Maandelijkse archieven: november 2019

Optreden van Oranje is duur ticket niet waard

Achter de bal aan (60/2): Belfast

Zaterdag 16 november 2019

Eigenlijk best wel maf om uitgerekend in Noord-Ierland te verblijven op de dag waarop het gemeentebestuur van Apeldoorn in al z’n verspillingszucht de staat van beleg afkondigt vanwege de nationale Sinterklaasintocht. De bewoners van de Noord-Ierse hoofdstad hebben in een recent verleden wel voor hetere vuren gestaan. Maar of ze nou het katholieke of het protestantse geloof aanhangen, niemand kan zich een voorstelling maken van hoe de waanzin rond Zwarte Piet de waanzin van alledag steeds waanzinniger maakt. En als één volk weet tot hoeveel spanningen en explosiviteit onverdraagzaamheid van andersdenkende groepen kan leiden, zijn het de Noord-Ieren wel.

Ik beperk me in Belfast zelf tot iets dat er écht toe doet: voetbal. Al moet ik het daarbij doen zonder het gezelschap van Limburgs finest. Dave en Jerome, Roda JC’s steun en toeverlaat in bange dagen, zijn gestrand op Schiphol. Ik krijg een appje dat de heren hun vlucht naar Belfast hebben gemist. Gisteravond zagen zij hun cluppie nog een verdienstelijk gelijkspel behalen aan de Krommedijk in Dordrecht. Op onze nationale luchthaven staat het illustere duo voor een gesloten gate. ‘K** Schiphol. Vies druk hier. En niemand die iets doet’, zo luidt de boodschap die weinig aan de verbeelding te wensen overlaat.

Mijn voornemen om de dag te beginnen met een jeugdwedstrijdje bij Crusaders loopt eveneens spaak. Ik had me de busrit met Erik van Upper Queen Street naar Seaview kunnen besparen. Bij aankomst in het stadionnetje in het noorden van de stad blijken de U15’s van The Hatchetman niet om 11.00 a.m. in actie te komen tegen de leeftijdgenoten van Glenovan zoals de website www.nibfanational.co.uk ons doet geloven. We keren zodoende onverrichter zake terug naar het centrum. Voor City Hall staat de jaarlijkse Kerstmarkt op het punt van beginnen. Aan vertier zodoende weinig gebrek. Ze zijn er vroeg bij in Belfast.

Later op de middag halen we de schade in. Op Solitude, in het katholieke deel van Noord-Belfast, zijn we om 3.00 p.m. getuige van een tweede duel in de Danske Bank Premier League in evenvele dagen. De wedstrijd die ik oorspronkelijk in gedachten had om te gaan bekijken tussen Glentoran en Glenovan is due to international call-ups uitgesteld tot nader order. Voor de echte liefhebber valt Cliftonville tegen Ballymena United evenmin te versmaden, een tweestrijd de nummers twee en zeven van het Noord-Ierse eredivisie. The Reds, vijfvoudig winnaar van het Irish League Championship, staan één punt achter op lijstaanvoerder Coleraine. Ireland’s oldest football club heeft bovendien topscorer Joe Gormley, al dertien keer trefzeker, in de gelederen. Alle ingrediënten lijken derhalve voorhanden voor een niet te versmaden voetbalgerecht.

De inzet van de spelers is hartverwarmend. Helaas kan ik van de temperatuur niet hetzelfde zeggen. It´s f*cking cold. Het tocht behoorlijk. De gure wind heeft vrij spel in het historische maar bouwvallige openluchttheater op Cliftonville Street, waar de thuisploeg het hardnekkige verzet van de gasten met het kleinst mogelijke verschil breekt. Het voelt nochtans als een warme douche wanneer ik aansluitend weer kan plaatsnemen in bus 12C naar Belfast City Centre. Van mij had de chauffeur de verwarming zelfs wel een paar graadjes hoger mogen zetten. Normaal gesproken heb ik niet zo gauw last van vervelende bijzaken van klimatologische aard. Solitude geeft me de bibbers. Brrrrrrrrrr.

Van het ophalen van mijn wedstrijdkaartje voor vanavond krijg ik evenmin een verwarmend gevoel. In een pub genaamd Filthy McNastys op Dublin Road, door de KNVB uitgezocht voor de ticketdistributie aan de naar Belfast afgereisde Oranjefans, staat rond de klok van vijf uur afgeladen vol met van die beregezellige party-animals die gedurende de wedstrijden bijna standaard het geluidspeil op een willekeurig kerkhof overtreffen. Nou wil ik niet iedereen over een kam scheren, maar ik vind het vreselijk volk. Van zóveel schijtlolligheid krijgt een paard spontaan de hik. Gauw kaartje in ontvangst nemen dus en weer wegwezen.

Tsja, en dan Noord-Ierland – Nederland… Het ergste blijft bewaard voor het laatst. Over de ‘verschrikkingen’ waar ik me vanaf 7.45 p.m. gedurende 90 minuten blootstel in het sfeervolle – dat dan weer wel – Windsor Park, hoef ik niet meer zoveel uit te wijden. Elk woord daarover is er feitelijk eentje te veel. De meesten hebben de armoedige voorstelling van Oranje ongetwijfeld gezien op tv. Vreselijk, wát een baggerpot. De kwalificatie voor de eindronde van EURO2020 wordt weliswaar veiliggesteld, daar is verder ook wel zo’n beetje alles mee gezegd. Resultaatvoetbal van het meest afgrijselijke soort. Bah.

Er bestaat een essentieel verschil tussen niet willen en niet kunnen voetballen. De hartstochtelijk strijdende Ulstermen kunnen niet beter, sterker nog, de manschappen van bondscoach Michael O’Neill kunnen er helemaal geen hout van. De alom geprezen vedetten van Oranje volgen op hun beurt nauwgezet de instructies van de bondscoach. Zij willen niet. Ze hoeven ook niet zo nodig. Een gelijkspel volstaat. Aan dat ik liefst 60 euro voor een kaartje neertel voor zo’n wanvertoning, heeft meneer Koeman geen boodschap.

Met alle respect voor de dappere Noord-Ieren. Over zo’n povere opponent moeten de sterren van Oranje normaal gesproken heenwalsen. Maar ja, dan moet je wel willen voetballen en de bal niet alleen maar eindeloos en risicoloos rondtikken. Zo’n Joel Veltman of Marten de Roon zou niet misstaan bij Cliftonville, Carrick Rangers of Crusaders. Tsja, en als je beweging en dynamiek nodig hebt om de stugge defensie van de tegenstander te laten wankelen, vind ik het niet zo logisch om de nogal statische Luuk de Jong binnen de lijnen brengen. Dit fletse Oranje schreeuwde om de jonge AZ-beloften Calvin Stengs en Myron Bouadou, de mannen in vorm. Of desnoods om een sleurende Woutje Weghorst, die met het schuim op bek de zoden uit het gras loopt.

Maar ach, van de drie wedstrijden die ik gedurende mijn twee daagse verblijf in Belfast heb gezien, waren er in elk geval twee de moeite van het aanzien waard.

Zondag 17 november

De terugreis uit Belfast via Dublin naar Nederland verloopt vlekkeloos. Totdat de Airbus van Aer Lingus ons afzet op Schiphol… Kort na 16.00 uur landt het toestel in Nederland. Het vliegtuig verlaten is ook in een vloek en een zucht gebeurd. Daarna begint de ellende. Bij de toegang tot de douane, de ruimten van de bagagebanden en de exit, ziet het zwart van de mensen. File! Er komt geen beweging in. Het luchthavenpersoneel kan de drukte moeilijk de baas. Alles loopt vast. Tientallen gearriveerde reizigers staan vast. Geloof het of niet, maar de wandeling van de D-pier van het verlaten van het vliegveld tot het passeren de douane neemt bijna evenveel tijd in beslag als de vlucht van Dublin naar Schiphol. Welkom terug in Nederland…

Kruisridders blijven het ‘Andere Oranje’ de baas

Achter de bal aan (60/1): Dublin/Belfast/Carrickfergus

Vrijdag 15 november 2019

Bij het mogelijk beslissende EK-kwalificatieduel van het Nederlands elftal op weg naar EURO2020 ben ik van de partij. Uiteraard durf ik wel te zeggen. Sinds Ronald Koeman het roer overnam bij het Nederland, ben ik er elke wedstrijd live bij geweest. De pot waarin Oranje voor het eerst sinds het WK van 2014 kwalificatie kan afdwingen voor een eindtoernooi wil ik dan ook voor geen goud missen. Niet in de laatste plaats omdat Noord-Ierland in veel opzichten een nogal fascinerend stukje Europa is. Oranjeclowns die uitgerekend in Belfast een Oranjemars naar het stadion willen houden, geven vanuit historisch perspectief bekeken een tamelijk bizar tintje aan dit uitstapje met het Nederlands elftal.

Allereerst moet je maar eens zien te komen. Vooral uit kostenoogpunt maak ik een omweggetje. Om in juni 2016 het oefenduel van Oranje in Dublin tegen de Ierse Republiek bij te wonen ben ik met EasyJet van Schiphol naar Belfast gevlogen. Voor het EK-kwalificatieduel met de Noord-Ieren ín Belfast doe ik het omgekeerd. Mijn reis, zoals vaker in het gezelschap van de Oranje-hoffotograaf van ProShots, verloopt ditmaal via Dublin. Met Ryanair naar de Ierse hoofdstad vliegen en vandaar met de Aircoach naar het noorden is aanzienlijk goedkoper dan een rechtstreekse vlucht. Voor de prijs die EasyJet ditmaal berekent voor een retourtje Belfast, vlieg ik vijf of zes keer op en neer van Schiphol naar Dublin. Door de marktwerking maken prijzen soms de meest waanzinnige capriolen. En dan moet de luchtvaarttaks, waarop het politieke geteisem in Brussel en Den Haag luchtreizigers op korte termijn wil verblijden, nog worden ingevoerd.

Voor wie zoals ik is opgegroeid in de tweede helft van de twintigste eeuw, blijft Noord-Ierland associaties oproepen met de burgeroorlog tussen katholieken en protestanten. De beelden van roadblocks, zwaarbewapende Britse militairen en bomaanslagen staan voor altijd op het netvlies geprint. In Londen heb ik de verwoestende uitwerking van IRA-bommen zelfs tot twee keer toe van nabij mogen aanschouwen. In 1990 maakt de enorme ravage bij het gebouw van de London Stock Exchange een onuitwisbare indruk. De aanslag op Victoria Station, een jaar later, doet daar nog een schepje bovenop.  Nota bene enkele dagen na een voetbaluitstapje naar een Engelse hoofdstad, waarbij mijn reisgenoten en ik onze tassen nog in het bagagedepot van het station hadden gestald, blazen Ierse republikeinen het hele station in de lucht. In zulke gevallen komt het geweld wel erg dichtbij.

Officieel heerst inmiddels sinds een jaar of twintig vrede in Noord-Ierland. Onderhuids schijnt het nog steeds te borrelen. De naderende Brexit, en de mogelijke uitwerkingen van het vertrek van het Verenigd Koninkrijk op het openbare leven her en der, doen discussies oplaaien over de grens tussen Ierland en de Britse provincie in het noorden van het groene eiland. Naar ik heb begrepen brengt het al dan niet opwerpen van nieuwe barrières aloude spanningen tussen katholieken en protestanten weer tot leven.

Bizar genoeg is de bal ondertussen altijd blijven rollen in Ulster. Alsof er niets aan de hand was. In de veelal krakkemikkige stadionnetjes – en in de straten eromheen – van the Six Counties van het noordelijk deel van het groene eiland spelen katholieken en protestanten al sinds mensenheugenis hun ‘wedstrijden’ tegen elkaar. Waaruit maar weer eens blijkt dat er wereldwijd geen oorlog bestaat die de voetbalsport kan overwinnen.

In tegenstelling tot grote voetballanden gaat de competitie in de Danske Bank Premier League, zoals de hoogste Noord-Ierse voetbalklasse heet, tijdens de interlandweek gewoon door. Als leuk opwarmertje voor de big match van zaterdag laat ik me daarom verlijden tot een bezoekje aan Carrick Rangers tegen Crusaders, een van de huidige ‘grootmachten’ uit het bescheiden Noord-Ierse voetbal. De enige competitiewedstrijd waar ik ooit op Noord-Iers grondgebied live getuige van was betrof er in (London)Derry vreemd genoeg eentje uit de Ierse competitie. Vanwege alle Troubles nam Derry City, de host, al lang geleden de wijk naar het zuiden. Om nog maar eens blijk te geven van het nogal schizofrene en complexe karakter van Ieren in noord en zuid.

Ruim drie uur nadat ik heb ingecheckt in een B&B op een steenworp afstand van Windsor Park, de thuishaven van Linfield FC én het nationale elftal van Noord-Ierland, zit ik daarom samen met een viertal andere Oranjefans in de trein vanaf Belfasts Botanische tuinen naar een gat genaamd Carrickfergus. Drie dagen voor vertrek naar Noord-Ierland had ik, zo moet ik eerlijk toegeven, nog nooit van deze illustere nederzetting gehoord. Maar aangezien de Carrick Rangers er hun domicilie hebben, gaat de reis er op deze gure novemberavond naartoe. De als achtste in de Noord-Ierse eredivisie geklasseerde Gers treden op de zestiende speeldag van de League op als gastheer van zevenvoudig landskampioen Crusaders, ofwel The Hatchetman. In het Nederlands vertaald ‘de bijlmannen’. Zo’n bijnaam belooft dus al op voorhand een vlijmscherpe confrontatie…

Het stadionnetje aan Taylor’s Avenue oogt enigszins krakkemikkig. De gesponsorde naam Loughshore Hotel Arena doet feitelijk afbreuk aan de nostalgie die het complex in alle tochtige hoeken en gaten uitademt. In het Openluchtmuseum in Arnhem zou de oude hoofdtribune ongetwijfeld een publiekstrekker van jewelste zijn. Er is sprake van ouderwets pay at the turnstiles. Wie de wedstrijd wil bijwonen levert zijn Ponden (12 maar liefst) in bij het loket en krijgt na betaling toegang via het draaihekje. Programma’s ontbreken helaas, verontschuldigt een steward bij de entrance zich. Ooit waren ze er wel, maar bijna niemand kocht de boekjes.

Druk is het niet, sfeervol des te meer. Enkele honderden voetballiefhebbers hebben zich bij de kick-off om 19.45 uur langs de lijn verzameld. Supporters van beide clubs staan kriskras door elkaar heen. Van segregatie is geen sprake. De stemming is opperbest. Een handjevol ordebewaarders staat erbij en kijkt ernaar. Een regelrechte verademing in vergelijking met het vaak hinderlijke optreden van allerlei figuren in felgekleurde jassen die bij Nederlandse voetbalwedstrijden toeschouwers lastigvallen. Football as it should be. Misschien heeft het er wel mee te maken dat het een samenkomst betreft van protestanten onder elkaar, daar kan ik als outsider moeilijk over oordelen. Ik ben zeker niet de enige Nederlander. Temidden van het publiek bevindt zich een groot aantal landgenoten. Ondanks dat het niet erg warm is, zullen zij hun komst niet berouwen.

Nadat de 22 hoofdrolspelers van de avond de containers hebben verlaten die dienstdoen als kleedkamers worden de mouwen aan beide kanten opgestroopt. Zowel de in oranje shirts gestoken home boys als de in het wit spelende kruisridders uit Noord-Belfast kleumen er vol vuur in. Elegant gaan de boys daarbij niet bepaald te werk. Voor het verfijnde combinatiewerk zijn de heren niet in de wieg gelegd. Niemand trekt zijn voet terug in de duels. Het is een kwestie van lange halen gauw thuis. Vrouwen en kinderen eerst. Van dik hout zaagt men planken. Dat het veld (natuurgras) niet helemaal egaal is en enigszins afloopt, vormt voor de 22 rouwdouwers geen enkel beletsel. Voor de vele Nederlandse aanwezigen valt geen eerste Oranjeoverwinning te bejubelen. Door twee late treffers wint Crusaders met 1-3 en neemt het de punten mee naar huis. 

Helaas mis ik de beslissende momenten in de blessuretijd. Omdat ik de trein moet halen terug naar Belfast, heb ik enkele minuten voor het einde al de aftocht geblazen…

Achterlijke regeltjes

Nou moet de maximumsnelheid op snelwegen weer omlaag. Er mag zo langzamerhand helemaal niks meer in Nederland. Onze politieke elite weet van gekheid niet meer wat ze doet. Het gepeupel verzint steeds weer wat nieuws om de wereld te redden. Dat Nederlanders als gevolg van zo’n maatregel vanaf januari nóg langer in de file staan, moet iedereen maar op de koop toenemen.

Het zou wat zijn zeg als alle overheidsdiensten als donderslag bij heldere hemel hun werkzaamheden zouden moeten staken. Dat ministeries, provinciale- en gemeentelijke instellingen elk hun deuren dienen te sluiten vanwege de onherstelbare schade die zij zelf aanrichten aan de economie. Dat er vanwege een onaanvaardbaar hoog toxisch slijmgehalte bij bestuurders en bewindslieden nergens vergunningen meer voor worden verstrekt. Het toch al zo logge ambtelijke apparaat komt dan volledig stil te liggen door de verstikkende werking van alle achterlijke regeltjes waarmee het zelf ons leefklimaat verziekt.

Life sucks, zou je denken. Mijn beste vriendinnetje heeft mij ooit uitgelegd dat het anders ligt. “Son la gente”, zei ze. Mensen zelf maken het leven op aarde steeds ondraaglijker. En zij kan het weten. Hoezeer zij zich in Nederland moest laten vernederen om haar dochter in Santo Domingo niet te laten verhongeren, kan geen enkele politieke moraalridder zich in zijn kwaadste dromen voorstellen. Ondanks haar Nederlandse paspoort is zij Nederland van pure ellende ontvlucht. Maar ja, over zulke misstanden lees ik nooit iets in De Stentor.

Hoewel er van alles mis is, is met Nederland op zich weinig mis. De lieden die het land besturen deugen niet. Dáár liggen de voornaamste problemen. Al die baantjesjagers, wijsneuzen en professionele paniekzaaiers maken er een steeds grotere bende van. Ze raken steeds meer het overzicht en de weg kwijt. De onnavolgbare regelzucht waar zij iedereen mee opzadelen maakt het hele land almaar onleefbaarder. In plaats van te bouwen breken zij het in al hun waanzin stukje bij beetje steeds verder af. Om hun ridicule ideeën kracht bij te zetten sturen ze eerdaags als toegift nóg meer ME’ers af op boze boeren en bouwvakkers ten teken dat ze de greep op het land kwijt dreigen te raken.

Zouden ze in Den Haag, op al die provinciehuizen en gemeentehuizen nou nooit eens openlijk hun eigen verstandelijke vermogens in twijfel trekken? Het stemt toch tot nadenken dat ons polderparadijs als enige land ter wereld kampt met de uitwassen van de uitstoot van stikstof of PFAS, wat dat dan ook mag zijn. Doodziek word ik ervan. Nee, niet van die stikstof of die PFAS. Daarmee zal het zo’n vaart niet lopen. Wel van dat contraproductieve en destructieve geleuter van al die lawaaipapegaaien. Aziaten dragen al sinds jaar en dag mondkapjes tegen de smog en de luchtvervuiling. Maar ze leven gewoon verder, gaan gewoon door waar ze al generaties lang mee bezig zijn. Terwijl ze in dat Verre Oosten nota bene met veel meer mensen moeten samenwonen dan wij hier in ons kleine kikkerlandje.

Boven de Moerdijk en onder de Afsluitdijk willen wereldverbeteraars de natuur zo nodig teruggeven aan de natuur. Om Lebensraum te creëren voor zwartgevlekte kontenkruipertjes, strontvliegen, groenlinkse klavertjes, tamme zwijnen en andere met uitsterven bedreigde insectjes en plantjes moet de mens wijken. Ongedierte krijgt vrij spel. Met de eikenprocessierups is de ellende pas begonnen. Die integere meneer Rutte en zijn slippendragers bezorgen Nederlanders in de nabije toekomst nog véél meer jeuk, let maar op mijn woorden. Vanwege al die door de overheid opgelegde restricties dreigt acuut gevaar voor de volksgezondheid. Rattenplagen, muizenplagen, sprinkhanenplagen. Bereid je er maar vast op voor. Geen warmtepomp die het tegenhoudt.

Nog eventjes, dan moet iedereen de auto laten staan. Behalve de chauffeur van Jesse Klaver zelf dan, als de Jessias tenminste niet tijdens een werkbezoek in Afrika aan argeloze Ethiopiërs het groenlinkse gedachtengoed aan het opdringen is. Langzaam maar zeker keren we terug naar de Middeleeuwen. En hou er dan maar vast rekening mee dat vervangend transport met paard-en-wagen ook uit den boze zal zijn. Als die dag aanbreekt, staat er vast en zeker weer een actiegroep op die de trauma’s van edele viervoeters tot eerste levensbehoefte maakt. Bruin kan het niet langer meer trekken. Zelfs het slechtste paard van stal verdient anno 2019 een menswaardig bestaan.

In zekere zin is het misschien wel een geluk bij een ongeluk dat radicaliserende boeren en bouwvakkers niet helemaal naar Syrië of Irak hoeven te vliegen om hun gram te halen. Naar hun banen of de Airmiles kunnen ze dan misschien wel fluiten, het komt het milieu alleen maar ten goede wanneer ze eendrachtig samen per tractor of truck opstomen naar het Binnenhof. Wie niet horen wil, moet maar voelen. In 1789 bij de bestorming van de Bastille gebeurde het ook al zo.

Het zou mij niets verbazen als de geschiedenis zich eerdaags herhaalt. Laat het ontevreden volk maar eens het voortouw nemen bij het vinden van een duurzame oplossing voor het levensbedreigende probleem van die volksvertegenwoordigers die het volk niet vertegenwoordigen. Samen de schouders eronder! Wir sind das Volk! Zou Frau Merkel dat soms bedoeld hebben toen ze Europa op de rand van de afgrond bracht met haar bedenkelijke uitspraak: wir schaffen das? Resteert vervolgens alleen de vraag of men het afval gescheiden moet ophalen of dat het op één grote hoop moet worden samen geveegd…

Gelukkig maar dat er nog wereldschokkende zaken bestaan die voor welkome afleiding zorgen in donkere dagen als deze. Maar goed dat het nieuwe sneetje van Dreetje en de naderende intocht van Sinterklaas de gemoederen bezighouden. Voorpaginanieuws! Jongens nog aan toe, wát een land!

Nederland verandert steeds meer in één grote poppenkast.

© RK