Ouderwets inzoomen voor dickpics van Manneken Pis

By | 5 juni 2022

Achter de bal aan (78): Brussel

Vrijdag 3 juni 2022

België – Nederland voor de Nations League. De 128e Derby der Lage Landen wordt mijn eerste buitenlandse voetbaltrip sinds corona in maart 2020 het openbare leven wereldwijd nagenoeg lam legde. Eerder dan zelf verwacht overschrijd ik eindelijk weer grenzen. Al moet ik met de term grensoverschrijdend natuurlijk een beetje uitkijken in barre tijden waarin steeds meer overgevoelige medemensen zich door het minste of geringste uit het lood laten slaan

Met de te verwachten Pinksterdrukte in het vooruitzicht is de verwachting vooraf dat het onderweg naar en in België weleens druk kan worden. Om niet op de ringen van zowel Antwerpen als Brussel onaangenaam kennis te maken met de dagelijkse filepret, gaan we bijtijds weg. Rond kwart voor elf, iets later dan afgesproken, pikt chauffeur Erik me thuis op. Zo zitten we een beetje tussen de ochtend- en avondspits in. Hoewel er op achtereenvolgens de A50, A59, de A2 bij Den Bosch, N65 en A58 behoorlijk wat verkeer op de weg zit, verloopt de reis zonder noemenswaardig oponthoud. Als Erik via Hazeldonk over de E19 België binnenrijdt, bevind ik mij voor het eerst dat k..virus huishoudt weer op buitenlandse bodem. Een bewogen moment, maar niet heus. Ik schiet niet vol. Ik houd het droog.

De passage van Antwerpen verloopt voor de verandering relatief soepeltjes. Nadat Erik het Sportpaleis voorbij is en met gepaste snelheid de Craeybeckxtunnel induikt, ligt de weg naar de Belgische hoofdstad voor ons open. Wel lasten we halverwege Antwerpen en Brussel eerst nog eventjes een korte tussenstop in. We nemen de gelegenheid te baat om in Mechelen twee stadions te bezichtigen. Een standaardritueel op buitenlandse voetbaltripjes. Na ruim drieënhalf jaar geleden voorafgaand aan de 127Derby der Lage Landen in Antwerpen het hemelse genoegen van de onvoltooid verleden tijd van de ‘Hel van Deurne’ te hebben ervaren, zoeken we ons portie hedendaagse voetbalgeschiedenis ditmaal iets zuidelijker.

Zo’n twee uur na vertrek uit Apeldoorn parkeert Erik zijn voertuig voor het Afas Stadion, de thuisbasis van KV Mechelen. In april 1989 zag ik hier hoe de ‘Kakkers’ in het gouden tijdperk van de vermogende voorzitter John Cordier en trainer Aad de Mos tegen Waregem hun vierde en tot dusverre laatste Belgische landstitel in de wacht sleepten. Sindsdien onderging het stadion Achter de Kazerne een spectaculaire metamorfose. Aanduidingen met betrekking tot Covid-19 maatregelen houden de herinnering levend aan minder gezonde, recentere tijden.

Door een open toegangshek wandelen we zo het stadion binnen. De grondige update mist z’n uitwerking niet. De bouwvallige tribunes van weleer zijn vervangen door eigentijdse exemplaren. Ziet er gelikt uit. Wel vraag ik me af hoe en vooral waar stadionbezoekers op wedstrijddagen in vredesnaam hun auto’s moeten parkeren. De straatjes rondom de KV-arena zijn onverminderd krap en smal gebleven. De omringende buurten klaarmaken voor de 21e eeuw zou ook geen kwaad kunnen.

Een tweetal kilometer verderop komen we bij het Oscar van Kesbesbeeckstadion voor een dicht hek te staan. De hoge, markante hoofdtribune van het stadion(netje) van de Koninklijke Racing Club Mechelen kunnen we derhalve alleen van op afstand bekijken. Vergane glorie. De club van Rik de Saedeleer. De beeltenis van de legendarische Belgische tv-commentator, die in het groenwit een verdienstelijke voetbalcarriére kende, is met twee andere clubcoryfeeën vereeuwigd op een muur naast de toegangspoort. De nostalgie druipt er vanaf. In dit bijzondere openluchtmuseumpje wil ik ooit nog eens een wedstrijd live mee beleven. Al voorzie ik ook dan de nodige parkeerproblemen.

Vanaf het moment waarop Erik op zijn routeplanner de naam van de straat intikt waar we in Brussel voorhebben om te parkeren, neemt onze reis enkele verrassende wendingen. Mechelen binnenkomen blijkt eenvoudiger dan de stad weer te verlaten. Veel eenrichtingswegen waar het digitale hulpje geen weet van heeft. Pas na de nodige omwegen komen we weer op de E19 terecht. We verkeren in de veronderstelling dat de laatste kilometers naar het Koning Boudewijnstadion ons over de Brusselse ring naar Strombeek-Bever voert. Dat blijkt een misvatting. Bij Vilvoorde dirigeert zijn route-assistente mijn chauffeur van de snelweg af. Over allerlei overvolle binnenweggetjes met veel te veel vrachtverkeer gaan we omstreeks half vier het einde van onze reis tegemoet. Als we de grote ronde bollen van het Atomium en de lichtmasten van het stadion ontwaren, weten we dat we onze plek van bestemming naderen.

Een gedegen reisvoorbereiding loont. Jarenlange reiservaring verloochent zich niet. Op de beoogde parkeerplek – exact dezelfde als bij het vriendschappelijke duel van oktober 2018 op de Heizel – kan Erik zijn bolide zonder problemen stallen. Alhoewel, helemaal obstakelloos gaat het niet. In de bewuste straat moet een hek parkeerders afschrikken. Tevens hangt er een bord met een inrijverbod. Maar ach, een kniesoor die daar op let. Een prettige bijkomstigheid van wegafzettingen is dat je er vaak langs heen kan rijden. Zo ook ditmaal. Meer dan vijf uur voor de aftrap heeft bovendien nog nergens controlerend personeel post gevat om ongenode gasten weg te sturen. Strategisch is deze plek perfect. Onvoorziene omstandigheden daargelaten zitten we na afloop in no time weer op de Romeinsesteenweg. Vandaar draaien we na enkele tientallen meters zoweer de ring op.

We moeten eerst onze kaarten voor de wedstrijd ophalen. Dat kan tussen 15.00 en 17.30 uur bij het Fan Meeting Point aan de Eeuwfeestlaan, in de schaduw van het Atomium. De verzamelplek voor de ongeveer 2000 Oranjefans die worden verwacht ligt op hooguit een kwartiertje wandelafstand. Ter plekke bevinden zich al enkele tientallen in het oranje gestoken voetbalfans, of wat daarvoor moet doorgaan. In het stralende zonnetje genieten zij er van een hapje en een drankje en niet te vergeten de muziek van FeestDJRuud. Ja, je moet er van houden. Mijn smaak is het niet. Tussen al het opzichtige oranje val ik in m’n donkerblauwe poloshirtje flink uit de toon. We zijn sowieso niet van plan om lang te blijven. Ik moet er niet aan denken. Zóveel gezelligheid en schijtlolligheid kan ik niet verdragen op m’n ouwe dag.

Met onze E-tickets voor de wedstrijd in de pocket en de inhoud van een grote puntzak met krokante Belgische frieten in de maag besluiten we tot een korte sightseeingtour om de tijd tot aan de aftrap van de wedstrijd te doden. Koud is het allerminst. Het kwik is tegen het einde van de middag gestegen tot boven de 25 graden. Ik zweet me een ongeluk. Vreemd genoeg vinden we in de metro naar het centrum welkome afkoeling. Voor 8 euro verzekeren we ons van een dagkaart voor het openbaar vervoer. Sinds 1 juni mogen de Belgen weer publiekelijk reizen zonder mondkapjes. Desalniettemin dragen opvallend veel vrouwen gezichts- en hoofdbedekkende attributen. Multi-cultureler dan in Brussel tref je het in weinig Nederlandse steden aan.

In de metro en op straat hoor ik de meest uiteenlopende talen. Afgaande op de mensenmassa’s in de buurt van de Grote Markt neemt het toerisme naar de Belgische metropool na verziekte coronatijden weer langzaam ouderwetse vormen aan. Bij het beeld van Manneken Pis verdringen de buitenlandse bezoekers zich voor het maken van foto’s en selfies. Ik stel me voor dat dit de hele dag zo doorgaat. Lopendebandwerk. Zeven dagen per week. Het bekendste zeikerdje van België blijft een onweerstaanbare aantrekkingskracht uitoefenen. En dat voor een kereltje van niks. Wie een beetje fatsoenlijke dickpic wil maken moet het het piemeltje van het manneken aanzienlijk inzoomen.

Het aanvangstijdstip van de wedstrijd is vastgesteld op 20.45 uur. Circa anderhalf uur voor de aftrap zijn we weer terug bij het stadion. De gang naar het stadion zit er dan al redelijk in. Het indrinken is in volle gang. Langs de Houba de Strooperlaan verdringen de dorstige supporters van de Rode Duivels zich voor de talrijke kroegen. De anderhalve meter afstand-regel lijkt alweer iets uit lang vervlogen tijden. In grote groepen en in rap tempo slaan de dorstige voetballiefhebbers hun Jupilers achterover. De stemming is prima. Van agressie is absoluut geen sprake. De alom aanwezige politie hoeft nergens op te treden. Elite-eenheden van de Brusselse gendarmerie maken zich hooguit nuttig door bij verkeerslichten auto’s tot stoppen te bewegen wanneer grote groepen supporters de straat willen oversteken.

In een briefing vooraf adviseerde de KNVB iedereen om tijdig in de voor de Nederlandse supporters bestemde vakken plaats te nemen. Tot Champions League finale-achtige taferelen leidt het binnenlaten van het Oranjecontingent geenszins. Het gaat er relaxed aan toe bij. Niks geen provocaties en gezeur van beveiligingspersoneel ditkeer. De uitsmijters van 2018 hebben gelukkig een avondje vrijaf gekregen. Ik sluit ook niet uit dat ze inmiddels gedetacheerd zijn op Schiphol.

Bij de oranje bus ontdek ik Harrie Tiet. ’s Lands meest prominente Oranjefan heeft zijn ballonnen weer onder het shirt gedrukt. Lachen, gieren, brullen. Al moet ik heel eerlijk zeggen dat ik na twee zwar(t)e coronajaren wat meer sympathie kan opbrengen voor types als Harrie dan voorheen. Het kan altijd nóg irritanter, weerzinwekkender en bovenal woker, bewijzen de deugers die de argeloze medemens hun bekrompen wereldbeelden willen opdringen. Lieden met fake tieten en molens of klompen op hun hoofden zaaien geen tweedracht. Die doen niemand kwaad.

Na een min of meer gedwongen coronapauze van meer dan tweeënhalf jaar loop ik weer heel wat oude bekenden tegen het lijf. De Ier Diarmuid in zijn Marco van Basten-shirt is weer helemaal vanuit uit zijn woonplaats Cork naar Brussel gekomen. De harde kern van Roda JC is eveneens present. Virussen kunnen niet verhinderen dat de heren nog altijd druk zijn met het promoten van het voetbal in het diepe zuiden van ons land. De opdruk van de sticker die ik in mijn hand gedrukt krijg vormt daarvan een tastbaar bewijs. ‘Stop dierenproeven, neem MVV-supporters’. Aan creativiteit geen gebrek. Al zien ongetwijfeld veel tere zielen de humor van dit soort dubbelzinnige uitingen niet in.

Uiteraard ontbreekt Hans niet. Na recente uitstapjes met Feyenoord naar Marseille en Tirana heeft ’s lands meest voetbalmaffe kaasverkoper tijd vrij kunnen vrijmaken voor een bliksembezoek aan België. Daags na dit tussendoortje vertrekt hij alweer naar Cardiff voor het volgende Nations League-duel van het Nederlands elftal. Ik begrijp al die tv-stations niet die bijna kopje onder gaan in alle bagger die zij uitzenden. Geef Hans een eigen docusoap. Volg Hans eens een seizoen lang bij al de wedstrijden die hij van Go Ahead Eagles, Feyenoord, Borussia Mönchengladbach en Oranje bezoekt. Dat levert toptelevisie op die z’n weerga niet kent. Er hoeft zelfs helemaal niets in scène te worden gezet. Tegen wat Hans in real life langs de velden meemaakt kan geen enkel Meilandje of ander Nederlands kijkcijferkanon op. En Hans speelt geen rol. Hij blijft altijd zichzelf en spuit onder alle omstandigheden zijn vaak nogal uitgesproken mening.

Van iemand die mij vooraf had voorspeld dat Nederland met 4-1 zou winnen, zou ik de verstandelijke vermogens ernstig in twijfel hebben getrokken. Het gebeurt echt. Het duivelse Oranje doet de fletse Belgen behoorlijk van kleur verschieten. We beleven een gedenkwaardige voetbalavond. Zelfs al betreft het dan ‘slechts’ een potje voor de Nations League. Alle ingrediënten voor een genoegzame voetbalavond komen samen.

Het is zowaar gezellig. Naarmate de wedstrijd vordert, raakt het volume van mijn stemgeluid steeds meer aangetast. Ik klink steeds schorder. Of behoor ik in algemeen beschaafd Nederlands meer schor te zeggen? Ik weet het niet. Het doet ook niet ter zake. Ik houd me nota bene nog redelijk in. Negentig minuten lang voluit meebrullen, zoals 40 jaar geleden op de B-Side bij Go Ahead Eagles, gaat me anno 2022 wat moeilijker af. De blondine uit Venlo die een rij voor me zit draagt ook bij aan de jolige sfeer. Een beetje slap ouwehoeren. Leuke meid. Zo spontaan kom ik ze tegenwoordig zelden tegen.

Het strategisch parkeren van de auto blijkt na afloop eveneens een voltreffer. We moeten hooguit een kwartiertje wachten op hele massa’s Belgen die teleurgesteld afdruipen en in één lange treurmars de Romeinsesteenweg oversteken. Eenmaal aan het rijden neemt Erik eerst abusievelijk de afslag richting Gent, toch bereiken we Nederland weer zonder kleerscheuren. Minder dan tweeënhalf uur na vertrek uit Brussel zet ik thuis in Orden de oranjevuilcontainer op de stoep, die in verband met Pinksteren al zal  worden geleegd op de zaterdag waar we ondertussen al in zijn aanbeland.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *