Auteursarchief: Rob Kruitbosch

Kippenvel bij eerbetoon aan Kaiser Franz en WK-held Brehme

Achter de bal aan (95/2): Frankfurt am Main

Dinsdag 26 maart 2024

Mijn achttiende Duitsland – Nederland zal niet de boeken in gaan als de meest gedenkwaardige van alle burenruzies die ik in de loop der jaren live heb meegemaakt. Wat er los kwam in Hamburg op die gedenkwaardige 21e juni van het al even gedenkwaardige jaar 1988 na de 2-1 zege in de halve finale van het EK zal waarschijnlijk nooit meer worden overtroffen. In een stad als Frankfurt valt desondanks meer dan genoeg te zien en te beleven om de Match Day op verantwoorde en educatieve wijze door te komen.

Met de aftrap van het Freundschaftsspiel tussen de Mannschaft en Oranje om 20.45 uur hebben we ruimschoots de tijd voor een dagje sightseeing. Met een dagkaart voor het openbaar vervoer à 7,10 euro bewegen we ons uiterst voordelig voort door de stad. Helaas is het in het Deutsche Bank Park gevestigde clubmuseum van Eintracht Frankfurt gesloten vanwege de interland. Met z’n Geldmuseum biedt de Deutsche Bundesbank een leerzaam alternatief. Gratis Geld erleben in de expositieruimten bij de Duitse nationale bank is een leuke ervaring te noemen. Je steekt er nog wat van op ook.

Het aansluitende bezoek aan het uitzichtplatform van de Main Tower durf ik zelfs in meerdere opzichten een hoogtepunt te noemen. The sky is the limit. Het uitzicht vanaf de 54e verdieping van de kantoortoren van de Helaba Landesbank Hessen-Thüringen, de op vier na hoogste wolkenkrabber ter plaatse, is werkelijk adembenemend. Vanaf bijna 200 meter hoogte zie je de stad en verre omgeving vanuit een ongeëvenaard perspectief. Het is de 9 euro entree meer dan waard. De Main Tower mag zich in een grote belangstelling verheugen. Hele hordes Frankfurt-bezoekers sluiten geduldig achter in de rij aan om zich met de lift naar grote hoogten te laten vervoeren.

Bij een Ierse pub met de naam Waxys kunnen we tussen 14.30 en 16.30 uur onze tickets voor de wedstrijd afhalen. Zoals bij elke uit-interland van het Nederlands elftal is het er mij weer veel te gezellig… Aangezien er slechts 400 ‘echte’ Oranje-supporters naar Frankfurt komen, hoeven we er niet meer tijd te besteden dan noodzakelijk. Om even bij te kletsen met de ook aanwezige Rico Brouwer neem ik vanzelfsprekend wel even de tijd. Mijn in no-time tot hoffotograaf van Oranje opgeklommen plaatsgenoot vertelt dat hij in de vroege ochtend uit Apeldoorn is weggereden en morgen weer huiswaarts keert.

De wedstrijd van vanavond blijft toch datgene waar ik in de eerste plaats voor naar Duitsland gekomen ben. De scherpe kantjes mogen er dan tegenwoordig een beetje af zijn. Opa heeft zijn fiets immers al lang weer terug. Historisch besef is bij de huidige generatie ver te zoeken. Zelfs Duits spreken is bij het overgrote deel van de Nederlandse jongeren al Fehlanzeige. Voor mij blijven de interlands tegen onze oosterburen toch by far de mooiste wedstrijden die er zijn. Winnen van de Duitsers smaakt toch altijd net iets lekkerder dan een zege op elk willekeurig ander land. Al zal je het ‘O, wat zijn die Moffen stil’ en het smadelijke ‘Auf Wiedersehen, auf Wiedersehen’ anno 2024 niet gauw meer horen in een stadion. De editie in Frankfurt wordt alweer de achttiende (West-)Duitsland – Nederland die ik bijwoon, mijn 224e interland in totaal.

Om half zeven nemen we vanaf het Hauptbahnhof de S-Bahn naar station Frankfurt-Stadion. Ondanks dat het een ritje betreft van nauwelijks tien minuten, kent de reis een verre van prettig verloop. Er zitten (al kan ik beter zeggen ‘staan’) veel te veel passagiers aan boord. Iedereen in de trein staat tegen elkaar gepropt. Samengeperst als sardientjes in een blik. Als dit een voorproefje vormt van wat EK-bezoekers komende zomer te wachten staat, dan kunnen ze hun hol nog op. Wervende reclame voor de DB, de Duitse NS, is het chaotische vervoer in geen geval.

Bij het stadion verloopt een en ander stukken soepeler. De toegang van de meer dan 48.000 toeschouwers in de uitverkochte arena verloopt nagenoeg vlekkeloos. Zelfs het fouilleren levert geen onnodige irritaties op. De controle op ongeoorloofde items verloopt niet op zo’n overdreven manier als ruim 24 uur eerder bij de tweestrijd tussen de vrouwen Eintracht en Werder Bremen. De ordetroepen, die in grote aantallen in gevechtstenue op strategische plekken klaar staan om in te grijpen voor het geval dat nodig mocht zijn, boezemen ook wat meer ontzag in dan de veredelde padvinders waarmee ze het in het Google Pixel Frauen-Bundesliga moeten doen.

Samen met de overige 399 Nederlanders moet ik plaatsnemen in Block 20A. Dave en Jerome, mijn oude bekenden van Roda JC, komen pas kort voor de aftrap het vak binnen. Het kostte beide heren nogal moeite een parkeerplaats in de buurt van het stadion te vinden. Na afloop van de wedstrijd rijden zij meteen weer terug naar huis. Van wat ik zo om me heen hoor zijn zij niet de enigen die er een bliksembezoek van maken. Dat MVV in zwaar weer verkeert, deert de heren uit Kerkrade weinig. Van een mogelijk faillissement van hun regionale rivaal uit Maastricht ligt het duo niet wakker. Erg veel genegenheid bestaat er niet tussen de supporters van de diverse Limburgse profclubs.

Die wederzijdse afkeer valt te vergelijken met hoe Duitse en Nederlandse fans elkaar in de jaren ’80 en ’90 bejegenden. Vandaag de dag is er nauwelijks meer sprake van onderlinge hatelijkheden. De volksliederen kunnen vanavond zonder gefluit en gejoel van de supporters van de tegenpartij gespeeld worden. Dat was in de goeie ouwe tijd wel anders. Mooi en respectvol vind ik het eerbetoon voor de recent overleden Franz Beckenbauer en Andreas Brehme kort voor aanvang. Duitsers en Nederlands in het Deutsche Bank Park klappen samen voor zowel Kaiser Franz als de maker van de enige goal in de WK-finale van 1990. Een kippenvelmoment.

Problemen heb ik gedurende de eerste helft alleen met de ‘echte’ Oranje-supporter voor me. Bij elke aanval van Nederland springt hij op. Daardoor kan ik niet zien wat er op het veld gebeurt. Vreselijk irritant. Als ik er wat van zeg en hem met een paar nette krachttermen vraag of hij wil blijven zitten, reageert hij gepikeerd. Na de rust begint hij nota bene zelf te zaniken wanneer iemand op de rij voor hem hetzelfde doet als waarmee hij mij lastig viel. Wat een enorme Jan Doedel!

Dat de Duitsers in de slotfase de winnende 2-1 maken, is jammer. Niet meer dan dat. Ondanks dat het mijn meest geliefde buren betreft, zal ik er eerlijk gezegd niet slechter van slapen. De reacties van de 48.000 in Frankfurt aanwezige Schlachtenbummler spreken wel boekdelen. Medio was ik in Gelsenkirchen persoonlijk getuige van hoe de fans hun Mannschaft na een nederlaag in een nietszeggend oefenpotje genadeloos uitfloten. Het kostte toenmalig Bundestrainer Hansi Flick zelfs zijn job. Nu hebben ze, nadat in vier dagen tijd Frankrijk en Nederland verslagen zijn, hun grosse Klappe weer terug. Na de winnende goal van invaller Füllkrug gaan de Duitse supporters ineens tekeer alsof ze zojuist Europees kampioen zijn geworden. Heerlijk, dat opportunisme dat zoveel voetbalfans kenmerkt. Het lijken wel Nederlanders…

Een herkansing laat trouwens niet lang op zich wachten. Voor het geval beide landen elkaar op het komende EK niet opnieuw tegenkomen, krijgt Nederland in het najaar voor de Nations League liefst twee kansen om zich te revancheren.

Lauwe Bratwurst op een frisse maandagavond in de Google Pixel Frauen-Bundesliga

Achter de bal aan (95/1): Frankfurt am Main

Maandag 25 maart 2024

Frankfurt am Main geniet bekendheid als het financiële hart van Europa. Daags voordat het Nederlands elftal te gast is in het Deutsche Bank Park, zoals het illustere Waldstadion van weleer anno 2024 door het leven gaat, strijk ik er al neer. De wedstrijd tussen de vrouwen van Eintracht Frankfurt en Werder Bremen in de Google Pixel Bundesliga, zoals de hoogste speelklasse der voetballende dames in Duitsland zo mooi heet, vormt een aantrekkelijke opwarmer voor de vriendschappelijke clash met onze innig geliefde oosterburen.

Chauffeur Erik heeft op deze zonnige maandag iets meer dan vier uur nodig om het ruim 360 kilometer lange traject vanaf Apeldoorn te overbruggen. De meeste Baustellen onderweg bevinden zich in de tegenovergestelde richting. Die bewaren we voor de terugweg. Tegen half vier doemt de skyline van ‘Mainhattan’ aan de horizon op. Een kwartiertje later zijn we ingecheckt bij het Trip Inn Hotel Minerva, dat op twee minuten lopen van het Hauptbahnhof ligt. Afgelopen zomer heb ik er al eerder overnacht. Na onze spullen in onze kamers te hebben gestald, steken we de straat over om op het Centraal station het eerste broodje Schnitzel van deze tweedaagse trip te verorberen. Dat gaat er wel in.

Zoals altijd krioelt het in het aankomst- en vertrekgedeelte van de mensen. Reizigers haasten zich naar hun treinen. Vriendelijke jongedames, afkomstig uit Bulgarije of Roemenië, lopen te schooien om Euro’s. Met kinderwagen en al. De dames opereren in koppels. Ze klampen iedereen aan.

In het Bahnhofsviertel, tegenover het stationsgebouw, is zo op het oog ook weinig veranderd sinds vorige bezoeken aan de Mainmetropool. De crème de la crème van Frankfurt houdt er nog altijd huis. De zelfkant van de maarschappij laat zich in deze troosteloze omgeving van z’n meest treurige kanten zien. Zwervers en junkies vullen de straten en portieken. Voor de ingangen van obscure bars en de Laufhäuser hangen louche types rond om een oogje in het zeil te houden. Oost-Europeanen en Arabieren hebben de plaatsen ingenomen van de oorspronkelijke lokale penoze.

Erg druk lijkt het me kort voor vijven niet bij de bordelen in de beruchtste wijk ter plaatse. Daar komt bij het komende EK voetbal in juni ongetwijfeld verandering in. Dan wemelt het er vast en zeker weer van de Engelsen, net als bij voorgaande voetbaltoernooien op Duits grondgebied. Die strijken dan weer in groten getale in het Bahnhofsviertel neer om zich ongeneerd te bezondigen aan wat ze op hun eigen eiland niet mogen. Het zou me niet verbazen wanneer Frankfurt en de andere speelsteden een hete zomer tegemoet gaan. Net als in 1988.

Er bestaan volop plaatsen waarvan je denkt dat je er nooit meer terugkomt wanneer je er toevallig een keer geweest bent. Ik heb het gehad in Trnava, Aldershot of Minsk, om er een paar te noemen. Toen ik in augustus met m’n 49 Euro Ticket per trein Duitsland aan het (her)ontdekken was had ik evenmin verwacht het Stadion am Brentanobad in Frankfurt ooit nog eens van binnen te zien. En toch gebeurt het. Nauwelijks zeven maanden later is het al zover.

Was er die eerste keer sprake van een bezoek aan een onvergetelijk potje van SG Rot Weiss Frankfurt in de Staffel Süd van de Verbandsliga Hessen op het kunstgrasveld achter het stadion. Ditmaal maak ik samen met Erik de wandeling vanaf U-Bahnhalte Fischstein naar het naast het zwembad in Bockenheim gelegen stadionnetje om er de vrouwen van Eintracht aan het werk te zien. Een heuse Bundesligawedstrijd. Met Werder Bremen als tegenstander. Nummer vier tegen nummer zeven. We zijn zeker niet de enigen. Omstreeks half zeven, een uur voor de aftrap, loopt het al lekker aan. Het is gezellig druk.

Ik verbaas me wel enigszins over de hoeveelheid beveiligingspersoneel dat bij zo’n vrouwenwedstrijd op de been is. Iedereen die het stadion wil betreden, wordt gefouilleerd. Ze nemen het wel heel erg serieus. De gorilla met een geel hesje die mij onder handen neemt wil zowaar mijn kleine digitale fotocamera in beslag nemen. Volgens hem is het verboden om die mee naar binnen te nemen. Na ruggenspraak met iemand van een of andere beveiligingsfirma, die blijkbaar de supervisie heeft, komt hij op z’n besluit terug. Ik hoef mijn fototoestel bij nader inzien toch niet in te leveren.

Elf euro kost een staanplaatskaartje maar liefst. Je moet er wat voor over hebben om de subtop van het Duitse vrouwenvoetbal live te mogen bewonderen. De echte liefhebbers laten zich niet weerhouden door de pittige toegangsprijzen. Naarmate de aftrap dichterbij komt stromen de tribunes toch steeds voller. Als officieel toeschouwersaantal zal later op de avond een aantal van meer dan 2800 toeschouwers worden omgeroepen. Ik heb het idee dat er veel meer mensen zitten. En vooral staan. Op de lange zijde staat het hutjemutje. Compleet met vlaggen en sjaals. Eintracht- en Werder-fans kriskras door elkaar. Diarmuid, de Oranje-fan uit het Ierse Cork die ik bij nagenoeg elke interland van Nederland tegenkom, kom ik ook op deze frisse maartse maandagavond weer tegen. Echte fijnproever.

De catering laat nogal te wensen over. On-Duits! De Bratwurst die ik als pre-match snack nuttig, is nogal lauw van smaak. Met het voetbal is het een beetje hetzelfde. Ik raak niet in vuur en vlam van het vertoonde spel dat we gedurende 90 minuten krijgen voorgeschoteld. Warm krijg ik het er niet bepaald van. Ik ben blij dat ik m’n winterjas heb aangetrokken. De cornervlaggetjes in de kleuren van de regenboog zijn feitelijk het enige dat het spektakel, dat door de Eintracht-dames dik verdiend met 2-0 wordt gewonnen, werkelijk van enige kleur voorziet.

Los van de lauwe worsten en het niet al te beste spel heeft Eintracht de zaakjes organisatorisch prima voor elkaar. Bij het betreden van de arena kreeg ik zowaar een heus programmaboekje in de handen gedrukt, Blätche genaamd. In plat Hessisch vertaald: blaadje. Compleet met poster van één van de Frankfurter heldinnen. Kan ik mooi boven m’n bed hangen…

Qua professionaliteit kunnen de verongelijkte meisjes uit onze eigen Azerion Eredivisie veel leren van hun collega’s uit ons grote buurland. De dames kunnen wel minstens het minimum loon eisen voor hun inspanningen, er moet natuurlijk wel een markt voor zijn. Het geld moet wel ergens vandaan komen, dat groeit niet aan de bomen. Dat de marktwerking in Duitsland, een land met meer dan 80 miljoen inwoners, wél resulteert in een professionele vrouwenvoetbalcompetitie met bijbehorende salarissen ligt toch zeker voor de hand. Die achterstand lopen ‘we’ van z’n lang zal ze leven niet meer in.

Kwakkelend Beekbergen krijgt punten niet cadeau van SV Orderbos

Met pijn en moeite ontdeed Beekbergen zich zondag in de derde klasse B van gedoodverfd degradant SV Orderbos. De bitterballen, waarop een sponsor gewoontegetrouw de man van de wedstrijd beloont, smaakten er na afloop evenwel niet minder om.

Beekbergen kent een matige start van 2024. Sinds de jaarwisseling wil het niet bepaald vlotten. Van de acht competitieduels tot aan de confrontatie met SV Orderbos verloor het er vijf. Alleen GSV ’38 werd verslagen. Die 3-2 zege aan de Veldhofweg dateerde echter alweer van 28 januari.

Uitzichtloos is de situatie vooralsnog allerminst. Beekbergen houdt de kansen op handhaving volledig in eigen hand. De achterstand op het op de veilige tiende plek geklasseerde Rheden bedroeg tot aan zondag slechts drie punten. De minder rooskleurige klant van de medaille was daarentegen dat enkel het minder slechte doelsaldo in vergelijking met de nummer voorlaatst VVO de Beekbergenaren van een rechtstreekse degradatieplaats scheidde.

Selectiespelers van de derdeklasser die wat minder op dreef zijn krijgen de twijfelachtige eer een week lang door het leven te moeten als ‘Pietertje van de Week’. Met inbegrip van een bijbehorend roze T-shirt. Om niet collectief uit te groeien tot ‘Pietertjes van het seizoen’ mocht de al bijna zekere degradant SV Orderbos daarom gerust de juiste tegenstander op het juiste moment worden genoemd. Al viel de doorweekte praktijk toch behoorlijk tegen. De kwakkelende thuisploeg kreeg die zo broodnodige drie punten zeker niet cadeau.

De bezoekers uit Orden waren niet naar Beekbergen afgereisd om voor de zoveelste keer dit seizoen als schietschijf te fungeren. Het paste helemaal in het beeld van de wedstrijd dat de enige goal op deze onstuimige middag, waarop het vertoonde spel bijna even slecht was als het weer, uit de lucht kwam vallen. Uit diezelfde hemel van waaruit gedurende het overgrote deel van de match een aanzienlijke hoeveelheid nattigheid neerdaalde op het Beekbergense kunstgras. Bij de eindafrekening op 26 mei kan die treffer van Timme de Ru voor de formatie van trainer Danny van Engeland misschien wel eens héél belangrijk blijken te zijn.

“Aan het einde van het seizoen praat niemand meer over deze wedstrijd. Vorige week bij Witkampers speelden we echt goed en leverde ons dat een punt op. Vandaag heb je natuurlijk te maken met een heel andere tegenstander. Het weer was even troosteloos als het voetbal. Door al die regen was het veld glad en schoten veel ballen door. Maar dat neemt niet weg dat we zelf ook veel te weinig afdwongen”, wond Van Engeland er nadien geen doekjes om. De drie punten waren het enige geweest dat telde in het weinig verheffende spektakel.

Het afgelopen seizoen was Beekbergen dan wel de enige zondagderdeklasser uit de Gemeente Apeldoorn die de nacompetitie om promotie haalde. Ook in die doldwaze competitie van toen moest het tot het laatste moment vrezen voor degradatie. Een jaar later is het niet anders. “We moeten nog zes wedstrijden. We bekijken het van wedstrijd tot wedstrijd”, gaat de trainer desondanks vol goede moed de slotfase van het seizoen tegemoet.

Bernard van Werven, die Beekbergen in 2012 naar de tweede klasse leidde, heeft zich ondertussen al lang neergelegd bij het onvermijdelijke. Hij had wel enig recht van spreken door te beweren dat er meer in had gezeten voor zijn structureel onderbemande equipe. “Maar dan zit ‘m net weer niet mee”, vertelde de Orderbos-trainer in één zin het verhaal van een heel seizoen.

Van Werven had aangegeven na dit seizoen te stoppen, maar kwam onlangs op dat besluit terug. Het komend seizoen neemt hij het eveneens zieltogende Apeldoornse Boys onder zijn hoede. “Ik ben daar ooit begonnen. Het is mijn club. Als ik voor mezelf de cirkel ergens rond wil maken, dan is het het mooiste om dat bij Apeldoornse Boys te doen.”

De Stentor maandag 25 maart 2024

Beulswerk in de schuur van Maikel van Zeist maakt Jelle Bosma sterker

Jelle Bosma gaat dit seizoen andermaal door het leven als de Benjamin in de selectie van Draisma Dynamo. Op 8 maart vierde de getalenteerde middenaanvaller zijn 21e verjaardag. Een wezenlijk verschil met het kampioensjaar 2023, dat hij door fysieke ongemakken grotendeels langs de zijlijn beleefde, is dat hij zijn kwaliteiten inmiddels steeds vaker ín het veld mag showen.

De krachttrainingen die hij volgt bij Maikel van Zeist missen hun uitwerking niet op Bosma. “Vorig jaar zat ik veel bij de fysio. Toen ik daarmee klaar was, zei Maikel dat hij me best wilde helpen. Die eerste keer dat ik bij hem de schuur inging, ben ik echt helemaal naar de getver gegaan. Toen we gingen squatten piepte en kraakte alles. Hemelsbreed woon ik misschien twee kilometer bij hem vandaan. Ik was op de fiets gekomen. Ik ben lopend weer naar huis gegaan. De eerste vier weken voelde ik me slecht. Inmiddels gaat het qua uithoudingsvermogen veel beter”, vertelt het lijdend voorwerp dat hij er veel baat bij heeft hoe zijn ervaren ploeggenoot hem afbeult.

De nuchtere Bosma beseft dat het niet vanzelf aan komt waaien. Wil hij zich als volleyballer blijven verbeteren, dan vergt dat veel lichamelijke arbeid. “Conditietraining is niet leuk, maar het moet wel gebeuren. Die trainingen bij Maikel duren wat langer, maar je bent er wel heel specifiek bezig. Voor mij werkt dat goed. Kijk naar Maikel zelf. Je kan niet zeggen dat hij niet fit is. Ik wil die trainingen graag blijven volgen. Met m’n knie gaat het ook best goed. Dat vrolijkt wel op. In je hoofd is dat prettig.”

Ook op de dagelijkse teamtrainingen gaat hij er stevig tegenaan. De aanwezigheid van tal van gelouterde spelers werkt stimulerend. “Ik ervaar de trainingen altijd als zwaarder dan een wedstrijd. Je krijgt niet de kans om de kantjes eraf te lopen. Jongens als Maikel of Freek de Weijer zeggen waar het op staat. Het gaat er feller aan toe dan vorig jaar. Ik vind dat wel prettig. Zij hebben al veel meegemaakt. Wie ben ik om daar met m’n 21-jarige kop tegenin te gaan?”

Hij voelt het vertrouwen van coach Redbad Strikwerda, is dankbaar dat hij zijn kunnen steeds vaker in wedstrijden mag tonen. “Aan het ritme van veel spelen, daar heb ik wel weer moeten wennen. Ik zie wel wat er gebeurt. Alles wat ik mag spelen, is mooi meegenomen. Zodat een week van trainen ook beloond wordt. Ik ben al lang blij dát ik wat meer kan spelen. Fysiek gaat het prima. De afgelopen weken voel ik me best wel fit. Dat is een wereld van verschil met vorig jaar.”

De vijf sets die hij onlangs in de met de 3-2 gewonnen topper in Doetinchem bij Active Living Orion binnen de lijnen stond vormden een bevestiging van dat hij op de goede weg is. “Orion was mijn eerste serieuze topwedstrijd. Omdat Maikel niet helemaal fit was voelde ik al aankomen dat ik weleens kon gaan spelen. Zo kon ik me er al een beetje op instellen. Meer dan m’n uiterste best kan je niet doen. Die eerste twee sets ging het niet best. Het leek erop dat we al gauw weer naar huis konden. Ik heb niet eens doorgehad dat zij op matchpoint stonden. Zoiets geeft wel aan dat je in een lekkere flow zit.”

Het seizoensverloop tot dusverre stemt Bosma tevreden. “Ik vind dat wij wel een goed seizoen hebben. Je ziet dat iedereen verbetert. Een ploeg als Orion heeft zes, zeven of acht gasten die spelen. Daar doen ze het mee. Ze wisselen nauwelijks. Bij ons staat er altijd iemand klaar wanneer een anders eens niet lekker in z’n vel steekt. Je ziet het ook aan positiewisselingen. Zoals Sjors Tijhuis die van het midden naar de diagonaal ging. Dat pakt goed uit. Allround ontwikkelen we ons. Alles is mooi op elkaar afgestemd. Bij ons kan iedereen starten”, gelooft de jeugdinternational dat tijdens de aanstaande ontknoping van de titelstrijd de ‘sterke bank’ weleens de doorslag kan geven ten faveure van Draisma Dynamo.

Over de nieuwe opzet van de play-offs is hij minder te spreken. “Ik vind het een zwak systeem. Een ploeg die het hele seizoen niet presteert en als vijfde of zesde eindigt, kan toch kampioen worden. Dat vind ik vreemd. Dat is scheef.”

Draisma Dynamo’s langste speler (2,06 meter) hoopt zelf van meer waarde te kunnen worden voor het team. “Er zit zeker nog rek in. Volleybaltechnisch kan ik me verbeteren en valt er nog veel te winnen. Zowel verdedigend als offensief moet ik de efficiency beter in orde brengen. Als midden moet je je zooi voor elkaar hebben. Ik moet met elke spelverdeler kunnen samenspelen. Een spelverdeler hoeft zich niet aan mij aan te passen. Ik moet me juist kunnen aanpassen aan die spelverdeler”, cijfert de jeugdinternational zich zonder morren in het teambelang weg.

De trainer van het Dames 2-team van Alterno voelt zich thuis in de Draisma Dynamo Arena. “Eigenlijk hoop ik wel dat ik nog een jaar langer kan blijven. Wat meer vastigheid en continuïteit opbouwen, zou wel fijn zijn. Ik hoef niet zo snel mogelijk naar het buitenland, zoals anderen dat wel vaak willen. Dat kan op m’n 24e ook nog. Laat ik eerst maar eens een keer écht kampioen worden. Er meer aan bijdragen dan vorig seizoen. Het vooruitzicht van zo’n BeNe-Liga is ook wel interessant. Ik heb vorig jaar nauwelijks gespeeld, maar ik heb bij Dynamo wel een kans gekregen. Dat is van allergrootste waarde geweest.”

Als toetje op het lopende volleybaljaar wacht Bosma mogelijk nog deelname aan het Europees Kampioenschap voor spelers onder 22 jaar. Met de finale in Omnisport. “Ik ben daar nu nog niet echt mee bezig. Eerst wil ik het huidige seizoen met Dynamo tot een goed einde brengen. Met mijn lichting heb ik nog nooit een eindtoernooi gespeeld. Natuurlijk wil je altijd zover mogelijk komen. Landen als Italië, Frankrijk en Polen doen mee. Die zijn serieus goed. Dat gaat een hele kluif worden. Hopelijk halen we de finaleronde en kunnen we onszelf belonen door in Apeldoorn te komen.”

Draismadynamo.nl vrijdag 22 maart 2024

Aan Europacupseizoen 2023 komt een einde in Aziatisch deel van Turkije; Uitverkochte Draisma Dynamo Arena als onvergetelijk sluitstuk

Voor de vierde keer in successie overleefde Draisma Dynamo de kwalificatiefase voor de Champions League niet. De thuiswedstrijd tegen Fenerbahçe in een uitverkochte Draisma Dynamo Arena voorzag het Europacupseizoen van de kampioen van Nederland daarentegen wel van een onvergetelijk staartje.

Om te mogen wedijveren met de absolute Europese volleybaltop in de groepsfase van de Champions League moesten de mannen Draisma Dynamo twee kwalificatierondes met succes doorstaan. Bij de eerste aanloop ging het helaas direct alweer mis. In een vierkamp in het Oostenrijkse Innsbruck konden Redbad Strikwerda’s elitetroepen de hooggespannen verwachtingen niet in klinkende resultaten omzetten tegen het Finse Sastamala, het organiserende Hypo Tirol en SC Prometey Dnipro uit Oekraïne.

“In alle drie de wedstrijden hadden we kansen om te winnen. Als we zo hadden gespeeld als in de Supercup tegen Lycurgus, dan waren we verder gekomen. Daar ben ik van overtuigd. Zo groot waren de verschillen niet. Onze tegenstanders waren efficiënter. Wij misten het vermogen om de wedstrijden te killen”, keek Edvin Svärd naderhand met gemengde gevoelens terug op de drie wedstrijden in Tirol.

Van dat de bijna 900 kilometer lange reis met mini-busjes werd afgelegd, werd Draisma Dynamo’s Zweedse libero niet koud of warm. In zijn eigen land was hij bij verre uitwedstrijden niet anders gewend. “Met Falkenberg zaten we bij onze verste uitwedstrijd 9,5 uur in de bus. Dan moesten we helemaal naar het noorden van het land. En omdat ons bestuur op hotelkosten wilde besparen, gingen we dan na afloop van de wedstrijd meteen weer terug…”

De reis door Europa ging daarna in de zestiende finales van de CEV Cup verder naar Montenegro. De uitwedstrijd tegen Budva ging bijna letterlijk en figuurlijk de mist in. Een aanzienlijke vertraging bij de vlucht vanuit Eindhoven bevorderde een optimale voorbereiding op het duel niet bepaald. Bij de return in Apeldoorn poetste Draisma Dynamo de 3-0 nederlaag van zes dagen eerder alsnog weg. De Golden Set, die de beslissing moest brengen, werd uiteindelijk met pijn en heel veel moeite verzilverd.

“Over die uitwedstrijd in Budva kunnen we wel allerlei smoesjes gaan verzinnen, maar uiteindelijk komt het er op neer dat we daar niet goed genoeg presteerden. In de thuiswedstrijd hebben we laten zien dat we die gasten wél verslaan als we ons niveau halen”, vond passer/loper Cas Abraham dat het verlies in de heenwedstrijd toch vooral te wijten was aan het matige eigen optreden. Aanvoerder Freek de Weijer deelde die mening. “We verloren daar niet van de tegenstander, maar van ons eigen niveau. We maakten het onszelf moeilijk. Als je drie of vier punten voor staat in een set, dan moet je het afmaken.”

Over de thuiswedstrijd tegen het Turkse Fenerbahçe, de tegenstander in de achtste finales, zal iedereen die er live bij was over jaren nog spreken. Voor Arjan de Frens ging een droom in vervulling. Sinds Draisma Dynamo’s bevlogen perschef zich met ziel en zaligheid inzet voor de club heeft hij altijd geroepen dat hij de Draisma Dynamo Arena een keer vol wilde krijgen. Op die gedenkwaardige twaalfde december was het eindelijk zover. Met behulp van bevriende relaties uit de Turkse gemeenschap resulteerden de inspanningen in een afgeladen volle hal.

De ambiance was ernaar. De vocale inbreng van in groten getale aanwezige ‘ultras’ van de Nederlandse Fenerbahçe-fanclub toverde de hal om tot een heuse heksenketel. De jarige Erik van der Schaaf – hij werd 30 – zal op zijn verjaardag niet eerder zo hartstochtelijk zijn toegezongen dan tijdens deze zinderende volleybalavond. Ook Yannick Bak was onder de indruk. “De hele hal was uitverkocht. Het was wel genieten. Al ben je tijdens de wedstrijd meer bezig met de wedstrijd zelf.”

Voor de return keerde Draisma Dynamo terug aan de oevers van de Bosporus, in de stad waar het in 1986 de allereerste Europacupuitwedstrijd uit de clubgeschiedenis afwerkte. Destijds heette de tegenstander Galatasaray, de grote rivaal van ‘Fener’. Coach Redbad Strikwerda (als speler) en verzorger Rob van den Berg waren 37 jaar eerder bij die Europese primeur ook al van de partij. Dat er in het Aziatische deel van Istanbul een einde kwam aan Draisma Dynamo’s actuele Europacupseizoen, kwam niet als een verrassing. Na de 3-1 thuisnederlaag lukte het in de Burhan Felek Voleybol Salonu niet om een eigen sprookje van 1001 nacht te schrijven.

De dubbele confrontatie met de Turkse grootmacht wees Yannick Bak en zijn teamgenoten op hun tekortkomingen. “Er is sprake van kwaliteitsverschil. Bij Fenerbahçe verdient één speler meer dan onze hele selectie bij elkaar. Juist tegen zo’n tegenstander wil je laten zien wat je kan. Dat is hier beter gelukt dan daar. Zelfs op een slechte dag zijn zij goed genoeg om van ons te winnen. We gingen er in Istanbul kansloos af, maar toch leer je er veel van. Ze zijn beter qua hoogte, qua power, qua snelheid, in alles wat een volleyballer sterker maakt. Af en toe is het in zo’n wedstrijd gewoon spieken naar wat zij doen.”

Via Innsbruck en Budva naar Istanbul

Eerste kwalificatieronde Champions League, vierkamp in Innsbruck (Oos)

27 oktober 2023

Draisma Dynamo – Ford Levoranta Sastamala (Fin) 0-3 (19-25, 28-30, 22-25)

28 oktober 2023

Draisma Dynamo – Hypo Tirol (Oos) 1-3 (25-23, 36-38, 23-25, 19-25)

29 oktober 2023

Draisma Dynamo – SC Prometey Dnipro 2-3 (22-25, 25-13, 25-21, 18-25, 11-15)

CEV Cup, 1/16 finales, heenwedstrijd

23 november 2023

Budva (Mon) – Draisma Dynamo 3-0 (25-22, 26-24, 25-21)

CEV Cup, 1/16 finales, return

29 november 2023

Draisma Dynamo – Budva (Mon) 3-0 (25-20, 25-17, 25-18)

Draisma Dynamo plaatst zich na winst in Golden Set (19-17) voor volgende ronde

CEV Cup, 1/8 finales, heenwedstrijd

12 december 2023

Draisma Dynamo – Fenerbahçe (Tur) 1-3 (16-25, 25-23, 19-25, 16-25) 

CEV Cup, 1/8 finales, return

20 december 2023

Fenerbahçe (Tur) – Draisma Dynamo 3-0 (25-13, 25-17, 25-22)

Magazine Businessclub Dynamo voorjaar 2024

Tijdelijke trainer vrouwen Draisma Dynamo maakt het niet moeilijker dan dat het is; ‘Duizendpoot’ Harry van den Brink zweert bij duidelijkheid

Na het voortijdige vertrek van Arjen Schimmel als trainer/coach van het vrouwenteam van Draisma Dynamo volstond een telefoontje van Jorg Radstake aan een voormalig ploeggenoot om tot aan het eind van het huidige volleybaljaar in de opvolging te voorzien. Met oud-internationaal Harry van den Brink (55) maakte de trainer zijn opwachting die afgelopen seizoen de vrouwen van Friso Sneek naar de landstitel loodste.

De inwoner van Hattem had na het succesjaar in Friesland eigenlijk een volleyballoze periode voor zichzelf ingelast. Op het moment waarop Draisma Dynamo hem benaderde, hapte Van den Brink toch toe. Het bloed kruipt bij het als teamleider bij Landstede in Harderwijk werkzame volleybaldier waar het niet gaan kan. De afstand vanuit zowel zijn woon- als werkplaats naar Apeldoorn valt te behapstukken. Het valt tevens te combineren met het eigen coachingsbureau dat de professionele ‘probleemoplosser’ al sinds 2003 beheert.

“Ik ben wel een beetje een duizendpoot. Ik weet eigenlijk niet beter. Ik doe het met weinig slaap en blijf er energiek van”, zegt de coach van zichzelf. Van den Brink ziet wel raakvlakken tussen het begeleiden van uiteenlopende personen uit het bedrijfsleven en sportlieden. “Ik kan goed de vinger op een zere plek leggen. Je moet zorgen dat je de poppetjes op de juiste plek zet.”

In zijn geboorteplaats Wezep holde hij aanvankelijk achter een bal aan. “Tot m’n zestiende heb ik gevoetbald. Bij WHC. Ik was voorstopper. Ik kon best aardig voetballen. Ik zat altijd in selectie-elftallen. Toen ik ging volleyballen bij VZK, ging het eigenlijk vanzelf. Ik was al lang en zat motorisch goed in elkaar. Binnen twee jaar werd ik gevraagd door Reflex en Zwolle. Hoewel Reflex in de eredivisie speelde, koos ik voor Zwolle. Al vond ik het heel moeilijk om de overstap te maken. Ik had het prima naar m’n zin bij VZK. Lex Honingh, de trainer van Zwolle, sprak toen het toverwoord. Hij zei dat ik altijd weer naar Wezep terug kon gaan als het me niet beviel.”

Van den Brink ervoer zijn Zwolse jaren in meerdere opzichten als een feest. “In mijn eerste jaar werden we ongeslagen kampioen van de eerste divisie. We hadden een jong team. We trainden vier keer in de week. In de avonduren. Voor die tijd was dat veel. In de eredivisie gingen we naar een grotere hal. Dat werd groots aangepakt. Vanaf dag één zat het vol. Er kwamen elke wedstrijd wel 1500 toeschouwers. Ik denk dat wij in die dagen gemiddeld meer publiek trokken dan PEC Zwolle. Kuipers, de sponsor, was heel goed in het vermarkten. Zo was er destijds al een sponsortribune. En er was een voorprogramma. Met showorkest Jubal of een dweilorkest. Als wij dan de zaal in kwamen, stond het publiek al op de banken.”

In zijn actieve tijd werd er vanuit Apeldoorn al gehengeld naar zijn diensten, zo vertelt hij. “Ik heb al met al dertien jaar met Zwolle in de eredivisie gevolleybald. Ondanks dat ik veel gevraagd ben door andere clubs. Ook uit het buitenland. Bij Maaseik kon ik in de guldentijd een ton per jaar verdienen. Dynamo toonde ook meer dan eens interesse. Ik zat in Heerenveen op het CIOS. Paul van Sliedrecht, de trainer van Dynamo, kwam daar vandaan. Die kwam langs om een kopje koffie met mij te drinken. Roel Vennik, de toenmalige teammanager van Dynamo, belde me elk jaar. Op een gegeven moment zei hij: ik bel jou niet meer. Als je wilt komen, dan bel je mij maar.”

Vanuit zijn opleiding rolde hij bijna automatisch het trainersvak in. “Op het CIOS was ik al bezig met volleybal. Tot na m’n dertigste heb ik doorgespeeld. Toen de kinderen kwamen, ben ik gestopt. Ik ging daarna meteen door als trainer. In het begin deed ik zelf nog weleens mee. Tot aan Sneek heb ik alleen maar mannen getraind. Tegen mannen kun je doorgaans wat meer zeggen. Vrouwen werken over het algemeen langer. Zij hebben behoefte aan duidelijkheid. Transparantie is daarom heel belangrijk.”

In coronatijd ebde het plezier enigszins weg en zette de destijds als trainer van de mannen van EVV uit Elburg actieve Van den Brink er een punt achter. Een onverwacht telefoontje uit Friesland blies zijn trainersloopbaan in de nazomer van 2022 nieuw leven in. Hij ging de uitdaging aan bij Friso Sneek en voerde de Friezinnen zowaar naar het landskampioenschap.

“Vera Koenen had in principe toegezegd, maar zag er vanaf na het vertrek van een groot aantal speelsters. Toen belden ze mij. Ik had nog nooit dames getraind en wist helemaal niets van damesvolleybal. Ik ging met het bestuur kletsen en had meteen in de gaten dat de randvoorwaarden perfect waren. Doordat we begonnen met negen speelsters, raakten we al heel snel ingespeeld. Toen we in die best-of-five serie terechtkwamen tegen Utrecht, heb ik geen moment getwijfeld dat wij kampioen zouden worden”, vertelt Van den Brink dat zijn pupillen loon naar werken kregen.

De succescoach hield het desondanks na één seizoen voor gezien in Friesland. Het dagelijkse heen en weer rijden slokte te veel tijd op. “Ik heb wel gezegd: ik ga eruit met een knal. Dat is wel redelijk gelukt”, zegt de kampioenenmaker met enig gevoel voor understatement.

Halverwege het seizoen instappen bij Draisma Dynamo zag Van den Brink niet als onoverkomelijke hindernis. Al gaat het proces om het in Apeldoorn aanwezige talent te koppelen aan klinkende resultaten niet van de ene op de andere dag, verduidelijkt hij. “We zijn aan het bouwen, willen het verder finetunen. Tijd is daarbij het grootste probleem. Uit deze selectie valt meer te halen. De simpele fouten moeten eruit. Ze moeten nog leren winnen, zichzelf bewust worden van dat ze het kunnen. Dat moeten ze eerst twee of drie keer ervaren.”

Geen vetpot als international

Harry van den Brink haalde in 1992 als speler van Kuipers Zwolle zelfs het nationale team. Sportief misschien het hoogst haalbare voor elke volleyballer, financieel leverde het hem weinig op.

“Officieel heb ik vier caps op m’n naam staan. Ik heb zo’n driekwart jaar bij het Nederlands team gezeten. De Chinees Pang was bondscoach. Achter de coulissen was Joop Alberda al aan het kneden. Nederland had dat jaar zilver gewonnen op de Olympische Spelen in Barcelona, maar er was weinig geld. Op een gegeven moment heb ik zelf de stekker eruit getrokken. Ik was toen 24. Ik moest elke dag naar Amsterdam om te trainen. Ik kreeg 40 gulden per dag, inclusief reiskosten. Ik hield er dus niets aan over. We hadden net een huisje gekocht en de hypotheek moest wel betaald worden. Je weegt dan zaken goed tegen elkaar af en maakt een keuze”, berouwt Van den Brink het bijna 32 jaar na dato niet dat hij in 1996 misschien wel Olympisch goud had kunnen winnen.

Magazine Businessclub Dynamo voorjaar 2024 / Foto Remco Strikwerda

Column: Midweekje Istanbul

Toen de Turkse grootmacht Fenerbahçe uit de koker kwam als tegenstander van Draisma Dynamo in de achtste finales van de CEV Cup, leek het me wel een leuk idee om mee te gaan naar de uitwedstrijd in Istanbul. Zo gezegd, zo gedaan.

Het is zondermeer een interessante en leerzame ervaring om eens zo’n ‘bedrijfsuitstapje’ van nabij mee te maken. Zelfs in tijden waarin grenzen overschrijden een negatieve bijklank heeft, blijft het de moeite waard om af en toe zelf de grens over te gaan. Gewoon ergens rondkijken verschaft vaak verrassende nieuwe inzichten.

Vergelijkingen trekken tussen Draisma Dynamo en een club van het kaliber Fenerbahçe heeft weinig zin. Noem het maar kleinduimpje tegen de reus. Of de buurtsuper ten opzichte van een multinational. Hoeveel geld er exact omgaat bij de volleybaltak van Draisma Dynamo’s Turkse opponent, durf ik niet te zeggen. Het loopt in de miljoenen. Als ik de verhalen mag geloven dat de Fener-vedetten individueel meer opstrijken dan de complete selectie van Draisma Dynamo bij elkaar opgeteld, zou het me niet verbazen dat het totale budget van de Turkse Europacuptegenstander dat van alle eredivisieclubs in Nederland samen ruimschoots overschrijdt.

Alleen de uitstraling zegt vaak al veel over een topclub. Neem alleen al die spelersbus van de volleybalafdeling van ‘Fener’, die ons van het vliegveld naar het hotel vervoerde – en weer terug. De luxe touringcar straalde wel klasse uit, mag ik wel zeggen. Grandeur in optima forma. Met zittingen die waren voorzien van het clublogo. Geborduurd of geweven. Geen armoedige plakplaatjes. Zag er gelikt uit.

En dan is mannenvolleybal niet eens de populairste tak binnen het immense ‘sportbedrijf’ uit de metropool aan de Bosporus. Voetbal, basketbal en vrouwenvolleybal staan intern beduidend hoger aangeschreven. Bij de enorme achterban geniet voetballer Dusan Tadic toch nog net ietsjes meer status dan volleyballer Dick van Kooij. Een verschil dat ongetwijfeld ook in het salaris van beide heren tot uitdrukking komt.

Nou is topsport natuurlijk verre van puur. De inhoud van de portemonnee bepaalt bijna alles. Wanneer sportbedrijven geleid worden door bestuurders en directieleden met enige visie en er een professionele organisatie als stevig fundament onder rust, liggen successen voor het oprapen. Zowel sportief, commercieel als maatschappelijk. Al gaat zoiets natuurlijk niet vanzelf.

Afbreken gaat sneller dan bouwen, zo hebben we afgelopen najaar bij een gerenommeerde voetbalclub in Amsterdam kunnen zien.  Wat in een jarenlang proces zorgvuldig is opgebouwd kan in no time weer worden afgebroken wanneer een club iemand binnenhaalt die ongestoord met miljoen mag strooien. In het topvolleybal praten we dan wel over bedragen van een iets andere orde van grootte dan in het voetbal, maar wat bij Ajax kan, kan bij het Ajax van het Nederlandse clubvolleybal ook maar zo gebeuren.

Zo’n midweekje Istanbul is wat mij betreft zeker voor herhaling vatbaar. Maar zelfs voor ’s lands meest succesvolle clubvolleybalteam geldt het jaarlijks spelen van Eurocupacupvolleybal niet als een vanzelfsprekendheid. Er moeten natuurlijk wel financiële voorwaarden blijven worden geschapen om sportieve rivalen in eigen land een stap voor te blijven. De concurrentie zit niet stil.

Magazine Businessclub Dynamo voorjaar 2024

Performance coach neemt volleyballers Draisma Dynamo met succes onder handen; Raymond Dirksen brengt sporters beter in balans

Het berust geenszins op toeval dat Draisma Dynamo zich driemaal achtereen tot de sterkste mannenvolleybalploeg van Nederland kroonde. De successen van de afgelopen jaren zijn het resultaat van keiharde en gerichte trainingsarbeid. Niet alleen in de zaal, maar zeker ook in de gym. Sinds krachttrainer Raymond Dirksen de spelers onder handen neemt legde dat de ploeg bepaald geen windeieren. Raymond Dirksen Strength & Conditioning brengt sporters beter in balans.

Drie keer in de week werken de selectiespelers van Draisma Dynamo zich in het zweet in de sportschool die Dirksen vorig jaar opende in Wilp. Na vijf jaar hun klanten op de FSG-campus in Apeldoorn te hebben ontvangen namen Dirksen en zijn partner Simone in juni 2022 hun intrek in een fonkelnieuwe, met de modernste fitnessapparatuur ingerichte personal-trainingsstudio bij het voormalige tennispark De Boerehofstee. Deze locatie bevindt zich naast de modemall van Piet Zoomers, onder wiens sponsorschap Dynamo de grootste successen uit de clubgeschiedenis behaalde.

De 50-jarige Dirksen is al ruim twintig jaar actief in de fitnessindustrie. Toen hij als tiener bij het voetballen een ernstige knieblessure opliep, adviseerden artsen hem om te stoppen. Hierop besloot de wilskrachtige tiener thuis bij zijn ouders in de schuur zelf zijn beenspieren te gaan trainen om het gekwetste gewricht te ontlasten. Met succes. De pijn verdween. Tegelijkertijd was zijn passie voor fitness aangewakkerd. De kennis die hij sindsdien opdeed brengt hij met veel elan en minstens zoveel overtuigingskracht over op anderen.

In de huidige vestiging van Raymond Dirksen Strength & Conditioning kunnen de klanten ongestoord en onder deskundige begeleiding werken aan verbetering van hun fysieke gesteldheid. Op een oppervlakte van 300 vierkante meter zijn alle faciliteiten voorhanden om sporters fitter en gezonder te maken. De aanloop zat er meteen goed in. Van heinde en verre komen gemotiveerde sporters naar Wilp om zich bij Dirksen ontspannen in te spannen, vertelt de gastheer bij de ontvangst in zijn fitnesspaleisje aan de boorden van de IJssel. “Ik doe dit samen met mijn vrouw. We zijn knetterdruk. Ik geef zo’n 60 uur training in de week. Ik zit bijna altijd vol.”

Zowel individueel als in groepsverband kan men bij de performance coach aan de slag om te werken aan een gezonde levensstijl. In de programma’s stemt Dirksen training, leefpatroon en voeding optimaal op elkaar af. “Wij hebben niet alleen verstand van trainen, maar ook van revalidatie en voeding. Ik ben altijd heel kritisch. Alles kan beter. Daarvoor ben ik in Amerika en Engeland geweest.

Zo introduceerde ik als eerste in de regio Apeldoorn en Deventer pads training, kettlebell en battleropes in personal training. Ook zette ik bokszaktraining op de kaart. Dat heb ik daar gezien”, verklaart de personal trainer dat hij veel tijd en energie steekt in het volgen van nieuwste trends en trainingsmethodes. “Wetenschap wordt achterhaald. Buiten je comfort zone trainen is de sleutel naar succes”, benadrukt hij dat hard werken resulteert in een fitter lichaam.

Sinds eind 2020 plukken ook de mannen van Draisma Dynamo de vruchten van de filosofie van de ervaren fitnessinstructeur. Mede dankzij de programma’s van Dirksen kweekten de spelers van ’s lands beste clubvolleybalteam van de afgelopen drie seizoenen meer inhoud en een grotere belastbaarheid. “Mijn hart ligt bij de topsport. Ik wil sporters beter maken. Ik heb op het CIOS gezeten. Daar ben ik sportspecifiek opgeleid. Dat gebeurt zodanig dat je alle sporters naar een hoger niveau kan brengen. Daarna heb ik het Entire Program van de Overload Worldwide gevolgd om mezelf verder te ontwikkelen in personal training”, wijst Draisma Dynamo’s krachttrainer op het belang van een gedegen trainingsopbouw.

Zoals bij al zijn klanten probeert hij ook de volleyballers steevast te prikkelen om het beste uit zichzelf te halen. “Door in groepsverband te trainen wordt de onderlinge verbinding groter. Niemand wil achterblijven. Die jongens willen allemaal naar het buitenland. Om dat te bereiken, moeten ze er hard voor werken. Ik train ze als allround-atleten. Uiteindelijk moeten ze hoger springen, meer kracht uit de triceps halen om harder te slaan en stabieler in de lucht blijven. Het lichaam moet eerst adapteren aan technieken. Daarna kunnen gewichten omhoog”, geeft Dirksen aan hoe de belastbaarheid stapsgewijs verhoogd wordt.

De gerichte werkwijze van Dirksen valt bij al zijn scholieren in de smaak. Of het nou een talentvolle voetballer van Go Ahead Eagles betreft, leerlingen van een school voor moeilijk opvoedbare kinderen of landskampioenen volleybal, de personal trainer stuwt ze stuk voor stuk naar grotere hoogten. Daarbij houdt hij nauwlettend in het oog dat ze het niet overdrijven. “Te veel spiermassa maakt je langzamer. Daarom is het van belang dat de hele keten van spieren goed getraind wordt.”

Grijze haren

Hoezeer de kampioenen van Draisma Dynamo de inbreng van hun krachttrainer waarderen, bleek na het behalen van de landstitel van 2022.

Ricardo Hofman vatte in een jolige bui het idee op om bij titelprolongatie z’n hoofd kaal te laten scheren. Een aantal teamgenoten ging dat echter wat te ver. Uiteindelijk kwam het compromis uit de bus om bij een hernieuwd kampioenschap de haren grijs te verven. Dit vanwege de haarkleur van Raymond Dirksen.

Dat aansluitend (bijna) de hele kampioensselectie enkele weken achtereen met een grijze haardos rondliep was derhalve een ludiek eerbetoon aan hun populaire krachttrainer.

Magazine Businessclub Dynamo voorjaar 2024 / Foto Imre Csany

Solide CSV Apeldoorn weet het gevaar Diks te beteugelen

Jamarro Diks was de enige Apeldoorner die als verliezer het veld verliet na afloop van de strafexercitie die CSV Apeldoorn zaterdagavond uitvoerde in Huissen. Bij CSV’s eclatante 5-1 overwinning op RKHVV nam de clubtopscorer van de thuisploeg wél de eretreffer voor zijn rekening, zijn zestiende competitietreffer alweer.

Door de gevaarlijkste aanvaller van RKHVV te beteugelen, haalden de bezoekers de angel uit het aanvalsspel van de thuisploeg. Aan de andere kant van het veld sloeg de manschappen van trainer Jan Kromkamp genadeloos toe en schoten ze zich koelbloedig warm voor de topper van aanstaand weekend op eigen veld tegen koploper SDC Putten.

Vier dagen eerder bracht Diks met twee zijn doelpunten vierdedivisionist ROHDA Raalte in de achtste finale van de districtsbeker op de rand van uitschakeling. Ditmaal zat hij gedurende de 90 minuten behoorlijk in de tang bij de rustige Jeremy Jonker en de al vroeg ingevallen Cedric Bultman, die keer op keer prima rugdekking gaf. Kromkamp had zijn huiswerk goed gedaan.

Helemaal uit te schakelen is de onberekenbare Diks nooit, zo bewees hij met de aansluitingstreffer in de 23e minuut. Bij de stand 0-2 lifte hij de bal vanaf de rand van het strafschopgebied fraai over keeper Damian Stiemer. Enkele minuten later kapte hij Jonker uit en poeierde van dichtbij rakelings over. “Ik wilde ‘m in de verre hoek schieten. Als die bal erin gaat, dan wordt het weer een wedstrijd”, meende RKHVV’s doelpuntenmaker, die bij absentie van zijn vaste aanvalspartner Michael van Swaaij vooral op zichzelf aangewezen was. Kromkamp noemde het tegendoelpunt het enige slippertje van zijn solide defensie. “Die goal mag natuurlijk nooit vallen”, reageerde de CSV-trainer stellig.

Bij RKHVV is Diks bezig aan een beresterk seizoen. Dat hij geweldig kan voetballen, was al veel langer bekend. Op 28-jarige leeftijd komt de momentenvoetballer van weleer bij de eersteklasser uit Huissen tot volle wasdom. Sinds zijn overgang van Columbia scoort hij aan de lopende band. In de competitie loopt hij één op één. “Ik ben gehaald om goals te maken. Dat maak ik nu aardig waar. Ik heb er nu zestien inliggen voor de competitie en ook nog eens elf of twaalf voor de beker. Tien was mijn doelstelling vooraf. Zoveel had ik er al voor de winterstop gemaakt”, stelt Diks dat een stabiel gezinsleven hem rust en vertrouwen geeft.

Sinds de geboorte van zoontje Jaivey, ruim anderhalf jaar geleden, staat hij met meer verantwoordingsgevoel in het leven én op het voetbalveld. Dat het voornamelijk van hem af zal hangen of zijn club nog een rol van betekenis kan spelen in de ontknoping van de kampioensstrijd in de eerste klasse G, wuift de Apeldoorner weg. “Ik doe het niet alleen. Dat ik veel kan scoren, komt mede door m’n ploeggenoten. Zij brengen me in stelling”, scoort het boegbeeld van RKHVV ook in bescheidenheid.

Doordat behalve RKHVV met ASV Dronten en DTS ’35 twee andere Top 5-teams dit weekend puntverlies leden ontpopt CSV Apeldoorn zich op dit moment tot de meest serieuze belager van koploper Putten. Dat de op handen zijnde confrontatie tussen de nummers twee en een van de ranglijst al een voortijdige beslissing brengt in het gevecht om het kampioenschap, gelooft CSV-trainer Jan Kromkamp niet. “We spelen alleen maar moeilijke wedstrijden. Het zijn allemaal toppers. Nu gaat het er echt om.”

De Stentor maandag 18 maart 2024

Energieke Niels Lipke ziet voor zichzelf nog volop doorgroeimogelijkheden

Niels Lipke bruist van de energie. De 21-jarige student Health & Society betreurt het weleens dat er slechts 24 uur in een dag passen. Om zijn drukke dagelijkse beslommeringen in goede banen te leiden komt de leergierige libero met zekere regelmaat tijd te kort. Het leveren van topprestaties met Draisma Dynamo staat voor hemzelf niettemin overduidelijk op nummer één. “Ik ga er volledig voor.”

De Elburger voelt zich op z’n gemak in Apeldoorn. Het kostte hem weinig moeite om volledig ingeburgerd te raken. In de klas van meester Redbad Strikwerda kan de ijverige leerling nog veel leren, vindt hijzelf. “Toen ik hier vorig seizoen kwam, hebben we een soort van stappenplan gemaakt. De eerste twee jaar zijn er vooral op gericht om veel te leren. Ik ben snel van bijna niks naar meer gegaan. Kijk ik puur naar de progressie die ik heb gemaakt sinds ik hier ben, dan gaat het gestaag.”, ziet de 1,90 meter lange libero desondanks nog volop doorgroeimogelijkheden voor zichzelf.

Dat zijn inspanningen na het behalen van de landstitel zelfs resulteerden in een oranje shirt, had hijzelf een jaar geleden niet durven dromen. “De zomer met het Nederlands team moet je los zien van mijn loopbaan bij Dynamo. Ik zie het als een bonus. In de play-offs zat ik in een flow. Dat niveau heb ik meegenomen naar Papendal. Dat ik mee zou mogen naar die wedstrijden voor de Volleyball Nations League, had ik niet verwacht”, ziet de gepromoveerde o22-international zijn uitstapjes met het ‘grote’ Oranje naar Canada en de Filipijnen als een onvergetelijke ervaring die naar meer smaakt.

Hij stak veel op van het samenzijn met ’s lands beste volleyballers. “Robbert Andringa speelt libero in het Nederlands team, terwijl hij eigenlijk geen libero is. Maar er zijn in Nederland geen libero’s van wereldformaat. Robbert is naar mijn mening een van de beste passers van Europa. Ik heb veel van hem geleerd. Dat is heel waardevol. De trainingen met het Nederlands team zijn sowieso van een ander niveau dan bij Dynamo. Dat praat je niet alleen over power, maar ook over slimmigheid en efficiency.”

Om in de nabije toekomst een vervolg te kunnen geven aan zijn Oranje-avonturen weet Lipke dat hij zich in de eredivisie van zijn beste kant moet laten zien. “De VNL begint al half mei. Dat komt door de Olympische Spelen. Het klopt dat Nederland nog altijd een kleine kans maakt om naar Parijs te gaan. Nee, zelf denk ik daar niet aan. Over vier of acht jaar misschien. Maar ik moet er eerst bijkomen. Ik moet me bewijzen”, realiseert hij zich.

Voor deelname aan het Europees kampioenschap voor spelers onder 22 jaar, waarvan de finale in juli in Apeldoorn plaatsvindt, komt hij niet in aanmerking. “Ik ben elf dagen te oud om aan dat EK mee te mogen doen. Ik ben op 20 december jarig. Qua leeftijd zit ik altijd net niet fijn. Jammer, maar ze moeten natuurlijk ergens een grens trekken”, verklaart Lipke waarom hij het toernooi in eigen land noodgedwongen vanaf de tribune gaat volgen en niet in het veld.

De komst van Edvin Svärd naar Apeldoorn noemt Lipke een extra stimulans. “We maken elkaar beter”, beklemtoont hij dat er van animositeit of afgunst tussen beide Draisma Dynamo libero’s geen enkele sprake is.

Door de aanwezigheid van de Zweedse international mocht de energieke Elburger zijn veelzijdigheid tijdens het huidige volleybaljaar zelfs al op de passer/loper-positie onder bewijs stellen. “Het is bekend dat Redbad heel open minded is. Hij ziet mogelijkheden. Zo ging het ook voor de Supercup. Yannick Bak was door z’n enkel gegaan. Er waren maar twee passer/lopers. Toen kwam hij dus bij mij uit. Ik ben dan wel niet heel erg lang, maar ik ben best wel slim met een bal. Van dat ik in het verleden beachvolleybal heb gespeeld, heb je dan in de zaal wel profijt. Al heb ik de afgelopen twee jaar nauwelijks beach gespeeld. Na die Supercupwedstrijd ben ik nog een paar keer ingezet als passer/loper, maar libero blijft toch mijn hoofdprioriteit”, is het multifunctionele talent duidelijk.

Zich in de kijker spelen doet de Elburgs bekendste sportman eveneens in instructievideo’s. “Met Stefan Boermans en Myrthe Schoot ben ik ambassadeur van volleyballXL. Dat is een platform met oefenvormen. Het bedrijf komt uit Elburg. Ik vind het leuk om mee te werken aan die video’s. Het volleybal promoten vind ik heel belangrijk. De sport kan wat mij betreft niet genoeg aandacht krijgen.”

Samen met Arjan de Frens probeert de volleyballiefhebber bovendien de speelsters van het negende team van SV Dynamo tot grootste daden aan het net te inspireren. Het welbespraakte duo vult elkaar perfect aan. “Arjan is heel enthousiast, maar weet niet zoveel van volleybal. Voor het technische gedeelte ben ik er. Ik train Dames 9 op de maandagavonden. Als ik kan, ben ik ook bij de wedstrijden aanwezig. Sinds kort doen we Dames 6 er ook bij. Die train ik niet. Dat doet Duco Krook. Behalve dat het leuk is om te doen is het ook een mooie manier om de connectie te zoeken met de vereniging.”

Zijn nevenactiviteiten bezorgen hem niet zelden een overvolle agenda. “Dat is een beetje een probleem van mij. Ik wil zoveel dingen doen, dat ik weleens tijd tekortkom. Ik heb ook nog mijn studie, een vriendin en een sociaal leven. Ik moet leren om de prioriteit te geven aan dingen die echt belangrijk zijn.”

Het prolongeren van de landstitel met Draisma Dynamo blijft vanzelfsprekend de absolute hoofzaak. “In de reguliere competitie hebben we van de andere topploegen verloren. We zijn sterk geweest tegen de ploegen van wie we moesten winnen. We hebben niets gemorst. Wat we moesten doen, hebben we gedaan. Waarom wij toch weer kampioen gaan worden? Dat is een gevaarlijke vraag. Wat ons in elk geval gaat helpen, is dat we écht fit zijn. Fysiek staan we er heel goed voor. Redbad gebruikt elke speler. Iedereen heeft daarom voldoende ritme. En bij ons voegen ook alle spelers iets toe aan het team. Op de trainingen worden goede dingen gedaan. Iedereen werkt voor elkaar. Met de veerkracht zit het eveneens goed, hebben we de afgelopen weken al laten zien.”

Draismadynamo.nl vrijdag 16 maart 2024