Maandelijkse archieven: november 2023

Champions League als afsluiting van midweekje Portugal

Woensdag 22 november 2023

De afsluiting van een zonnig midweekje Portugal verloopt via de hoofdstad Lissabon. Op de dag waarop de zwijgende meerderheid in Nederland zich nadrukkelijk uitspreekt tegen het politieke wanbeleid van de afgelopen jaren beleef ik een heuse primeur met het bezoek aan een heuse Champions League-voetbalwedstrijd voor vrouwen.

Om 10 uur ’s ochtends keren we Faro per bus de rug toe. Met een zekere weemoed vertrek ik, want het is opnieuw een stralende dag. Als ik het mooie weer op de een of andere manier mee naar huis had kunnen nemen, dan had ik het zeker niet nagelaten… In de comfortabele touringcar van EVA Transportes is het best uit te houden tijdens de ruim 260 kilometer lange en meer dan drie uur durende rit. Iets na enen brengt de chauffeur met het nodige pas- en meetwerk zijn bus tot stilstand op het busstation van Sete Rios.

Er zijn in Lisboa drie opties om de avond op een sportief verantwoorde wijze door te brengen. Met een Europacupwedstrijd basketbal bij Sporting, een potje futsal bij Benfica en last but not least Champions League voetbal. Het genoegen van het bijwonen van een Champions League-duel voor femininos heb ik nog niet eerder mogen smaken. En aangezien ook Erik er wel voor te porren is, valt de keuze daarop.

Na te zijn begonnen met een dikke nederlaag tegen titelhouder FC Barcelona debuteren de vrouwen van Benfica vanavond op de eigen clubcampus voor eigen publiek in de Koningsklasse. Eens in de zoveel jaar een voetbalwedstrijd voor het zwakke geslacht bij te wonen kan geen kwaad. Zolang Leonne Stentler er maar geen commentaar bij levert, levert het vast en zeker een leuke avond en voortschrijdende inzichten op.

Om bij het trainingscomplex van as Aguias te komen, moet we er wel een kort boottochtje voor op de koop toe nemen. Iets voor zessen steken we zodoende vanaf Cais de Sodre op een goedgevulde veerboot de Taag over naar Seixal. Daar bevindt zich het trainingscomplex van de meest gelauwerde voetbalclub van het land. Eind 2015 bezocht ik de Caixa Futebol Campus al eerder ter gelegenheid van een Youth League-wedstrijd van Benfica’s u19 tegen Atletico Madrid. Ik kom dus niet helemaal onbeslagen te ijs. Ik ken er de weg. Al heb ik in het donker wel even de tijd nodig om me te orienteren.

Ruim anderhalf uur voor de aftrap zitten de toegangshekken van het complex nog dicht. Bij het kassahuisje houdt zich een handjevol mensen op. Dat was bij mijn eerste visite bijna acht jaar geleden wel anders. Destijds heb ik zeker een kwartier in de rij gestaan om een kaartje te kunnen bemachtigen. Die handeling kost ditmaal beduidend minder moeite. Al vraagt de lokettist wel een legitimatiebewijs alvorens hij de deal bekrachtigt. De beste man wil weten of wij thuis- of uitsupporter zijn. Als ik hem in mijn beste Engels probeer uit te leggen dat we uit Nederland komen en gisteravond in Faro van de partij waren bij de kraker van Oranje tegen Gibraltar, begrijpt hij er helemaal niets meer van. Ik vraag me af wat ze in vredesnaam met mijn persoonsgegevens moeten. Ach, ze doen hun best maar. Het is me de moeite niet waard om te gaan zeuren over privacybepalingen. Voor 5 euro entreegeld ga ik me nergens over opwinden.

Een jongen met een camera en een jongedame met een microfoon slaan alle bewegingen bij het loket nauwlettend gade. Benfica’s club tv, veronderstel ik. Erg veel in actie te komen hoeft het duo niet. Het Champions League-optreden van de Benficavrouwen mobiliseert de massa’s niet. De socio’s van een van de qua ledental grootste sportclubs van de wereld lopen het kassahuisje nou niet bepaald plat tot aan het moment waarop de hekken opengaan voor het aanwezige publiek. Twee heren die na ons een ticket aanschaffen worden voor de camera gesleurd om live te verkondigen hoe trots en blij ze wel niet zijn om deelgenoot te zijn van deze historische gebeurtenis.

Klokslag 19.00 uur, een uur voor het begin van de wedstrijd, zetten de dienstdoende stewards de toegangshekken op een kier. Er staan meer stewards dan belangstellende voetballiefhebbers. We behoren tot de eersten die zich op het terrein wagen. We worden niet onder de voet gelopen wanneer we ons een weg naar binnen banen. Ik mag zowaar doorlopen zonder gefouilleerd te worden. Zoiets overkomt me niet vaak.

Het glad geschoren grasmatje ligt er zo op het eerste gezicht in een perfecte staat bij. Aan de gesteldheid van het veld kan het dus niet liggen wanneer het spektakel onverhoopt niet zo spectaculair dreigt te worden als gehoopt. Erik en ondergetekende zijn trouwens niet de enige Nederlanders ter plaatse. De arbitrage draagt een duidelijk Nederlands stempel. Franka Overtoom (grensrechter) en Shona Shukrula (vierde official) assisteren de scheids- en grensrechter uit Wales. Blijkbaar telt Wales niet voldoende vrouwelijk arbitraal talent dat op dit niveau uit de voeten kan. Vandaar dat er versterking uit Nederland moet worden opgetrommeld. Het is maar een aanname hoor. Pin me vooral niet vast op vermeende vrouwonvriendelijke opmerkingen.

De harde kern van de vrouwenvoetbalwereld roept publiekelijk constant om vrouwenvoetbal vooral te niet te vergelijken met mannenvoetbal. Die vergelijking laat ik dan ook maar achterwege. Wie ben ik nou om daar een oordeel over te vellen? Ik bezit niet de deskundigheid en kennis van Leonne en andere dames, die het zo serieus nemen dat ze de indruk wekken dat ze het spelletje hebben uitgevonden. Eerlijk gezegd begrijp ik zulk Calimero-gedrag niet. Waarom gaan die meiden niet gewoon lekker voetballen Waarom storen zich eraan wat anderen van hun capriolen op het veld vinden?

Ik vermaak me kostelijk tijdens het avondje Seixal. En ik ben zeker niet de enige. Wanneer om de scheidsrechter uit Wales om 20.00 uur fluit voor het begin van de wedstrijd is de tribune op het hoofdveld van de Benfica-campus goed volgestroomd. Een mannetje (in algemene zin) of 500 zit er zeker. Opgejuind door de speaker annex voorzanger maken ze er een heel feest van. De meest fanatieke aanwezigen zingen en schreeuwen dat het een lievenlust is. De EO Jongerendag zal dit gezellige en ongedwongen sfeertje qua stemming moeilijk kunnen overtreffen.

Op sommige momenten wordt er zelfs best leuk gevoetbald. Ik geniet van de nummer zes van de thuisploeg, een bedrijvig middenveldertje genaamd Andreia Faria. Nauwelijks drie turven hoog, maar wat een drive! Ze zit 90 minuten lang echt overal tussen en bovenop. In tegenstelling tot anderen op het groene biljartlaken doet ze weinig verkeerd. Ik kan haar op geen enkele foute pass betrappen. Jammergenoeg wordt er slechts een keer gescoord. Benfica wint met het kleinst mogelijke verschil en herstelt zich zo van het pak slaag dat het incasseerde op de eerste speeldag. De enige goal komt voor rekening van een jongedame die luistert naar de achternaam Nazareth. Sluit mooi aan bij de kerstsfeer waarin Lisboa al helemaal is ondergedompeld.

In aansluiting op de zes minuten blessuretijd kunnen we op ons gemak terugwandelen naar de vertrekplaats van de veerboot terug naar Cais de Sodre. We zijn ruimschoots op tijd om de laatste afvaart van de dag naar het stadscentrum niet te missen.

Ik verheug me er alweer op om in het weekend lekker voor De Stentor op pad te mogen op de Apeldoornse sportvelden: zaterdagavond naar de vrouwenvolleybalderby Draisma Dynamo – Djopzz Zwolle Topvolleybal, zondagmiddag naar Albatross – WWNA. Dan mag ik me weer uitleven en op m’n eigen niveau verslag doen van sportieve gebeurtenissen. Ik ken m’n plekje en m’n beperkingen, ik neem mezelf niet zo serieus. Zoveel kennis van zaken als dames die op televisie hun zegje mogen doen over van alles en nog wat krijg ik toch nooit. Ik heb absoluut niet de illusie dat ik het ooit zover zal schoppen. Dat talent hebben ze bij geboorte meegekregen. Zo goed zal ik van m’n lang zal ze leven niet meer worden…

Muggen nemen avondje vrijaf: afsluiting EK-kwalificatiereeks met half dozijn doelpunten

Dinsdag 21 november 2023

De ontbijtzaal van het Ibis Hotel zit op deze zonnige dinsdagochtend niet vol met allerlei feestvarkens in oranje kledij, zoals ik een beetje had bevreesd. Sterker nog, er zit er geen eentje. Beter kan een Matchday nauwelijks beginnen…

Het is sowieso rustig in het hotel. Het is duidelijk merkbaar dat het laagseizoen is aan de Algarve. Slechts een handjevol gasten nuttigt het ontbijt. Eind november wordt het populaire gebied aan de Portugese zuidkust logischerwijs niet overspoeld met toeristen. Die komen in de zomermaanden in groten getale. Naar Nederlandse begrippen vind ik het nu anders ook behoorlijk zomers. De temperatuur zal ook vandaag weer tot boven de twintig graden stijgen, ontwaar ik uit de voorspellingen die de weerman van Kanaal 1 om 9 uur doet op tv. Met veel zon! Wat wil je nou nog meer wanneer je een paar dagen in Portugal verblijft?

Om de dag educatief verantwoord door te komen reizen we om iets over half 12 per trein af naar het nabij gelegen Olhao. Groundhoppen! We gaan er een kijkje nemen bij het stadion van SC Olhanense, dat ik in 2010 bij een van mijn eerste bezoeken aan Portugal al eens heb zien spelen in het Estadio da Luz van Benfica. Edgar Davids is twee jaar geleden zelfs een poosje trainer geweest van de club, maar dat was geen bijster groot succes.

De jongedame op het kantoor annex fanshop geeft ons na aankomst toestemming om een kijkje inside the ground te nemen. Daar doen ze niet zo moeilijk over in Olhao. Het Estadio Jose Arcanjo is zo’n typisch Zuid-Europees voetbalstadionnetje. Compact. Oud. Bouwvallig. Het kunstgras valt als enige ietwat uit de toon. Op het veld mogen we wat foto’s maken. Onze tijd is dus welbesteed. Een standbeeld van Davids kan ik nergens vinden. Ach, en voor de prijs hoef ik het niet te laten. Een treinretourtje van Faro naar Olhao kost slechts 2,90 euro. Zulke aantrekkelijke tarieven hanteerde onze eigen Nederlandse Spoorwegen voor het laatst in de Tweede Wereldoorlog…

Na terugkeer in Faro kunnen we vanaf het station linea recta door naar een horecagelegenheid genaamd O Castelo. Dat is door OnsOranje ingericht als afhaallocatie van de kaarten voor de ruim 600 Oranjefans die naar Faro komen om de wedstrijd tegen Gibraltar bij te wonen. Het feit dat ik m’n omwisselbiljet vergeten ben, levert gelukkig geen gezeur op. Soms is het wel handig wanneer ze je ergens kennen. Onze Ierse brother in arms Diarmuid is er ook alweer. Verder valt het reuze mee met de drukte. De aantallen Nederlanders vallen in het niet bij de hoeveelheid Oranjesupporters bij eerdere kwalificatieduels in Parijs en Dublin. Het is zodoende een kwestie van het in ontvangst nemen van ons kaartje, dat keurig op naam klaar ligt, en weer vertrekken.

Aansluitend werken we bij de Pans-vestiging in het Forum Algarum-winkelcentrum een broodje naar binnen en slaan we bij de hypermercado wat proviand in voor de busreis van morgen naar Lissabon. Op die manier tikt de middag langzaam weg. Wanneer we tegen vieren bij het hotel terug zijn staan er zowaar drie auto’s met een GBZ-kenteken op de parkeerplaats. De voertuigen zijn afkomstig uit Gibraltar. Zo te zien zijn er vanavond bij de wedstrijd dus niet alleen maar Nederlanders in het – alles behalve uitverkochte – Estadio Algarve present. Er is toch een handjevol ‘Gibraltezen’ (Hoe noem je een inwoner van Gibraltar eigenlijk?) dat net zo gek is als wij en de moeite neemt om het afsluitende EK-kwalificatieduel in Groep B te bezoeken. Van Gibraltar naar Faro is het met de auto toch bijna 400 kilometer rijden.

De aftrap staat gepland om 19.45 uur lokale tijd. Erik regelt tegen zessen een Uber. De chauffeur komt met z’n Tesla keurig op het afgesproken tijdstip bij het Ibis Hotel voorgereden. Een tiental minuten later sta ik meer dan negentien jaar na dato voor het tussen Faro en Loule gelegen EK-stadion van 2004. De ritprijs bedraagt nog geen 7 euro. Dat is van een andere orde dan de cateringtarieven binnen de stadionmuren, zal ik niet veel later tot m’n ontsteltenis ontdekken. Voor twee bekers met een mij onbekende frisdrank en twee koude hotdogs mag ik liefst 25 euro afrekenen. Vijf-en-twintig euro! Stade de France-prijzen!

Met alle overige Nederlandse supporters krijg ik een plekje toebedeeld op de Nascente Inferior, de eerste ring van de lange zijde tegenover de nog legere hoofdtribune. Dat het stadion niet vol zit, mag de pret niet drukken. Er is ruimte in overvloed. Vrije stoelkeuze. Al zag menig Oranjeclown zich wel afvragen of het wel zo verstandig is om slechts gehuld in T-shirt, korte broek en badslippers op de tribune te gaan zitten. Na een hete novemberdag koelt het in de avonduren toch wel enigszins af. Hele hordes prikgrage muggen, waar vooraf is gewaarschuwd, hebben gelukkig een avondje vrijaf genomen. Die arme beestjes vinden het waarschijnlijk te koud…

Nadat het de kwalificatie voor de EK-eindronde van volgend jaar in Duitsland al zaterdagavond in de thuiswedstrijd tegen Ierland definitief veiligstelde, is de druk een beetje van de ketel voor het Nederlands elftal. Het heilige moeten ontbreekt. Desondanks is er vanavond minder sprake van zomeravondvoetbal dan drie dagen geleden in de Johan Cruijff Arena. Woutje Weghorst hoeft ditmaal niet de verongelijkte kleuter uit te hangen voor de camera’s van de NOS. Met een overwinning van 6-0 sluit Oranje de kwalificatiereeks naar behoren af. Al komt het niet in de beurt van de 14-0 waarmee de Fransen het povere Gibraltar afgelopen zaterdag afschoten. Ik vermaak me prima, ben weer een avond van de straat geweest… Als je van iets al op voorhand niet al te hoge verwachtingen hebt, dan kan het ook niet zo gauw tegenvallen.

Na afloop staan er bij de Portas 13 en 14 bussen klaar om de Oranjefans terug te brengen naar het centrum van Faro of Albufeira. Er bestaan tal van redenen om de KNVB een waardeloze organisatie te vinden, maar dit soort dingen regelen ze prima. Eerlijk is eerlijk. Dat mag dan ook best gezegd worden.

Negentien jaar na EURO 2004 terug aan de Algarve

Achter de bal aan (91): Faro

Maandag 20 november 2023

Het is jammer dat de EK-kwalificatiewedstrijd Gibraltar – Nederland niet onder de ‘apenrots’ in Gibraltar zelf plaatsvindt. Een bezoek aan het Britse overzeese gebiedsdeel op het zuidelijke puntje van het Iberisch schiereiland staat hoog op mijn persoonlijke verlanglijstje. Dat de voetballers van het dwergstaatje voor de confrontatie met Oranje uitwijken naar Portugal betekent negentien jaar na de kwartfinalewedstrijd tussen Nederland en Zweden op de EURO 2004 een onverwacht weerzien met Faro.

Ik was erbij op die zwoele zaterdagavond op 26 juni 2004 in het Estadio Algarve toen het Nederlands elftal zich na strafschoppen plaatste voor de halve finale van het Europees kampioenschap. Een gedenkwaardige trip, mag ik het gerust noemen. Toen ik een vliegticket boekte, wist ik nog niet waar de wedstrijd gespeeld zou worden: Lissabon of Faro-Loule. De reis ging uiteindelijk naar de Algarve. Omdat het aanbod van vliegtickets naar Portugal gedurende die fase van dat EK beperkt was, vloog ik via Madrid. Om de kwartfinale te kunnen bijwonen betekende dat een rit van meer dan 700 kilometer met een huurauto van Barajas naar Faro. En na afloop weer terug. Gekkenwerk, als ik er nu aan terugdenk.

De vliegreis – althans de heenreis – gaat ditmaal rechtstreeks naar Faro. Het wordt wederom een hele beproeving. Met weinig nachtrust. Al om vier uur ’s nachts haalt Erik me in Apeldoorn op. Het vertrek van onze vlucht naar Portugal vanaf Eindhoven Airport staat gepland om 7.30 uur. Twee uur eerder staan we derhalve op de luchthaven al in de rij voor de veiligheidscheck. Het wordt de eerste keer sinds alle coronaellende dat ik weer in Eindhoven op een vliegtuig stap.

Qua betutteling is er de afgelopen vier jaar nochtans weinig veranderd. Ik ben weer eens de pineut. Ik moet zelfs m’n schoenen uittrekken om te laten scannen. Ook word ik gefouilleerd. Gebeurt zoiets bij anderen, dan is er sprake van een bepaald soort profilering. Maar daar mag ik uiteraard niet mijn ongenoegen over kenbaar maken. Ik behoor immers niet tot het selecte gezelschap beroepsklagers dat zich in Nederland in z’n kruis getast mag voelen wegens handtastelijk gedrag van lieden in uniform. Ik moet me zonder gegronde aanleiding wel in m’n kruis laten tasten…

Dan denk je dat je alles wel gehad hebt, maar dat blijkt een lelijke misvatting. Als toegift krijg ik te maken met een aanzienlijke vertraging. Vanwege een staking van luchtverkeersleiders in Frankrijk is de vertrektijd van vlucht HV6607 uitgesteld naar vermoedelijk 9.40 uur, deelt de gezagvoerder van Transavia via de intercom mee als elke passagier al in de starthouding zit om te vertrekken. Concreet komt de boodschap er op neer dat iedereen bijna twee uur aan boord van een (bijna) vol vliegtuig moet gaan zitten wachten totdat de piloot een seintje krijgt dat hij mag vertrekken.

Uiteindelijk blijft het oponthoud beperkt tot ‘slechts’ anderhalf uur. Om exact 8.57 uur verheft het vliegtuig van Transavia zich van Eindhovense bodem en kiest het het luchtruim. De duisternis heeft inmiddels plaatsgemaakt voor het daglicht. Twee uur en 46 minuten later volgt de landing in het zuiden van Portugal. Van de reis krijg ik verder weinig mee, moet ik eerlijk toegeven. Zodra we in de wolken hangen sluit ik de ogen. Ik slaag er zowaar in om wat in van de gemiste slaap van afgelopen nacht in te halen.

Het is een uur vroeger in Portugal. Omstreeks kwart voor 11 mogen alle inzittenden, onder wie een behoorlijk aantal Oranjefans, van boord. Bij aankomst in Faro mag ik m’n schoenen aanhouden. Aan paspoortcontrole doen ze niet. Het is lekker weer ter plaatse. In de stralende novemberzon is het zeer aangenaam toeven. Een enorm contrast met alle regen die we de voorgaande dagen in Nederland op ons dak hebben gekregen. Het is wel even zoeken naar de halte waar de bus naar ons hotel vertrekt. Ons openbare vervoersmiddel laat gelukkig niet lang op zich wachten. Voor twaalven neem ik m’n intrek in mijn kamer in het lokale Ibis Hotel.

In de loop van de middag nemen we de gelegenheid te baat voor een uitstapje naar het centrum van Faro. Bij het loket van Rede Nacional de Expressos op het busstation verzekeren we ons alvast van kaarten voor de bus naar Lissabon op woensdagochtend. Een ticket voor de rit van ruim 250 kilometer naar de hoofdstad komt ons te staan op 20 euro. Valt mee.

In de buurt van de jachthaven treffen we Hans aan op een terras. Hij is al sinds gistermiddag in Faro en voelt zich al helemaal thuis. In zijn blauwe Nederlands elftal-shirt, korte broek en badslippers heeft hij zich al aangepast aan de weersomstandigheden. Wij nemen aansluitend zelf ook plaats in het zonnetje. Sinds vertrek uit Nederland – alweer meer dan tien uur geleden – hebben we niets meer gegeten. De maag rammelt. Een portie poffertjes langs water gaat er daarom in als koek. Omdat we toch in de buurt zijn, wandelen we meteen maar door naar het Estadio de S. Luis, de thuishaven van de plaatselijke voetbaltrots. SC Farense komt dit seizoen uit in de Primeira Liga. Het midden in een woonwijk neergekwakte stadionnetje ziet er niet bepaald eerste klasse-waardig uit. Het oogt enigszins vervallen.

De enorme shopping mall Forum Algarve verkeert al helemaal in Kerstsferen. Naast een enorme kerstboom is zelfs een heuse mini-ijsbaan op het plein tussen de winkels aangelegd. Na zonsondergang geven honderden lichtjes het winkelcentrum een sprookjesachtige aanblik. De Portugezen koesteren hun Kersttraditie. In Portugal gelukkig geen gezanik over de knecht van Sinterklaas. We komen hier geen vervelende aandachtstrekkers tegen die het demonstratierecht misbruiken om moedwillig ergens de openbare orde te verstoren en vervolgens hard om politiebescherming schreeuwen wanneer ze de klappen dreigen te krijgen waarom ze vragen. Sympathiek volk. Die Portugezen, welteverstaan.

Luuk Bouwmeester heeft met Robur nog alles te winnen op de zondag

Stephan Panman vierde zaterdag zijn 53e verjaardag. Met de 2-1 zege op AZC gaven de spelers van Robur et Velocitas hun assistent-trainer het best denkbare verjaardagscadeau. Wat matchwinner Luuk Bouwmeester en zijn ploegmakkers tegen de ongeslagen koploper vooral aantoonden, is dat de naar het zaterdagvoetbal overstappende derdeklasser nog alles te winnen heeft op de zondag.

Thijs Eijkelkamp kon er maar geen genoeg van krijgen. Waar de scheidsrechter alle extra tijd vandaan haalde, was niet alleen de ongeduldig naar het eindsignaal verlangende Robur-aanhang een raadsel. Pas nadat de leidsman het na bijna dertien minuten blessuretijd welletjes vond en voor de laatste keer op zijn fluit blies, konden de Roburianen eindelijk hun welverdiende felicitaties in ontvangst nemen.

Dat de Apeldoorners de tot aan dit weekend ongenaakbare lijstaanvoerder de eerste competitienederlaag bezorgden, was vooral vervelend voor de tegenstander. Bij een gelijkspel had AZC zich verzekerd van de eerste periodetitel in de derde klasse B. Nu dreigt het dat startbewijs aan de nacompetitie om promotie zelfs te verspelen aan Witkampers. Wat voor Robur zelf vooral van belang was, is dat het door de zege de achterstand op AZC terugbracht tot twee punten en zich stevig nestelt in de top van de rangschikking. Over de mislukte competitiestart bij SV Orderbos praat aan de Anklaarseweg niemand meer na de vierde opeenvolgende driepunter.

Met een even belangrijke als fraaie kopgoal was Luuk Bouwmeester na afloop de gevierde man. Op slag van rust werkte de Robur-spits de bal uit een vrije trap van Luca Hendriks, de maker van de 1-0, met zijn hoofd met uiterste precisie langs AZC-doelman Nardo van de Broek. Het bleek de winnende goal. Robur mocht het zichzelf aanrekenen dat het nog zolang in onzekerheid verkeerde over de drie punten. Door kansen op een derde of zelfs vierde treffer niet te verzilveren,  bleef het spannend totdat ook de scheidsrechter om zeven minuten over vier in de gaten kreeg dat het hoog tijd was om ermee te stoppen.

“We hebben hetzelfde gespeeld als altijd. We zijn vol druk blijven zetten. Dat zijn ze duidelijk niet gewend. Elke tegenstander zakt alleen maar in tegen AZC. Bij die goal ging ik naar de tweede paal en kreeg ik de bal goed op m’n hoofd. Het is jammer dat we in de tweede helft niet die 3-1 wisten te maken. We hadden pech met een bal op de paal en ook hadden we een penalty moeten hebben”, maalde de 20-jarige doelpuntenmaker na afloop niet om de gemiste kansen.

Met de op zijn vijftiende van het Twellose Voorwaarts naar de Anklaarseweg verhuisde Bouwmeester lijkt de derdeklasser de afmaker in huis te hebben die het afgelopen seizoen zo node miste. “Eigenlijk ben ik helemaal geen spits. In principe ben ik linksbuiten. Maar toen er in de o17 een keer geen spits was, hebben ze mij daar maar neergezet. Sindsdien sta ik op die positie en scoor ik ook. Dit was mijn vijfde goal in de competitie. En met de beker erbij zit ik al op elf. Hoeveel ik er nog ga maken is een goede vraag. Ik hoop dat er nog een aantal bij gaan komen. Met onze keeper heb ik een weddenschap afgesloten dat ik er dit seizoen twintig maak. Als me dat lukt, krijg ik van hem een kratje bier”, verheugt de aanvaller zich op een schuimende apotheose van het laatste seizoen met Robur in het zondagvoetbal. 

De scherpschutter houdt de tweede klasse nadrukkelijk in het vizier. “Wij kunnen van iedereen winnen, we zijn nog niet klaar op de zondag.”

De Stentor maandag 20 november 2023

Gijs van Solkema bewandelt omgekeerde weg van zijn neef Rik bij Draisma Dynamo

Zijn neef Rik gebruikte Draisma Dynamo als springplank naar het buitenland. Gijs van Solkema bewandelt juist de omgekeerde weg. Na zes jaar in buitenland is de 25-jarige spelverdeler blij om dit seizoen weer in de eredivisie te volleyballen.

Ondanks zijn relatief jonge leeftijd heeft de setter al een heel volleyballeven achter de rug. Na omzwervingen bij het Duitse SVG Lüneburg, IBB Polonia London en het Tsjechische Kladno Voleijbal gaat de Fries de komende maanden in het shirt van Draisma Dynamo op zoek naar zichzelf en probeert hij naast de sport zijn voldoening te halen uit ogenschijnlijk alledaagse dingen, zoals boodschappen doen voor zijn nieuwe huisgenoten Duco Krook en Yannick Bak.

“Ik sluit zeker niet uit dat ik ooit nog eens naar het buitenland ga. Na twee seizoenen in Tsjechië wilde ik wat anders en ontstond het idee om weer terug te gaan naar Nederland. Wanneer je acht maanden per jaar weg bent en ook in de zomer vanwege het Nederlands team niet eens twee weken kan bepalen wat je zelf wilt doen, dan krijg je weinig tijd om een sociale kring op te bouwen. Dat heb ik de afgelopen jaren wel gemist. Ik heb daarom voor mezelf op een rijtje gezet van wat ik wil, wat ik mis en wat ik zoek”, legt Van Solkema uit dat hij de komende maanden meer hoopt te vinden dan enkel nieuw volleybalgeluk.

Vreemd is het niet dat zijn leven al sinds zijn kindheid in het teken staat van de volleybalsport. De familie Van Solkema telt nogal wat leden die zich aan het net behoorlijk wisten en weten te onderscheiden. Oom Arno haalde zelfs Oranje, vader Gertjan verdedigde de kleuren van VC Sneek. Zijn zus Wies verdeelt in de Topdivisie A het spel bij Veracles, broer Toon speelt als passer/loper bij eerstedivsionist Donitas. En dan zijn er nog zijn neven: voormalig Draisma Dynamo diagonaal Rik timmert tegenwoordig aan de weg bij Parma in de Italiaanse Serie A3, diens broer Luuk is actief bij het Luxemburgse Diekirch.

In 2021, toen ze allebei in de hoogste Tsjechische speelklasse actief waren, speelden de neven Van Solkema met hun respectievelijke clubs Kladno en Usti tegen elkaar. “Dat was wel grappig, ja. Mijn vader en oom zijn wezen kijken. Die hebben er een weekendje Tsjechië van gemaakt.” Het lijkt de oudste van de twee leuk om in de toekomst nog eens met zijn familielid samen te spelen. “In het Talentteam zaten we al eens één seizoen samen in een team.”

In navolging van zijn oom, in de jaren ’90 een middenaanvaller van formaat, werd Gijs de tweede Van Solkema die zijn opwachting maakte in het nationale team. “In mijn tweede jaar in Lüneburg werd Roberto Piazza bondscoach. Hij haalde mij erbij. Ik stond direct in de basis. Bij het OKT en het EK speelde ik. Ik had dat niet perse verwacht”, weet Van Solkema nu dat hij door op 19-jarige leeftijd naar de Bundesliga te verkassen de juiste sportieve keuze maakte.

In het landelijke Lüneburg viel alles op z’n plek. In het noorden van Duitsland kreeg het Nederlandse talent alle gelegenheid om zijn kwaliteiten te ontplooien. “Lüneburg is een heel warme club met hele trouwe fans. Het voelde echt als een familie. We hadden ook een goede coach. Voor mij was het echt de beste stap. Lüneburg was qua niveau een stuk beter dan wat er in Nederland was. En dan die beleving… Die is echt een stuk intenser dan bij ons. We speelden in een klein halletje. Officieel mochten er van de brandweer 800 toeschouwers naar binnen. Bij wedstrijden zaten er soms wel 1100”, veert de voormalige Lüneburger Zuspieler op wanneer hij over het enthousiasme van de fans spreekt.

De keerzijde van de medaille leerde de man uit Sneek eveneens kennen. Zo bewaart hij aan zijn kortstondige verblijf bij IBB Polonia London minder goede herinneringen. “Vanwege corona zat Londen zwaar in lockdown. Ik ben er hooguit vier weken geweest. Ik tekende al laat. Een dag later vloog ik meteen met de ploeg naar Italië. De dag daarna speelde ik al mee tegen Trentino met Nimir Abdel-Aziz. Ik heb twee wedstrijden voor de Champions League meegedaan. Voor de volgende wedstrijden zaten we in Polen en kreeg ik corona. Als enige. Ik kon daarom niet mee. Ik heb daar tien dagen in quarantaine gezeten. Ik zat er echt helemaal in m’n eentje. Er was verder helemaal niemand”, leerde de patiënt het begrip ‘alleen op de wereld’ in de praktijk kennen.

Na zijn terugkeer in Nederland viel hij afgelopen zomer buiten de boot bij de ‘Lange Mannen’. Voor de Volleyball Nations League en het EK gaf bondscoach Piazza de voorkeur aan het duo Wessel Keemink en Sil Meijs om het spel bij Oranje te verdelen. “Dat is de keuze die gemaakt is. Daar heb ik weinig controle over. Desondanks heb ik met het NextGen-team best een leuke zomer gehad. Met Redbad Strikwerda en Arjan Taaij als trainers. Ik had daarnaast eindelijk eens wat meer ruimte voor sociale contacten”, vond hij zodoende naast inspanning welkome tijd voor ontspanning.

Naast de studie bedrijfskunde waaraan hij een aantal jaren geleden begon aan de Radboud Universiteit in Nijmegen, startte Van Solkema op sportief vlak inmiddels een praktijkopleiding aan ‘Redbads volleybalhogeschool’ in Apeldoorn. De Fries kon het direct goed vinden met zijn nieuwe trainer. “We klikten vanaf de eerste weken meteen goed.” Een prijs heeft de laatst vastgelegde speler uit de Draisma Dynamo-selectie zelfs al op zak. “De Supercup is voor mij de eerste prijs die ik ooit gewonnen heb.”

Het blijft daar wat de 1,93 meter lange spelverdeler betreft dit seizoen niet bij. Van Solkema heeft nadrukkelijk zijn zinnen gezet op de landstitel en de nationale beker. Samen met zijn ‘concullega’ Freek de Weijer neemt hij het heft daarbij in handen. “Ik heb een goede verstandhouding met Freek. Met Redbad als trainer weet je dat je allebei aan spelen toekomt. Voor de Supercup speelde ik niet, maar kwam ik er aantal keren in om te serveren. Zo leverde ik toch m’n bijdrage aan de overwinning. Tot nu spelen we goed in de side-out. Als het er ook serverend goed uitkomt, wordt het voor elk team moeilijk om van ons te winnen”, maakt Gijs van Solkema duidelijk dat hij zeker niet naar Apeldoorn is gekomen om een bijrol te vervullen.

Hoe hij invulling aan zijn leven gaat geven naast het volleybal wil de student bedrijfskunde de komende maanden voor zichzelf ontdekken. “Ik doe nu een studie Bedrijfskunde op de Open Universiteit. Dat gebeurt volledig digitaal. Ik kan het in m’n eigen tijd en tempo doen. De studie is breed. Je kan er alle kanten mee op. Ik weet van mezelf wat mijn menselijke kwaliteiten zijn en wat ik daar eventueel mee kan doen. Een sportcarrière opent daarnaast ook deuren. De deur om weer in het buitenland te gaan volleyballen is niet potdicht. Mijn insteek voor nu is echter om lekker in Nederland te zijn. Het gaat erom wat mij gelukkig maakt. Hier kan ik ook serieus met volleybal bezig zijn en het beste uit mezelf halen.”

Draismadynamo.nl dinsdag 14 november 2023 / Foto Wout van Zoeren

Mike Koldenhof vindt een nieuw doel in Beekbergen, ondanks pijnlijke middag tegen VDZ

Beekbergen was zondagmiddag niet opgewassen tegen het nog ongeslagen VDZ. Keeper Mike Koldenhof, die vier keer de bal uit zijn net moest halen, doorstond de wedstrijd niet geheel schadevrij.

Koldenhof beleefde tegen VDZ in meerdere opzichten een pijnlijke middag. Nou is vier tegengoals incasseren voor geen enkele doelman leuk, maar dat hoort een beetje bij het vak. De pijnlijke ribben die hij kort voor rust aan een botsing met een tegenstander overhield, bezorgden de Beekbergense goalie meer ongemak. Die speelden hem zelfs na afloop van de wedstrijd nog danig parten.

“Ik had de bal al. Die jongen van VDZ liep door en kwam precies met de punt van zijn ellenboog in m’n ribben. Pff, dan moet je wel even naar lucht happen. Dat kwam wel aan. Ik heb me in de rust laten behandelen en kon gelukkig verder. Ik voelde het wel. Bij hun vierde goal viel de bal helaas precies aan de kant van die ribben. Daardoor kon ik me net niet genoeg strekken”, rekende de onfortuinlijke goalie de laatste en vierde tegentreffer van de Arnhemmers zichzelf en zijn geteisterde ribbenkas aan.

Van de drie tegengoals in de eerste helft kwamen er ook twee op een nogal ongelukkige wijze tot stand. “Die 0-1 viel uit een corner. Toen de bal via de lat terugkwam, werd ik geblokt en kon iemand van VDZ inkoppen. Bij die derde goal bleef de bal hangen. Dat ging ook heel knullig. Alleen aan die tweede goal kon ik weinig doen. Dat was er eentje uit het boekje. Het is jammer hoe je die goals tegen krijgt. Voetballend is VDZ misschien wat verder dan wij, maar we gaven weinig weg. Het stond goed bij ons”, vond de doelman.

Ondanks de vervelende middag heeft Koldenhof nog geen moment spijt gehad van zijn overstap naar Beekbergen. Bij het naar de tweede klasse gedegradeerde Columbia verloor hij tijdens het vorige seizoen zijn plek onder de lat aan Yakup Ece. Aan de Veldhofweg vond hij letterlijk en figuurlijk een nieuw doel door de opengevallen positie over te nemen die door het vertrek van Martijn Harleman was vrijgekomen. Van trainer Danny van Engeland krijgt hij wel het vertrouwen en de speelminuten waar hij aan de Winkewijertlaan niet meer van verzekerd was.

“Na het gesprek dat ik eind vorig seizoen met Danny had, heb ik mijn keuze gemaakt. Bij Columbia blijven was zeker een optie. Ik heb ook met Marco Onderberg, de nieuwe trainer, gesproken. Als ik was gebleven, had ik het samen met mijn goede vriend Yakup Ece moeten uitvechten. Ik ben vooral blij dat ik bij Beekbergen mijn minuten weer kan maken. Ik sta hier toch wat relaxter onder de lat en keep op een leuk niveau”, zegt Koldenhof zich te verheugen om na csv Apeldoorn, Vios, AGOVV en Columbia een nieuw kapittel aan zijn keepersloopbaan toe te voegen.

Hij hoopt dat hij met zijn ervaring een bijdrage kan leveren om derde klasse-voetbal in Beekbergen te waarborgen. “Sinds mijn achttiende keeper keep ik al in een eerste elftal. Ik hoop dat ik de jonge keepers hier beter kan maken. Met m’n 26 jaar ben ik bij Beekbergen één van de oudjes. De selectie bestaat uit veel jonge gasten. Zij zijn enorm leergierig. Wij willen allemaal door blijven groeien.”

Aanpassingsproblemen heeft de Apeldoorner niet gekend. “Het voelde gelijk als een warm nest. Bij Vios heb ik eerder bij een dorpsclub gezeten, toch was dat heel anders. In Beekbergen gaat het ons-kent-ons een stapje verder. Vaassen heeft drie voetbalclubs. Alles wat hier in het dorp voetbalt, voetbalt bij Beekbergen.”

De Stentor maandag 13 november 2023

Jack Williams vindt veroveren landstitel prima alternatief voor onbereikbaar Olympisch goud

Jack Williams weet nu al met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid dat hij zijn ultieme sportieve droom nooit zal verwezenlijken. In plaats van Olympisch goud veroveren met het nationale volleybalteam van Engeland noemt de vandaag 24 jaar geworden diagonaalspeler eremetaal van Nederlandse makelij een alleszins aanvaardbaar alternatief.

Zijn geboorteland mag dan wel de bakermat zijn van een groot aantal populaire sporten, het volleybal staat aan de overzijde van de Noordzee een stuk minder hoog aangeschreven bij het grote publiek en kapitaalkrachtige sponsors. “Ik schat dat ik zo’n twintig keer voor het nationale team heb gespeeld, maar er is geen geld. There’s no funding. Het zou een droom zijn om mee te doen aan de Olympische Spelen. Dat gaat echter niet gebeuren. Wij gaan nooit Olympisch goud pakken”, richt de nieuweling van Draisma Dynamo zich daarom met ‘Team England’ bij gebrek aan beter op deelname aan de Novotel Cup, een vierlandentoernooi dat rond de jaarwisseling in Luxemburg plaatsvindt.

Little Jack gooide in zijn jeugdjaren zijn hele ziel en zaligheid in het rugby, zo’n typische Engelse sport. Hoewel hij zich behoorlijk staande hield tussen de rauwdouwers, voelt hij zich met een ronde bal en een net tussen de tegenstanders meer op z’n gemak. “Ik heb tot m’n zeventiende gerugbyd, maar ik kreeg last van blessures. Terwijl anderen groter en sterker werden, werd ik alleen maar langer”, vertelt de 1,98 meter lange Williams hoe hij gaandeweg doorgroeide als volleyballer.

Via de universiteitsteams van Wessex en Sheffield Hallam belandde Williams bij IBB Polonia London, zowel in 2017 als 2019 tegenstander van Draisma Dynamo in de Challenge Cup. Uit die Pools-Londense periode dateert ook zijn eerste kennismaking met Nederland. In de 32e finales van de CEV Cup strandde het IBB Polonia van Williams en Ramon Martinez-Gion tegen Active Living Orion. Met de selectie van het Engelse filiaal verbleef hij daarnaast geruime tijd in Belchatow. In Polen ondervond hij aan den lijve hoe professioneel volleybal wordt bedreven. “We hebben er drie maanden gezeten. Dat was een heel mooie ervaring”, vertelt de volleyballer uit Bournemouth hoe hij niet veel later zelf zijn sportieve grenzen verlegde naar het Europese vasteland.

In het kielzog van zijn Ierse ploeggenoot Ryan Poole verhuisde Jack Williams in het najaar van 2021 naar Nederland. Het naar de eredivisie gepromoveerde Limax werd zijn nieuwe werkgever. Al kwam er in dat eerste jaar in Limburgse dienst van volleyballen weinig terecht voor de Engelsman. Gedoe rond visa en een werkvergunning hield hem geruime tijd langs de kant. “Allemaal vanwege die stomme Brexit. Dat was heel vervelend en very stressfull”, ergert het lijdend voorwerp zich ruim twee jaar na dato nog altijd aan de vertragende werking van de bureaucratische molen.

Sportief haalde de fervente Chelsea-supporter de schade van alle misgelopen speeltijd het afgelopen seizoen dubbel en dwars in. De diagonaalspeler timmerde in de eredivisie flink aan de weg met de ambitieuze Limburgse club. Al leidde dat uiteindelijk niet tot een prijs. Met Limax strandde hij in de kampioenspoule. “We hebben een goed seizoen gedraaid, up to a certain level. Natuurlijk wilden we wel naar de finale. Alleen liep het in de play-offs niet meer zoals zou moeten. Misschien duurde het seizoen wel net iets te lang”, kwam het voor Williams niet als verrassing dat Limax in de eindsprint tekortschoot.

Aan zijn optredens in De Roerparel bewaart de Brit mooie herinneringen. De voormalige Limax-crack kan zich evenwel goed voorstellen dat tegenstanders zich mateloos storen aan het lage dak van het knusse halletje in Sint-Odiliënberg. “Je kan er niet normaal volleyballen. Ik speel ook liever in een hogere hal. De Gala-ballen waarmee Limax speelt hadden eveneens invloed. Het hielp ons wel, moet ik zeggen. Ik heb veel aces geslagen die ik anders nooit geslagen zou hebben”, reageert Williams lachend wanneer het vermeende ‘thuisvoordeel’ van de Limburgse eredivisieclub ter sprake komt.

In de Draisma Dynamo Arena, zijn nieuwe werkomgeving, heeft hij weinig aan te merken op de faciliteiten. Toen Martijn Brilhuis naar Limax vertrok, maakte Williams de overstap in omgekeerde richting. Die verhuizing heeft hij nog geen moment betreurt. Los van wat storende zaken van administratieve aard waar hij bij zijn komst naar Apeldoorn opnieuw mee te maken kreeg, heeft hij zijn draai snel gevonden. “Vooral die Supercupwedstrijd vond ik ongelooflijk. Het was mooi om voor zoveel publiek te spelen. Het leverde ons nog een trofee op ook. Ik geloof dat ik op mijn achttiende voor het laatst een prijs had gewonnen”, verklaart de Supercupwinnaar hoe hij bij zijn officiële debuut meteen met de neus in de boter viel.

Raakte hij bij zijn vorige club gewend aan een laag plafond, onder de bezielende leiding van Redbad Strikwerda wil de Draisma Dynamo-nieuweling de komende maanden zijn eigen sportieve plafond juist verder verhogen. “Ik moet vooral constanter worden. En zo zijn er wel meer dingen die beter kunnen. Als alles perfect zou zijn, dan had ik nu misschien wel in Belchatow gespeeld. Redbad is iemand die mij beter kan maken. Hij is uniek in hoe hij training geeft. Maar ook van Freek de Weijer, Gijs van Solkema of Maikel van Zeist steek ik veel op. Zoals ik bij Limax veel leerde van Nico Freriks en Rob Bontje. Die jongens hebben al zoveel meegemaakt”, zegt rookie Williams veel baat te hebben bij de wijze raad van ervaren medespelers.

Hij baalt daarom dat uitgerekend bij de recente CL-kwalificatievierkamp in Oostenrijk alle goede voornemens niet in daden konden worden omgezet. “Of het kwam door de druk of misschien wel door de reis, ik weet niet waaraan het lag. We weten dat we beter kunnen. Vooral serverend liep het moeizaam. Zelf speelde ik op vrijdag tegen Sastamala heel slecht. Dat was niet mijn dag”, noemt Williams de trip naar Innsbruck desondanks een bijzonder leerzame ervaring.

Het ophangen van de banner van de recente Supercupwinst aan de muur van de Draisma Dynamo Arena maakte veel indruk op hem. De wetenschap dat er wat betreft Olympisch goud met zijn nationale team sprake is van een mission impossible, versterkt het verlangen om in het voorjaar van 2024 nog twee keer zo’n ceremonie mee te maken.

Dat Draisma Dynamo in de achtste finales gekoppeld is aan zijn oude club geeft voor Williams een pikant tintje aan de start van het bekertoernooi. “Ik heb hele goede vrienden overgehouden aan mijn tijd bij Limax, maar die wedstrijd wil ik absoluut winnen”, klinkt het stellig.

Op de vraag waarom hij denkt dat Draisma Dynamo de landstitel kan prolongeren, hoeft hij evenmin lang na te denken over een antwoord. “Als wij kampioen worden, komt dat omdat wij de beste coach hebben. Wij moeten het natuurlijk als spelers zelf doen, maar Redbad maakt ons wel beter.”

Draismadynamo.nl vrijdag 10 november 2023 / Foto Wout van Zoeren

Frisse wind doet WWNA goed, al krijgt het tegen Activia te weinig

Pas ver in blessuretijd sleepte een oppermachtig WWNA tegen Activia een punt uit het vuur. Met de goal waarmee de mee opgekomen aanvoerder Jelte Drost de 3-3 bezegelde kreeg de formatie uit Wenum-Wiesel waar het recht op had maar tegelijkertijd veel te weinig.

Voetbal is soms een verdraaid onrechtvaardige sport. Een 90 minuten durende stormloop resulteerde zondagmiddag voor WWNA niet in een dik verdiende overwinning en op grond daarvan ook de tussentijdse koppositie in de vierde klasse E. Met dat dan uitgerekend in een ultiem slotoffensief waarbij naast de aanvoerder zelfs keeper Armend Ademaj aan het front verscheen alsnog de gelijkmaker viel, mocht het zich zelfs nog gelukkig prijzen ook dat het niet verloor.

“Het gebeurt niet zo vaak dat ik scoor. Toch voelt het als een nederlaag. Wij waren duidelijk beter, we hadden 70 procent balbezit”, keek de 25-jarige Drost naderhand met gemengde gevoelens terug op de tamelijk bizarre ontknoping op het Wenumse kunstgras. Dat de thuisploeg nogal slordig met de vele kansen omsprong mag gerust een understatement genoemd worden. De effectiviteit van de tegenstander uit Twello was minstens even opmerkelijk. “We geven drie kansen weg en alle drie vliegen ze erin”, kon trainer Rowdy van der Hoop het nauwelijks bevatten hoe Activia uit bijna niets toch iets maakte.

De teleurstelling over de misgelopen punten maakte zowel bij captain als aanvoerder gauw plaats voor realiteitszin en zelfs enige trots. Ondanks dat ze niet kregen waar ze recht op hadden, kunnen beiden moeilijk ontkennen dat WWNA uitstekend presteert. Wanneer de vergelijking met een achtbaan ter sprake komt, zegt Drost lachend “we zitten nu weer op weg naar boven”.

“Vorig jaar was het heel matig. Dit jaar hebben we een frisse start gemaakt en staan alle koppen dezelfde kant op”, schrijft de verdediger de opleving deels toe aan de komst van de nieuwe trainer. Bijna filosofisch voegt hij eraan toe: “Vorig seizoen dachten we in problemen. Nu zijn er geen problemen. We hoeven dus ook geen oplossingen te bedenken.”

Van der Hoop op zijn beurt roemt zijn spelers. Waar zijn voorgangers Sven Slop en Harold Valkenburg de club via de nooduitgang verlieten, voelde de Deventenaar zich vanaf dag één welkom op sportpark Wiesel. “De jongens zijn er altijd. Ze zijn topfit. De groep is enorm hecht. Toen de moeder van Rowan Hendriks overleed, was de hele selectie aanwezig bij de crematie”, is de trainer onder de indruk van het grote saamhorigheidsgevoel.

Werd afgelopen seizoen degradatie naar de vijfde klasse pas op het nippertje afgewend, slechts enkele maanden later heeft de negatieve stemming van het voorjaar aan de Wieselsedwarsweg plaatsgemaakt voor optimisme. Volgens de trainer en de aanvoerder zijn alle ingrediënten aanwezig om er een succesvol seizoen van te maken. Al nemen ze wijselijk het woord promotie niet in de mond. Met een rol van underdog kunnen de heren goed leven. Dat legt de druk bij de concurrentie.

“Wij horen minimaal in de vierde klasse thuis. Het zou mooi zijn wanneer we een periode kunnen pakken. Niemand had verwacht dat we het zo goed zouden doen, maar iedereen weet ook dat we het kunnen. Winnen is het leukste wat er is. Wat wij moeten doen, is vooral bij onszelf blijven”, meent Drost dat de spelers de sleutel tot succes in eigen hand hebben.

“Diepenveen is voor mij de gedoodverfde kampioen. Wij willen zo snel mogelijk afstand nemen van de onderste plaatsen. Ik denk dat het een realistische ambitie is om in de Top-5 te eindigen. We zijn op de goede weg. Wat misschien wel het grootste winstpunt is, is dat Apeldoorn weer positief praat over WWNA”, besluit Van der Hoop.

De Stentor maandag 6 november 2023

Dynamo gaat weer over tot de orde van de dag

Redbad Strikwerda sprak na de uitschakeling in de kwalificatie voor de Champions League zijn zorgen uit over dat de volleyballers van Dynamo hun toonaangevende positie in eigen land in de nabije toekomst weleens kunnen verspelen. Met een 3-0 zege tegen SSS ging Strikwerda’s equipe in de eredivisie weer over tot de orde van dag.

Strikwerda’s vrees is niet geheel onbegrijpelijk. Dynamo’s succescoach kijkt naar de langere termijn. Met zijn huidige spelersgroep in het huidige seizoen de landstitel verdedigen moet absoluut tot de mogelijkheden behoren. De selectie lijkt uitgebalanceerder dan de jeugdige groep die zich afgelopen seizoen voor de derde keer op rij tot ’s lands sterkste clubvolleybalteam kroonde.

Maar dan? Wat gebeurt er in de volgende eredivisiejaargang en de seizoenen erop wanneer de Apeldoorners budgettair misschien wel nóg verder achteropraken bij de concurrentie uit Groningen, Doetinchem en Sint-Odiliënberg? Kiezen talenten, die nu in veel gevallen de voorkeur geven aan het opleidingsprogramma in Apeldoorn, dan ook nog voor de 15-voudig landskampioen?

Met volleyballen op ’s lands hoogste clubniveau kunnen topvolleyballers in Nederland al niet of nauwelijks in hun levensonderhoud voorzien. Wanneer ze bij andere clubs misschien wel het dubbele kunnen krijgen van wat Dynamo ze biedt, dan lijkt het voor de hand liggend dat de toekomstige toppers het financiële aspect laten prevaleren boven het sportieve.

In het huidige seizoen zal het wat dat betreft nog niet zo’n vaart lopen. Pieken hoeft de regerend landskampioen pas in het voorjaar van 2024. Met de vernieuwde competitieopzet kunnen de Apeldoorners hun titel zelfs nog verdedigen wanneer ze de reguliere competitie niet bij de eerste vier afsluiten en ergens in april uit de zogenaamde B-poule via een achterdeur de play-offs om de landstitel binnenwandelen.

Na de nederlaag op de eerste speeldag tegen Lycurgus boekte Dynamo zaterdagavond in de Veluwse derby tegen SSS de eerste overwinning van het nieuwe eredivisiejaar. Tevreden was Strikwerda naderhand allerminst. Dynamo’s trainer vond dat zijn ploeg er evenals in Innsbruck vooral serverend niet het maximale had uitgehaald. Complimenten had hij wel voor de pas 16-jarige Micha Lammertink. Hoe het door hem bij het matchpoint in de derde set ingebrachte talent van Dynamo 4 en pre-jeugd Oranje opsloeg, was volgens Strikwerda hoe het wél moet.

Erik van der Schaaf beaamde eveneens dat het niet liep zoals gewenst. “Dit was een wedstrijd die je moet winnen, maar het ging niet vanzelf. Het was tekenend dat het heel timide was, met heel weinig passie. Alles begint met een goede service. In Oostenrijk hebben we laten zien dat het met onze side-out wel in orde is. We moeten nu ook in Nederland zelf uitdelen met die serve”, vindt de passer/loper dat Dynamo het service-wapen veel doeltreffender kan benutten.

Van der Schaaf betreurde uiteraard dat het een week eerder misliep in de CL-kwalificatie. Naar het vervolg in Europa kijkt de routinier al reikhalzend uit. “Het liefst speel je alleen maar zulke wedstrijden zoals vorige week in Oostenrijk”, zo gaf hij te kennen.

In de zestiende finales van de CEV Cup stromen de Apeldoorners in tegen de ploeg die komend weekend als vierde eindigt in één van de twee overgebleven CL-kwalificatiepoules: Budva uit Montenegro, Guaguas Las Palmas, Partizan Belgrado of Hypo Tirol. Mocht het onverhoopt tot een weerzien komen met de Oostenrijkers , ziet Van der Schaaf in een uit- en een thuiswedstrijd zeker mogelijkheden: “Dan hebben we alle kansen.”

De Stentor maandag 6 november 2023

Goal van revelatie Finn Seijsener volstaat niet voor zege WSV

De wedstrijd tegen Bennekom duurde feitelijk enkele minuten te lang voor WSV. Door een late tegengoal konden de Apeldoorners hun voorsprong niet over de streep trekken en sloten ze een onstuimige zaterdagavond af met een 1-1 gelijkspel.

De tweede thuisoverwinning lag voor het grijpen. Luttele seconden na het omroepbericht dat Largo Karrenbelt was verkozen tot Man of the Match zag de doelman tot zijn afgrijzen een zondagsschot op zaterdagavond langs zich in de touwen suizen. In de tweede helft had WSV de Bennekommers juist goed van de goal weggehouden. Voor de rust mocht het daarentegen een klein wonder heten dat WSV’s keeper het in de stromende regen droog had gehouden.

De goal waarmee Finn Seijsener de thuisploeg na een uur op voorsprong had gebracht volstond zo aan het einde van de rit niet voor de drie punten. De kort voor het einde gewisselde doelpuntenmaker zag vanaf de bank hoe de gasten in extremis een punt wegkaapten aan de Voorwaarts. Met die remise konden de WSV’ers gezien het verloop van wedstrijd op zich best leven.

Seijsener bewees met zijn treffer andermaal zijn waarde voor de ploeg. “De bal kwam in de kluts terecht. Waarna de bal via een hakje van Mike de Beer voor mijn voeten kwam en ik in de korte hoek kon binnenschuiven. Het is jammer dat we niet wonnen. We kwamen wat moeilijk in de wedstrijd. Je spreekt vooraf een bepaalde tactiek af. In het begin liep het wat stroef. Daarna hebben we het goed opgepakt”, meende hij.

Als topscorer van de voorbereiding gaf Seijsener nadrukkelijk zijn visitekaartje af. Sinds de competitiestart lijkt de opkomende man aan de linkerflank verzekerd van een basisplek. De 20-jarige revelatie is ervan overtuigd dat zijn tweede competitiegoal zeker niet zijn laatste zal zijn. Hij heeft zich veel voorgenomen. Het zelfvertrouwen is groot.

“Ik zat vorig jaar al bij selectie, maar speelde in de onder-23. Je mag wel zeggen dat ik in de voorbereiding ben doorgebroken. Nee, ik wil niet zeggen dat ik daar zelf verbaasd over ben. In de onder-23 heb ik vaak genoeg laten zien wat ik kan. Tot nu toe gaat het heel goed. Ik hoop nog veel te scoren dit seizoen. Alles bij elkaar opgeteld wil ik er twintig inleggen. Ik kan ook tien zeggen, maar twintig kan best”, legt de zelfverzekerde Apeldoorner de lat hoog voor zichzelf.

Ondanks dat hij vanuit het o23-elftal doorschoof naar het eerste, doorliep Seijsener niet de complete jeugdopleiding van WSV. In zijn kinderjaren droeg hij het shirt van Robur et Velocitas en CSV Apeldoorn. “In het jaar voor corona kwam ik bij WSV. Bij CSV Apeldoorn vond ik het niet zo leuk. Het bevalt me hier prima. We hebben een heel hechte groep. Wat we dit seizoen kunnen bereiken, moeten we afwachten. Ik ben niet heel erg bekend met het seniorenvoetbal. Het zou mooi zijn om in de Top-5 te eindigen.”

Richard Karrenbelt kan wel genieten van de onbevangenheid waarmee zijn pupil zich op het veld manifesteert. “Het is een goed ventje. Hij leert ook snel. Na een kwartier vroeg ik hem waarom hij alleen maar ín de bal kwam. Hij juist moet met de neus naar de goal spelen. Dan is hij levensgevaarlijk. Waarom ik hem laatst in een bekerwedstrijd na een rode kaart bij ons al na veertig minuten wisselde, begreep hij ook. Daar doet hij niet moeilijk over”, hoopt WSV’s trainer nog veel plezier te beleven aan het trefzekere talent.

De Stentor maandag 6 november 2023