik in het Verenigd Koninkrijk vier dagen achter de bal aan.
De eersten die ik na aankomst tegen het lijf loop zijn ‘Tieten Harry’ en de man die bij uitwedstrijden van het Nederlands elftal altijd de vlaggen uitdeelt, maar meer dan zes uur voor de aftrap van de vriendschappelijke interland nog nergens mee zwaait. Ik laat de heren lekker lopen, ga er zoals gebruikelijk met een grote boog omheen. Gelukkig valt het aantal carnavalsvierders mee dat naar Schotland komt. Als ik OnsOranje moet geloven, komt hooguit een honderdtal van die ‘echte’ supporters Aberdeen onveilig maken. Tsja, wanneer de resultaten even tegenzitten, dan laat de massa het afweten. Dan loopt het klootjesvolk op klompen en met kazen op het hoofd hijgerig in polonaise achter de brullende leeuwinnetjes aan.
De kick-off staat vastgesteld voor 19.45 uur local time. Ik ben bij nader inzien een beetje te vroeg ter plaatse. Meer dan twee uur voor de aftrap struin ik al rond de nog zo goed als verlaten straten rond Pittodrie. Het NOS-trio Tom Egbers, Jeroen Elshof en Jeroen Grueter is er vroeg bij. Ik maak een praatje met Celtic-fan Grueter, die de haveloze muren van de hoofdtribune met zijn camera vereeuwigt. De modern ages hebben nog geen vat gekregen op Pittodrie. Van buiten heeft het wel wat weg van een fabriek. Even later sta ik ook met de neus vooraan als de Nederlandse spelersbus arriveert. En zo dood ik een beetje de tijd in de aanloop naar de wedstrijd.
Het Away End, van waaruit ik samen met het Oranje-legioen de clash ga bekijken, heeft een wel erg afgelegen ingang. Ze doen er in Aberdeen alles aan om supporters van beide teams van elkaar gescheiden te houden… Met zo weinig Nederlanders van de partij heeft iedereen die er wel is mooi de ruimte. Bij de toegangscontrole geeft zo’n dombo in een gele jas me te verstaan dat het niet is toegestaan om inside the ground te fotograferen. Maar goed derhalve dat ik nogal moeilijk van begrip ben en geen Schots versta.
Het stadion is juist zeer fotogeniek. Oud, maar sfeervol. Compact. Tribunes lekker dicht op het veld. Een kwartiertje voor aanvang zit Pittodrie slechts voor de helft vol. Bij het spelen van de volksliederen zijn de stands toch goed volgestroomd. In de voor home fans bestemde vakken zijn weinig lege plekken meer. Iets meer dan 17.000 toeschouwers wonen het duel bij. Niet gek voor een donderdagavond in Aberdeen. Maar hoeveel nostalgie en geschiedenis het stadion ook in z’n krochten verbergt, de ambiance kan er niet tippen aan een vol Hampden Park.
De fameuze roar van het nationale voetbalstadion in Glasgow ontbreekt. De kippenvelmomenten bij het Schotse volkslied idem dito. Wanneer 50.000 leden van de Tartan Army uit volle borst Flower of Scotland meebrullen, heeft dat toch iets meer impact dan wanneer 17.000 man in het gemoedelijke Aberdeen hun stem verheffen. Er bevinden zich nochtans meer dan genoeg strijders in kilt op de tribunes van Pittodrie. Met zo’n ruitjesrok aan mogen the lads in deze tijd van het jaar wel uitkijken dat ze geen blaasontsteking oplopen. Gelukkig kan een beetje Schot wel tegen een stootje. Wie gemalen schapendarm bovenaan de nationale menukaart zet verdraagt doorgaans wel wat.
Dat Oranje met 0-1 wint is vooral leuk voor de statistieken. Mijn 189e interland gaat zeker niet de boeken in als de meest gedenkwaardige die ik ooit heb gezien. De plaatselijke jeugd lijkt het weinig te deren. Tientallen little Aberdonians verdringen zich na afloop rond de spelersbus van het Nederlands elftal. Uitgerekend Schotse voetballiefhebbertjes zien de in eigen land zo verguisde Oranjesklanten als helden. Met name de in de Premier League actieve Nederlanders mogen zich over de Engelse noordgrens in een grote populariteit verheugen. Handtekeningen en selfies blijken fel begeerd.
Terwijl securitygriezels zich uitsloven om de jochies zo ver mogelijk bij de sterren uit de buurt te houden, slaagt menigeen er toch in een Oranje-voetballer te bewegen tot het geven van een krabbel of om kort te poseren. De meesten voldoen aan de verzoeken. Tot blijdschap van hun bewonderaars. “I got an autograph of a Manchester United-player”, schreeuwt een ventje van drie turven hoog verheugd uit nadat hij er in is geslaagd de handtekening van niemand minder dan Daley Blind te scoren.
Mooi toch. That’s what football should be about. Jammer dat het tegenwoordig niet altijd meer kan en de afstand tussen de heren vedetten en hun fans almaar groter wordt.
