Maandelijkse archieven: oktober 2023

Apeldoornse keeper uitgegroeid tot onbetwiste nummer één van Heracles Almelo; Eredivisieleven begint op z’n dertigste pas echt voor Michael Brouwer

De inmiddels 78-jarige Arend Steunenberg is een levende legende in Almelo en omstreken. Met Michael Brouwer treedt een andere geboren en getogen Apeldoorner nadrukkelijk in de voetsporen van de markante goalie, die tussen 1966 en 1975 in meer dan 250 duels met veel bravoure ballen tegenhield voor Heracles. Op zijn dertigste heeft Brouwer zijn doel bereikt en is hij uitgegroeid tot de onbetwiste nummer één van de Twentse eredivisieclub. Die zwaarbevochten positie onder de lat wenst hij voorlopig ook niet weer af te staan.

Wie er oude competitiespecials van het weekblad Voetbal International op na bladert komt Brouwer al in de editie van 2013-2014 tegen op de teamfoto van de Almelose voetbaltrots. Toenmalig Heracles-trainer Peter Bosz haalde zijn talentvolle plaatsgenoot na het faillissement van de proftak van AGOVV naar Almelo. Nu, meer dan tien jaar later, heeft de vierde doelman van weleer zich opgewerkt tot de onomstreden nummer één van zijn club. De vaststelling dat hij de dertig al gepasseerd is, corrigeert Brouwer gevat. “Ik ben pás dertig”.

“Dit is mijn elfde contractjaar. Ik heb me altijd voorgenomen om net zo lang te blijven totdat ik m’n kans zou krijgen. Het is én geduld hebben en een kwestie van blijven geloven in jezelf. Daarnaast moet je soms ook een beetje geluk hebben. Met Remko Pasveer, Bram Castro en Janis Blaswich had ik altijd goede keepers voor me. Zolang zij fit zijn, heeft een trainer weinig redenen om te gaan schuiven”, noemt de zoon van voormalig AGOVV-doelman Gerard Brouwer zijn verhuurperiode aan FC Emmen van doorslaggevende betekenis voor zijn huidige status.

Aan de Oude Meerdijk gaf trainer Dick Lukkien de Heracles-huurling in het seizoen 2021-2022 de kans een heel jaar lang zijn kunnen onder bewijs te stellen. Brouwer veroverde met club uit Drenthe het kampioenschap in de Keuken Kampioen Divisie. In plaats van met Emmen de eredivisie in te gaan, moest hij evenwel terug naar zijn eigenlijke werkgever. Na de onverwachte degradatie van Heracles betekende dat voor Brouwer opnieuw een seizoen in de op één na hoogste speelklasse. Met voor de jarenlange reservekeeper nochtans één wezenlijk verschil: hij keerde na zijn succesvolle periode in Emmen wel als eerste doelman terug in Almelo. De nieuwe nummer één werd met Heracles aansluitend zelfs voor de tweede keer op rij KKD kampioen. Een unicum.

In zijn eerste échte seizoen als eredivisiekeeper is de ‘eeuwige reserve’ tot dusverre de eredivisiekeeper die de meeste scoringsmogelijkheden wist te verijdelen, zo berekende Statistiekenbureau Opta. Over van de tribunes af gegooide bekers, om een actueel thema aan te snijden, maakt Brouwer als ervaringsdeskundige niet zo’n ophef. “Ik ben weleens bekogeld. Het hoort natuurlijk niet, maar ik ben daar redelijk stoïcijns in. Ik kan me vrij goed afsluiten voor dat soort dingen. Ik wil ergens heengaan om een wedstrijd te winnen. Dat is in de Arena of de Kuip niet anders dan vorig jaar bij Telstar-uit. Ik vind het prachtig wanneer het bij thuiswedstrijden van ons een heksenketel is. Het is fijn om zo’n twaalfde man achter je te hebben”, kijkt de keeper daarom ook al vol verlangen uit naar zondag, naar de eerste Twentse derby waarin hij als basisspeler aan de aftrap staat.

Brouwer, wiens contract in Almelo doorloopt tot medio 2025, ziet zijn voorgangers bij Heracles als een voorbeeld. Pasveer debuteerde vorig jaar als 38-jarige zowaar nog in Oranje en Blaswich komt dit seizoen met RB Leipzig uit in de Champions League. “Wat zij hebben bereikt, zou ik ook wel willen. Dromen mag altijd. Maar m’n eigen prestaties zijn het enige waar ik zelf invloed op heb. Ik heb zeker ambities. Je wilt altijd het hoogst mogelijke halen. Om dat te doen, moet ik het maximale uit mezelf te halen. Maar je moet in het voetbal nooit heel ver vooruitplannen. Het kan zo voorbij zijn. Ik leef daarom heel erg in het nu. Een geweldig seizoen met Heracles te draaien en ons handhaven in de eredivisie is voor mij al een droom. Ik ben hier heel gelukkig. Heracles is een superwarme club met enorm vriendelijke mensen.”

De Stentor vrijdag 20 oktober 2023 / Foto Erik Pasman

Winst Supercup prettig tussendoortje op weg naar kwalificatie-vierkamp Champions League; Dynamo richt het vizier al volledig op Innsbruck

Met het veroveren van de Supercup heeft Dynamo de eerste prijs van het nieuwe volleybaljaar te pakken. De 3-2 zege tegen bekerwinnaar Lycurgus is echter vooral een prettig tussendoortje op weg naar de vierkamp die de Apeldoornse landskampioen over twee weken in Oostenrijk gaat spelen om kwalificatie voor de groepsfase van de Champions League.

Een Supercup is altijd leuk om te winnen, zo redeneerde coach Redbad Strikwerda in aansluiting op de vijfsetter tegen Lycurgus. Het vizier bij Strikwerda en zijn mannen is momenteel toch in de eerste plaats gericht op Innsbruck, waar ze over twee weken een eerste stap hopen te zetten op weg naar plaatsing voor de meest prestigieuze competitie in het Europese clubvolleybal.  

“Ik beschouw mezelf als kampioen vlaggen verzamelen. Als je dat wilt blijven moeten er steeds weer nieuwe vlaggen bijkomen. Over twee weken willen we écht goed zijn en proberen de kans te pakken om als eerste Nederlandse club sinds heel lange tijd weer die Champions League te halen”, sprak ’s lands meest gerenommeerde nationale titelverzamelaar duidelijke taal. “We hebben een iets ouder team dan vorig jaar. Dat geeft ons meer kans om in Oostenrijk stabieler te spelen.”

Voorafgaand aan de Supercupwedstrijd kreeg Dynamo’s technische staf met het uitvallen van Yannik Bak wel een tegenvaller te verwerken. De passer-loper, in mei één van de uitblinkers in de in de play-off finalereeks om de landstitel tegen Orion, ging vrijdag op de training door zijn linker enkel en was zodoende niet inzetbaar. Niels Lipke, normaliter libero, nam zondag enigszins verrassend Baks positie over.

In de eerste twee sets leek het zevental De Weijer, Van der Schaaf, Tijhuis, Williams, Lipke, Krook en libero Svärd freewheelend op weg naar een 3-0 overwinning. Bij een 2-0 voorsprong in sets gaven de Apeldoorners het heft uit handen. Pas in de noodzakelijk geworden vijfde set stelden ze de zege alsnog veilig.

Pechvogel Bak had zich zeker gedurende de laatste drie sets zitten verbijten op de bank. “Dit zijn juist de leukste wedstrijden om te spelen. Veel publiek op de tribunes. Rechtstreeks op tv. Dan is het balen dat je niet mee kan doen”, verzuchtte de 22-jarige Velsenaar, die wel hoopvol gestemd is in Tirol zijn bijdrage te kunnen leveren bij de jacht op het Champions League-ticket. In al zijn optimisme sluit hij zelfs niet uit dat hij zondag, als Dynamo bij de eredivisiestart opnieuw op Lycurgus stuit, alweer voorzichtig zijn rentree kan maken. “We gaan de komende week kijken hoe het gaat. Ik ga er wel vanuit dat ik er in Innsbruck bij ben, maar ik weet niet of dat reëel is. Ik ga in elk geval niets forceren.”

Voor Ramon Martinez-Gion was het een overwinning op zich dat hij überhaupt zijn opwachting kon maken. Meer dan een half jaar nadat hij als speler van Dynamo in de verloren bekerfinale tégen Lycurgus een achillespees afscheurde, gebeurde dat echter niet in het shirt van de Apeldoorners maar namens de tegenpartij. “Ik mag niet klagen, maar ik ben er nog lang niet”, schat de 33-jarige passer-loper dat hij zit op zeventig procent van het niveau van voor zijn blessure.

Aan zijn vertrek bij Dynamo hield de Amsterdammer dubbele gevoelens over, gaf hij te kennen. Of hij teleurgesteld is in Dynamo? “Eigenlijk wel, ja. Maar ik probeer er professioneel mee om te gaan. Ik ben altijd heel transparant geweest, maar ik voelde weinig vertrouwen. Dat is er bij Lycurgus wel”, stelt Martinez dat zijn tweejarige contract bij de Groningse club (met een optie voor een derde seizoen) hem meer zekerheid geeft.

De Stentor maandag 16 oktober 2023

Zaterdagse primeur voor Apeldoornse zondagclub, viermaal is scheepsrecht voor WSV

In de vierde aanloop was het dan eindelijk prijs voor de voetballers van WSV. Tegen ASV Dronten beleefde het elitekorps van de zondagclub een zaterdagse primeur in de eerste klasse G. Dankzij twee treffers van de van Sportclub Eefde gekomen Jorn Braakhekke behaalden de Apeldoorners hun met groot verlangen tegemoetgeziene eerste driepunter van het seizoen.  

De ontlading was intens na het bevrijdende fluitsignaal. Op het veld voor de tribune vielen de trainer en de uitblinkende doelman elkaar spontaan in de armen. Al was vader en zoon Karrenbelt niet veel tijd vergund om samen lang na te genieten van WSV’s zwaarbevochten eerste competitiezege. Karrenbelt senior moest even later bij de trap naar de kleedkamer namelijk een indringend gesprek voeren met een ontstemde supporter uit Dronten. De man, die daar helemaal niets te zoeken had, liet weten niet zo gecharmeerd te zijn van Karrenbelts nogal uitbundige manier van coachen. De winnende coach dacht er het zijne van en reageerde luchtig op het voorval. “Die meneer zei dat hij mij niet zo leuk vond…”

Na de nederlagen tegen DTS ’35 en De Bataven en het gelijke spel in Twello bij Voorwaarts kwam de eerste overwinning voor WSV als geroepen. De standvastige manier waarop zijn elftal overeind bleef tegen de door hem hoog ingeschatte opponent uit Dronten, geeft Karrenbelt veel vertrouwen voor het verdere verloop van de competitie. “Voor aanvang van het seizoen heb ik al gezegd dat het een overlevingstocht voor ons wordt. Deze wedstrijd was echt een survival. Kijk je naar hun selectie, dan denk ik dat zij kampioenskandidaat nummer één zijn. Nee, deze had ik vooraf niet meegerekend. De snelle voorsprong was een ruggensteuntje voor ons en Largo keepte echt voortreffelijk”, schreef de trainer de victorie mede toe aan het sterke keeperswerk van zijn zoon

Ook Damian Schipper keek met een tevreden gevoel terug op WSV’s eerste zaterdagse optreden op eigen veld. “In die eerste drie wedstrijden hebben wij best wel goed gespeeld, maar wonnen we steeds niet. Dan is het heerlijk dat het nu tegen een kampioenskandidaat wel lukt. Voor Jorn Braakhekke is het ook fantastisch. Hopelijk gaat hij nog veel meer goals voor ons maken. Aan doelstellingen doen we niet. We moeten gewoon elke wedstrijd alles geven. En wie weet, kunnen we wel verrassen. Alle teams in onze afdeling lijken behoorlijk aan elkaar gewaagd. CSV wint tot dusverre alles, maar de trainer heeft al gezegd dat zij tegen ons echt geen zes punten gaan pakken”, kijkt de drager van het rugnummer tien al reikhalzend uit naar de aanstaande confrontaties met de plaatsgenoot.

Over het samenvoegen van zaterdag- en zondagclubs in de eerste klasse is de 25-jarige oudgediende positief. Dat hij dit seizoen met WSV met zekere regelmaat op zaterdag moet aantreden, deert hem niet. De afwisseling bevalt hem wel. Met zijn werk als begeleider en bewegingsagoog Siza’s Koonings Jaght komt Schipper er niet door in de knel. Met gezinsuitbreiding op komst vindt de toekomstige vader het bovendien wel een prettig vooruitzicht om niet elke zondag van huis te zijn. “Ik word in november voor het eerst papa. Dan is het wel lekker om op zaterdag te voetballen zodat ik op zondag bij m’n gezinnetje kan zijn.”

In de eerste ronde van de districtsbeker mag Schipper komend weekend met WSV ‘gewoon’ op zondag aan de bak. Tegen vierdedivisionist Orion uit Nijmegen hoopt hij een vervolg te kunnen geven aan de zege tegen ASV Dronten. “Wij zien de beker zeker niet als een bijzaak. Het is ook weer een mooie uitdaging.”

De Stentor maandag 16 oktober 2023

Weerloze ploeg van slagerszoon uit Ugchelen gaat pijnlijk door de gehaktmolen; Victoria Boys-trainer Wilco Woutersen baalt van aframmeling tegen zijn eigen Albatross

Als zoon van de voormalige dorpsslager van Ugchelen weet Wilco Woutersen alles van gehakt. Hoe zijn oude liefde Albatross zijn huidige ploeg zondagmiddag door de gehaktmolen haalde, was vooral pijnlijk voor de trainer van Victoria Boys: 0-7.

Voor Wilco Woutersen gold de derde competitiewedstrijd van Victoria Boys al op voorhand als een bijzondere gebeurtenis. De trainer van de thuisploeg groeide op in Ugchelen. De zoon van de dorpsslager woonde tegenover het oude Albatross-veld aan de Ugchelsegrensweg. Daar zette hij bij de F-pupillen onder leiding van clubicoon Ome Gerrit Oosterkamp zijn eerste schreden op het voetbalveld. Toen hij als B-junior voor een jaartje naar AGOVV vertrok, namen dorpsgenoten het de talentvolle rechtsbuiten niet in dank af en werd zelfs opgeroepen om op grond daarvan maar geen karbonades en leverworsten meer te kopen bij Slagerij Woutersen.

Hij bleef echter altijd één van hun. Vergevingsgezind als ze zijn in Ugchelen, sloten ze hun eigen ‘Ugchelse kei’ ook weer liefdevol in de armen. En lief en leed deelden ze samen volop in de jaren die volgden. Als speler van het eerste elftal en als trainer vormden Wilco Woutersen en Albatross jarenlang een onlosmakelijke twee-eenheid. Zelfs na een jaar als trainer bij SV Orderbos, twee seizoenen assistentschap bij Columbia en nu zijn tweede seizoen als hoofdtrainer aan de Berghuizerweg is die genegenheid niet verdwenen.

Voor de allereerste keer spelen tégen zijn eigen club riep daarom toch wel speciale emoties op bij Woutersen. Al wilde hij daar na de negentig minuten durende martelgang liever niet aan herinnerd worden. “Albatross is mijn club, maar vandaag even niet”, verzuchtte de balende trainer na de 0-7 aframmeling die het zwakke Victoria Boys op eigen veld incasseerde.

Bij een 0-1 achterstand halverwege leek de schade voor Woutersens elitetroepen nog alleszins te repareren. In de tweede helft ging het nochtans van kwaad naar erger. Na de rode kaart voor Aaron Hartgers hielden de tien overgebleven Victorianen open huis en mocht de thuisclub blij zijn dat de teller op slechts zeven tegentreffers bleef steken. Invaller Timo Schrodeur scoorde in een kwartier tijd een hattrick voor Albatross.

Woutersen zat er op de trainersbank bij, keek ernaar en kon amper geloven hoe zijn spelers zich als makke schapen naar de slachtbank lieten leiden. “We hebben terecht verloren, die 7-0 was niet eens geflatteerd. Wij kwamen overal tekort. Zij waren veel feller. Op één of twee personen na zat bij ons iedereen onder zijn niveau. Albatross scoort normaal niet zo vaak. Als zélfs zij zeven keer tegen ons kunnen scoren, dan is dat schrikken. Op de training was het afgelopen week top. Vanmiddag was het kaartje knippen en doorlopen”, vond de balende trainer dat zijn manschappen door een ondergrens heen gezakt waren.

Bij zijn aanstelling een jaar geleden riep de trainer strijdlustig dat de Apeldoornse vierdeklasser best wel wat meer ambities mocht tonen. Voor het huidige seizoen zijn de verwachtingen een stuk bescheidener. “Er zijn zes spelers vertrokken bij ons. We zijn dit seizoen opnieuw begonnen. Tegen KCVO voor de beker speelden we heel goed. Maar het gaat nu om het echie. We moeten nu uit een ander vaatje tappen. We moeten een middenweg zien te vinden. Het wordt een zwaar jaar”, verwacht de trainer.

Marco Wilmink, die Woutersen in 2019 opvolgde, is bij Albatross begonnen aan zijn vijfde seizoen. Na de degradatie uit de derde klasse was de eerste competitiezege meer dan welkom. “We willen in het linker rijtje meedoen. Daarom was het belangrijk om vandaag die drie punten te halen. Ik ben blij hoe we zijn blijven voetballen en elkaar beloond hebben. De gretigheid bleef er bij ons tot aan het einde inzitten. Zo wil je het als trainer graag zien. Het is wel een opkikkertje. Dat nemen we mooi mee naar volgende week.”

De Stentor maandag 9 oktober 2023

Met Jos Dietrich en Jerry Cooke wil eerste elftal de weg omhoog vervolgen; Nieuwe kapiteins streven dezelfde koers na

Om een idee te krijgen van de precisie die de soms wat flegmatieke buitenspeler in zijn fluwelen linkervoet had zitten, moet iedereen op YouTube maar eens de beelden zoeken van hoe de talentvolle buitenspeler van FC Twente in 1984 de voorzet afleverde waaruit toenmalig spits Willy Carbo met een acrobatische hakbal één van de mooiste goals uit de eredivisie-geschiedenis scoorde. “Je haalt weleens voorbeelden aan van hoe je het zelf deed”, zegt de voorzetgever van destijds bescheiden.

Ook Jos Dietrich kon ‘m aardig raken. Oudere AGOVV-supporters herinneren zich vast en zeker nog wel hoe het blonde lefgozertje in 2001 een vrije trap de kruising krulde in een met 3-1 gewonnen bekerwedstrijd tegen Go Ahead Eagles. Van die fraaie treffer zijn helaas geen beelden bewaard gebleven. ESPN bestond in die dagen immers nog niet. In een samenvatting van de legendarische ontmoeting tegen het voor het eerst door Louis van Gaal gecoachte Nederlands elftal in augustus 2000 is de jonge Dietrich wél terug te zien, zo geeft hij zelf met enige trots aan.

Oranje rolde het AGOVV van Peter Bosz op een uit z’n voegen barstend Berg en Bos op die gedenkwaardige avond met liefst 9-0 op. Keeper Edwin van der Sar moest echter al zijn talenten aanspreken om de eretreffer van de Blauwen te voorkomen toen een blond kereltje brutaal het middenveld overstak en hem met een verwoestende uithaal onder vuur nam. “Ons enige schot op goal. Kijk maar eens terug. Geweldig was dat om mee te mogen maken. Tienduizend toeschouwers op Berg en Bos. Ik was destijds linksback. Peter Bosz heeft mij op die positie neergezet”, blikt Dietrich met veel plezier terug op de periode waarin de huidige trainer van PSV hem opnam in de ploeg die algeheel landskampioen bij de amateurs werd en gestalte gaf aan de terugkeer van AGOVV in het betaalde voetbal.

Als trainer werkte de 44-jarige leerkracht lichamelijke oefening aan de Praktijkschool de afgelopen achttien seizoenen in de jeugdopleiding van eredivisionist Vitesse. Bij AGOVV ontfermt Dietrich zich voor het eerst over een seniorenteam. Cooke, gepokt en gemazeld als oefenmeester in het amateurvoetbal, staat zijn jongere collega daarbij met raad en daad terzijde. “Wij hebben verschillende achtergronden. In die zin vullen we elkaar aan. Ik breng daarbij mijn ervaring mee, Jos zijn ambitie. Hoe hij ervaring kan opdoen? Heel simpel, door zelf voor die groep te gaan staan”, legt Cooke, de oude rot in het vak, uit hoe zijn ‘wederhelft’ in zijn rol als hoofdtrainer moet groeien.

In de eerste week van augustus hervatte AGOVV’s eerste elftal officieel de groepstraining. Achter de schermen waren de opvolgers van Gerrit Brouwer en Rolf Derksen al enkele maanden bezig. Meteen na hun aanstelling begonnen Cooke en Dietrich al met het samenstellen van een slagvaardige selectie voor het huidige voetbaljaar. Vooral in de breedte kon de groep die afgelopen jaar het tweedeklasseschap veiligstelde wel wat meer body gebruiken. Ze zijn daar redelijk in geslaagd, zo geloven de trainers. De komst van Fedde Timmer, Job Pothof, Maikel van der Wijk, Joe Dolion, Volkan Kemence en doelman Ralph Bultman alsmede het doorschuiven van Senna Exalto uit de onder-19 geeft het team niet alleen een kwantitatieve impuls, maar tevens een kwalitatieve.

“We hebben in totaal twintig spelers. En dan tel ik Jaap de Brouwer niet mee, die we wel kunnen inschakelen als de nood aan de man zou komen. We willen vooral ook een speler als Senna de ruimte geven om zich te ontwikkelen. Voor zulke jonge jongens is zo’n onder 23-cup ideaal om te laten zien wat ze kunnen”, spreekt Dietrich de hoop uit dat AGOVV in de toekomst als vanouds kan inzetten op de doorstroming van talenten uit de eigen kweekvijver. “Daarom is het ook belangrijk om te zorgen voor een representatief tweede elftal. Met een vriendenteam kan dat niet”, vult Cooke aan dat het sportieve niveau op termijn op alle fronten omhoog moet.

Het potentieel dat in de spelersgroep schuilgaat stemt Dietrich en Cooke optimistisch met het oog op de competitie. De leden van de technische staf zijn overtuigd dat de drie wekelijkse trainingssessies waaraan ze hun spelers gedurende de voorbereiding onderwierpen de komende maanden hun vruchten afwerpen. “Het is een hele uitdagende competitie. Het is aan ons om er iets van te maken”, beseft Cooke terdege dat AGOVV tegen gerenommeerde tegenstanders als Unicum, Hierden, Nunspeet en DOS Kampen vol aan de bak zal moeten.

Er komt meer bij kijken dan enkel wat poppetjes op de juiste plaats te zetten leerde Jos Dietrich de afgelopen jaren op Papendal. Toch zijn de voorwaarden om er met AGOVV een mooi seizoen van te maken ruimschoots voor handen, zo oordeelt hij. “Alles valt of staat met een goede communicatie. In de voorbereiding hebben we iedereen speelminuten gegeven. De bekerwedstrijd tegen CSV Apeldoorn was een testcase. Maar we hebben nog een lange weg te gaan. Het zijn best wel puzzels die we moeten leggen”, realiseert de voormalige Vitesse-jeugdcoach zich maar al te goed dat zo’n proces zich niet van de ene dag op de andere voltrekt en het tijd vergt alvorens alle stukjes op de juiste plaats liggen.

Presentatiegids AGOVV seizoen 2023-2024 / Foto AGOVV/Dennis Terwel

Multifunctionele materiaalbeheerder neemt ook de vlag ter hand; Marco Kamphuis maakt cirkel rond met dubbelfunctie

De veelzijdige Marco Kamphuis is van alle markten thuis. Na jarenlang werkzaam te zijn geweest als materiaalbeheerder van eredivisieclub Vitesse zorgt de bescheiden Apeldoorner er voor het tweede achtereenvolgende seizoen voor dat de spelers van AGOVV’s eerste elftal er netjes bijlopen. In het huidige voetbaljaar vervult de 53-jarige duizendpoot tevens de rol van grensrechter van de hoofdmacht.

Met zijn benoeming tot opvolger van Hans van den Berg als assistent-scheidsrechter, zoals dat tegenwoordig officieel genoemd moet worden, is de cirkel voor Kamphuis in zekere zin rond. “Ik ben ooit begonnen als grensrechter van het pupillenelftal waar Jos Dietrich trainer van was. Samen met Jos is het begonnen en met hem eindigt het waarschijnlijk ook”, vertelt AGOVV’s materiaalman annex grensrechter over zijn lotsverbondenheid met de jongste helft van het nieuwe trainersduo.

In de slipstream van jeugdtrainer Dietrich verhuisde Kamphuis in 2004 mee naar de toenmalige Vitesse/AGOVV-jeugdopleiding.  Indirect mondde die overgang voor hem uit in een aanstelling in het begeleidingsteam van het vlaggenschip van de Arnhemse BVO. “Jos vroeg mij mee als elftalleider. Dat heb ik drie jaar gedaan. Bij de E1, de D3 en de D2. Uit die elftallen hebben Kevin Diks, Julian Lelieveld en Sven van Doorm het betaalde voetbal gehaald. Van 2007 tot 2021 heb ik vervolgens als materiaalbeheerder bij Vitesse gewerkt. In totaal heb ik er zeventien jaar gezeten.”

“Het idee van wat ik bij AGOVV doe is hetzelfde als wat ik bij Vitesse deed. Alleen is er bij AGOVV natuurlijk veel minder geld. Kijk je daarentegen naar hoeveel uren ik er vrijwillig insteek, dan ben ik er misschien nog wel drukker mee dan in Arnhem. Veel dingen kunnen beter en makkelijker. Het is amateurvoetbal, hè… Ik zit tegenwoordig op de vrachtwagen, maar het moet wel leuk blijven. In het betaalde voetbal keer ik nooit meer terug. Dat is definitief voorbij”, verduidelijkt de ervaringsdeskundige dat een job in de professionele voetbaljungle voor de buitenwacht vaak mooier lijkt dan dat het in werkelijkheid is.

“In het betaalde voetbal word je gewoon geleefd. Al die verplichtingen heb ik nu gelukkig niet meer. Ik kan nu tenminste in het voor- en het najaar eens lekker een paar daagjes weg als ik dat wil. Bij Vitesse kon dat nooit. In het amateurvoetbal is het egoïsme minder groot. In die profwereld vindt iedereen zichzelf veel te belangrijk. Als het kan, zagen ze zonder problemen de poten onder de stoel van een ander vandaan”, biecht Kamphuis op hoe hij op een gegeven moment de buik meer dan vol had van wat zich achter de schermen allemaal afspeelde in wat ook weleens schamper als ‘Hollywood aan de Rijn’ betiteld wordt.

Hij is al bijna een kwart eeuw lid van AGOVV. Op Berg en Bos voelt de vlaggende materiaalman zich als een vis in het water. “Bij Vitesse moest ik bijna elk weekend werken. Als ik kon, ging ik vaak kijken bij AGOVV. Die binding is er altijd gebleven. Nadat ik m’n contract bij Vitesse had ingeleverd, heb ik meteen gevraagd of ik wat kon doen bij AGOVV. Het is gewoon hartstikke gezellig. Er staat een leuk elftal. Na uitwedstrijden blijft de kantine steevast wat langer open. Dan is er tijd voor een hapje en een drankje. Dat is dan weer de charme van het amateurvoetbal”, geniet de voetballiefhebber pur sang elk weekend met volle teugen.

Kamphuis hoopt dat AGOVV 1 in het seizoen 2023-2024 een rol van betekenis kan spelen in de tweede klasse H. “Ik denk dat we in de breedte iets sterker zijn geworden. Dan krijg je iets meer concurrentie. Er wordt wat meer verwacht van de jongens. Zij zullen het uiteindelijk in het veld moeten doen”, verklaart hij dat hij zichzelf met alle plezier wegcijfert. Met hem als verantwoordelijke man voor de tenues bestaat in elk geval de garantie dat de AGOVV’ers zowel uit als thuis picobello voor de dag komen. Als vlaggenist noemt hij zijn eigen inbreng daarentegen beperkt.

Marco Kamphuis ziet de sportieve toekomst van AGOVV vol vertrouwen tegemoet. “Het zou mooi zijn om op termijn met AGOVV naar de eerste klasse of misschien wel de vierde divisie te gaan. Een nieuw veld is dan wel een voorwaarde. Als ik met dat huidige kunstgras negentig minuten vlag, heb ik drie dagen last van m’n rug.”

Presentatiegids AGOVV seizoen 2023-2024

Kromkamp en Michels weigeren pas op de plaats te maken na degradatie; Stap terug geen stap achteruit voor trainersduo

Een stap terug betekent niet automatisch een stap achteruit. De degradatie naar de eerste klasse kwam uiteraard hard aan, het verandert aan de denk- en werkwijze van Jan Kromkamp en Jan Michels in feite weinig. Het trainersduo is niet van plan een pas op de plaats te maken en wil zo snel mogelijk het verloren gegane terrein heroveren. Voor Kromkamp en Michels blijft de doelstelling onveranderd. “Wij willen met csv Apeldoorn een structurele speler worden in de vierde divisie.”

Dat het roodgele vlaggenschip op die bloedhete zaterdag in juni op een achterafveld in Spijkenisse schipbreuk leed zorgde voor de teleurstellende afsluiting van een bewogen debuutjaar in de vierde divisie. Op die middag viel dan weliswaar officieel het doek, maar een degradatie voltrekt zich natuurlijk niet in een negentig minuten durende slijtageslag onder subtropische omstandigheden. Daar waren wel dertig competitiewedstrijden en twee nacompetitieduels aan voorafgegaan. De optelsom van die reeks kende in dit geval helaas voor csv Apeldoorn een onbevredigende uitkomst.

Wanneer die late 2-2 op de laatste speeldag van het reguliere seizoen in Buitenpost niet was gevallen, dan hadden de roodgelen zich overigens ‘gewoon’ rechtstreeks gehandhaafd. Om maar aan te geven hoe dicht vreugde en verdriet bij elkaar liggen.

Achteraf praten is altijd makkelijk, het heeft alleen weinig zin. Dat door de degradatie ineens slecht was wat een jaar eerder nog volop bewierookt werd, vinden beide trainers nogal kort door de bocht. “Kunnen we er nu soms niets meer van?”, vragen ze zich af. Wat Kromkamp en Michels pertinent niét willen is de sportieve deceptie ophangen aan spelers die tussentijds afhaakten. Daar is in hun optiek al meer dan genoeg over gezegd en geschreven. Spelers die niét meer in een roodgeel shirt op het veld staan kunnen immers geen belangrijke doelpunten scoren die misschien wel het verschil hadden kunnen maken tussen handhaving en degradatie.

Over het voetbal dat zijn ploeg gedurende het seizoen op de mat legde kon de eindverantwoordelijke op zich best tevreden zijn, hoe gek het misschien klinkt. Met in vergelijking bescheiden middelen hield de promovendus uit het Orderbos zich tegen ploegen met beduidend hogere budgetten doorgaans prima staande. “We zijn qua punten goed begonnen. Met name januari en februari zijn moeilijke maanden geweest. Er is genoeg gebeurd. We hebben wedstrijden verloren die we eigenlijk niet hadden moeten verliezen. Heel veel blessures gehad ook. Kijk je daarentegen naar de laatste twee maanden. Die vond ik echt top. Vanaf de lente ging het juist hartstikke goed. Alleen wonnen we steeds niet. En als je dan ook ziet hoe makkelijk we vaak goals tegen kregen”, noemt Kromkamp twee bepalende pijnpunten.

Slechts 36 keer trof csv doel in competitieverband. Té weinig. Enkel Buitenpost (28) en HZVV (31) scoorden nóg minder. Ter vergelijking: in het kampioensjaar 2022 waren de roodgelen zestig keer trefzeker. In 26 wedstrijden, vier minder dan in de afgelopen jaargang. Het gemis aan doelpunten dat met het vertrek van clubtopscorer Patrick Maneschijn (15) en Lars Huber (11) werd ingeleverd kon een etage hoger niet worden gecompenseerd, constateerde Kromkamp. “We hebben heel veel creatieve jongens. Kansen creëren we elke wedstrijd genoeg, maar we maken ze niet. En je speelt in de vierde divisie wel tegen clubs die de portemonnee kunnen trekken. Die kopen als het ware doelpunten.”

Het bereiken van de halve finale van de districtsbeker – en daarmee plaatsing voor het ‘grote’ KNVB-bekertoernooi – en de speelminuten die talenten uit de eigen opleiding kregen vergoedde het chagrijn over de tegenvallende afloop voor een deel. Vandaar dat Kromkamp en Michels het voetbaljaar 2023-2024 vol fiducie tegemoetzien. Concessies doen aan hun opvattingen vinden de oud-profs nergens voor nodig. Samen met de rest van het begeleidingsteam blijft het tweetal ernaar streven om met csv 1 aantrekkelijk voetbal te laten spelen en groeibriljantjes uit de eigen kweekvijver klaar te stomen voor de hoofdmacht. Krompkamp en Michels blijven de aanval zoeken.

De hoofdtrainer verlengde niet voor niets rond de jaarwisseling al zijn contract met csv Apeldoorn met drie seizoenen. Na drie jaar ziet Kromkamp nog volop uitdagingen in het Orderbos. Achter dat zijn assistent zijn verbintenis met slechts één seizoen verlengde, moet volgens Jan Michels verder niets worden gezocht. “Ik teken altijd voor één jaar. Ik bekijk het per seizoen.”

Komkamp vindt meteen weer promoveren een realistische doelstelling. “We moeten lering trekken uit dit jaar en verder bouwen. Gezien ons budget en onze mogelijkheden moeten we wel creatief zijn. Er moet continuïteit zijn. Jongens moeten zin hebben om bij csv Apeldoorn te voetballen. Als club zijnde moet je dat faciliteren. Communicatie is daarbij het sleutelwoord.”

Michels staat hem daarbij voor het vierde opeenvolgende seizoen met raad en daad terzijde. “Vroeger was echt niet alles beter. Het is tegenwoordig gewoon anders. Wij doen er in ieder geval alles aan om de jongens verder te helpen en ze beter te maken. Juist simpele dingen zijn vaak het moeilijkste.”

Ofschoon er binnen de spelersgroep de nodige mutaties plaatsvonden, bestrijden de trainers dat csv Apeldoorn het komende jaar in de eerste klasse ingaat met een veredeld jeugdelftal. “Er zijn voldoende ervaren spelers”, wijst het duo er met het noemen van de namen van o.a. Rob Diderik, Jeremy Jonker en Michels’ zoon Nigel op dat het met de balans tussen ‘oud’ en ‘jong’ in hun ogen wel goed zit.

Het samenvoegen van zaterdag- en zondagclubs tot en met de eerste klasse-niveau gaat de competities in de hogere amateurklassen van extra sjeu voorzien. Tegenstanders als WSV of het Twellose Voorwaarts spreken bij de csv-aanhang waarschijnlijk toch meer tot de verbeelding dan opponenten uit Amsterdam of Buitenpost. Om met WSV de voetbalheerschappij ter plaatse uit te vechten is altijd leuk voor het prestige. “Dat zijn wel wedstrijden waar iedereen naar uitkijkt”, weet voetballiefhebber pur sang Jan Michels uit ervaring.

Maar waar het uiteindelijk om draait is de weg omhoog zo snel mogelijk weer in te slaan. Aan de vooravond van het nieuwe seizoen zien Kromkamp en Michels volop aanknopingspunten om daar optimistisch over gestemd te zijn. Hoewel het besef leeft dat een en ander zeker niet eenvoudig gaat worden herbergt de nieuwe selectie voldoende kwaliteit om op korte termijn een terugkeer in de vierde divisie te bewerkstelligen. “We moeten vol aan bak, maar ik heb er echt wel vertrouwen in”, aldus Kromkamp.

Uit presentatiegids CSV Apeldoorn seizoen 2023-2024

Eerste thuiswedstrijd met nieuwe club mondt uit in deceptie voor Mike de Beer; De Beer is nog niet los bij WSV

Op de dag waarop de vereniging haar 104e verjaardag vierde trakteerde de hoofdmacht zichzelf niet op drie punten. Ook na de tweede wedstrijd van het nieuwe seizoen stond WSV met lege handen. Één van de conclusies die na het teleurstellende 1-2 verlies tegen De Bataven kon worden getrokken, is dat De Beer nog niet los is bij de Apeldoornse eersteklasser.

RKHVV-nieuweling Jamarro Diks had zich er al op verheugd om op trainingsavonden en wedstrijddagen samen met plaatsgenoot Mike de Beer heen en weer te rijden. Er ging echter een streep door het beoogde carpoolen tussen Huissen en Apeldoorn toen De Beer kort voor het sluiten van de markt overschrijving aanvroeg naar WSV. Columbia’s clubtopscorer van het afgelopen seizoen moet de ritjes daarom in zijn eentje maken, terwijl zijn voetbalvriend gas wil geven aan de Voorwaarts.

De eerste thuiswedstrijd voor zijn nieuwe club mondde voor de 24-jarige aanvaller in een behoorlijke deceptie. De 1-2 nederlaag tegen De Bataven was totaal onnodig. De blessure waarmee hij al in de rust de strijd moest staken was voor WSV’s nieuwe aanvalsleider nog veel vervelender. Halverwege de eerste helft kwam hij onzacht in botsing met een opponent. In de rust moest de pechvogel zich noodgedwongen laten vervangen. Vanaf de kant moest De Beer lijdzaam mee aanzien hoe een onmachtig WSV de wedstrijd uit handen gaf en ook nog eens Dani Schaufeli kwijtraakte, die na zijn tweede gele kaart voortijdig mocht inrukken.

“Ik baalde enorm. Je zit je op die bank te verbijten. Je wilt die jongens helpen en het veld in. Maar ik kon echt niet meer lopen. Mijn tegenstander landde op m’n achillespees. Dan is het klaar. Ik heb het nog geprobeerd tot aan de rust. Ik ben niet iemand die zomaar opgeeft. Het ging echt niet meer. M’n enkel is dik. Hopelijk komt het met goed koelen weer goed en kan ik er volgende week tegen Voorwaarts weer bij zijn”, sprak de WSV’er de hoop uit dat het met de ernst van de kwetsuur meevalt.

Begonnen in de pupillen bij Apeldoornse Boys, doorliep het talentvolle Apeldoornse jochie de complete jeugdopleiding van eredivisionst Vitesse. Alleen de ultieme stap, die naar Gelredome, wist hij in Arnhem niet te maken. Met dat zijn droom om te slagen in het profvoetbal abrupt uiteenspatte, heeft De Beer het naar eigen zeggen best wel moeilijk gehad. In zekere zin achtervolgde het hem tijdens de zwerftocht die hij aansluitend maakte langs CSV Apeldoorn, het Utrechtse Hercules, Columbia en RKHVV. “Hopelijk redt mijn broertje het wel”, vertrouwt hij erop dat er met zijn in Vitesse o21 uitkomende broertje Jordy in de nabije toekomst toch nog een De Beer voor Vitesse in de eredivisie zal voetballen.

Het is niet vreemd dat Mike de Beer uitgerekend bij WSV nieuw voetbalgeluk hoopt te vinden. WSV voelt vertrouwd. “Mijn schoonvader zit bij WSV en de broer van mijn vriendin voetbalt hier ook”, verklaart de nieuwkomer dat hij feitelijk al kind aan huis was aan de Voorwaarts.

Door fysiek ongemak en de twee opeenvolgende nederlagen bij de competitiestart laat de strijdvaardige voetballer zich niet klein krijgen. “Het is geen lekker begin zo. Vorige week hadden we ook niet hoeven verliezen. Er is echter nog van alles om voor te spelen.”

De Beer gaat de komende maanden los bij WSV, daar hoeft niemand aan te twijfelen. “Dat gaat lukken. Zeker weten.”

De Stentor maandag 2 oktober 2023

Van ZVV ’56 afkomstige doelman meteen in het diepe gegooid bij AGOVV; Penaltykiller Ralph Bultman wil het zijn trainers moeilijk maken

Als vervanger van vaste keeper Patrick Jansen eiste Ralph Bultman een hoofdrol op tegen SVI. Door een strafschop te stoppen voorkwam de 23-jarige sluitpost dat AGOVV op een vroege achterstand kwam. De van ZVV’56 overgekomen doelman stond zodoende aan de basis van de eerste competitiezege van de Apeldoornse zaterdagtweedeklasser.

Na de klassieke valse start van een week eerder bij WVF had AGOVV tegen het uit de eerste klasse gedegradeerde SVI wat recht te zetten. In Westenholte verloren de Blauwen vooral van zichzelf. Van csv Apeldoorn winnen voor de beker is leuk en aardig, juist tegen kwalitatief mindere tegenstanders zal er ook arbeid en strijd moeten worden geleverd. Het gemis van steunpilaren Patrick Jansen en Steven van Es, die op de eerste speeldag ontbraken, kon evenmin als excuus worden aangedragen.

In de eerste thuiswedstrijd van het nieuwe seizoen stond Van Es weer aan de aftrap. Zoals vaker was AGOVV’s clubtopscorer van de afgelopen twee seizoenen beslissend voor zijn ploeg. De jaren lijken maar geen vat te krijgen op de 37-jarige routinier. Met zijn twee goals plaveide de oude meester de weg naar de eerste driepunter van de nieuwe voetbaljaargang

Dankzij Ralph Bultman keek de thuisploeg bij de openingstreffer niet al tegen een achterstand aan. In aansluiting op de verloren competitieouverture, waarin hij aan de vier tegentreffers weinig blaam trof, nam de nieuweling opnieuw de plek bij AGOVV onder de lat in. Nu eerste keus Patrick Jansen komend weekend weer beschikbaar is, ontstaat er een luxeprobleem voor de technische staf. Door al in de zesde minuut de strafschop van Brummel te pareren bewees Bultman derhalve niet alleen zijn ploeg, maar vooral zichzelf een prima dienst.

De penaltykiller had nadien wel zijn twijfels of Julia Vermeer, de jongedame met de fluit, de strafschop voor SVI terecht had toegekend. “Zij vond dat het een handsbal was en legde de bal daarom op de stip. Er werd ook iemand van ons weggeduwd. Ze zat dus twee keer mis. Het is dan mijn taak om de bal tegen te houden. Dat deed ik. Sinds mijn komst naar AGOVV heb ik nog geen penalty doorgelaten. Voor de Apeldoorn Cup tegen Columbia ook al niet”, merkte Bultman fijntjes op dat hij in Blauwen-dienst tot dusverre onpasseerbaar is vanaf elf meter.

De basisbeurten van de afgelopen weken smaken naar meer, geeft de 1,92 meter lange onderwijsondersteuner eerlijk toe. Hij weet echter ook dat hij niet de status geniet van de meer ervaren Jansen, die al jarenlang te boek staat als één van de meest betrouwbare keepers ter plaatse. Bultman kent z’n plaats, al wil dat niet zeggen dat hij niet alles in het werk zal stellen om zijn huidige basisplaats te behouden.

Bultman wil de kansen pakken die hij krijgt. “Behalve de eerste twee competitiewedstrijden heb ik ook de tweede en derde wedstrijd in de beker gekeept. Ik hoop dat ik deze lijn mag doorzetten. Ik ben in de eerste plaats naar AGOVV gekomen om te leren. Van Patrick leer ik ook veel. Er is sprake van een gezonde concurrentiestrijd. Ik ben realistisch, maar dromen mag altijd. Ik wil laten zien dat ik het niveau aankan. Ik wil het de trainers moeilijk maken. Wie er tegen DOS Kampen in de goal staat, is verder aan de trainers. We zien het wel.”

Jos Dietrich, die dit seizoen samen met Jerry Cooke de scepter zwaait op Berg en Bos, verklaarde tevreden te zijn met hoe de vervanger van Jansen zich manifesteert. “Het is altijd lekker wanneer je twee goede keepers hebt”, liet de trainer nochtans in het midden wie de komende wedstrijd het AGOVV-doel hoedt.

Bultmans tweelingbroer Cedric maakt overigens deel uit van de selectie van csv Apeldoorn. “We hebben eigenlijk nooit echt samengespeeld. Wie weet, komt het daar ooit nog eens van. Misschien komt hij ook wel naar AGOVV”, hoopt de keeper in de nabije toekomst nog eens samen met zijn broer in één elftal te staan.

De Stentor maandag 2 oktober 2023

Twee weken voor Supercup heeft landskampioen volleybal de selectie nog altijd niet rond; Vrouwen Dynamo klaar voor de competitie, mannen missen nog een spelverdeler

Tijdens de aangeklede vrijdagmiddagborrel van de Businessclub Dynamo stelden Dynamo’s topteams zichzelf traditiegetrouw voor aan hun voornaamste begunstigers. Terwijl de vrouwen klaar lijken voor de eredivisiestart, is de selectie van de mannen nog niet op volle sterkte. Twee weken voor de Supercupwedstrijd tegen Lycurgus mist de regerend landskampioen volleybal nog een tweede spelverdeler.

In de sponsorruimte van het Dynamocafé in Omnisport draafden de voltallige selecties in hun fonkelnieuwe wedstrijdshirts op. Tot de vaste programmaonderdelen van de kick-off van het zakennetwerk dat topvolleybal in Apeldoorn mogelijk maakt behoorde zoals elk jaar de presentatie van het eigen magazine. De aandachtige lezer viel het bij het doorbladeren van het fraaie naslagwerk waarschijnlijk niet eens op dat het beste dat Apeldoorn op sportgebied te bieden heeft voor de gebruikelijke teamfoto’s in trainingskleding staat afgebeeld. Dat de kledingleverancier de nieuwe wedstrijdtenues niet voor de deadline van de gids had geleverd, een kniesoor die er notie van nam.

Vast staat wel dat mannencoach Redbad Strikwerda komend seizoen een meer uitgebalanceerde spelersgroep onder zijn hoede krijgt dan het ‘jeugdplusteam’ waarmee Dynamo afgelopen volleybaljaar de derde landstitel op rij veroverde. Met slechts elf in plaats van de beoogde veertien spelers lijkt die selectie vooralsnog wel wat aan de krappe kant.

Strikwerda tilt er ogenschijnlijk niet zo zwaar aan. Kwaliteit en ervaring herbergt zijn elftal in meer dan voldoende mate. Over dat hij afgelopen woensdag met slechts negen man moest afreizen naar het Duitse Giessen om daar te sparren met de plaatselijke Grizzlys, de nummer vijf van de Bundesliga, haalde hij luchtig de schouders op. Een tweede spelverdeler, naast de uit Italië terugkeerde Freek de Weijer, acht de kampioenenmaker desondanks wel wenselijk. Strikwerda vertrouwt erop dat Wim Jonker, bestuurslid technische zaken van de Stichting Topvolleybal Dynamo, er op korte termijn in slaagt een bekwame stand-in voor De Weijer vast te leggen.

Jack Williams is inmiddels eveneens speelgerechtigd. Dat men bij Dynamo over het hoofd had gezien dat Engeland vanwege de Brexit al meer dan drie jaar geen deel meer uitmaakt van de EU, betekende dat te elfder ure nog een werkvergunning de van Limax afkomstige Britse diagonaal worden aangevraagd.

Met zijn huidige spelersgroep wil Strikwerda eind oktober al knallen en in het Oostenrijkse Innsbruck de eerste kwalificatieronde voor de Champions League doorstaan. Voor de microfoon van Ben de Velde Harssenhorst, de nieuwe voorzitter van de businessclub, verkondigde de ras-optimist: “Wij winnen de Supercup en gaan zeker door naar de tweede ronde.”

Bij Dynamo’s vrouwen maakt de last-minute komst van Kirsten Knip veel positieve energie los. Arjen Schimmel kreeg de lachers op zijn hand door te suggereren dat de Oranje-libero was gevallen voor zijn charmes. Aan die ontboezeming voegde Dynamo’s vrouwencoach serieus toe dat hij de international als een belangrijk verlengstuk ziet van de technische staf.

Landskampioen zal zijn jeugdige team (nog) niet worden, weet Schimmel maar al te goed dat daarvoor de komende jaren nog wel het nodige knip- en plakwerk is vereist. Een play-off plek acht de trainer zeker haalbaar. “We trainen hartstikke goed, maar met zo’n jonge groep blijft het nou eenmaal heel erg wisselend. Ons beleid is erop gericht om speelsters uit eigen club, plaats en regio een kans te geven in Dames 1. We hebben ook dit jaar weer een heel mooi team.”

De Stentor maandag 2 oktober 2023