Maandelijkse archieven: juni 2022

Daan van der Ven vertrekt met gemengde gevoelens naar Sportclub Teuge; Laatste wedstrijd voor Robur et Velocitas komt eerder dan verwacht

Het kwam aan de Anklaarseweg hard aan dat een wilskrachtig Avanti de promotiedromen van Robur et Velocitas abrupt beëindigde. De deceptie was enorm nu het na het mislopen van het kampioenschap in 3D al meteen in de eerste ronde van de nacompetitie misging.

Voor Daan van der Ven kwam zijn laatste wedstrijd in het klassieke roodwit gestreepte shirt door de vroege uitschakeling in de play-offs zodoende eerder dan verwacht. De naar Sportclub Teuge vertrekkende aanvaller had er rekening mee gehouden nog twee wedstrijden te moeten spelen en het seizoen af te sluiten met promotie naar de tweede klasse.

“Daar gingen we wel voor. Dit is echt balen. Toen we achter kwamen, hadden we nog genoeg tijd om het te repareren. We hadden er vertrouwen dat het goed zou komen. Je wilt natuurlijk altijd weggaan met een prijsje. Gezien het aantal goals dat ik dit seizoen heb gemaakt, kan ik op zich voor mezelf wel tevreden zijn. Ondanks deze uitschakeling hebben we als ploeg ook best wel een goed seizoen gedraaid. Je kunt niemand verwijten maken. Iedereen heeft er alles aan gedaan. We hebben goede wedstrijden gespeeld en veel gescoord. Het is jammer dat we onszelf niet beloond hebben”, blikte de dertienvoudige doelpuntenmaker na de 1-2 nederlaag tegen de nummer zes van de derde klasse A terug op een bewogen voetbaljaar.

Zijn keuze om na de zomer naar zaterdagderdeklasser Sportclub Teuge te verkassen komt voor de student bedrijfskunde niet helemaal uit de lucht vallen. “Ik heb de voorkeur om op zaterdag te gaan voetballen. Ik ben voor Feyenoord. Toen ik nog in de junioren speelde, ging ik altijd met m’n vader en m’n broertje naar Rotterdam naar wedstrijden toe. Dat hoop ik vanaf volgend seizoen ook weer vaker te kunnen doen. Wat ook meespeelt is dat mijn stiefbroertje Stephan Hofma en Sam Luijkx, een goede vriend van mij, ook bij Teuge gaan voetballen”, licht Van der Ven zijn aanstaande overstap kort toe.

Hoewel hij weloverwogen het besluit nam om Robur te verlaten, zegt de Feyenoord-supporter de club waar hij opgroeide zeker te gaan missen. “Ik heb m’n hele leven bij Robur gevoetbald. Op vierjarige leeftijd ben ik er begonnen. Ik denk ik een seizoen of vijf in het eerste heb gespeeld. Een paar weken geleden heb ik definitief besloten om naar Teuge te gaan. Trainer Hans uit den Bogaard komt heel enthousiast over. En ze hebben laten weten dat ze me graag willen hebben. Daar spreekt veel vertrouwen uit.”

Tegenover het vertrek van Van der Ven en Hofma naar Sportclub Teuge verwelkomt Martijn Jongbloed na de zomer in elk geval het drietal Joris van Mierlo (Victoria Boys), David Koopmans (Oeken) en Remy Peters (WSV). “En we zijn nog met twee jongens in gesprek”, verklapte de trainer, die flink baalde van dat de gehoopte promotie naar de tweede klasse met in elk geval één jaar is uitgesteld.

De Stentor maandag 13 juni 2022

Met Poolse fan-attributen niet welkom in Oranjevakken

Achter de bal aan (79): Rotterdam  

Zaterdag 11 juni 2022

Denkend aan Nederland – Polen schiet me spontaan de herinnering te binnen aan de Zangeres zonder naam die in de stromende regen in een vol Olympisch Stadion in Amsterdam haar klassieker ‘Mexico’ ten gehore bracht. Meer dan 35 jaar en zes maanden later word ik voorafgaand aan de Nederland – Polen-editie van 2022 in de Kuip geconfronteerd met allerlei eigentijdse ongemakken.

De eerste thuiswedstrijd van het Nederlands elftal voor de Nations League zou in eerste instantie al op vrijdag 10 juni gespeeld worden. In verband met de WK-kwalificatie play-off tussen Oekraïne en Wales, dat in dezelfde poule zit als Nederland en Polen, moest de UEFA met speeldata gaan schuiven. Vandaar dat ik nu een dag later de Van Brienenoordbrug over moet. Als koper van een kaartje heb je dat maar te accepteren, ook al komt de nieuwe speeldag mij eigenlijk helemaal niet gelegen. De op zaterdag te spelen nacompetitiewedstrijden in het amateurvoetbal zijn toch op voorhand minstens even vermakelijk. En om het een met het ander te kunnen combineren, heeft de nodige voeten in de aarde.

Met de briefing van OnsOranje voorafgaand de clash tegen de Polen komt elke Oranje-supporter in elk geval goed te beslagen te ijs. Ik kan ook zeggen dat onder het mom van service de betutteling almaar verder toeneemt. Behalve in de politiek slaan onderhand ook de brave broeders bij de KNVB volledig door. Ik word overstelpt met volstrekt overbodige informatie. En dan het toontje waarin dat gebeurt. Ze spreken iedereen toe alsof het kleuters betreft. Compleet met Poolse vertaling.

Omdat ik een kaartje heb gekocht voor een van de Oranjevakken krijg ik te verstaan dat ‘we’ in deze vakken Oranje aanmoedigen en ‘alle overige (landen)vlaggen en/of clubtenues niet toegestaan’ zijn. Ten overvloede raadt de propaganda-afdeling van de voetbalbond me aan om in het oranje te komen. Nou was ik sowieso al niet van plan om een Poolse vlag mee te nemen of een shirt van Lewandowski te dragen – beide heb ik overigens niet eens in mijn bezit –, maar ik laat me toch zeker niet door dat zooitje ongeregeld bij de KNVB voorschrijven wat voor kleding ik moet dragen. Eerdaags moet ik als stadionbezoeker bij interlands nog verplicht een molen of een kaas op m’n hoofd zetten. Of ik mag alleen nog naar binnen toe wanneer ik het meest recente Nederlands elftal-shirt van Nike aanschaf dat voor 130 of 140 euro in de officiële KNVB-shop is te bestellen. Bij bestellingen van boven de 50 euro is de verzending gratis. Dat dan weer wel.

Het wordt echt steeds gekker. Ik moet het allemaal maar normaal vinden en overal begrip voor opbrengen. Geheel in de tijdgeest is er zowaar sprake van een aparte ‘Discriminatiemelder’. Elke stadionbezoeker die met zijn Poolse vlag of shirt de toegang tot de Kuip wordt ontzegd, kan zich daar via een handige app bij de KNVB over beklagen. De KNVB drukt het domme volk eveneens nadrukkelijk op het hart ‘om het Nederlands elftal op een vriendelijke en veilige wijze te supporten tijdens de wedstrijden’. En – nou komt het – ‘het gooien van bier hoort daar zeker niet bij. We vragen alle Oranjefans om gekochte drankjes op te drinken en niet te gooien’.

En wat word ik in vredesnaam wijzer van info over dat alle betaalde parkeerplekken in de buurt van de Kuip uitverkocht zijn? Iedereen die niet zo gek is geweest om voor het lieve sommetje van 12,50 euro ergens een parkeerplaats te reserveren krijgt het advies om maar met het openbaar vervoer te komen. Of zelfs op de fiets. Alsof er in heel Rotterdam nergens anders parkeerplaatsen te vinden zijn! Alsof het openbaar vervoer een optie is! Niet alleen is dat nóg duurder dan met de auto, maar bovendien is het maar de vraag of ik bij een aanvangstijdstip van 20.45 uur na afloop van de wedstrijd überhaupt nog wel met de trein terug naar huis kan. Tsja, en op de fiets… De afstand van Apeldoorn naar Rotterdam bedraagt slechts 120 kilometer. In principe zou ik daar wel twee dagen voor uit kunnen trekken. Als het aan de KNVB ligt tenminste, dan kan dat best.

Ik laat me niet weerhouden door ontmoedigingstactiek vanuit Zeist. In aansluiting op de nacompetitiekraker AGOVV – Sportclub Teuge om promotie naar de tweede klasse bij de amateurs, waar gelukkig geen verlenging de beslissing moet brengen, haast ik mij naar huis en stap op deze zonnige junidag om iets voor half zes ‘gewoon’ in de auto. Het kan nu nog. Het mag nu nog. Al verbaas ik me er al niet eens meer over dat de benzineprijzen dagelijks tot nieuwe recordhoogten stijgen.

Ik sluit niet uit dat, wanneer het gave land van Mark Rutte anno 2030 tot één groot nationaal park is verworden waarin we naast wolven en elanden ook beren op de weg zullen zien, de uitstoot van stikstof ook het spelen van voetbalwedstrijden en al het andere leven in Nederland onmogelijk maakt. Dus ja, voordat ik net als elke Oranje-supporter de rest van mijn leven in lockdown moet doorbrengen, pak ik mee wat ik pakken kan.

Dat ik daarom maar op goed geluk naar Rotterdam rijd, is natuurlijk ook weer niet zo. Leer mij de weg kennen in Rotterdam-Zuid. Met een beetje stratenkennis kom je heel ver. Als ik om tien voor zeven op de Dwarsdijk op een hek met twee verkeersregelaars stuit, is het een kleine moeite om me daar langsheen te praten. Ik zeg tegen de knaap die me tot stoppen maant dat ik naar de ……straat moet. Hij – blijkbaar geen Rotterdammer – zegt dat hij niet weet waar de bewuste straat ligt. Voor het geval ik niét naar het voetballen ga mag ik doorrijden. Met mijn beste imitatie van Gekkie Henkie vraag ik hem daarop: “Is er vanavond voetballen?”. Zodoende parkeer ik mijn Ford Focus om klokslag 18:56 uur op tien minuten loopafstand van De Kuip. In het oranje gekleed en met een kaas of een molen op m’n hoofd, zoals de KNVB adviseert, was me dat niet gelukt.

De clubfotograaf van Go Ahead Eagles staat op dat moment al bij het Maasgebouw, zo appt hij me. Omdat de aftrap nog meer dan anderhalf uur op zich laat wachten, spreken we af om eerst even de honger te stillen met een gezonde maaltijd bij de KFC op het Cor Kieboomplein. Terwijl ik daar naartoe wandel, valt me meteen op dat de toch al uiterst bonte populatie van Rotterdam-Zuid op deze zaterdag nog eens met vele duizenden extra is uitgebreid. Bij het tankstation en de McDonald’s aan de Stadionweg stappen bijkans meer Poolse supporters rond dan Nederlanders. Bij de KFC is het niet anders. Het is behoorlijk druk. Al moet ik zeggen dat het bestellen en bedienen redelijk soepeltjes verloopt. Het bedrag dat ik uitspaar aan parkeren, besteed ik op smakelijke wijze met lekkere vette kipstukken met patat.

Als we na het vullen van onze magen door de Puck van Heelstraat richting stadion wandelen, ontwaar ik de crème de la crème van het Poolse legioen. De heren die buiten bij het terras van Restaurant De Beren staan, doen de naam van het restaurant alle eer aan. Wát een beren! Het lijkt wel of die Polen stuk voor stuk aan bodybuilding doen. Behalve afgetraind zien ze er nogal breed uit. Héél breed. Met zulke kleerkasten kan iemand maar beter geen ruzie krijgen.

In de OnsOranje-instructies staat dat wie niets van de wedstrijd wil missen uiterlijk om 19.45 uur in de rij dient aan te sluiten voor de toegangspoorten. Als ik twintig minuten later dan die richtlijntijd bij de ingangen 19 tot en met 24 aankom, kan ik bijna meteen doorlopen. Van lange rijen voor de poort geen spoor. Er zijn ditmaal zowaar programmaboekjes verkrijgbaar. In maart bij de vorige twee thuisinterlands in die parkeergarage in Duivendrecht ontbraken die. De drukker had de boekjes niet tijdig geleverd, zo heb ik begrepen. Ja, er gaat veel fout in ons Natura 2000-paradijs. Is het misschien gerechtvaardigd om te vragen wat er nog wél goed gaat?

De noemer ‘Homesupport only’, waar de KNVB nadrukkelijk op wijst, gaat vanavond niet op. Van scheiding van Nederlandse en Poolse supporters is totaal geen sprake. Nederlanders en Polen lopen kriskras door elkaar heen. Bij het spelen van de volksliederen schat ik in dat de Kuip misschien wel voor een derde vol zit met Polen. Aan witte shirts in Oranjevakken ontbreekt het niet. De Poolse hymne wordt veel hartstochtelijker en luidruchtiger meegezongen dan het Wilhelmus.

Vak TT, waar ik heb plaatsgenomen, is eveneens gevuld met tientallen Polen. Het overgrote deel bestaat uit wat de woke medemens personen mét kloten noemt. De meesten zien er niet bepaald uit als koorknaapjes. Volgens de al eerder aangehaalde mail van OnsOranje hadden al die Polen niet eens toegang behoren te krijgen tot de Oranjevakken. Bijkomend voordeel is wel dat Polen die niét de toegang geweigerd is geen gebruik hoeven maken van de ‘Discriminatiemelder’ van de KNVB.

Ach, waar maken we ons druk om. Wat maakt het uit als een of andere Poolse idioot voortdurend als een waanzinnige loopt te blèren en continu al schreeuwend de trap in het vak op en af stuift. Dat stadionperspersoneel niet ingrijpt wanneer het moet ingrijpen, daarvan kijk ik in Nederland al lang niet meer op. In Engeland of Duitsland weten ze beter raad met zulke figuren. In die landen maken ze er korte metten mee. De onverlaten worden tenminste aangesproken op hun gedrag. En als ze niet willen luisteren, dan worden ze meteen in de kraag gevat en het stadion uitgeschopt. Dat dat in Nederland niet kan, heeft ongetwijfeld met de overvloed aan stikstof te maken. En zo niet, dan zal het wel toe te schrijven zijn aan corona of de oorlog in Oekraïne.

Toch is het genieten van hoe de duizenden Polen tekeergaan. Machtig mooi. Gedurende de wedstrijd krijgt het carnavalspubliek in het oranje een lesje ploegondersteuning van het betere soort. Van hoe het omvangrijke Poolse contingent in de Kuip het meeslepende gevecht tussen beide teams beleeft, dat spreekt mij persoonlijk wel aan. Er zijn échte supporters, die zichzelf graag zo noemen. Er zijn daarnaast échte supporters, die het ook écht zijn. Nou is mijn kennis van de Poolse taal niet meer wat het ooit geweest is, maar uit één van de gezangen die veelvuldig door het stadion galmt meen ik de Poolse versie te herkennen van de Engelstalige evergreen ‘You only sing when you’re winnig’. Er is geen woord van geen gelogen.

Mijn Ierse vriend Diarmuid, die twee rijen achter me zit op Vak TT, behoort ook tot de categorie échte voetballiefhebbers. Échter dan Diarmuid kom ik ze weinig tegen. Hij vertelt me dat hij zes dagen vrij heeft genomen van z’n werk. Vanuit Rotterdam reist hij verder naar Slovenië, waar hij in Ljubljana de Balkan-derby tegen Servië bijwoont. De terugreis naar zijn woonplaats Cork verloopt via Polen. Dinsdag hoopt hij ook van de partij te zijn in Lodz, waar Oekraïne haar thuisduel tegen Ierland afwerkt. En dan noemen mensen míj weleens gek!

Het enige smetje op deze broeierige voetbalvond, beleef ik op de terugweg naar huis. Vanaf mijn niet door de KNVB gereserveerde, gecertificeerde en geregistreerde parkeerplaats ben ik na afloop in een vloek en een zucht de Brienenoord over. Op de A16, A20, A12 en A1 kan ik lekker doorrijden. Tot een tiental kilometers voor de afrit Hoenderloo. Daar doemt vanuit het niets een file op. Kort voor de afslag Kootwijk is er – naar ik aanneem – een ongeluk gebeurd. In no time staat alles vast. In de verte zie ik zwaailichten. Er komt een sleepwagen voorbij gereden. Niet veel later gevolgd door een vuilniswagen. Degene die een en ander veroorzaakt heeft een allerbelabberdste timing.  Als hij nou vijf minuten láter in de vangrail was gevlogen, dan was ik veertig minuten éérder thuis geweest. Maar ja, wie Jordan Teze in Oranje wil zien schitteren, moet dit soort ongemakken voor lief nemen. Soms zit het mee, ditmaal even tegen.

Topscorer Kelvin Zonnenberg schiet tot het laatst toe met scherp

Het lukte SV Orderbos niet om via een achterdeurtje de nacompetitie om promotie naar de derde klasse binnen te glippen. Met Kelvin Zonnenberg, die ook het kampioensduel van Groen Wit opsierde met een doelpunt, had de nummer zes van de eindrangschikking van de vierde klasse F wel de meest trefzekere speler van de Apeldoornse velden in de gelederen.

De doeltreffende actie waarmee hij na ruim een uur Groen Wit-keeper Joep Vink het nakijken gaf, betekende voor de aanvalspartner van routinier Mark Fennebeumer zijn vijfentwintigste van het seizoen. Geen enkele speler in de afdeling trof vaker doel dan Kelvin Zonnenberg. De SV Orderbos-goalgetter scoorde ook vaker dan erkende lokale prijsschutters als Jeffrey van Amersfoort (Robur et Velocitas, 22), het AGOVV-duo Steven van Es (21) en Maikel van der Wijk (17) of Jordy Stouten, die namens kersvers kampioen Groen Wit twintig keer trefzeker was.

De topscorer zelf blijft vrij nuchter onder zijn indrukwekkende productiviteit van de afgelopen maanden. “We hebben 24 wedstrijden gespeeld. Ik loop dus meer dan één op één. Er volgend seizoen eentje meer maken dan dit seizoen, daar ga ik voor. Je moet wel een doelstelling hebben, hè.”

Met Fennebeumer naast zich had hij een ideale bliksemafleider, bekent Zonnenberg. “Voor mij is het wel een voordeel dat iedereen op Mark let. Hij heeft bovendien wel tien of elf assistjes gegeven.”

Zonnenberg heeft het talent niet van een vreemde. Vader Herman maakte in de jaren ’80 deel uit van een unieke generatie talenten van Apeldoornse bodem. Met Jerry Cooke, Ramon Kramer, Peter Bosz en Edward Sturing haalde een aantal van hen zelfs het Nederlands elftal of Jong Oranje.

De niets en niemand ontziende Zonnenberg senior schopte het tot de beloften van Go Ahead Eagles. In tegenstelling tot zijn zoon moest hij het meer hebben van zijn verdedigende kwaliteiten. “Er wordt mij weleens gezegd dat ik als voetballer totaal niet op hem lijk”, reageert junior lachend dat hij wel veel baat heeft bij de adviezen van zijn vader. “Als ik drie gescoord heb, dan is hij wel zo om te zeggen dat die vierde er ook wel had in gemogen.”

De honkvaste Zonnenberg is al op een leeftijd dat hij zichzelf niet meer zo gauw ziet vertrekken bij zijn club. “Vanuit de jeugd van Alexandria ben ik ooit bij Orderbos gekomen. Vanuit het vijfde ben ik doorgestroomd naar het eerste. Ik word vrijdag 30. Komend seizoen blijf ik zeker.”

De Stentor dinsdag 7 juni 2022

Groen Wit ’62 maakt favorietenrol volledig waar

Eind goed al goed. Tegen SV Orderbos zette Groen Wit ’62 de kroon op een gedenkwaardig, zwaar en bovenal lang seizoen. In het jaar waarin de Matense vereniging haar 60-jarig bestaan viert zegt het vlaggenschip de Apeldoornse Bundesliga vaarwel en zet het op volle kracht koers naar de derde klasse.

Marcel Vink was van meet af aan duidelijk. Hij durfde de ambities hardop uit te spreken. Het kampioenschap was het enige waarmee Groens Wit-trainer genoegen nam. Vink zadelde daarmee zijn spelers misschien wel onbewust op met een verwachtingspatroon dat door de verrassende winst van de Apeldoorn Cup toch al torenhoog was. Groen Wit maakte de zelf opgelegde favorietenrol echter volledig waar en zette de woorden om in daden, al traden er in het zicht van de finish wel enkele haperingen op in de groenwitte machinerie.

Het enige verwijt dat Vink zijn manschappen misschien kon maken is dat de vlag niet al een aantal weken geleden in top kon. Duur puntverlies tegen De Hoven, IJsselstreek en Apeldoornse Boys leidde zowaar tot een nek-aan-nek race met het hardnekkige SC Klarenbeek. Door de 7-2 winst op SV Orderbos schoot Vinks elitekorps zich op de slotdag geheel op eigen kracht naar de dik verdiende hoofdprijs.

Vanaf komend seizoen mag Groen Wit onder bewijs stellen of het een eendagsvlieg is of dat de interne organisatie dermate opgetuigd kan worden dat er een basis kan ontstaan van waaruit de hoofdmacht in de nabije toekomst mogelijk nóg verder kan doorgroeien. Behalve dat het dan zaak is om de huidige bemanning aan boord te houden is daarbij op de achtergrond een belangrijke rol weggelegd voor Wim van Zeist. Het Hoofd Opleidingen, gepokt en gemazeld in de voetballerij, moet de aanvoerstroom van eigen jeugd naar het eerste elftal structureel vorm gaan geven.

Marcel Vink is er zich van bewust dat de ‘sleeping giant’ uit de Maten de potentie heeft om de komende jaren uit te groeien tot één van de toonaangevende voetbalclubs ter plaatse. Temidden van het feest dat losbarstte nadat de titel binnen was, was dat van later zorg voor de architect van het kampioensteam. “We moesten van iedereen kampioen worden. Ook van onszelf. Doe dat dan maar even. We hebben echt een geweldig seizoen gedraaid. Het is nu niet zo dat we meteen met zevenmijlslaarzen verder vooruit willen. Dat bekijken we stapje voor stapje. Er zit zeker meer in. Natuurlijk willen we niet dat de derde klasse ons plafond is, maar Groen Wit staat nog wel ver achter clubs als CSV en WSV.”

Voor Simon Djakic betekent de titel een fraai slotakkoord. De aanvoerder zet er op 31-jarige leeftijd een punt achter. “Dit was mijn elfde seizoen. Ik heb een slechte knie, er is een kleine op komst en voor mezelf wil ik gewoon minder verplichtingen. En dan stoppen op zo’n manier, mooier had het niet gekund. Jammer dat we het onszelf op het laatst nog zo moeilijk hebben gemaakt.”

De Stentor dinsdag 7 juni 2022

Sportclub Teuge eerste hindernis in de nacompetitie; Joey Bosz begint met AGOVV vol goede moed aan herkansing

Bij nader inzien bleek de kansloze nederlaag bij directe concurrent Otterlo uiteindelijk toch funest voor AGOVV’s titelaspiraties. Met de volle buit van achttien punten uit de aansluitende zes competitieduels viel er qua resultaten weliswaar weinig op de afsluiting van het reguliere seizoen aan te merken, voor de hoofdprijs in de derde klasse B volstond het niet. Enkel de recente slippertjes van nieuwbakken kampioen uit Otterlo hielden de Apeldoorners tot aan de slotdag in de race.

Gedesillusioneerd was daarom zaterdagmiddag niemand in het Blauwenkamp. Bij Joey Bosz was er evenals bij zijn medespelers eerder sprake van een zekere berusting na de 1-2 zege in Wageningen bij ONA ’53. “Je hield er al een beetje rekening mee. Je weet dat je moet winnen. Meer konden wij zelf niet doen. De eerste helft liep het erg moeizaam. In de rust kregen we te horen dat het bij Otterlo nog 0-0 stond. We maakten er toen twee binnen tien minuten, maar dat was dus niet genoeg.”

De balansbewaker op AGOVV’s middenveld keerde aan het begin van het seizoen terug op het oude nest na een uitstapje naar csv Apeldoorn. De gedachte dat hij als speler van de buren uit het Orderbos zaterdag wél kampioen was geworden, was bij Bosz niet opgekomen. Zijn focus ligt sinds driekwart jaar weer volledig op AGOVV. Spijt heeft hij geenszins van zijn twee csv-seizoenen, al kwam hij onder trainer Jan Kromkamp slechts mondjesmaat in actie. “Het was voor mij persoonlijk een stap die ik nodig had. Het eerste jaar heb ik veel gespeeld. Toen kwam corona en kwam er ook een nieuwe trainer.”

Tijd om te ontspannen is er voor Bosz en zijn ploegmakkers nog niet na de zege op ‘Ontspanning Na Arbeid’, zoals de afkorting van de tegenstander de laatste speeldag luidt. AGOVV moet zich de komende twee weken juist volop inspannen. In de nacompetitie krijgt het een herkansing op promotie. Te beginnen zaterdag met een thuiswedstrijd tegen Sportclub Teuge.

Kwaliteit heeft AGOVV volgens Bosz meer dan genoeg, qua kwantiteit mag het best een onsje meer. “Het ligt niet aan onze smalle selectie dat we geen kampioen zijn geworden. Met een heel nieuw team hebben we goed gedaan. Het zou heel mooi zijn om volgend seizoen in de tweede klasse te spelen. Maar ook als we derdeklasser blijven, moet er wel wat wel bijkomen.”

Trainer Gerrit Brouwer had al stiekem gehoopt om Ryo Ikegaya tegen Teuge te kunnen opstellen. De 24-jarige Japanse middenvelder, die sinds een aantal weken met de selectie op Berg en Bos meetraint, is echter pas vanaf 1 juli speelgerechtigd voor AGOVV. Ook op Marlo de Groot kan Brouwer nog geen beroep doen. De van een blessure herstellende De Groot heeft de training weer voorzichtig hervat, maar de nacompetitie komt voor hem te vroeg.

De Stentor dinsdag 7 juni 2022

Ouderwets inzoomen voor dickpics van Manneken Pis

Achter de bal aan (78): Brussel

Vrijdag 3 juni 2022

België – Nederland voor de Nations League. De 128e Derby der Lage Landen wordt mijn eerste buitenlandse voetbaltrip sinds corona in maart 2020 het openbare leven wereldwijd nagenoeg lam legde. Eerder dan zelf verwacht overschrijd ik eindelijk weer grenzen. Al moet ik met de term grensoverschrijdend natuurlijk een beetje uitkijken in barre tijden waarin steeds meer overgevoelige medemensen zich door het minste of geringste uit het lood laten slaan

Met de te verwachten Pinksterdrukte in het vooruitzicht is de verwachting vooraf dat het onderweg naar en in België weleens druk kan worden. Om niet op de ringen van zowel Antwerpen als Brussel onaangenaam kennis te maken met de dagelijkse filepret, gaan we bijtijds weg. Rond kwart voor elf, iets later dan afgesproken, pikt chauffeur Erik me thuis op. Zo zitten we een beetje tussen de ochtend- en avondspits in. Hoewel er op achtereenvolgens de A50, A59, de A2 bij Den Bosch, N65 en A58 behoorlijk wat verkeer op de weg zit, verloopt de reis zonder noemenswaardig oponthoud. Als Erik via Hazeldonk over de E19 België binnenrijdt, bevind ik mij voor het eerst dat k..virus huishoudt weer op buitenlandse bodem. Een bewogen moment, maar niet heus. Ik schiet niet vol. Ik houd het droog.

De passage van Antwerpen verloopt voor de verandering relatief soepeltjes. Nadat Erik het Sportpaleis voorbij is en met gepaste snelheid de Craeybeckxtunnel induikt, ligt de weg naar de Belgische hoofdstad voor ons open. Wel lasten we halverwege Antwerpen en Brussel eerst nog eventjes een korte tussenstop in. We nemen de gelegenheid te baat om in Mechelen twee stadions te bezichtigen. Een standaardritueel op buitenlandse voetbaltripjes. Na ruim drieënhalf jaar geleden voorafgaand aan de 127Derby der Lage Landen in Antwerpen het hemelse genoegen van de onvoltooid verleden tijd van de ‘Hel van Deurne’ te hebben ervaren, zoeken we ons portie hedendaagse voetbalgeschiedenis ditmaal iets zuidelijker.

Zo’n twee uur na vertrek uit Apeldoorn parkeert Erik zijn voertuig voor het Afas Stadion, de thuisbasis van KV Mechelen. In april 1989 zag ik hier hoe de ‘Kakkers’ in het gouden tijdperk van de vermogende voorzitter John Cordier en trainer Aad de Mos tegen Waregem hun vierde en tot dusverre laatste Belgische landstitel in de wacht sleepten. Sindsdien onderging het stadion Achter de Kazerne een spectaculaire metamorfose. Aanduidingen met betrekking tot Covid-19 maatregelen houden de herinnering levend aan minder gezonde, recentere tijden.

Door een open toegangshek wandelen we zo het stadion binnen. De grondige update mist z’n uitwerking niet. De bouwvallige tribunes van weleer zijn vervangen door eigentijdse exemplaren. Ziet er gelikt uit. Wel vraag ik me af hoe en vooral waar stadionbezoekers op wedstrijddagen in vredesnaam hun auto’s moeten parkeren. De straatjes rondom de KV-arena zijn onverminderd krap en smal gebleven. De omringende buurten klaarmaken voor de 21e eeuw zou ook geen kwaad kunnen.

Een tweetal kilometer verderop komen we bij het Oscar van Kesbesbeeckstadion voor een dicht hek te staan. De hoge, markante hoofdtribune van het stadion(netje) van de Koninklijke Racing Club Mechelen kunnen we derhalve alleen van op afstand bekijken. Vergane glorie. De club van Rik de Saedeleer. De beeltenis van de legendarische Belgische tv-commentator, die in het groenwit een verdienstelijke voetbalcarriére kende, is met twee andere clubcoryfeeën vereeuwigd op een muur naast de toegangspoort. De nostalgie druipt er vanaf. In dit bijzondere openluchtmuseumpje wil ik ooit nog eens een wedstrijd live mee beleven. Al voorzie ik ook dan de nodige parkeerproblemen.

Vanaf het moment waarop Erik op zijn routeplanner de naam van de straat intikt waar we in Brussel voorhebben om te parkeren, neemt onze reis enkele verrassende wendingen. Mechelen binnenkomen blijkt eenvoudiger dan de stad weer te verlaten. Veel eenrichtingswegen waar het digitale hulpje geen weet van heeft. Pas na de nodige omwegen komen we weer op de E19 terecht. We verkeren in de veronderstelling dat de laatste kilometers naar het Koning Boudewijnstadion ons over de Brusselse ring naar Strombeek-Bever voert. Dat blijkt een misvatting. Bij Vilvoorde dirigeert zijn route-assistente mijn chauffeur van de snelweg af. Over allerlei overvolle binnenweggetjes met veel te veel vrachtverkeer gaan we omstreeks half vier het einde van onze reis tegemoet. Als we de grote ronde bollen van het Atomium en de lichtmasten van het stadion ontwaren, weten we dat we onze plek van bestemming naderen.

Een gedegen reisvoorbereiding loont. Jarenlange reiservaring verloochent zich niet. Op de beoogde parkeerplek – exact dezelfde als bij het vriendschappelijke duel van oktober 2018 op de Heizel – kan Erik zijn bolide zonder problemen stallen. Alhoewel, helemaal obstakelloos gaat het niet. In de bewuste straat moet een hek parkeerders afschrikken. Tevens hangt er een bord met een inrijverbod. Maar ach, een kniesoor die daar op let. Een prettige bijkomstigheid van wegafzettingen is dat je er vaak langs heen kan rijden. Zo ook ditmaal. Meer dan vijf uur voor de aftrap heeft bovendien nog nergens controlerend personeel post gevat om ongenode gasten weg te sturen. Strategisch is deze plek perfect. Onvoorziene omstandigheden daargelaten zitten we na afloop in no time weer op de Romeinsesteenweg. Vandaar draaien we na enkele tientallen meters zoweer de ring op.

We moeten eerst onze kaarten voor de wedstrijd ophalen. Dat kan tussen 15.00 en 17.30 uur bij het Fan Meeting Point aan de Eeuwfeestlaan, in de schaduw van het Atomium. De verzamelplek voor de ongeveer 2000 Oranjefans die worden verwacht ligt op hooguit een kwartiertje wandelafstand. Ter plekke bevinden zich al enkele tientallen in het oranje gestoken voetbalfans, of wat daarvoor moet doorgaan. In het stralende zonnetje genieten zij er van een hapje en een drankje en niet te vergeten de muziek van FeestDJRuud. Ja, je moet er van houden. Mijn smaak is het niet. Tussen al het opzichtige oranje val ik in m’n donkerblauwe poloshirtje flink uit de toon. We zijn sowieso niet van plan om lang te blijven. Ik moet er niet aan denken. Zóveel gezelligheid en schijtlolligheid kan ik niet verdragen op m’n ouwe dag.

Met onze E-tickets voor de wedstrijd in de pocket en de inhoud van een grote puntzak met krokante Belgische frieten in de maag besluiten we tot een korte sightseeingtour om de tijd tot aan de aftrap van de wedstrijd te doden. Koud is het allerminst. Het kwik is tegen het einde van de middag gestegen tot boven de 25 graden. Ik zweet me een ongeluk. Vreemd genoeg vinden we in de metro naar het centrum welkome afkoeling. Voor 8 euro verzekeren we ons van een dagkaart voor het openbaar vervoer. Sinds 1 juni mogen de Belgen weer publiekelijk reizen zonder mondkapjes. Desalniettemin dragen opvallend veel vrouwen gezichts- en hoofdbedekkende attributen. Multi-cultureler dan in Brussel tref je het in weinig Nederlandse steden aan.

In de metro en op straat hoor ik de meest uiteenlopende talen. Afgaande op de mensenmassa’s in de buurt van de Grote Markt neemt het toerisme naar de Belgische metropool na verziekte coronatijden weer langzaam ouderwetse vormen aan. Bij het beeld van Manneken Pis verdringen de buitenlandse bezoekers zich voor het maken van foto’s en selfies. Ik stel me voor dat dit de hele dag zo doorgaat. Lopendebandwerk. Zeven dagen per week. Het bekendste zeikerdje van België blijft een onweerstaanbare aantrekkingskracht uitoefenen. En dat voor een kereltje van niks. Wie een beetje fatsoenlijke dickpic wil maken moet het het piemeltje van het manneken aanzienlijk inzoomen.

Het aanvangstijdstip van de wedstrijd is vastgesteld op 20.45 uur. Circa anderhalf uur voor de aftrap zijn we weer terug bij het stadion. De gang naar het stadion zit er dan al redelijk in. Het indrinken is in volle gang. Langs de Houba de Strooperlaan verdringen de dorstige supporters van de Rode Duivels zich voor de talrijke kroegen. De anderhalve meter afstand-regel lijkt alweer iets uit lang vervlogen tijden. In grote groepen en in rap tempo slaan de dorstige voetballiefhebbers hun Jupilers achterover. De stemming is prima. Van agressie is absoluut geen sprake. De alom aanwezige politie hoeft nergens op te treden. Elite-eenheden van de Brusselse gendarmerie maken zich hooguit nuttig door bij verkeerslichten auto’s tot stoppen te bewegen wanneer grote groepen supporters de straat willen oversteken.

In een briefing vooraf adviseerde de KNVB iedereen om tijdig in de voor de Nederlandse supporters bestemde vakken plaats te nemen. Tot Champions League finale-achtige taferelen leidt het binnenlaten van het Oranjecontingent geenszins. Het gaat er relaxed aan toe bij. Niks geen provocaties en gezeur van beveiligingspersoneel ditkeer. De uitsmijters van 2018 hebben gelukkig een avondje vrijaf gekregen. Ik sluit ook niet uit dat ze inmiddels gedetacheerd zijn op Schiphol.

Bij de oranje bus ontdek ik Harrie Tiet. ’s Lands meest prominente Oranjefan heeft zijn ballonnen weer onder het shirt gedrukt. Lachen, gieren, brullen. Al moet ik heel eerlijk zeggen dat ik na twee zwar(t)e coronajaren wat meer sympathie kan opbrengen voor types als Harrie dan voorheen. Het kan altijd nóg irritanter, weerzinwekkender en bovenal woker, bewijzen de deugers die de argeloze medemens hun bekrompen wereldbeelden willen opdringen. Lieden met fake tieten en molens of klompen op hun hoofden zaaien geen tweedracht. Die doen niemand kwaad.

Na een min of meer gedwongen coronapauze van meer dan tweeënhalf jaar loop ik weer heel wat oude bekenden tegen het lijf. De Ier Diarmuid in zijn Marco van Basten-shirt is weer helemaal vanuit uit zijn woonplaats Cork naar Brussel gekomen. De harde kern van Roda JC is eveneens present. Virussen kunnen niet verhinderen dat de heren nog altijd druk zijn met het promoten van het voetbal in het diepe zuiden van ons land. De opdruk van de sticker die ik in mijn hand gedrukt krijg vormt daarvan een tastbaar bewijs. ‘Stop dierenproeven, neem MVV-supporters’. Aan creativiteit geen gebrek. Al zien ongetwijfeld veel tere zielen de humor van dit soort dubbelzinnige uitingen niet in.

Uiteraard ontbreekt Hans niet. Na recente uitstapjes met Feyenoord naar Marseille en Tirana heeft ’s lands meest voetbalmaffe kaasverkoper tijd vrij kunnen vrijmaken voor een bliksembezoek aan België. Daags na dit tussendoortje vertrekt hij alweer naar Cardiff voor het volgende Nations League-duel van het Nederlands elftal. Ik begrijp al die tv-stations niet die bijna kopje onder gaan in alle bagger die zij uitzenden. Geef Hans een eigen docusoap. Volg Hans eens een seizoen lang bij al de wedstrijden die hij van Go Ahead Eagles, Feyenoord, Borussia Mönchengladbach en Oranje bezoekt. Dat levert toptelevisie op die z’n weerga niet kent. Er hoeft zelfs helemaal niets in scène te worden gezet. Tegen wat Hans in real life langs de velden meemaakt kan geen enkel Meilandje of ander Nederlands kijkcijferkanon op. En Hans speelt geen rol. Hij blijft altijd zichzelf en spuit onder alle omstandigheden zijn vaak nogal uitgesproken mening.

Van iemand die mij vooraf had voorspeld dat Nederland met 4-1 zou winnen, zou ik de verstandelijke vermogens ernstig in twijfel hebben getrokken. Het gebeurt echt. Het duivelse Oranje doet de fletse Belgen behoorlijk van kleur verschieten. We beleven een gedenkwaardige voetbalavond. Zelfs al betreft het dan ‘slechts’ een potje voor de Nations League. Alle ingrediënten voor een genoegzame voetbalavond komen samen.

Het is zowaar gezellig. Naarmate de wedstrijd vordert, raakt het volume van mijn stemgeluid steeds meer aangetast. Ik klink steeds schorder. Of behoor ik in algemeen beschaafd Nederlands meer schor te zeggen? Ik weet het niet. Het doet ook niet ter zake. Ik houd me nota bene nog redelijk in. Negentig minuten lang voluit meebrullen, zoals 40 jaar geleden op de B-Side bij Go Ahead Eagles, gaat me anno 2022 wat moeilijker af. De blondine uit Venlo die een rij voor me zit draagt ook bij aan de jolige sfeer. Een beetje slap ouwehoeren. Leuke meid. Zo spontaan kom ik ze tegenwoordig zelden tegen.

Het strategisch parkeren van de auto blijkt na afloop eveneens een voltreffer. We moeten hooguit een kwartiertje wachten op hele massa’s Belgen die teleurgesteld afdruipen en in één lange treurmars de Romeinsesteenweg oversteken. Eenmaal aan het rijden neemt Erik eerst abusievelijk de afslag richting Gent, toch bereiken we Nederland weer zonder kleerscheuren. Minder dan tweeënhalf uur na vertrek uit Brussel zet ik thuis in Orden de oranjevuilcontainer op de stoep, die in verband met Pinksteren al zal  worden geleegd op de zaterdag waar we ondertussen al in zijn aanbeland.

Sentimental journey: thuiskomen in The Home of Football

Achter de bal aan (77): Deventer

Woensdag 11 mei 2022

Na welgeteld 810 dagen afwezigheid eindelijk weer aanwezig zijn bij een thuiswedstrijd van Go Ahead Eagles voelt als thuiskomen. Ik ben niet zo van het sentimentele, maar ik zou liegen als ik zeg dat het me niets doet. Het is vooral leuk om veel bekenden na meer dan twee jaar weer eens te zien en te spreken.

Het is nou niet zo dat ik er emotioneel van word of vol van schiet, een beetje opgewonden ben ik toch wel. Het lijkt al weer een eeuwigheid geleden dat ik live een bal heb zien rollen in de Vetkampstraat. Het overgrote deel van de huidige spelersgroep van Go Ahead Eagles ken ik alleen van de tv. Ik heb ze nog nooit in het echt zien voetballen in dat prachtige roodgele shirt. Eindelijk is het dan zover. Volgens de Futbology groundhopapp mijn 1059e wedstrijd van Go Ahead Eagles en de 648e wedstrijd die ik bijwoon in de Adelaarshorst. Als gevolg van al het coronagedoe en de naweeën daarvan heb ik er meer dan twee jaar en drie maanden op moeten wachten. Nou zijn toeschouwers al weer eventjes welkom in Nederlandse voetbalstadions en mag het publiek weer zonder achterlijke maatregelen wedstrijden gaan kijken, door mijn freelance werkzaamheden voor De Stentor was het er tot dusverre nog niet van gekomen.

Alleen al een kaartje bemachtigen voor de wedstrijd tegen Feyenoord valt allerminst mee. Aan het kopen van tickets voor thuiswedstrijden van Go Ahead Eagles kleeft anno 2020 al bijna een even hoge moeilijkheidsgraad als aan het kopen van een betaalbaar huis voor een Nederlander in eigen land. Het is daarom wel handig dat ik mensen ken die op hun beurt weer mensen kennen die altijd nog wel ergens een kaartje op de kopje weten te tikken. Zelfs als het stadion al lang en breed uitverkocht is.

Ik moet wel eerlijk toegeven dat ik behoorlijk schrik van de prijs. Ik denk eerst dat degene die mij aan een kaartje helpt er een kleine commissie voor zichzelf bovenop gooit.  Maar daar is geen sprake van. Het is nota bene het ‘normale’ tarief: 32,50 euro! Voor op de B-Side! Écht abnormaal zulke prijzen. Ik weet nog wel dat ik voor 100 gulden een seizoenkaart had en zeventien thuiswedstrijden voor omgerekend 45,38 euro zag. In het seizoen 1981-1982 was dat. Veertig jaar geleden! Het seizoen erop was de prijs verhoogd naar 130 gulden. Ook Go Ahead Eagles gaat met de tijd mee. Het dreigt in Nederland langzaam dezelfde kant op te gaan als in Engeland. Volkssport nummer één wordt steeds minder toegankelijk voor het volk. De bedrijfstak betaald voetbal blaast zichzelf vroeg of laat vanzelf van binnenuit op als het op de huidige voet voortgaat.

Tussentijds opgeschroefde verwachtingspatronen lopen niet altijd parallel met de realiteit. Het zegt voldoende over dat die hard Eagles-fans inmiddels zelfs teleurgesteld zijn dat de promovendus uit Deventer plaatsing voor de play-offs om Europees voetbal dreigt mis te lopen. Heerlijk toch. Het valt in alle euforie soms niet mee om realistisch te blijven. Maar ja, aan de andere kant is het wel weer zo dat in België Union SG of in Duitsland Union Berlin Europese tickets kunnen afdwingen. Waarom zou Go Ahead Eagles dat in Nederland dan niet kunnen? De wonderen zijn met Van Wonderen weliswaar de wereld nog niet uit, maar toch.

Je moet er toch niet aan denken dat Hansgoahead, met wie op de dag van de wedstrijd een geweldig interview in De Stentor (online) staat, zich nogmaals in onveilige achterbuurten van een uit de kluiten gewassen Zuid-Franse stad moet wagen om zijn cluppie aan te moedigen. Hans een beetje kennende, zou hij zonder dralen opnieuw in de auto stappen. Het voordeel, nu hij er vorige week al met Feyenoord is geweest, is dat hij in elk geval de weg weet in de banlieus van Marseille. Échte supporters gaan heel ver in de onbegrensde liefde voor hun favoriete club. En al die betweterige Teletekstsupporters, die zelf nooit oog in oog hebben gestaan met een schattig Algerijns knulletje met een machete in de hand noch slachtoffer zijn geweest van buitensporig politiegeweld, maar weer schande spreken van iets dat hun kortzichtigheid ver te boven gaat.

Het gaat er dan eindelijk van komen. Na welgeteld 810 dagen absentie zie ik Go Ahead Eagles weer voor het eerst live voetballen in de Adelaarshorst. Hoewel de wedstrijd tegen Feyenoord pas om 20.00 uur begint, vertrek ik al om kwart over vijf vanuit Apeldoorn naar Deventer. Aangezien de verwachte verkeersdrukte binnen de perken blijft, is er in de Tesschemachterstraat nog volop plek om mijn Focus te parkeren. Bij het stadion is het ruim twee uur voor de aftrap nog tamelijk rustig. Paul Bosvelt komt in z’n clubkostuum aangefietst. Ook clubfotograaf Erik Pasman is zoals te doen gebruikelijk al vroeg van de partij.

Ik wandel eerst even naar de Beestenmarkt om daar bij een cafetaria mijn honger te stillen. Als ik omstreeks half 7 terug ben in het stadion hoop ik de aankomst van de spelersbus van Feyenoord mee te beleven en een glimp op te vangen van de Rotterdamse Europcuphelden. Dat gaat niet door. Bij aankomst kunnen de spelers van de tegenpartij tegenwoordig blijkbaar ergens binnendoor lopen.

Ik zie desondanks tal van bekenden. Door alle coronaheisa heb ik veel van hen al meer dan twee jaar niet meer gesproken. Sommigen zelfs al veel langer. Het is leuk om even kort te babbelen met Alfred Knippenberg, Ugur Yildirim en Edwin Overmars. Jannie is bij de hoofdingang in afwachting van René Hake. Go Ahead’s bekendste supporter vertrouwt me toe dat ze zal worden voorgesteld aan de nieuwe trainer van de Eagles. Ze heeft alleen geen flauw idee hoe Hake er uitziet.

Om iets over zevenen vindt bij Gebouw Larenstein, waarin de kantoorruimten van de club zijn gevestigd, de onthulling van de zogenaamde Wall of Fame plaats. Over de volle breedte van het pand zijn foto’s geplaatst van clubiconen, 42 in getal. Een groot aantal van hen is bij de presentatie aanwezig. Bert van Marwijk, Dick Schneider, Gerard Somer, Marco Heering, Jantje Michels, Marco Parnela, Marnix Kolder én Jannie, om er enkele te noemen. Ze zijn er allemaal. Na het neerlaten van een enorme vlag worden de beeltenissen van de clubhelden zichtbaar. Dit gebeurt onder grote publieke belangstelling op het supportersplein achter de hoofdtribune. Mooi om mee te maken. Naar mijn persoonlijke mening had Richard Thannhauser ook wel een plekje in deze eregalerij verdiend.

Jan, Roy en Alex reageren verbaasd op dat ze mij zien. Hans is in de tussentijd ook gearriveerd. Op minder dan een half uur van de aftrap wandel ik met René de Beer naar de B-Side. Bij de IJsselderby in oktober 2014 heb ik er voor het laatst een keer gestaan. In de jaren ’80 van de vorige eeuw was de overdekte staantribune aan de Brinkgreverwegkant zo’n beetje mijn tweede huis. Veertig jaar geleden alweer! Ik had me al ingesteld op lange wachtrijen voor de tourniquets, maar dat valt mee. In een vloek en een zucht ben ik binnen. Bij het scannen van de code op het A4’tje op min E-ticket slaat er niets op tilt. Bij binnenkomst word ik zelfs niet eens gefouilleerd.

De wedstrijd is feitelijk het enige dat niet aan de verwachtingen voldoet. De sfeer in de Adelaarshorst is zoals top, daar ligt het niet aan. Het heilige moeten is bij beide clubs niet meer zo aanwezig. Go Ahead Eagles is veilig en heeft zich al verzekerd van een nieuw jaar eredivisievoetbal in Deventer. Feyenoord wil in de aanloop naar de finale van de Conference League op 25 mei in Tirana iedereen heel houden en brengt een veredeld B-elftal binnen de lijnen.

Veel Eaglessupporters hebben meer aandacht voor de tussenstanden bij Sparta – PEC Zwolle. Bij verlies degradeert Olle. In Rotterdam-West verloopt alles voorspoedig. Sparta geeft de Zwollenaren het laatste zetje naar de Keuken Kampioen Divisie. Volgend seizoen geen IJsselderby. Het ‘Nooit meer naar Zwolle’ galmt meermaals door de Adelaarshorst. Het vak met de Feyenoord-aanhang doet er vrolijk aan mee. Er bestaat nou eenmaal geen beter vermaak dan leedvermaak.

Dat het na afloop in een inmiddels donker geworden Deventer zachtjes is beginnen te regenen mag de pret niet drukken terwijl ik via de Veenweg en de Brinkgreverweg terugloop naar mijn auto. Het leukste aan dit avondje Adelaarshorst is wel om na al die tijd al die bekenden weer bij leven en welzijn te hebben teruggezien.

Mehmet Tonca mist bij spelers weleens het TKA-gevoel

Al een voetballeven lang is Mehmet Tonca verbonden aan TKA. Als speler en bestuurslid leerde de 51-jarige Apeldoorner hoe het voelt om te moeten voetballen tegen vooroordelen. Zijn identiteit en afkomst zal het voetbaldier nooit verloochenen, noch laat hij zijn doen en handelen beïnvloeden door negativiteit van anderen. “Toekomst is er altijd.”

Zelf met de hoofdmacht aantreden doet de voormalige sterkhouder van TKA 1 niet meer. Drieënhalf jaar geleden liet hij zich, toen de nood aan de man was, nog eens overhalen. Een eenmalige gebeurtenis, lacht hij. “Net voor de coronatijd hadden we bij Beekbergen te weinig spelers. Als 48-jarige heb ik die wedstrijd helemaal uitgespeeld. Al was ik daarna wel twee maanden uitgeschakeld. Gelukkig hebben ze me nu niet meer nodig.”

Tonca stippelt het technische beleid van de zondagvierdeklasser uit. “In het verleden deed ik bijna alles. Sinds we een nieuw bestuur hebben gevonden, hou ik me alleen maar bezig met technische zaken. Veel kleine clubs hebben het moeilijk. Maar ondanks dat wij geen eigen jeugd meer hebben, hebben we altijd wel aanwas. Waar ik weleens moeite mee heb, is de mentaliteit. Ik vraag alleen of ze twee keer in de week willen trainen en zondag een wedstrijd willen spelen. Bij TKA willen we lekker voetballen.”

Na twee lastige seizoenen hoopt TKA onder leiding van Ali Aygun het vierdeklasseschap te behouden. Tonca: “Er zijn trainers zat, maar je moet wel iemand hebben die graag wil. Ali heeft zelf nooit bij ons gespeeld, hij kent het Apeldoornse voetballer natuurlijk wel als geen ander. We hebben best een moeilijk seizoen. Het is te hopen dat we erin blijven. Bij veel spelers mis ik een beetje het TKA-gevoel. Stel dat we eruit zouden gaan, dan is de kans groot dat zij weggaan.”

Het berust volgens de geboren en getogen Apeldoorner op een misvatting dat de Orderbosclub enkel onderdak biedt aan voetballers van Turkse origine. “Wij staan open voor iedereen. TKA is juist heel divers. Er spelen wat Marrokaanse jongens bij ons, we hebben er een aantal van Afrikaanse afkomst en in de kleedkamer praat iedereen gewoon Nederlands.”

Vader Tonca zou zien graag dat zijn oudste zoon Cem, momenteel actief in de o23 van CSV Apeldoorn, na de zomer het shirt van TKA draagt. Over hoe het ervoor staat met de onderhandelingen tussen de ‘td’ en het CSV-talent wil senior weinig kwijt. Met een veelzeggende knipoog: “Hij is altijd welkom bij TKA.”

De Stentor maandag 30 mei 2022

Groen Wit ‘62 heeft titel in de Apeldoornse Bundesliga voor het grijpen; Sybren Mulder na winst in EK-toto ook dicht bij kampioenschap

Voor Groen Wit’62 ligt de titel voor het grijpen na de afgetekende 6-1 uitzege bij TKA. Voor de winnaar van de Apeldoorn Cup volstaat op Tweede Pinksterdag een overwinning tegen SV Orderbos om de kroon op het seizoen te zetten. Een verschil in doelsaldo van achttien goals met het puntgelijke SC Klarenbeek geeft de ploeg van trainer Marcel Vink een naar het zich laat aanzien veilige buffer.

Adriaan Jacobs had er zondagmiddag in het Orderbos als maker van vier van de zes doelpunten een enorm aandeel in dat Groen Wit de voorlaatste horde richting kampioen probleemloos nam. Sybren Mulder steekt er bij de titelfavoriet uit de Maten elke week met kop en schouders bovenuit. En dat is niet zo vreemd in de wetenschap dat de centrale verdediger welgeteld 202 centimeters boven het grasveld uitsteekt.

Afgezien van een situatie met een verdacht penaltyluchtje in de eerste helft, waar de al vanaf de jongste jeugd bij Groen Wit actieve voetballer bij betrokken was, kwam de koploper nauwelijks in gevaar tegen TKA. “Bij dat moment was niets aan de hand. Die jongen van TKA zocht het zelf op. Dat zij vlak voor rust 2-1 maakten, was even zuur. We hebben het in de tweede helft heel goed opgepakt”, oordeelde Mulder.

Als fervent Feyenoordsupporter was het voor de groenwitte gigant even slikken dat zijn favoriete club de finale van de Conference League verloor. Met Groen Wit’s vlaggenschip ligt hij, nadat het de afgelopen weken een aantal keren slagzij leek te maken, voorafgaand aan de laatste competitieronde weer helemaal op titelkoers.

Niet in het minst dankzij de lange verdediger. Mulder geldt niet alleen in defensief opzicht als een zekerheidje, met zijn zes competitietreffers deed hij ook aanvallend een flinke duit in het zakje. Met twee goals loodste de 23-jarige security specialist zijn ploeg medio april hoogstpersoonlijk langs Loenermark. Belangrijker was onlangs misschien nog wel zijn late gelijkmaker bij Apeldoornse Boys.

Het verloop van de competitie in beschouwing nemend, verbaast het hem niet dat Groen Wit recent wat steekjes liet vallen. “We hebben het een beetje uit handen gegeven. Blessures van onze backs hebben wel invloed gehad. Met hen erbij kregen we heel weinig goals tegen, terwijl ze allebei ook aanvallend hun steentje bijdragen. Aan de andere kant is het natuurlijk ook gewoon lastig om een heel seizoen scherp te zijn.”

Vorig jaar kwam Mulder als de glorieuze winnaar uit de bus bij de EK-toto van zijn vereniging en mocht hij als hoofdprijs vier kannen bier in ontvangst nemen. Hoewel het Groenwitter te ver gaat om zichzelf op grond daarvan te bestempelen als meestervoorspeller, gaat hij andermaal voor de hoofdprijs. “Bij die EK-toto was ik goed in het voorspellen van iets onvoorspelbaars. Met Groen Wit was de doelstelling al vooraf duidelijk. We kunnen het volgende week afmaken.”

De Stentor maandag 30 mei 2022

Afsluitend competitieduel tegen Zwart Wit ’63 beslist over klassebehoud; Keeper Joris ten Bolscher is overtuigd van handhaving Rood Wit ‘58

Het viel op zich nog wel te verhapstukken dat Rood Wit ’58 na een serie van zes wedstrijden zonder nederlaag met 2-1 bij AGOVV verloor. Vervelender was het dat concurrenten Zwart Wit ’63 en Terschuurse Boys hun wedstrijden wél winnend afsloten. Hierdoor moeten de Puttenaren in hun laatste competitieduel op eigen veld tegen uitgerekend Zwart Wit ’63 minstens één punt halen om het derdeklasseschap voor volgend seizoen veilig te stellen.

Joris ten Bolscher beleefde zaterdag in Apeldoorn in elk geval een veel rustiger middag dan tijdens de eerste ontmoeting met AGOVV. Bij die wedstrijd op de eigen Eendacht moet de Rood Wit ’58-doelman zich bijkans in een schiettent hebben gewaand. Dat hij op die zonnige oktobermiddag ‘slechts’ vijf keer de bal uit zijn net moest halen, mocht gezien het enorme overwicht van de Apeldoorners een klein wonder heten. Meer dan zeven maanden later lag Ten Bolscher beduidend minder onder vuur. Al kon ook hij niet verhinderen dat AGOVV, dat nog altijd een miniem kansje bezit op het behalen van het kampioenschap, de door Carlo Hoogendijk gescoorde openingsgoal na rust omboog in een 2-1 overwinning.

De roodwitte sluitpost kon na afloop vrede hebben met het resultaat. “In de eerste helft ging alles volgens plan. Het klopt dat ik niet al te veel te doen heb gehad. Ik kreeg een paar simpele ballen die voor een keeper makkelijk houdbaar zijn. Het stond goed bij ons. Alles liep naar wens. We kwamen zelfs met 1-0 voor. Dan moet je dat vasthouden. Helaas is dat ons niet gelukt. Je moet niet vergeten dat AGOVV gewoon een heel sterke ploeg heeft Als die gelijkmaker tien minuten later valt, verloopt zo’n wedstrijd misschien wel anders. Maar helaas scoorden zij al meteen na rust”, vond Ten Bolscher dat er niet meer had ingezeten.

Door de zeges van Zwart Wit ’63 en Terschuurse Boys moeten Ten Bolscher c.s. in hun afsluitende competitieduel nog één keer alles uit de kast halen om de nacompetitie tegen degradatie te ontlopen. “Qua uitslagen zat het niet helemaal mee. Maar we leven nog. Het wordt voor ons de dood of de gladiolen. Volgende week laten we De Eendracht trillen. Het gaat ons niet gebeuren dat we degraderen. We gaan er echt alles aan doen om dat te voorkomen. Ik ga er vanuit dat Albert wel een strijdplan bedenkt waarmee we Zwart gaan verslaan”, is de goalie vol vertrouwen dat Rood Wit ’58 zich komend weekend op eigen kracht handhaaft.

Albert van Nijhuis, de trainer van Rood Wit ’58, had er in aansluiting op het verlies in Apeldoorn vooral de smoor over in dat de directe concurrenten wél succesvol waren geweest. “Waar ik al bang voor was, is gebeurd. Zwart Wit en SKV hebben allebei gewonnen. Met name van de 6-0 van Terschuurse Boys begrijp ik echt helemaal niets. Dat ruikt bijna naar competitievervalsing. En dat mag je ook zo opschrijven.”

De Stentor (editie West-Veluwe), maandag 30 mei 2022