Auteursarchief: Rob Kruitbosch

Aanstormend talent Saar Meijer met Dynamo op drempel van kwartfinales play-offs

Vader Rogier Meijer leidde de voetballers van NEC onlangs naar de eindstrijd om de KNVB beker. Dochter Saar, 15 jaar pas, staat op het punt met de volleybalsters van Dynamo door te dringen tot de kwartfinales van de play-offs om de landstitel.

In het voorjaar van 2012 maakte Nederland al kennis met de destijds bijna vierjarige dochter van de huidige trainer van de bekerfinalist uit Nijmegen. Een vertederend moment. Na de degradatie van De Graafschap zat Rogier Meijer, destijds aanvoerder van de Superboeren, op het gras wezenloos voor zich uit te staren. En daar kwam ze aangewandeld. Een klein, blond meisje. In haar blauwwitte De Graafschap-shirt met nummer 13 en de naam Saar op de rug. Doelgericht liep ze op haar verdrietige vader af om hem te troosten. De bewegende beelden van het bewogen moment zijn terug te vinden op het wereldwijde web. Fotograaf Erik Pasman vereeuwigde het aandoenlijke tafereel destijds op de gevoelige plaat.

Bijna twaalf jaar later komt het schattige meisje dat op die bewuste voorjaarsmiddag op de Vijverberg in Doetinchem de harten stal van het grote publiek zelf steeds meer in the picture te staan als aanstormend volleybaltalent. Wat goed is, komt snel. De passer/loper van pré jeugd Oranje maakte aan het begin van het lopende volleybaljaar de overstap van het Doetinchemse Orion naar Apeldoorn met als doel in het tweede team van Dynamo in de Topdivisie ervaring op te doen. Al na korte tijd maakte de Havo-scholiere in Dynamo’s hoofdmacht haar eredivisiedebuut. “Dat begint dan met een servicebeurt en inmiddels ben ik al best wel vaak mee geweest”, zegt de jeugdinternational blij te zijn met alle speeltijd die ze op haar leeftijd al krijgt. In juli wordt ze zestien.

Bij de 3-1 overwinning op Peelpush, die de Dynamovrouwen zondagmiddag weer een stap dichter bij kwalificatie bracht voor de kwartfinales om de play-offs, liet Harry van den Brink het werk opknappen door zijn oude garde. Meijers tijd komt nog wel, liet de coach na afloop weten. “Van Saar gaan ze bij Dynamo nog heel veel genieten. Ze is een groot talent. Ze is heel explosief, ziet het goed en heeft een uniek ruimtelijk gevoel. Ze heeft één nadeel, en dat is dat ze niet de grootste is”, aldus Van den Brink.

Dat ze moet doorgroeien, en dan vooral in figuurlijke zin, weet de 1,79 meter lange Doetinchemse zelf ook. “Mijn doel is om hogerop te komen. Daar ben ik voor naar Dynamo gekomen. Bij Orion was dat niet mogelijk. Apeldoorn is qua reistijd goed te doen. Mama brengt me telkens weg. Ook op school zijn ze heel soepel. Iedereen steunt me. Dat is fijn. Ik ga onbevangen het veld in en zie wel wat het wordt. Elk moment dat ik nu al kan meepakken, is al heel mooi”, oordeelt ze.

Dat er naast school en volleybal weinig tijd overblijft om andere dingen te doen neemt de talentvolle volleybalster op de koop toe. Van visites aan voetbalstadions waar haar vader zijn dagelijkse werkzaamheden verricht, komt daarom tegenwoordig ook weinig meer terecht. “Toen ik kleiner was, ging ik heel vaak mee. Nu is dat vaak onmogelijk, omdat ik zelf moet volleyballen.”

Op de vraag of ze de kans groter acht dat haar vader met NEC de KNVB beker in de wacht sleept of dat zij zelf met Dynamo gaat verrassen in de strijd om de landstitel volleybal bij de vrouwen, schiet ze in de lach. “Ik heb geen idee.”

De Stentor maandag 11 maart 2024 / Foto Erik Pasman

Een zwaluw maakt nog lang geen zomer voor AGOVV

AGOVV leeft nog. Door zaterdagmiddag met 2-0 te winnen bij FC Horst behaalde de tweedeklasser drie uitermate belangrijke punten in de strijd om het lijfsbehoud. Een zwaluw maakt echter nog lang geen zomer voor de teleurstellend presterende Apeldoorners.

De belangrijke zege verandert weinig aan het feit dat AGOVV tot dusverre een belabberd seizoen draait. Het stelt zwaar teleur met de op papier beste selectie die het sinds jaren op de been brengt. Jos Dietrich en Jerry Cooke slagen er vooralsnog maar moeizaam in om het talent dat ze op sportpark Berg en Bos verzameld hebben tot een harmoniërend en winnend geheel te transformeren.

Met een gebrek aan kwaliteit of ervaring heeft het ogenschijnlijk weinig te maken dat de Apeldoorners jammerlijk onderaan de ranglijst van de tweede klasse H bungelen. Het blijkt vooral fnuikend dat spelers die zich wél kunnen opladen voor een bekerwedstrijd tegen plaatsgenoot CSV Apeldoorn (3-1 winst) dat maar moeilijk kunnen opbrengen tegen opponenten van het kaliber Heerde, Hatto Heim of DOS Kampen. Al het hele seizoen spelen de Apeldoorners sinterklaas voor hun tegenstanders. De Blauwen rijgen de blauwtjes aaneen.

Voor de opvolgers van de gestopte Gerrit Brouwer is extra vervelend dat de spelers die het verschil zouden moeten en kunnen maken er om uiteenlopende redenen niet uithalen wat er inzit. Regisseur Jesse Hartgers zorgt als laatste man weliswaar voor meer voetbal van achteruit, maar wordt met zijn creatieve ingevingen node gemist op het middenveld. De naar voren gedirigeerde Jesse Perdon loopt zichzelf wekelijks voorbij in de punt van de aanval. Het rendement van die krachtensmijterij valt met pas één goal nagenoeg te verwaarlozen.

Hetzelfde geldt voor de productiviteit van Steven van Es en Fedde Timmer. De inmiddels 38-jarige en nog altijd topfit ogende Van Es was de afgelopen twee seizoenen goed voor 37 competitiegoals voor AGOVV. In de huidige voetbaljaargang bleef de routinier tot aan de wedstrijd van zaterdag steken op een totaal van vijf. Ook de van CSV Apeldoorn overgekomen Fedde Timmer blijft met slechts drie treffers ver achter bij de verwachtingen. En dan ontbrak zaterdag ook nog eens doelman en aanvoerder Patrick Jansen, zonder wie het vrijwel wekelijkse defensieve geschutter waarschijnlijk nog veel dramatischer was uitgepakt.

Dat het op het sportpark De Adelaar wel goed afliep was derhalve voor het team van het duo Dietrich en Cooke een meer dan welkome opsteker. Een nieuwe nederlaag, nadat zeven dagen eerder op eigen veld tegen DOS Kampen een 3-1 voorsprong knullig en volkomen onnodig uit handen werd gegeven, had de degradatiezorgen op Berg en Bos aanzienlijk vergroot. De zesde competitietreffer van Van Es en de vierde van Marco Bosz geven AGOVV weer wat hoop en lucht. In elk geval om rechtstreekse degradatie te ontlopen.

Trainer Dietrich ziet het belang in van de drie punten, maar beseft dat het gat met IJVV op de veilige achtste plaats nog altijd acht punten bedraagt. Dat gat kan komend weekend bij het bezoek van de formatie uit IJsselmuiden aan Apeldoorn worden teruggebracht tot vijf. “Het is duidelijk dat we te weinig punten hebben. We moeten het zelf afdwingen. Aan de bal doen we best goede dingen. Het is minstens zo belangrijk om meters voor elkaar te maken. We bekijken het van wedstrijd tot wedstrijd. Te beginnen volgende week tegen IJVV”, vertrouwt Dietrich erop de stijgende lijn door te trekken.

De Stentor maandag 11 maart 2024 (geplande versie editie Apeldoorn)

Weken van de waarheid breken aan voor Voorwaarts

Door een kansloze 4-1 nederlaag bij WSV heeft Voorwaarts zichzelf dieper in de nesten gewerkt. Willen ze nog een kansje maken op behoud van het eersteklasseschap, dan worden de komende twee wedstrijden cruciaal voor Twellonaren.

Tegen WSV keek Voorwaarts al na twaalf minuten tegen een 2-0 achterstand aan. Toen in de achttiende minuut keeper Patrick ter Mate met rood van het veld moest werd het helemaal een kansloze missie in Apeldoorn. Met keeperstrainer Daan Huiskamp onder de lat wist de rode lantaarndrager de schade beperkt te houden tot 4-1. Bruce Schotman gaf de score kort voor tijd nog een iets draaglijker aanzien voor de bezoekers.

“We nemen onvoldoende verantwoordelijkheid. Ik vraag me weleens af wat er in het hoofd van sommige jongens omgaat. Eentje komt er te laat. Eentje komt zelfs helemaal niet opdagen. Terwijl je nota bene weet dat dit een heel belangrijke wedstrijd voor ons was”, reageerde trainer Jürgen Schefczyk na afloop vol onbegrip.

Het gat naar de veilige achtste plaats lijkt nu al te groot om te overbruggen. Degradatie naar de tweede klasse afwenden kan desondanks nog altijd. Daartoe moeten moet Voorwaarts in de resterende negen duels een kloof dichten van drie punten met NSC Nijkerk en zeven met SC Bemmel.

Na een vrij speelweekend volgen daarom de misschien wel cruciale ontmoetingen in Bemmel en op eigen veld tegen NSC. “WSV heeft nu negentien punten. Daar komen we nooit meer bij. We spelen voor de nacompetitie. Dat kan nog”, weet trainer Schefczyk dat de komende twee wedstrijden tegen de directe concurrenten bepalend zijn voor het lot van zijn ploeg in de eerste klasse.

De Stentor (editie Deventer) maandag 4 maart 2024

Aanvoerder Mitchel Telnekes blijft WSV ook volgend seizoen trouw

Voor WSV kwam de 4-1 overwinning tegen Voorwaarts als geroepen. Na een serie van vijf wedstrijden zonder driepunters kon de Apeldoornse eersteklasser wel weer een succesje gebruiken.

Tot aan zondagmiddag wist WSV wist in 2024 nog geen enkele competitiewedstrijd in winst om te zetten. De laatste overwinning dateerde alweer van 3 december, 2-1 thuis tegen Woezik. Aansluitend volgde een serie van vijf duels waarin in Huissen enkel RKHVV een punt kon worden afgesnoept. Tegen SDC Putten, csv Apeldoorn, DTS ’35 en De Bataven viel er niets te halen. Al mag als verzachtende omstandigheid misschien wel worden aangevoerd dat het stuk voor stuk opponenten uit de actuele Top-6 betrof die de Apeldoorners de punten afhandig maakten

Om de ‘veilige’ achtste plaats niet uit het zicht te laten verdwijnen was een zege op Voorwaarts bittere noodzaak. “Het was wel nodig, ja. Die punten zijn heel belangrijk. Het frustrerende was dat we in de meeste wedstrijden best wel goed voetbalden. Het is dan wel fijn dat je nu na een kwartier al met 2-0 voorstaat. Die tegengoal kort voor tijd mag eigenlijk niet vallen. We staan niet goed en die bal valt er tussenin”, maalde WSV-captain Mitchel Telnekes echter niet zozeer om de late tegentreffer.

De centrale verdediger en zijn medestrijders in de WSV-defensie beleefden een relatief rustige middag. WSV had de wedstrijd op een zonovergoten Voorwaarts al halverwege de eerste helft in de knip. Na de openingsgoal van Mike de Beer en een eigen doelpunt van Koen de Hullu betekende een rode kaart voor Patrick ter Mate feitelijk al de definitieve genadeklap voor de slap gestarte bezoekers uit Twello. De Voorwaarts-goalie voorkwam weliswaar dat De Beer al na achttien minuten de 3-0 kon scoren, maar deed dat niet helemaal conform de regels. Keeperstrainer Daan Huiskamp, die als gevolg daarvan onder de lat moest bij de bezoekers, had al enkele minuten na zijn entree het nakijken op een inzet van Dani Schaufeli: 3-0.

Vanaf dat moment beperkte het overgebleven Twellose tiental zich hoofdzakelijk tot tegenhouden. In die opzet slaagde het redelijk. In de tweede helft hoefde Huiskamp slechts één keer de bal uit het net te halen. Kort voor tijd mocht Bruce Schotman zowaar de spreekwoordelijke eer nog redden. De enkelblessure waarmee Jorrel Herboldt, die de Apeldoornse club aan het einde van het seizoen verruilt voor het Edese DTS ’35, halverwege het tweede bedrijf uitviel deed WSV meer pijn. De wijze waarop de middenvelder na het laatste fluitsignaal naar de kleedkamer strompelde, beloofde weinig goeds.

Met nog negen duels voor de boeg is WSV weliswaar verre van veilig, maar hoeft het volgens trainer Richard Karrenbelt niet meer te vrezen voor rechtstreekse degradatie. “Kijkend naar de uitslagen van gisteren wisten we al dat we bij winst in principe niet meer naar de onderste twee hoeft te kijken aldus Karrenbelt. “Zaterdag moeten we naar Dronten, voor mij kampioenskandidaat nummer één. Thuis hebben we ze verslagen. Misschien dat we nog een plannetje kunnen bedenken om dat weer te doen.”

Aanvoerder Telnekes betreurt het aanstaande vertrek van zijn trainer naar Staphorst. “We hebben vier of vijf jaar Jordy Vakkert als trainer gehad. Dan denk je dat de komst van Richard voor de lange termijn is, maar gaat hij naar één jaar alweer weg. Nu moeten we ons weer gaan aanpassen aan een andere trainer. Dat heb ik hem ook gezegd. Maar ik gun het hem wel. Staphorst is een mooie club voor hem”, kijkt de 28-jarige verdediger uit naar de samenwerking met Karrenbelts opvolger Ronald Tulen, die tegen Voorwaarts als toeschouwer aanwezig was.

In tegenstelling tot Herboldt en keeper Largo Karrenbelt (DVS ’33) blijft Telnekes de Apeldoornse eersteklasser trouw. “Ik heb bijgetekend”, zet Telnekes een teken door zijn verblijf bij WSV met in elk geval één extra jaar te verlengen.

De Stentor maandag 4 maart 2024

Wereldwedstrijd: Hans Stindt

Positie: teammanager

Wedstrijd: Alterno – Sliedrecht Sport, 13 april 2014

Waarom: de Apeldoornse volleybalsters veroveren de landstitel

“Ik ben het volleybal ingerold toen mijn dochter Lisette ging volleyballen. Bij Dynamo. Je roept dan twee of drie keer wat, en voordat je het weet zit je in het bestuur. Als bestuurslid algemene zaken ben ik nog betrokken geweest bij gesprekken over de verhuizing naar Omnisport.

Toen Lisette in 2012 werd gevraagd door Alterno, ben ik ook overgestapt. Ali Moghadassian heeft haar gescout. Met Ali als trainer ging het met Alterno redelijk snel omhoog. Omdat ze geen teammanager hadden, vroegen ze mij daarvoor. Bij Dynamo was ik ook manager van het Dames 1-team

In mijn eerste seizoen bij Alterno wonnen we de beker. Het jaar daarop behaalden we de landstitel. Sliedrecht had op dat moment de beste ploeg in de eredivisie. In de play-off finale waren zij ook onze tegenstander. Op het moment dat je die beslissende wedstrijden moet gaan spelen, ontstaat er wel een bepaalde dynamiek binnen het team en de vereniging. Je merkte gewoon dat we ergens voor gingen.

Van die kampioenswedstrijd zelf herinner ik me niet meer zo veel. Wel dat het stampens druk was. Ik weet dat Jan Berendsen, de trainer van Eurosped, de hal niet meer in kon. Die is weer weggegaan. De pers hebben we in het ballenhok gezet. Ergens anders was geen ruimte. Alterno was toen al in gesprek over een nieuwe hal. Die moest komen aan de Winkewijertlaan. Moet je nagaan dat ze daar nu nog altijd over in gesprek zijn.

Natuurlijk was het een heel pandemonium toen we kampioen waren. Ik weet niet of je die beelden nog ergens op YouTube kan vinden. Ik heb ze zelf nooit teruggezien. We hadden wel gevraagd of we het bordes op mochten, maar we zijn niet gehuldigd op het stadhuis. Wel heb ik nog een aantal van die penningen liggen van de Gemeente Apeldoorn.

En we gingen Europa in, hè. Steun van de gemeente hebben we nooit gekregen. Maar wel een kwartmiljoen neerleggen om diezelfde speelsters in een oranje shirt in Omnisport te zien spelen. Daar heb ik nog hele discussies over gehad met Nathan Stukker, de wethouder van sport.

Het was een mooie tijd. Je mag denk ik best zeggen dat wij met Alterno een trendsetter waren. In vergelijking met andere teams hadden we het goed voor elkaar. Op grond van de randvoorwaarden kozen speelsters voor Alterno.

Celeste Plak zou gaan trainen op Papendal. Op de een of andere manier werkte dat niet. Zij ging toen bij Suus Luttikhuis in huis wonen. Dat zij kwam, was puur toeval. Juliët Lohuis en Eline Timmerman kwamen later wel omdat zij zagen dat Alterno alles goed voor elkaar had.

Met de successen kwam er ook een stukje sponsoring los. Dat wij bij uitwedstrijden kwamen voorrijden in een touringcar van Connexxion, was voor die tijd al een uniek iets. En dan hadden we natuurlijk de auto’s van Coolen, de Citroën-dealer. In de Maten hadden we de beschikking over enkele huizen waarin we de speelsters van buitenaf onderbrachten. Na de trainingen werd gezorgd voor een warme maaltijd. Tegenwoordig is het regelen van auto’s, eten, woonruimte gemeengoed bij clubs. Tien jaar geleden was Alterno er een voorloper mee.

Ik ben nu 67 en gepensioneerd. Ik heb er lol aan om met jeugd bezig te zijn. Sinds dit seizoen zit ik bij Djopzz Topvolleybal Zwolle en we zijn al volop bezig met volgend jaar. Onze doelstelling was om te gaan meespelen om de prijzen. Dat is gelukt. We zitten in de bekerfinale. Het mooiste zou zijn om nu ook de play-off finale om het landskampioenschap te halen.

Wat ik doe als manager, doe ik op de achtergrond. Ik noem mezelf altijd de waterdrager van het team. Van volleybal heb ik relatief weinig verstand, maar ik weet wel hoe ik iets moet regelen. Wanneer er vliegtickets en overnachtingen geregeld moeten worden voor een Europacupwedstrijd in Griekenland, dan kunnen ze dat gerust aan mij overlaten.

Wanneer Alterno destijds dezelfde middelen had gehad als Zwolle nu, dan waren we doorlopend kampioen geweest. Maar we leven natuurlijk wel in een heel andere tijd. Begrotingen van clubs in de eredivisie liggen vele malen hoger dan vroeger. In Zwolle wordt overdag getraind, bij Alterno gebeurde dat alleen ’s avonds.”

De Stentor maandag 4 maart 2024

Na een uur is de pijp leeg bij teruggehaalde Michael Langenbach (40)

Met drie veertigers had Columbia tegen Trekvogels meer dan voldoende routine aan de aftrap staan. Punten leverde het niet op voor de rode lantaarndrager van de tweede klasse G. Bij de teruggehaalde Michael Langenbach was de pijp na een uur leeg.

De aansluitingstreffer van ‘Eddy’ Jose Coelho viel voor Columbia te laat om zichzelf in extremis nog te belonen met een punt. In de resterende tien minuten plus een handjevol minuten extra tijd haalden de manschappen van trainer Marco Onderberg weliswaar alles uit de kast, het volstond niet. De bal viel niét goed. Dat kleine beetje meeval dat een ploeg soms nodig heeft, bleef de onfortuinlijke Apeldoorners voor de zoveelste keer dit seizoen ontzegd. De bezoekers trokken de 1-2 over streep. Het enige wat de Columbianen aan hun inspanningen overhielden, was een mengeling van ongeloof, frustratie en berusting.

Michael Langenbach had het laatste half uur vanuit de dug-out bekeken. Bijna zestig minuten had de teruggehaalde aanvaller zich op de linkerflank het snot voor de ogen gewerkt. Moegestreden moest de veteraan zich door Nick Rozendal laten aflossen. In het seizoen waarin AGOVV algeheel landskampioen werd bij de amateurs liet Peter Bosz het dynamische talent debuteren op het hoogste niveau bij de senioren. Drieëntwintig jaar later gooit de inmiddels 40-jarige voetballer zijn hele ziel en zaligheid erin om Columbia bij te staan in de strijd om het klassebehoud.

“Ik speelde in het tweede. In de voorbereiding heb ik al een paar keer meegedaan. Tegen Varsseveld ben ik er weer definitief bijgehaald. Nee, het valt niet mee. Na zestig minuten is de pijp aardig leeg. De intensiteit ligt hier veel hoger dan in het tweede. Op dit niveau moet je echt alles op honderd procent doen. Je merkt aan alles dat dit een treetje hoger is. Dat is wel weer even wennen. Na die wedstrijd in Varsseveld heb ik een week rondgelopen met spierpijn. Morgen bij het opstaan zal ook wel weer alles piepen en kraken”, verzucht de oude frontsoldaat.

Van zijn 27e tot zijn 35e kwam Langenbach al eerder uit voor de hoofdmacht van de Apeldoornse zondagtweedeklasser. Alvorens hij besloot gehoor te geven aan het verzoek om opnieuw in Columbia 1 te gaan voetballen, had hij wel wat bedenktijd nodig. “Het is misschien wel de moeilijkste keuze geweest in mijn carrière. In coronatijd was ik helemaal gestopt met voetballen. Anderhalf jaar geleden ben ik weer begonnen in het tweede. Daar loopt het dit seizoen ook niet zo goed. Door naar het eerste te gaan had ik het gevoel dat ik die jongens een beetje in de steek laat, dat ik ze de rug toekeer”, licht hij zijn aanvankelijke bedenkingen omtrent zijn rentree kort toe.

Met een overwinning tegen Trekvogels had het troosteloos onderaan de ranglijst bungelende Columbia weer wat zicht gekregen op een nacompetitieplek om handhaving. Langenbach en zijn teamgenoten stonden echter nog geen minuut op het veld toen ze alweer tegen een achterstand aanliepen. “We lieten ons in de eerste helft de kaas van het brood eten. Na rust stroopten we de mouwen op en stond het een stuk beter. Zoals we in die tweede helft speelden, dat moeten we erin houden. Het moet een keer goed vallen”, zag Langenbach zeker aanknopingspunten.

Wanneer een wegens vermeend buitenspel afgekeurd doelpunt van de thuisploeg kort na rust wel was toegekend, had Columbia in elk meer tijd gehad om orde op zaken te stellen. “Die had hij wel moeten tellen”, klonk het.

Trainer Onderberg is blij dat hij in deze zware tijden kan terugvallen op de routine en de werklust van Langenbach. “Michael is al een veteraan. Hij kan zich een uur leegspelen. Hij is een enorme liefhebber en ook iemand die heel goed is voor de sfeer in de kleedkamer. Hij blijft er de rest van het seizoen bij. We zouden graag jongere spelers een kans geven, maar die hebben we niet. De beste speelt.”

De Stentor maandag 26 februari 2024

Dynamo’s grootste tegenstander is Dynamo zelf

In de eerste thuiswedstrijd in de kampioenspoule deelden de volleyballers van Dynamo zaterdag een ouderwetse tik uit aan Lycurgus. Van beslissende betekenis in de ontknoping van de titelstrijd is die 3-0 overwinning allerminst.

Doordat het in de reguliere competitie bij de eerste vier eindigde weet Dynamo zich al op voorhand verzekerd van een kwartfinaleplek in de aanstaande play-offs. Zelfs wanneer de regerend landskampioen alle resterende wedstrijden in de A-poule zou verliezen, kan het in de nieuwe competitieopzet nog altijd de titel prolongeren. Pas in de reeks kwart- of halve finalewedstrijden gaan nederlagen werkelijk pijn doen.

Cas Abraham, die met zestien punten prima op dreef was tegen Lycurgus, vond dat Dynamo de 3-2 nederlaag van zes dagen eerder bij Limax op de best denkbare wijze van zich had afgespeeld. “Je kan wel allerlei excuses gaan verzinnen over een laag plafond en Gala-ballen, feit is gewoon dat wij bij Limax ons eigen niveau niet haalden. Het ging nu zeker qua passing een stuk beter”, noemt de 24-jarige passer/loper Dynamo’s moeilijkste tegenstander Dynamo zelf.

De voormalige jeugdinternational voldeed in 2019 tijdens zijn eerste periode bij ’s lands meest gelauwerde clubteam niet aan de hooggespannen verwachtingen. Zoals hij tegen Lycurgus tekeerging, ontpopt hij zich steeds meer als een meerwaarde. “Ik probeer zo ontspannen mogelijk te zijn en me op mijn eigen spel te focussen. We gaan nu tegen de beste teams van Nederland spelen. Het is een kwestie van meten. Als we zo spelen als vanavond, zijn wij moeilijk te verslaan. Maar dan moeten we het wel blijven doen en ons als team verder blijven ontwikkelen”, ziet de zelfverzekerde inwoner van Lunteren aanstaande zondag in Doetinchem zelfs winstkansen tegen het tot dusverre oppermachtige Orion.

Aan de andere kant van het net keek Robin Boekhoudt als een van de weinige Apeldoorners niet bepaald met een onverdeeld genoegen terug op de wedstrijd. In de derde set, nota bene de enige set waarin Lycurgus meer dan twintig punten scoorde, hoefde de Apeldoorner in Groningse dienst van zijn coach Arjan Taaij zelfs helemaal niet meer op te draven. “Als je in de eerste set veertien eigen fouten maakt, dan begint het bij jezelf. Dan loop je meteen al achter de fouten aan”, verzuchtte Boekhoudt na afloop.

Ondanks de nederlaag tegen zijn voormalige club blijft hij hoop houden met Lycurgus direct door te stoten naar de halve finale. “Als wij de vier wedstrijden die nog komen allemaal winnen, kunnen we nog steeds eerste of tweede worden. Ik heb geen idee wie er kampioen wordt. Ik denk dat iedereen redelijk aan elkaar gewaagd is. Dat Orion de beste was, heb je de afgelopen twee jaar ook gehad”, refereert hij aan de landstitels waaraan hij de afgelopen twee seizoenen als speler van Dynamo een bijdrage mocht leveren.

Zijn keuze om zijn carrière na twee succesvolle jaren in zijn geboorteplaats in eigen land voort te zetten noemt hij vanuit sportief oogpunt de juiste. “Ik vind dat het een goede stap is geweest. Ik was toe aan een nieuwe uitdaging en wilde me verder ontwikkelen in een andere omgeving. Ik kon al naar het buitenland, maar ik twijfelde. Op elk front kan ik me nog verbeteren. Bij Dynamo zaten bijna alleen maar Nederlandse spelers. Ik zit nu bij een Nederlandse club met veel buitenlanders. Mijn Engels is niet zo goed. Ik zie Lycurgus als een mooie tussenstap”, merkt de 22-jarige middenaanvaller op dat hij sinds zijn verhuizing naar het Noorden in elk geval zijn talenkennis verder heeft bijgespijkerd.

De Stentor maandag 26 februari 2023

‘Instagram-bakker’ Sjors Tijhuis heeft het recept voor titelprolongatie al klaarliggen

Van alle spelers uit de selectie van Redbad Strikwerda is hij inmiddels degene met de meeste dienstjaren. In zijn vijfde seizoen bij Draisma Dynamo zou Sjors Tijhuis maar zo voor de vierde keer op rij de landstitel kunnen grijpen. En dan willen de supporters voor de goede orde weleens vergeten dat de jeugdige routinier pas 23 is.

In een jaar tijd kan er veel gebeuren. In februari 2023 hing de vlag er voor de volbloed Apeldoorner beduidend minder rooskleurig bij. Halfstok zelfs. Tijhuis vreesde nadrukkelijk voor voortzetting van zijn carrière. Vanwege, naar wat oorspronkelijk werd gedacht, problemen met een slagader in zijn hand leek topvolleybal een gepasseerd station.  Nader onderzoek wees echter uit dat de oorzaak van de kwaal niet in de hand zat, maar in het schoudergewricht. Een operatie volgde. En zie daar, in de ontknoping van de kampioensstrijd kon de pechvogel zowaar nog van waarde zijn.

Het was een onvergetelijk moment hoe coach Redbad Strikwerda in de finalereeks van de play-offs tegen Active Living Orion de broers Sjors en Niek Tijhuis in de alles beslissende set samen het veld instuurde. En hoe uitgerekend Sjors, die twee maanden eerder dacht nooit meer binnen de lijnen te staan, het championship point verzilverde. “Dat was heel mooi. Ik had sowieso niet verwacht ooit met Niek samen te spelen bij Draisma Dynamo”, waardeerde de maker van het beslissende punt de geste van Strikwerda enorm.

Niek, de meest avontuurlijke van het tweetal, nam afscheid uit Apeldoorn en is momenteel Zuid- en Midden-Amerika aan het ontdekken. Thuisblijver Sjors vervolgt ondertussen zijn reis door ‘volleyballand’. In de hoop dat hij in de nabije toekomst bespaard blijft van tegenslagen van fysieke aard heeft hij zich veel voorgenomen. “Er zit nog veel meer aan te komen”, stelt hij vol overtuiging. “Ik ben helemaal fit. Het lichaam voelt goed. Ik ken m’n lichaam nu ook beter.”

In de eerste wedstrijd na de jaarwisseling – de afgetekende 3-0 zege op Numidia VC Limax, draafde de middenaanvaller tot verbazing van velen ineens op de diagonaalpositie op. “Ik heb een switch gemaakt. Dat is uit mezelf gekomen. Al had ik wel het idee dat Redbad er precies zo over dacht, maar dat hij wilde dat ik er zelf mee kwam. We hebben erover gesproken. Ik heb gezegd dat ik het wel wilde proberen. Tegen Limax was de eerste keer. Dat ging lekker. Al had ik vooraf wel een bepaalde spanning. Niet eens zozeer faalangst, maar meer dat ik heel graag wil presteren. Nu we twee dia’s en twee setters hebben, kunnen we eindelijk normaal trainen en de lasten beter verdelen”, verwacht Tijhuis dat het team in de eindfase van het seizoen baat zal hebben bij de omzetting.

Door het reguliere seizoen als tweede af te sluiten presteerde de titelverdediger uit Apeldoorn naar de mening van Tijhuis naar behoren. “Het was een gekke competitie. Toch ben ik best tevreden zoals het gegaan is. Van de andere topclubs hebben we verloren. Alle wedstrijden die we móesten winnen, hebben we wél gewonnen. Aan dat Orion er bovenuit stak heeft Tom Koops denk ik een goede bijdrage geleverd. Ze hebben ook een heel sterke passlijn staan. Het is meer uitgebalanceerd dan vorig jaar. Al hadden we thuis van ze kunnen winnen.”

Ondanks dat Active Living Orion tot dusverre de meeste indruk maakte, betekent dat volgens de drievoudig landskampioen Tijhuis niet dat de Doetinchemmers de landstitel in de schoot geworpen krijgen. “Een ploeg die met zeven punten voorsprong eindigt, mag je gerust favoriet noemen. De beslissing valt pas in april. Iedereen heeft wel kansen. Het is aan elkaar gewaagd. Des te leuker is het als je wel wint. Elke wedstrijd is nu belangrijk. Fataal is het ook weer niet als je geen eerste of tweede wordt. Je hebt nu die best-of-three- en best-of-five-wedstrijden. Het wordt spannend.”

De ambitie om op termijn een stap hogerop te maken heeft Tijhuis nog altijd. Door te knallen in de play-offs kan hij zich in de kijker spelen. “Ik had wel een pad voor mezelf uitgestippeld. Dat veranderde steeds. Door blessures is dat uitgesteld. Ik heb twee jaar niet effectief kunnen gebruiken. Die twee jaar kan ik niet meer terughalen. Maar ik ben pas 23. Eigenlijk heb ik al heel veel meegemaakt. Natuurlijk zou ik het Nederlands team wel willen halen. Ik ga volledig voor het volleybal. Daarom ben ik over veel dingen aan het nadenken. Ik ben aan het inventariseren voor mezelf.”  

Draisma Dynamo’s kersverse diagonaal onderscheidt zich niet alleen aan het net, maar sinds kort ook in een geheel eigen versie van Heel Holland bakt… Samen met zijn vriendin Annemarie trakteert Sjors zijn 895 volgers op Instagram op lekkernijen van eigen makelij. Het duo brengt op smakelijke wijze in beeld hoe zij pannenkoekjes, kaascake, appeltaart, chocolate chip cookies, smash-burgers en brioche broodjes bereiden.

“M’n vriendin vond het leuk om dat te filmen. We doen het gewoon voor de lol. Het is geinig om later terug te kijken. De reacties zijn wel grappig. Waar het uiteindelijk om gaat, is hoe je er zelf over denkt”, lacht de chef de cuisine wanneer zijn ‘uitspattingen’ aan het aanrecht en het fornuis ter sprake komen.

De honger naar titels en prijzen is bij Tijhuis evenmin gestild. Draisma Dynamo’s eigen ‘Instagram-bakker’ heeft zelfs het recept voor een eventuele titelprolongatie al uitgedacht. Samen met zijn teamgenoten bijt hij zich de komende weken stevig vast in het veroveren van een vierde landskampioenschap in successie. “Zoals ik al zei, zijn wij in staat om de lasten beter te verdelen. Wij zijn niet afhankelijk van één basis. We moeten minder fouten maken en efficiënter spelen. Ik denk dat Redbad zal zeggen dat we dat dan ook maar gewoon moeten doen.”

Draismadynamo.nl vrijdag 23 februari 2024

Ambitieus Alexandria voldoet niet aan de eigen verwachtingen

Voor zover Alexandria nog enige kampioensaspiraties koesterde, dan kunnen die na de 3-1 nederlaag bij De Veluwse Boys gevoeglijk de koelkast in. Een achterstand van tien punten inlopen op koploper Hulshorst lijkt in de resterende tien competitieduels iets te veel gevraagd van de ambitieuze Apeldoornse zaterdagvijfdeklasser. Vooralsnog is WKA geen WKE.

De verwachtingen waren voor aanvang van het huidige voetbaljaar met recht hoog gespannen op sportpark Nagelpoel. Na enkele seizoenen zonder eerste elftal op standaardniveau volgde een herstart. Met bijna een compleet elftal verhuisde Stephan Quack in de zomer van Apeldoornse Boys naar de andere kant van de Oude Beekbergerweg. Medio oktober verkondigde de trainer voor de camera’s van FC Apeldoorn, het populaire online voetbalprogramma van RTV Apeldoorn, dat zijn selectie de kwaliteiten herbergde om op termijn misschien wel door te stoten naar de derde- of zelfs tweede klasse. Nauwelijks vier maanden later lijkt zelfs de vierde klasse al te hoog gegrepen.

Na een enigszins teleurstellend verlopen eerste seizoenshelft zag Quack in de winterstop twee smaakmakers vertrekken. Het tussentijdse afhaken van Rachid Boughalab en Ismar Maglajlic betekent een gevoelige aderlating. Nu de kansen op het kampioenschap na het pijnlijke verlies in Garderen verkeken lijken, kan enkel het winnen van een periodetitel de promotiedromen nieuw leven inblazen.

De trainer zelf blijft optimistisch en houdt er alle vertrouwen in. “Promotie is nog altijd ons doel. Als dat niet lukt, dan hebben we gefaald. Dan hebben we het zelf laten liggen. Maar we hebben nog kans op de tweede periodetitel. Om die te pakken moeten we vier keer gas geven. En daarna is er ook nog een derde periodetitel”, blijft Quack hoop houden om via een nacompetitieticket alsnog de stap omhoog te kunnen maken. Aan het vooruitzicht van een pikante derby tegen zijn oude club, dat degradatie naar de vijfde klasse nauwelijks meer kan ontlopen, weigert de voormalige trainer van Apeldoornse Boys in dit stadium van de competitie al te denken.

Wanneer Alexandria nog een rol van betekenis had willen spelen in de titelstrijd in 5B, had het de uitwedstrijd bij De Veluwse Boys winnend moeten afsluiten. Hoewel het gehandicapte ensemble uit Apeldoorn-Zuid weinig aanspraak mocht maken op de drie punten, had het maar zo anders kunnen lopen wanneer op slag van rust bij de stand 1-1 een Apeldoornse goal niet wegens buitenspel was afgekeurd. Ten onrechte volgens Mourad Kasrioui, die bij absentie van Fehim Begovic de aanvoerdersband droeg. “Het was absoluut geen buitenspel”, oordeelde de Alexandria-captain.

De oud-speler van Columbia, Victoria Boys en Apeldoornse Boys stond zaterdagmiddag opgesteld op de voor hem ongebruikelijke positie centraal achterin. “Ik heb bijna overal al gespeeld, behalve als keeper. Het was wel wat onwennig. Het zijn dure punten die we hebben laten liggen. Als we nog wat hadden gewild, hadden we moeten winnen. We misten vandaag te veel mensen. Fehim en Dave Oussoren zijn moeilijk te vervangen. Roelof Roossien moest worden opgetrommeld van zijn werk. Het zit ons ook niet echt mee. In de vijfde klasse is het anders voetballen. In het begin van het seizoen wilden we alles voetballend oplossen. Dan kom je juist niet aan voetballen toe. Inmiddels gaat dat beter en zit er meer strijdlust in. We moeten nu maar vol gaan voor een periodetitel”, ziet ook Kasrioui nog mogelijkheden op promotie.

Berouw heeft de 33-jarige routinier nog geen moment gehad van dat hij zijn trainer vergezelde van Malkenschoten naar Alexandria. “We hebben heel veel plezier. Als je ziet wat de club allemaal doet, alles is echt perfect geregeld. Misschien moeten we dit jaar maar als een leerjaar zien. Volgens mij gaat iedereen volgend seizoen door. Voor het geval het nu niet lukt, dan volgend jaar maar.”

De Stentor maandag 19 februari 2024

Nieuwe staf SV Orderbos kijkt al over naderende degradatie heen

Met een eclatante 6-0 zege revancheerde Robur et Velocitas zich voor de smadelijke nederlaag die het op de openingsspeeldag leed tegen SV Orderbos. Voor de bescheiden plaatsgenoot, die sindsdien alle wedstrijden verloor, lijkt degradatie naar de vierde klasse inmiddels onvermijdelijk.

Feitelijk wekt het allerminst verbazing dat SV Orderbos zondagmiddag de tiende opeenvolgende nederlaag te slikken kreeg. Dat Bernard van Werven niet al te ruim in de spelers zit, was al voor de start van het seizoen duidelijk. De stoppende trainer beschikt niet over de noodzakelijke mankracht om de onvermijdelijke blessures en schorsingen adequaat op te vangen. Kevin Clifford was afgelopen week de volgende patiënt in de ziekenboeg. Een op de training opgelopen handblessure stelt de talentvolle keeper voor de rest van het seizoen buiten gevecht.

In tegenstelling tot het ‘grote’ Robur et Velocitas kent het buurtclubje uit het Orderbos niet de luxe van een florerende jeugdafdeling waaruit het in geval van nood kan putten. Met één elftal in de leeftijdscategorieën o19, o14, o12 en o10 houdt het op. De riemen waarmee Van Werven moet roeien om het vlaggenschip tegen de stroom in drijvende te houden in de derde klasse zijn daarom simpelweg te kort.

Achter de schermen is de toekomstige technische staf zich al aan het mobiliseren voor het komende seizoen. Van Wervens opvolger Patrick van Amersvoort, de nieuwe assistent-trainer Alex Hoksbergen, toekomstig teammanager annex hoofdsponsor William van Luttikhuizen en bestuurslid technische zaken Joop Westrik laten zich door de actuele stand op de ranglijst niet uit het veld slaan. Het viertal, dat na de zomer vorm moet geven aan het technisch beleid bij de gedoodverfde degradant, predikt behalve realisme ook positiviteit.

“We moeten de boel weer enthousiasmeren”, verklaart Hoksbergen, wiens 17-jarige zoon Sam tegen Robur in de basis stond. “Ga er maar vanuit dat wij volgend jaar een goed elftal hebben voor de vierde klasse”, belooft oud-doelman Westrik dat SV Orderbos na de zomer met een representatief eerste elftal aan de nieuwe competitie begint. Van Luttkihuizen beklemtoont dat. “Er zullen na dit seizoen ongetwijfeld jongens stoppen. Het is aan ons om dat aan te vullen.”

“Je wilt natuurlijk niet een te kleine selectie hebben. Mijn doel is een groep van zestien plus twee: zestien veldspelers en twee keepers”, stelt Van Amersvoort, momenteel trainer van het tweede elftal van Columbia. Of die er bij de eerste training van het nieuwe seizoen daadwerkelijk staan? “Ja”, klinkt het volmondig.

Van Amersvoort, die voor twee jaar heeft getekend, mikt erop dat mensen met een B en O- of SV Orderbos-verleden in de nabije toekomst zowel binnen als buiten het veld een belangrijke rol kunnen gaan spelen. “Op de nieuwjaarsreceptie heb ik daarom ook het woord gevraagd. Ik heb mensen gevraagd om eens na te denken om een functie te bekleden. Een trainer is dan wel een passant, maar ik heb wel een verleden bij de club. Ik ben ooit als vijfjarige bij B en O begonnen”, doet de toekomstige Orderbos-trainer een beroep op het clubhart van zowel spelende- als niet-spelende leden.

Westrik, hoofd van de technische commissie, blijft eveneens optimistisch. “Over drie jaar bestaan we honderd jaar. We hopen er daarna nog heel wat jaartjes aan vast te knopen. Al heb je daarvoor natuurlijk nooit garanties.”

Bij Bernard van Werven heerste na de zeperd aan de Anklaarseweg berusting. “Wat moet ik dan doen? Gaan huilen? Het is zoals het is. Dit moet je als trainer blijkbaar ook een keer meegemaakt hebben. Het is jammer dat het zo loopt.”

De oud-speler van Apeldoornse Boys en WSV had zich zijn laatste jaar als trainer anders voorgesteld. Hij stopt aan het einde van het seizoen. “Ik ben 60 jaar. Ik heb dit 20 jaar gedaan. Ik ben klaar met het trainer zijn. Het is mooi geweest.”

De Stentor maandag 5 februari 2024