Maandelijkse archieven: september 2019

Ierse Oranjefan verlangt al naar Belarus-uit

Achter de bal aan (57/3): Tallinn

Maandag 9 september 2019

Matchday. Op de dag af 38 jaar na mijn eerste interland spring ik bij Estland – Nederland voor de 204e keer in de houding voor het Wilhelmus. Op de bewuste 9 september 1981 zie ik het Nederlands elftal met Go Ahead Eagles-spits Cees van Kooten in de punt van de aanval in de Kuip niet verder komen dan een 2-2 gelijkspel tegen Ierland. In de A. Le Coq Arena van Tallinn vormen de Esten niet meer een tussendoortje op weg naar de EK-eindronde van 2020.

Omdat de bal pas om 21.45 uur lokale tijd gaat rollen, is er tijd voor een uitgebreide ‘warming-up’. Hoeveel Tallinn toeristen te bieden heeft, daarvan kon ik me zes jaar geleden al van vergewissen. In het gezelschap van de kersverse Oranje-hoffotograaf van ProShots, die gisteren eveneens is gearriveerd, ga ik enkele onbekende stukjes van de Estse hoofdstad af. We stijgen tot grote hoogten in de Teletorn, de lokale televisietoren aan de oostrand van de stad.  Tevens dalen we af in de beruchte kelders op Pogori 1, waar de KGB in goeie ouwe Sovjet-tijden op nogal beestachtige wijze ‘subversieve elementen’ een toontje lager liet zingen en – in tienduizenden gevallen – voorbereidde op een enkele reis Siberië. Interessant tijdverdrijf.

De 314 meter hoge Teletorn ligt een twintigtal minuten per bus verwijderd van het centrum. De chauffeur van lijn 34a zet ons keurig bij de gelijknamige halte in Pirita af. Vanaf daar loopt het enigszins mis… Achter de bomen doemt de enorme toren in al z’n grootsheid op. Valt niet te missen, zou je denken. Ons besluit om achter enkele andere passagiers aan te lopen, brengt ons desondanks niet bij de ingang! We komen terecht op een modderig bospad, naderen de toren ook wel steeds dichter, maar dichte hekken versperren de toegang! Pas na een tiental minuten moddertrappelen en tevergeefs zoeken naar de ingang wijst een Spaanssprekende meneer ons de juiste weg. Omdat het hele eind terug door de bagger ons weinig trekt, klimmen we ergens over een hekje heen. Scheelt smerige schoenen. En zo komen we uiteindelijk waar we wezen willen. Het adembenemende uitzicht vanaf bijna 200 meter hoogte maakt veel goed. Al vind ik 13 euro om eventjes op en neer met de lift te mogen behoorlijk prijzig. Qua prijzen zijn ze in Estland sowieso bezig met een inhaalslag.

Bij de vorige trip naar Estland in 2013 leverden visites aan het KGB Museum in Hotel Viru en het ‘Bezettings Museum’ al verhelderende inzichten op over de Sovjet-heerschappij ter plaatse. Sinds 2017 is ook het voormalige KGB-cellencomplex voor het publiek toegankelijk. Het adres Pogori 1 staat symbool voor één van de vele zwarte bladzijden in de geschiedenis van Estland. In de kelders van het pand brachten medewerkers van de geheime dienst van Stalin en zijn opvolgers afvallige Esten trouw en gehoorzaamheid aan de Communistische Partij bij. Zachtzinnig ging het er daarbij allerminst aan toe. De methodes verschillen in weinig van wat ik in de voormalige martelcentra in Riga en Vilnius eerder al mocht aanschouwen. Dat veel inwoners in de Tweede Wereldoorlog Hitlers Nazi-legers als bevrijders verwelkomden, zegt alles over hoe de Sovjets zich vier decennia lang hebben misdragen in de Baltische staten.

Vanaf 16.00 uur bestaat voor de naar Estland gereisde Oranje-supporters de mogelijkheid om hun wedstrijdkaarten op te halen. Zoals gebruikelijk hebben de distributeurs van de KNVB zich genesteld in een horeca-gelegenheid. Keuze genoeg in het historische centrum van de voormalige Hanzestad Tallinn. De keuze is ditmaal gevallen op een etablissement met de naam Nimeta Baar (met dubbel a). Als stamgast hoef ik me niet meer te legitimeren. Stefan van de KNVB kent me inmiddels wel. Hij drukt me de envelop met het wedstrijdticket in de handen en wenst me een prettige wedstrijd. Aangezien de kroeg afgeladen vol zit met uitbundige Oranje-clowns, is dat een goede reden om er niet te lang te blijven hangen en me meteen weer uit de voeten te maken.

Twee uur voordat er wordt afgetrapt, wandel ik op mijn dooie akkertje naar de A. Le Coq Arena. Hemelsbreed bedraagt de afstand van mijn hotel naar het stadion slechts 350 meter volgens Google Maps. De omweg langs de houten woningen van Lilleküla en de spoorlijn verlengt het traject enigszins. Het mag geen naam hebben. De wandeling neemt niet meer dan een kwartiertje in beslag. Het terrein rondom het stadion is volledig van de buitenwereld afgegrendeld. De Estse gendarmerie heeft een heuse beveiligingsring om het stadion heen gelegd.

De dames en heren van de bewakingsdienst tonen zich van hun meest wakkere kant. Ze nemen hun taak wel erg serieus. Ik moet zelfs mijn autosleutel uit mijn halsbuidel halen bij het betreden van de arena. Voetballiefhebbers moeten zich al dat irritante gefriemel maar laten welgevallen. Anders kom je het stadion niet binnen. Wanneer iemand bij andere gelegenheden zo onder handen wordt genomen, zoals die ijverige stewards het doen, noemen beroepsklagers dat tegenwoordig al gauw ongewenste intimiteiten of seksuele intimidatie. Als activistengeteisem of andere gekwetste zielen op eenzelfde onvriendelijke en lachwekkende manier worden bejegend, doen de stakkers meteen aangifte bij de politie en krijgen ze een schadevergoeding.

Ik bezoek de A. Le Coq Arena voor de tweede keer. Bij mijn eerste Estland – Nederland kwam de WK-finalist van 2010 met de schrik vrij in Tallinn. Zes jaar en drie dagen geleden beleeft het door Louis van Gaal gecoachte Oranje er een narrow escape. In de 90e minuut zorgt Robin van Persie destijds vanaf de strafschopstip voor het enigszins geflatteerde 2-2 gelijkspel. Ditmaal kost het het Nederlands elftal beduidend minder moeite om de makke Esten de baas te blijven. Het mag niet baten dat de Estse voetbalbond buiten de stadionmuren een compleet feestterrein uit de grond heeft laten stampen, compleet met podium en optredende artiesten. Veel te vieren valt er niet voor alles en iedereen dat Estland welgezind is. Of het moet het voorrecht zijn om in eigen achtertuin live te mogen genieten van Virgil van Dijk, Frenkie de Jong, Mathijs de Ligt, Memphis en de overige toekomstige Europese kampioenen.

Voor een spetterend spektakel heb je twee ploegen nodig die willen (of kunnen) voetballen. En nou wil ik niet beweren dat Nederland de sterren van de hemel speelt. Is ook helemaal niet nodig. Wat Estland op de mat legt, is uitermate pover. Die jongens doen hun stinkende best, maar ze lopen nou niet bepaald over van kwaliteit. Ligt keeper Lepmets niet meerdere keren hinderlijk in de weg, dan kan Nederland ook maar zo met dubbele cijfers winnen in plaats van de zuinige 0-4 die nu na 90 minuten op het scorebord staat.

Het is illustratief dat de Henrik Ojamaa, tegenwoordig contractspeler bij het Poolse MKS Miedź Legnica, een voortrekkersrol vervult bij het thuisland. Bij Go Ahead Eagles voldeed de inmiddels 28-jarige draver niet helemaal aan de verwachtingen. In het nationale elftal van Estland moet de brave Henrik voor aanvoer naar de aanvallers zorgen. Verder herbergt het keurkorps van bondscoach Karel Voolaid weinig bekende namen. Naast Ojamaa ken ik alleen Ragnar Klaven (ex-Heracles en -AZ). Verdediger Artur Pikk (met dubbel k), uitkomend voor dezelfde club als Ojamaa, heeft ook wel een achternaam waarvan je verwacht dat hij vaker diep dan breed gaat, maar Pikk verstijft 90 minuten op de reservebank.

Ik houd de hele avond toezicht op mijn oude bekenden van de harde kern van Roda JC. Het mag gezegd worden, het duo gedraagt zich voorbeeldig. Binnen de stadionmuren kan ik tenminste nergens de stickers ontdekken waarmee ze Tallinn op talrijke andere plekken wel versierd hebben. De opdrukken op de plakplaatjes verwijzen naar de gevoelens van de heren voor de overige twee profclubs in het diepe zuiden van ons land, de Sjengen uit Maastricht en het al evenmin geliefde Fortuna Sittard. Afgaande op de sentimenten die leven onder de supporters zal een FC Limburg er nooit komen.

Ik raak ook aan de praat met Diarmuid Hayes. Ik had hem al eens eerder gesproken in Marokko en Wit-Rusland. Nou tref ik bij interlands meer ‘gekken’ die het Nederlands elftal overal achternareizen. De altijd in een Marco van Basten-shirt gestoken Diarmuid komt echter helemaal uit… Ierland! Vrijdagavond zag hij zijn Oranje-helden in Hamburg al de Duitsers over de knie leggen. Vervolgens reisde hij door naar Finland voor de clash tegen de Italianen. Vanuit Tallinn vervolgt hij zijn reis met Litouwen – Portugal als afsluiter. Een echte liefhebber mag ik zo iemand gerust noemen. Hij kijkt al vol verlangen uit naar Oranjes volgende uitwedstrijd, in Minsk in Belarus. “Will I see you there too?”, vraagt hij.

Het Estse nationale stadion zit niet helemaal vol. Welgeteld 11.006 toeschouwers bevolken volgens de officiële lezing de tribunes. Er zijn opvallend veel lege plekken. Het late aanvangstijdstip doet veel Estse voetballiefhebbers besluiten om thuis te blijven op deze maandagavond. Dinsdagochtend gaat weer vroeg de wekker. Tijdens de wedstrijd wil de stemming er niet echt inkomen, hoe verwoed het hoempaorkestje in het Estse sfeervak daartoe ook pogingen onderneemt. De aanwezige Oranje-aanhang achter de goal gaat ook niet uit haar dak. De positieve opleving van het Oranje-legioen is beperkt gebleven tot het feest van drie dagen eerder in Hamburg.

Naarmate ‘onze jongens’ blijven winnen zal het aantal kaasdragende gelegenheidssupporters, in Volendamse klederdracht uitgedoste hittepetitjes en dorpsgekken in generaalskostuum in toenemende aantallen uit hun holen tevoorschijn gaan komen, zo vrees ik. En reken maar dat iedere ‘echte’ Oranje-supporter volgend jaar voor het EK weer kaarten moét hebben.

Dinsdag 10 september

De thuisreis verloopt zonder noemenswaardige incidenten. Om 10 uur stap ik op Tallinna Bussijaam in de bus van Lux Express naar Riga. De twee films waar ik me onderweg mee zoethoud laten de meer dan vier uur durende reis voorbij vliegen. Een tussenstop in Pärnu en het vastlopend verkeer van de grootste stad van de Baltische landen van zorgen voor ruim een kwartier vertraging bij aankomst. De bijna vijf uur die me nog resten tot aan het vertrek van mijn vlucht naar Duitsland verlekker ik met twee worstenbroodjes uit de Markthallen en een wandeling door langs de overblijfselen uit de rijke en bewogen Letse geschiedenis. Evenals Tallinn is ook het historische centrum Riga een dagje uit meer dan waard. Ondanks de lange wachtrijen bij de security-controle enkele minuten Verspätung bij de Abflug laat ik aan het begin van de avond ook Lidosta Airport voor wat het is. Voor negenen zet de piloot van Ryanair zijn Boeing 737-800 aan de grond op Köln-Bonn. Ruim voor middernacht komt Apeldoorn in zicht en behoort ook dit andermaal onvergetelijke uitstapje weer tot het verleden.

20 toeschouwers bij duel Tallinna FC Ararat

Achter de bal aan (57/2): Tallinn

Zondag 8 september 2019

De afstand van Riga naar Tallinn bedraagt volgens Google Maps ruim 300 kilometer. Per luxe touringcar van Lux Express duurt de reis van de hoofdstad van Letland naar de hoofdstad van Estland iets meer dan vier uur. Een aantal jaren geleden heb ik me al eens door dezelfde maatschappij van Riga naar Vilnius in Litouwen laten vervoeren. En ook ditmaal valt er op het vervoer binnen de Baltische staten weinig negatiefs aan te merken.

Alvorens ik om tien uur ’s ochtends vertrek uit Riga, sla ik eerst wat proviand in. In de naast het busstation gelegen markthallen is het op deze zondagochtend business as usual. Er zijn al behoorlijk wat mensen op de been om hun levensmiddelen in te slaan. Gerimpelde ‘baboesjka’s’ hebben hun groenten en fruit uitgestald in kramen in de buitenlucht, terwijl het publiek binnen in een van de hallen terecht kan voor vlees en brood. De worstenbroodjes smaken ouderwets lekker.

Mijn bus vertrekt keurig op tijd. Passagiers kunnen zich met de vloot van Lux Express op uiterst aangename wijze laten vervoeren. In de comfortabele stoelen is het heerlijk wegdromen. Voor vertier onderweg draagt Lux evenzeer zorg. Om alle films te kunnen bekijken die het interne boordnetwerk aanbiedt, duurt de reis naar Tallinn feitelijk veel te kort. Alleen balen dat het na het passeren van de Estse grens begint te regenen.

Een chipcard voor het openbaar vervoer in Tallinn heb ik al. Een overblijfsel van mijn eerste Oranje-trip naar de Estse hoofdstad. In 2013, meer dan zes jaar geleden alweer. Op het busstation hoef ik de kaart alleen maar op te waarderen. Voor het astronomische bedrag van 5 euro mag ik 72 uur aan één stuk door Tallinn toeren. Doordat vandaag de marathon plaatsvindt zijn delen van de stad tijdelijk afgesloten voor gemotoriseerd verkeer. Desondanks slaag ik er met enkele omwegen in om mijn logeeradres in de wijk Lilleküla te bereiken. Ik verblijf op een steenworp afstand van de A. Le Coq Arena, waar het Nederlands elftal morgen aantreedt.

Als warming-up woon ik aan de andere kant van de stad om 16.30 uur eerst de topper tussen Tallinna FC Ararat en JK Sillamäe Kalev bij. De nummers 9 en 4 van de II liiga Põhja/Ida (Oost/Noord), de na de Premium liiga, Esiliiga en Esiliiga B hoogste speelklasse van Estland. Een zeker niet te onderschatten niveau dus… Het Lasnamäe Spordikompleksi kunstmurustaadion, geloof het of niet, is zelfs bekend terrein voor me. Op hetzelfde complex zag ik op 4 september 2013 Tallinna FC Puuma tegen Vädra JK Courage 1-1 in het strijdperk treden. Ik had niet gedacht ooit nog eens aan de Sint-Petersburgse straat terug te keren.

Als ik me een kwartiertje voor aanvang van de wedstrijd meld, zit de poort dicht. Wie de wedstrijd wil bijwonen kan het terrein via het aangrenzende gebouw betreden. De conciërge stuurt me door de gang waar zich de kleedruimten bevinden naar buiten naar het veld. De ‘bushalte’ die dienst doet als tribune staat nog fier overeind, zij het met wat meer roestplekken dan zes jaar geleden. Als het spektakel begint heeft er al met al toch wel een twintigtal echte voetballiefhebbers plaatsgenomen. Inclusief de harde kern van Roda JC, die eveneens twee zwaargewichten heeft afgevaardigd. Het regent inmiddels niet meer.

De wedstrijd heeft zoals verwacht weinig om het lijf. Ik kan me niet voorstellen dat FOX Sports er een uitgebreide samenvatting van uitzendt. Het meest komische moment gebeurt enkele minuten voor rust. De keeper van de bezoekers uit Kalev gaat helemaal uit z’n plaat wanneer één van zijn medespelers een strafschop veroorzaakt. Hij scheldt de ploegmakker in kwestie helemaal verrot. Alle 20 aanwezigen langs de zijlijn zitten met de oren te klapperen van de scheldkanonnade. De aansluitende strafschop brengt Ararat op gelijke hoogte. Als de spelers enkele minuten later hun pauzethee gaan drinken in de kleedkamer, blijft de nog altijd opgewonden doelman in z’n uppie achter in de dug-out. Stoom afblazen! Het blijven wonderbaarlijke schepsels, die keepers.

Na de rust stelt JK Sillamäe orde op zaken en loopt uit naar een 2-3 zege. De delegatie uit Limburg mist de drie goals in het tweede bedrijf. De heren hebben het halverwege al voor gezien gehouden. Naar verluidt komen er meer dan 400 supporters naar Tallinn om het Nederlands elftal te ondersteunen. Daags voor het EK-kwalificatieduel is het merendeel van die fans nog niet gearriveerd. De enigen in oranje outfits die ik ’s avonds op straat tegen het lijf loop zijn werkzaam voor de plaatselijke stadsreiniging. Zij zijn bezig met het opruimen van de rommel die is achtergebleven na de vanmiddag verlopen marathon.

SV09 houdt open huis aan de Paffrather Straße

Achter de bal aan (57/1): Bergisch-Gladbach/Riga

Zaterdag 7 september 2019

Daags na de glorieuze victorie van het Nederlands elftal tegen de Duitsers in Hamburg ga ik al weer op pad voor de volgende qualifyer van Oranje op weg naar het Europees Kampioenschap van 2020. Via Duitsland en en Letland gaat de reis naar Estland.

’s Nachts om half 5 lig ik in bed na thuiskomst uit Hamburg, zeseneenhalf uur later zit ik alweer in de auto naar Duitsland. Alleen ditkeer. De Oranjefotograaf van ProShots moet vanavond eerst naar de Adelaarshorst en komt pas morgen naar de Baltische staat waar de helden van Hamburg maandagavond in actie komen. Geheel tegen mijn gewoonte in sla ik de thusiwedstrijd van Go Ahead Eagles tegen Excelsior over. Het is eenvoudigweg voordeliger om vandaag al te vertrekken.

Een rechstreekse vlucht boeken vanuit Nederland naar Estland is al nagenoeg onmogelijk en alles behalve goedkoop. De optie om met Ryanair vanuit Duitsland naar Riga te vliegen pakt vooral voor de portemonnee uiterst gunstig uit. Inclusief priority-boarding kom ik uit op een bedrag van zo’n zes tientjes. Daar komen nog twee tientjes bovenop voor de busreis vanuit de Letse naar de Estse hoofdstad – en dinsdag weer terug.

Aangezien de vertrektijd van mijn vlucht vanaf Köln-Bonn naar Riga pas om 18.10 uur is, besluit ik ’s middags eerst nog een wedstrijdje in de buurt te gaan bekijken. Zo gek ben ik dan ook wel weer. De keuze valt op SV Bergisch Gladbach 09 tegen SV Lippstadt 08. Bergisch Gladbach ligt bijna vastgeplakt aan Köln. Met een aftrap om 14.00 uur moet het geen noemenswaardige problemen opleveren om tijdig op het vliegveld te zijn. Er zit bijna tweeënhalf uur tussen het laatste fluitsignaal en het vertrek van mijn vlucht. Er moet wel iets heel geks gebeuren wil ik er niet in slagen de negentien kilometer vanaf de BELKAW Arena in dat tijdsbestek niet te overbruggen.

Niet alles valt vooraf te plannen, zo ondervind ik op de heenweg. De file van acht kilometer op de A3 iets voorbij Mettmann is niet ingecalculeerd. Het oponthoud blijft binnen de perken. Ik hoef weinig te missen van het schuttersfestijn in Bergisch Gladbach. Het Stadion an der Paffrather Straße heeft een capaciteit van iets meer dan 10.000 toeschouwers, maar die zitten er bij lange na niet bij de confrontatie tussen de nummers 18 en 17 van de Regionalliga West. Alleen de U23 van Schalke 04 staat nog lager geklasseerd. Al geeft de stand een enigszins vertekend beeld. Lippstadt en Bergisch-Gladbach (4 punten) werkten respectievelijk twee en één wedstrijd(en) meer af dan de de Schalker Amateure (2 punten).

De Bergisch Gladbachers geven hun visitekaartje nou niet bepaald af. Wat de spelers van de thuisploeg er van bakken, moet de supporters van de promovendus ernstig zorgen baren. Ze houden open huis. Liefst vijf keer boort Lippstadt in de eerste 45 minuten door de gatenkaas in de stuntelende Bergisch Gladbachse verdediging heen. Het werkt op de zenuwen. Na de zoveelste tegentreffer gaat de grabbelaar onder de lat zelfs als een waanzinnige tekeer tegen een paar ballenjongens achter zijn schiettent. Het zal niet de enige zijn die zijn die zijn eigen onkunde afreageert op anderen. Het blijft hoe dan ook mooi om te zien, hoeveel emoties zo’n potje in de onderste regionen van de Regionalliga kan losmaken. Na de hervatting scoort de SV09 zowaar nog tegen. Het betreft niet meer dan Ergebnis-Korrektur. Einduitslag: 1-5.

De onfortuinlijke keeper gaat niet als enige nat. Bij aankomst op het vliegveld trekt er een heel schip met zure appelen over de Rijn. Er valt in korte tijd een aanzienlijke hoeveelheid Eau in Cologne. Dat kan er ook nog wel bij. De depressie blijkt van zeer tijdelijke aard, ze verstoort het luchtverkeer in Köln-Bonn niet. De piloot van Ryanair vertrekt pünktlich naar Riga. Hij heeft er zin in. Bij aankomst in Letland ligt hij zelfs een kwartier voor op schema.

Nederlands elftal op herhaling in Hamburg

Achter de bal aan (56): Hamburg

Vrijdag 6 september 2019

Gevoelsmatig gaat er niets boven een overwinning van het Nederlands elftal op onze geliefde oosterburen. Duitsers mogen tegenwoordig weliswaar geen Moffen meer worden genoemd en opa heeft z´n fiets al lang terug, het blijft toch heerlijk om die Mannschaft een pak op z´n falie te geven. Helemaal in eigen huis. Een déjà vu, een Wiedersehen aan de Elbe. Meer dan 31 jaar na de legendarische overwinning in de halve finale van EURO88 maak ik opnieuw ter plekke mee hoe Hamburg weer van Oranje wordt.

Interland 203 wordt er eentje om nooit meer te vergeten. Mijn zestiende Nederland – (West-)Duitsland alweer. Voor de derde keer met Hamburg als strijdtoneel. Die 21e juni in het gedenkwaardige jaar 1988 geldt dan misschien als de meest gedenkwaardige voetbalwedstrijd die ik ooit heb meegemaakt. Het laatste bezoek aan Noord-Duitsland brengt iets minder goede herinneringen boven. In de aanloop naar het Europees Kampioenschap van 2012 krijgt Vize-Weltmeister Nederland in het Hamburger Volksparkstadion een gevoelige draai om de oren. En die 3-0 overwinning van de Duitsers kan ik niet eens geflatteerd noemen.

Bijna acht jaar later gaat het wederom door die verfoeide Elbetunnel. Erik Pasman is door de ProShots geselecteerd om foto’s te maken van de EK-kwalificatiekraker. Vandaar dat het reisverloop een niet alledaags verloop kent. Erik haalt mij ’s ochtends rond de klok van elven op in Apeldoorn. Onze gezamenlijke heenreis eindigt echter in de buurt van Bremen. Daar stapt Erik met zijn koffers en camera’s over in de auto van een collega-fotograaf. En ik rijd de resterende 110 kilometers met Eriks bolide verder naar Hamburg. Na afloop van de wedstrijd kruipt de kersverse Oranje-fotograaf daar weer achter zijn eigen stuur voor de thuisreis. Is voor de verandering weer eens wat anders. Waarom makkelijk doen als het ook omslachtig kan?

Oranjesupporters kunnen hun kaarten tussen 14.30 en 17.30 uur afhalen op de Trabrennbahn Bahrenfeld, het Duindigt van Hamburg. De reisleiders van Ons Oranje hadden de 2200 aanwezige Nederlandse fans liever elders ontvangen, maak ik op uit de mailing waarmee de KNVB haar achterban voorafgaand aan het kwalificatieduel informeert. ‘Hoewel het onze voorkeur had het Oranjefeest in de buurt van de Reeperbahn te organiseren, heeft de Duitse politie ons geadviseerd om niet samen te komen in dit gebied. Dit vanwege het grote aantal Duitse supporters’, zo lees ik. Tsja, bij voetbalwedstrijden in Duitsland bestaat natuurlijk altijd de kans dat je weleens Duitsers tegenkomt.

Nadat ik mijn wedstrijdticket heb opgehaald en Eriks auto in de buurt van de arena van Hamburger SV parkeer, begeef ik mij persoonlijk wel naar de Kiez, zoals de inheemse bevolking de meest zondige mijl van Duitsland noemt. Ik kom tenslotte niet elke dag in Hamburg. Het duurt dan nog meer dan vier uur voordat de wedstrijd begint. Je moet wat doen om de tijd zinvol te overbruggen. Op S-Bahnstation Stellingen neem ik de S3. Ruim een kwartier later wandel ik tussen de neon-reclames, de Laufhäuser en de Döner kebab-Imbissbuden. Wie denkt, dat ik tegen betaling vleselijke lusten ga bevredigen, moet ik helaas teleurstellen. Bij de KFC bezondig ik me aan een gezonde kipmaaltijd. Dat is het enige vlees waar ik me op de late vrijdagmiddag aan vergrijp.

Aansluitend wandel ik naar het nabijgelegen Millerntor, het stadion van cultclub FC St. Pauli. Die Kiezkicker spelen tegenwoordig in een onderkomen om u tegen te zeggen. Het stadion heeft weinig meer van de bouwval waar ik ergens in de jaren ´90 50 D-Mark moest neertellen voor een zitplaats op een versplinterde houten bank op de hoofdtribune. De links-alternatieve St. Pauli-aanhang verafschuwt zo’n beetje alle – in hun ogen – van onze consumptiemaatschappij. Op de steeds verdergaande vercommercialisering van het moderne voetbal kotsen ze. Van hoe deze sympathieke anti-kapitalisten hun eigen doodskoppen vermarkten kan nochtans elke startende ondernemer wat leren. Een uit de kluiten gewassen fanshop, stadiontours en een heus clubmuseum brengen de nodige euro’s in het laadje. Perfect voorbeeld van links lullen en rechts zakkenvullen…

Van al die Duitse voetbalfans waar de KNVB zo voor waarschuwt op de Reeperbahn, lijkt het merendeel thuisgebleven. Slechts her en der zitten groepen supporters in witte shirts van de Mannschaft op terrassen aan het bier. Voor een bar ontwaar ik een groep van enkele, zoals Duitsers het zo mooi noemen, gut gekleidete Leute. Hooligans. Onmiskenbaar. Tot mijn niet geringe verbazing zijn het Nederlanders. Ik vraag maar niet waar ze vandaan komen. De heren lijken me niet in voor een gezellig gesprek. De Duitse ‘collega’s’, waar ze op wachten, zijn (nog) in geen velden of wegen te bekennen. Politie is er des te meer. Tientallen politiebussen staan op strategische plekken geparkeerd. Het bijbehorende personeel hangt verveeld rond bij gebrek aan actie. Mooie baan, hebben die agenten trouwens. In de baas z’n tijd naar de hoeren!

Tegen zevenen neem ik de S-Bahn terug naar het Volksparkstadion. Nu is wel merkbaar dat Hamburg op deze vrijdagavond een voetbalduel van enige importantie huisvest. De wagons puilen uit. De temperaturen stijgen… Aan boord bevinden zich slechts weinig Nederlanders. Na hun 3-2 zege in Amsterdam lijkt het zelfvertrouwen bij veel Schlachtenbummler weer helemaal terug. Na de vroege WK-uitschakeling van de Weltmeister van 2014 in Rusland zetten de Jungs alweer een ouderwets grosse Klappe op. Erg origineel zijn de gezangen niet. Ik heb het allemaal vaker gehoord: ‘Ohne Holland fahren wir zur EM’.

Hoe snel stemming om kan slaan en hoogmoed verandert in tristesse, bewijst de wedstrijd. Zo’n drie uur later hebben onze Oranjehelden de Heimat in diepe rouw gedompeld. Meteen nadat debutant Donyell Malen zich bijkans onsterfelijk maakt met de 2-3 voor het in de slotfase ontketende Nederlands elftal, houden een heleboel van de meer dan 50.000 Duitsers in het Volksparkstadion het voor gezien. Na Wijnaldums 2-4 druipen er nog veel meer af. Ook 74 jaar na het einde van de Tweede Wereldoorlog blijft het een fantastisch gezicht, van die grootmuilen die de aftocht blazen. Wel jammer dat de huidige generatie Oranjefans de jaren ‘80 en ‘90 niet bewust heeft meegemaakt. De soms ‘grensoverschrijdende’ rivaliteit tussen beide supporterskampen is bij lange na niet meer zo scherp en verbitterd als toen. Ik kan me onderlinge confrontaties herinneren waarbij de tegenpartij in iets minder vriendelijke bewoordingen uitgeleide wordt gedaan. Het ‘O, wat zijn die Duitsers stil’ klinkt een stuk braver dan de verbale hatelijkheden van destijds. Andere tijden, hè.

De vreugde onder de meegereisde Oranjefans is er in elk geval niet minder om. Op de Südtribune barst het feest na het laatste fluitsignaal in volle hevigheid los. Zo’n spontane vreugdeuitbarsting heb ik lang niet meegemaakt bij een Oranje-interland. De blijdschap van de springende, hossende en dansende meute is oprecht. Komt toch stukken gezelliger over dan die geregisseerde uitbundigheid bij ons aller Oranje Leeuwinnen. Rond half twaalf duikt ook Erik weer op en kan het Zurück in die Heimat. Met die drie punten op zak vliegen die 380 kilometer voorbij. Om kwart over drie word ik thuis afgeleverd.