Maandelijkse archieven: februari 2024

Ambitieus Alexandria voldoet niet aan de eigen verwachtingen

Voor zover Alexandria nog enige kampioensaspiraties koesterde, dan kunnen die na de 3-1 nederlaag bij De Veluwse Boys gevoeglijk de koelkast in. Een achterstand van tien punten inlopen op koploper Hulshorst lijkt in de resterende tien competitieduels iets te veel gevraagd van de ambitieuze Apeldoornse zaterdagvijfdeklasser. Vooralsnog is WKA geen WKE.

De verwachtingen waren voor aanvang van het huidige voetbaljaar met recht hoog gespannen op sportpark Nagelpoel. Na enkele seizoenen zonder eerste elftal op standaardniveau volgde een herstart. Met bijna een compleet elftal verhuisde Stephan Quack in de zomer van Apeldoornse Boys naar de andere kant van de Oude Beekbergerweg. Medio oktober verkondigde de trainer voor de camera’s van FC Apeldoorn, het populaire online voetbalprogramma van RTV Apeldoorn, dat zijn selectie de kwaliteiten herbergde om op termijn misschien wel door te stoten naar de derde- of zelfs tweede klasse. Nauwelijks vier maanden later lijkt zelfs de vierde klasse al te hoog gegrepen.

Na een enigszins teleurstellend verlopen eerste seizoenshelft zag Quack in de winterstop twee smaakmakers vertrekken. Het tussentijdse afhaken van Rachid Boughalab en Ismar Maglajlic betekent een gevoelige aderlating. Nu de kansen op het kampioenschap na het pijnlijke verlies in Garderen verkeken lijken, kan enkel het winnen van een periodetitel de promotiedromen nieuw leven inblazen.

De trainer zelf blijft optimistisch en houdt er alle vertrouwen in. “Promotie is nog altijd ons doel. Als dat niet lukt, dan hebben we gefaald. Dan hebben we het zelf laten liggen. Maar we hebben nog kans op de tweede periodetitel. Om die te pakken moeten we vier keer gas geven. En daarna is er ook nog een derde periodetitel”, blijft Quack hoop houden om via een nacompetitieticket alsnog de stap omhoog te kunnen maken. Aan het vooruitzicht van een pikante derby tegen zijn oude club, dat degradatie naar de vijfde klasse nauwelijks meer kan ontlopen, weigert de voormalige trainer van Apeldoornse Boys in dit stadium van de competitie al te denken.

Wanneer Alexandria nog een rol van betekenis had willen spelen in de titelstrijd in 5B, had het de uitwedstrijd bij De Veluwse Boys winnend moeten afsluiten. Hoewel het gehandicapte ensemble uit Apeldoorn-Zuid weinig aanspraak mocht maken op de drie punten, had het maar zo anders kunnen lopen wanneer op slag van rust bij de stand 1-1 een Apeldoornse goal niet wegens buitenspel was afgekeurd. Ten onrechte volgens Mourad Kasrioui, die bij absentie van Fehim Begovic de aanvoerdersband droeg. “Het was absoluut geen buitenspel”, oordeelde de Alexandria-captain.

De oud-speler van Columbia, Victoria Boys en Apeldoornse Boys stond zaterdagmiddag opgesteld op de voor hem ongebruikelijke positie centraal achterin. “Ik heb bijna overal al gespeeld, behalve als keeper. Het was wel wat onwennig. Het zijn dure punten die we hebben laten liggen. Als we nog wat hadden gewild, hadden we moeten winnen. We misten vandaag te veel mensen. Fehim en Dave Oussoren zijn moeilijk te vervangen. Roelof Roossien moest worden opgetrommeld van zijn werk. Het zit ons ook niet echt mee. In de vijfde klasse is het anders voetballen. In het begin van het seizoen wilden we alles voetballend oplossen. Dan kom je juist niet aan voetballen toe. Inmiddels gaat dat beter en zit er meer strijdlust in. We moeten nu maar vol gaan voor een periodetitel”, ziet ook Kasrioui nog mogelijkheden op promotie.

Berouw heeft de 33-jarige routinier nog geen moment gehad van dat hij zijn trainer vergezelde van Malkenschoten naar Alexandria. “We hebben heel veel plezier. Als je ziet wat de club allemaal doet, alles is echt perfect geregeld. Misschien moeten we dit jaar maar als een leerjaar zien. Volgens mij gaat iedereen volgend seizoen door. Voor het geval het nu niet lukt, dan volgend jaar maar.”

De Stentor maandag 19 februari 2024

Nieuwe staf SV Orderbos kijkt al over naderende degradatie heen

Met een eclatante 6-0 zege revancheerde Robur et Velocitas zich voor de smadelijke nederlaag die het op de openingsspeeldag leed tegen SV Orderbos. Voor de bescheiden plaatsgenoot, die sindsdien alle wedstrijden verloor, lijkt degradatie naar de vierde klasse inmiddels onvermijdelijk.

Feitelijk wekt het allerminst verbazing dat SV Orderbos zondagmiddag de tiende opeenvolgende nederlaag te slikken kreeg. Dat Bernard van Werven niet al te ruim in de spelers zit, was al voor de start van het seizoen duidelijk. De stoppende trainer beschikt niet over de noodzakelijke mankracht om de onvermijdelijke blessures en schorsingen adequaat op te vangen. Kevin Clifford was afgelopen week de volgende patiënt in de ziekenboeg. Een op de training opgelopen handblessure stelt de talentvolle keeper voor de rest van het seizoen buiten gevecht.

In tegenstelling tot het ‘grote’ Robur et Velocitas kent het buurtclubje uit het Orderbos niet de luxe van een florerende jeugdafdeling waaruit het in geval van nood kan putten. Met één elftal in de leeftijdscategorieën o19, o14, o12 en o10 houdt het op. De riemen waarmee Van Werven moet roeien om het vlaggenschip tegen de stroom in drijvende te houden in de derde klasse zijn daarom simpelweg te kort.

Achter de schermen is de toekomstige technische staf zich al aan het mobiliseren voor het komende seizoen. Van Wervens opvolger Patrick van Amersvoort, de nieuwe assistent-trainer Alex Hoksbergen, toekomstig teammanager annex hoofdsponsor William van Luttikhuizen en bestuurslid technische zaken Joop Westrik laten zich door de actuele stand op de ranglijst niet uit het veld slaan. Het viertal, dat na de zomer vorm moet geven aan het technisch beleid bij de gedoodverfde degradant, predikt behalve realisme ook positiviteit.

“We moeten de boel weer enthousiasmeren”, verklaart Hoksbergen, wiens 17-jarige zoon Sam tegen Robur in de basis stond. “Ga er maar vanuit dat wij volgend jaar een goed elftal hebben voor de vierde klasse”, belooft oud-doelman Westrik dat SV Orderbos na de zomer met een representatief eerste elftal aan de nieuwe competitie begint. Van Luttkihuizen beklemtoont dat. “Er zullen na dit seizoen ongetwijfeld jongens stoppen. Het is aan ons om dat aan te vullen.”

“Je wilt natuurlijk niet een te kleine selectie hebben. Mijn doel is een groep van zestien plus twee: zestien veldspelers en twee keepers”, stelt Van Amersvoort, momenteel trainer van het tweede elftal van Columbia. Of die er bij de eerste training van het nieuwe seizoen daadwerkelijk staan? “Ja”, klinkt het volmondig.

Van Amersvoort, die voor twee jaar heeft getekend, mikt erop dat mensen met een B en O- of SV Orderbos-verleden in de nabije toekomst zowel binnen als buiten het veld een belangrijke rol kunnen gaan spelen. “Op de nieuwjaarsreceptie heb ik daarom ook het woord gevraagd. Ik heb mensen gevraagd om eens na te denken om een functie te bekleden. Een trainer is dan wel een passant, maar ik heb wel een verleden bij de club. Ik ben ooit als vijfjarige bij B en O begonnen”, doet de toekomstige Orderbos-trainer een beroep op het clubhart van zowel spelende- als niet-spelende leden.

Westrik, hoofd van de technische commissie, blijft eveneens optimistisch. “Over drie jaar bestaan we honderd jaar. We hopen er daarna nog heel wat jaartjes aan vast te knopen. Al heb je daarvoor natuurlijk nooit garanties.”

Bij Bernard van Werven heerste na de zeperd aan de Anklaarseweg berusting. “Wat moet ik dan doen? Gaan huilen? Het is zoals het is. Dit moet je als trainer blijkbaar ook een keer meegemaakt hebben. Het is jammer dat het zo loopt.”

De oud-speler van Apeldoornse Boys en WSV had zich zijn laatste jaar als trainer anders voorgesteld. Hij stopt aan het einde van het seizoen. “Ik ben 60 jaar. Ik heb dit 20 jaar gedaan. Ik ben klaar met het trainer zijn. Het is mooi geweest.”

De Stentor maandag 5 februari 2024

Jürgen Schefczyk wil voorwaarts met vrouwen FC Utrecht

Zijn laatste klus als trainer van een mannenvoetbalteam wil Jürgen Schefczyk koste wat kost tot een goed einde brengen. Wanneer hij zijn missie voltooit en slaagt om Voorwaarts te behouden voor de eerste klasse, wil de 61-jarige oefenmeester als afsluiting van zijn carrière met de vrouwen van FC Utrecht de vaderlandse top bestormen.

De Twellonaren waren er zaterdagavond in de dertiende aanloop dichtbij. Uitgerekend tegen CSV Apeldoorn, de club waarvan Schefczyk in het verleden tot twee keer toe hoofdtrainer was, lag de met zoveel verlangen tegemoetgeziene eerste seizoenszege voor het grijpen. In de blessuretijd ging het toch weer mis. Of de overtreding die voorafging aan de penalty waaruit Kelly João op de valreep gelijkmaakte nou wel of niet binnen de beruchte lijnen plaatsvond, vond Schefczyk naderhand van ondergeschikt belang. Hij kon vrede hebben met een punt tegen de titelkandidaat.


In het vertoonde spel ziet de trainer voldoende aanknopingspunten om Voorwaarts in de resterende elf competitieduels alsnog uit de gevarenzone te loodsen. “Bij een andere club had ik halverwege het seizoen met drie punten waarschijnlijk al op straat gestaan. Bij Voorwaarts zeiden ze dat ik me niet druk moest maken. Omdat we het doen met eigen jeugd, kan dit gebeuren”, waardeert de inwoner van Klarenbeek het vertrouwen dat hij krijgt.

Dat zijn eerste seizoen bij Voorwaarts desondanks meteen zijn laatste wordt, lag eigenlijk niet in Schefczyks planning. De combinatie van het trainerschap van de Twellose eersteklasser met de rol die hij vervult als assistent-trainer van de FC Utrecht-vrouwen dwong hem tot het maken van een keuze. “Ik sta nu soms acht of negen keer in de week op het veld. Dat moet ik op mijn leeftijd niet meer willen. Ik ben nu 61. Dit ga ik netjes afmaken. Zoals ik er nu inzit wordt dit mijn laatste jaar bij de mannen. Het enige dat daar verandering in kan brengen is dat ik mijn zoon nog een keertje ga trainen”, kiest de trainer weloverwogen voor een voorzetting van zijn loopbaan in de Azerion eredivisie.

De rechterhand van hoofdtrainer Linda Helbling wil er een bijdrage aan leveren om met de eredivisionist uit de Domstad naar de nationale top door te stoten. “Ik word echt helemaal blij van het werken in de top van het vrouwenvoetbal. Ik heb voor het eerst het gevoel dat ik in de goede trein zit. Ik kan me volledig bezighouden met het ontwikkelen van het team. De Top-3 is de ambitie. Ze zijn echt niet zomaar weer begonnen.”

Als hoofdtrainer maakte Schefczyk in 2014 het faillissement mee van de vrouwentak van FC Utrecht. Tien jaar later lijken de voortekenen beduidend gunstiger. “Het is niet te vergelijken met mijn eerste periode. Toen zaten de vrouwen in een aparte stichting en die ging over de kop. Nu zijn we echt geïntegreerd. Frans van Seumeren heeft gezegd dat zolang hij bij de club blijft het vrouwenvoetbal nooit meer weggaat. Wij hebben in principe dezelfde faciliteiten die Jong FC Utrecht ook heeft. Bij onze thuiswedstrijden op Zoudenbalch zit zelfs meer publiek dan bij Jong FC Utrecht. Op 10 maart spelen we in de Galgenwaard tegen Ajax. In de eerste twee dagen van de voorverkoop waren er al 3500 kaarten verkocht. Ik denk dat dat wel richting de tienduizend gaat lopen”, stemt de toenemende populariteit van het vrouwenvoetbal Schefczyk enthousiast.

De Stentor dinsdag 5 februari 2024

Een middagje rond het Geissbockheim, ‘Kölle Alaaf’ op carnavalszondag

Achter de bal aan (94/2): Köln

Zondag 11 februari 2024

Ik sluit m’n weekendje Duitsland af in Köln. Ik geef gehoor aan de oproep die 1. FC Köln via het account van die junge Geissböcke op Instagram doet om de U19 en U21 in het Rheinergie Sportpark te komen ondersteunen. Op carnavalszondag breng ik zodoende een aantal genoeglijke uren door rond het vermaarde Geissbockheim: Kölle alaaf!

Zelf zie ik de lol niet zo in van al die verkleedpartijen. Maar wie dat wel graag doet, moet vooral lekker z’n gang gaan. Carnaval zal vroeg of laat ook wel verboden moeten worden op last van de woke medemens en andere personen die zonder een greintje zelfspot. Tegen bijna alles waar de huidige generatie beroepsklagers patent op heeft wordt immers gedurende de doldwaze dagen gezondigd. Overmatig drankgebruik, seksistisch, vrouwonvriendelijk, dieronvriendelijk, noem het allemaal maar op. In al hun buitensporigheid gaan die Jecken und Narren er zich in deze tijd van het jaar aan te buiten.

Ik vind het veel erger dat er bij mijn vertrek bij het B&B Hotel Düsseldorf-Ratingen weinig meer te merken is van het lekkere weer van een dag eerder. Het regent. Zoveel nattigheid had weerplaza niet voorspeld! Het wegdek van zowel van de A3 als de A4 spettert behoorlijk . Het scheelt dat het zondag is en weggebruikers geen last hebben van vrachtverkeer. Omdat ik op m’n dooie akkertje richting Köln rijd spoel ik niet van het kletsnatte asfalt af. Rond kwart over tien bereik ik de afrit K-Klettenberg. Enkele minuten laten stuur ik mijn Ford Focus via de Luxemburger Strasse en de Militärring Strasse parkeerplaats P2 op, pal tegenover de hoofdingang van het RheinEnergie Sportpark.

Het lijkt wel of de tijd heeft stil gestaan op het trainingscomplex van de Effzeh. In vergelijking met mijn laatste visite, al gauw een jaartje of dertig geleden, lijkt er op het eerste gezicht weinig veranderd in de bosrijke idylle rondom het Geissbockheim. Clubhaus des 1. FC Köln staat in grote letters op het grote witte gebouw aangegeven. Spürbar anders lees ik op een andere muur naast het bekende clublogo met de geit en de Domtoren. Merkbaar anders. Geen doorsneeclub, die launische Diva vom Rhein. In 1963 de allereerste Bundesliga-kampioen. Sindsdien was het vooral langs het veld net iets te veel en bovenal iets te vaak carnaval in Kölle

Wanneer de U19 om 11.00 uur aftrapt tegen de leeftijdgenoten van Alemannia Aachen regent het gelukkig niet meer. De derby in Bundesliga West vindt plaats op Platz 7. Bij een houten keetje, waar op het vroege tijdstip de Bratwürste en Frikadellen al op het vuur liggen, zijn zowaar opstellingen verkrijgbaar. Prima service voor de toeschouwers. Op het veld zie ik de nieuwe Wolfgang Overath, Heinz Flohe of – van recenter datum – Lukas Podolski echter nergens lopen. Het hoogste A-juniorenteam van de club wordt op deze grauwe zondagochtend lelijk afgeschminkt door de A-junioren van de koploper van de Regionalliga West: 1-2.

Vergelijk ik het met de Nederlandse top in dezelfde leeftijdsklasse, die ik regelmatig in actie zie, dan durf ik wel te zeggen dat er bij ons verzorgder wordt gevoetbald. Al betekent dat niet dat het per definitie ook beter is. Op het zevende veld van het Rheinergie Sportpark ben ik vooral getuige van veel gehol en gedraaf. Van beide kanten overigens.

Het arbitrale trio past zich moeiteloos aan het niveau van de 22 spelers aan. Of is het misschien juist andersom? Drie van die pedante mannetjes, qua leeftijd schat ik ze niets eens zo gek veel ouder dan de voetballers die ze in het gareel moeten houden. Maar een air van heb ik jou daar. Autoritair proberen te zijn, terwijl je geen enkele autoriteit uitstraalt… Het is maar goed dat Duitsers doorgaans wat volgzamer en plichtsgetrouwer zijn dan Nederlanders. Bij ons zou zo’n hooghartig houdinkje op wat meer weerstand stuiten, vrees ik. Op veld 7 van het Rheinenergie Sportpark volstaat een handjevol gele kaarten om de orde binnen de lijnen te handhaven.

Een vijftigtal minuten na afloop van de clash tussen de U19-teams uit Köln en Aachen begint de tweede wedstrijd van de dag. In het aangrenzende Franz-Kremer-Stadion neemt Kölns u21 het op tegen een andere 1. FC, die uit Düren. Ofwel de nummers vijf en zeven van de Regionalliga West. Voor mij betekent het duel tussen beide middenmoters dat ik zeventien van de achttien clubs uit de westelijke afdeling van de Duitse ‘vierde’ divisie heb bezocht. SC Wiedenbrück ontbreekt als enige club uit de Regionalliga West op mijn lijst. Daar ga ik voor het eind van het einde van het seizoen ook nog wel een keer naartoe.

De Bundesligamannschaft van de Keulse grootmacht wordt vandaag begeleid door liefst 6000 supporters naar de uitwedstrijd bij Hoffenheim, zo las ik op de website van de club. Die ontbreken om 14.00 uur dus in het kleine maar knusse clubstadionnetje. Er zitten er volgens mij nog niet eens 600. Uit Düren, nauwelijks 50 kilometer van de Rijnmetropool verwijderd, is slechts een handjevol fans meegereisd. De entreeprijzen liggen lager dan gisteren in Velbert: 7 euro voor een onoverdekte staanplaats, 13 euro voor een overdekte zitplaats. Bij de kassa krijg ik een uitgeprint A4-tje in de handen gedrukt als toegangsbewijs. De braadworsten zijn bij Franz Kremer daarentegen duurder dan in de IMS Arena: 4 euro.

Het gaat wat ver om de wedstrijd spectaculair te noemen. Met één doelpunt – gescoord door de gasten – moeten we genoegen nemen. Het hele gebeuren staat onder leiding van een jongedame. Ze fluit niet eens slecht. Ze praat alleen wel ontzettend veel. Alsof Leonne Stentler met een fluit rondloopt. Het voegt totaal niets toe.

Het weer op deze carnavalszondag in Köln blijft ondertussen wel vreemde keuren vertonen. Aan het begin van de tweede helft breekt zowaar de zon voorzichtig door. Die had ik eerder op de dag nog niet gezien. Bijna tegelijkertijd begint het ook weer te regenen. Een regenboog, zoals je misschien zou verwachten onder zulke omstandigheden, tovert dit evenwel niet tevoorschijn. Die verschijnt vanmiddag niet aan de Keulse hemel.

De terugreis naar Nederland verloopt zonder noemenswaardigheden. Voor zessen ben ik weer terug in Apeldoorn. In het verleden heb ik de afstand Köln – Apeldoorn weleens in anderhalf uur afgelegd. Die tijden hebben we gehad. Ik word ook een dagje ouder. Tegenwoordig trap ik het gas wat minder hard in dan in het jachtige verleden.

In Velbert is alleen de braadworst van Bundesliga-niveau

Achter de bal aan (94): Velbert

Zaterdag 10 februari 2024

Ik kan in een weekend waarin er bij ons in het dorp vanwege carnaval geen competitievoetbal is natuurlijk thuis blijven zitten. In plaats daarvan neem ik de gelegenheid te baat om twee van de drie clubs waar ik nog niet geweest ben in de Regionalliga West maar eens met een bezoek te vereren. Dat trekt me meer dan een IJsselderby zonder uitsupporters.

De weersvooruitzichten zien er veelbelovend uit. Vandaar dat ik het er even na tienen maar op waag. Ik ga er voor de goede orde maar vanuit dat de Polizei bij haast voorjaarsachtige omstandigheden wel wat zinvollers te doen heeft dan Nederlandse automobilisten op winterbanden te controleren. Die heb ik namelijk niet onder de auto zitten…

Het is alweer een poosje geleden dat ik me met de auto verder over de Oostgrens heb gewaagd dan Emmerich of Kleve. Met de drukte valt het op deze zaterdagochtend wel mee. De gesteldheid van het wegdek van de A3 laat daarentegen wel wat te wensen over. Tussen Hünxe en Oberhausen mag weleens wat aan het asfalt worden gedaan. Gaten en hobbels doen me denken aan de autopista in Cuba halverwege de jaren ’90. Tussen Bottrop en die stad in de buurt van Holzwickede waar ik als Schalke-supporter het liefst met een grote boog omheen rijd is sprake van een Vollsperrung. Maar goed dus dat ik dat ik de andere kant op moet. Richting Düsseldorf kan ik wel redelijk goed doorrijden.

Velbert, mijn bestemming voor vandaag, heb ik al eens eerder bezocht. In augustus 2015 om precies te zijn. Achteenhalf jaar geleden alweer. Ik zag de plaatselijke SSVg destijds aantreden tegen het beloftenteam van de 1. FC Köln. In – wat toen heette – de Christopeit Sport Arena. Vier jaar geleden verhuisde de club naar een nieuw stadion(netje). Dat kreeg aanvankelijk – heel toepasselijk – de naam Stadion Velbert. Om dat te bedenken zal vast en zeker een duur reclamebureau ingehuurd zijn. Vorig jaar werd het nieuwe onderkomen van de blauwwitten omgedoopt tot IMS-Arena. Duitsers noemen zelfs een materiaalhok al arena en koppelen dat dan aan een sponsornaam.

Met Google Maps als wegwijzer arriveer ik ruimschoots voor de aftrap ter plekke. Die routeplanners zijn toch een verdraaid handige uitvinding. Als je het goed beschouwt is het een knappe prestatie dat ik voordat die dingen waren uitgevonden de weg naar allerlei stadions in binnen- en buitenland ook altijd al wist te vinden. Het leek soms wel of ik een ingebouwde navigatie in m’n hoofd had. Want als ik ooit ergens een keer geweest ben, dan rijd ik er bij een volgende gelegenheid zo weer naartoe.

Wanneer ik rond tien voor een mijn Ford Focus op de ruime parkeerplaats aan de Industriestrasse parkeer, staat er 158,7 kilometer op de teller. Ondanks dat de aftrap pas zeventig minuten later plaatsvindt, staan er al behoorlijk wat auto’s. Het ziet er allemaal heel netjes uit. Zowel het 3.000 toeschouwers bevattende stadionnetje als de velden eromheen maken een keurig onderhouden indruk. De omgeving, een monotoon bedrijventerrein aan de rand van de stad, werkt wat minder uitnodigend.

Een tribunekaartje (zitten) voor het duel tegen de reserves van Fortuna Düsseldorf kost maar liefst 17 euro. Behoorlijk aan de prijs voor een wedstrijdje in de op drie na hoogste speelklasse, vind ik. Ik opteer daarom voor een staanplaatsticket van 9 euro. Die staanplaatsen bevinden zich op de galerij, zoals ik het maar noem, tussen het vol met etende en drinkende Velbertenaren gevulde clubrestaurant en de zittribune. Omdat de kaartcontrole nogal te wensen overlaat en de dienstdoende stewards er vooral voor de vorm en de show staan, kan ik met m’n staanplaatskaartje ‘gewoon’ gaan zitten. Dat doe ik echter pas nadat ik eerst een heerlijke Bratwurst naar binnen heb gewerkt.

De braadworsten in de IMS-Arena, te koop voor 3 euro per stuk, kunnen de vergelijking met worsten in elk willekeurig Bundesligastadion moeiteloos doorstaan. De ‘hoofdmaaltijd’ – het voetbal – is van een iets mindere kwaliteit. De SSVg bewijst dat het niet voor niets Tabellenletzte in de Regionalliga West is. De beloften van de tweedeligaclub uit de nabijgelegen Landeshauptstadt walsen met liefst 5-0 over het machteloze ensemble uit Velbert heen. De ruim 750 toeschouwers kijken gelaten toe hoe hun favorieten zich naar de slachtbank laten leiden. Supporters van de SSVg Velbert zijn duidelijk niet zo verwend.

Ik bekijk de wedstrijd van vlak achter de dug-outs. Aanvankelijk zelfs lekker in het zonnetje. Het is toch altijd weer hoogst vermakelijk hoe die trainers in Duitsland langs de lijn tekeergaan. Wat een malloten. Beide heren staan als bezetenen te schreeuwen en te commanderen. Het is maar goed dat ze niet bij de NPO werkzaam zijn. Anders liepen de spelers gillend weg! Duitse voetballers pikken het getier en geblèr gewoon. ‘Weiter, weiter, weiter…’

Na afloop kost het weinig moeite om snel weer weg te komen. Vastlopend verkeer en files komen na afloop van voetbalwedstrijden in Velbert niet zo gauw voor. Voor vertrek uit Apeldoorn heb ik via Booking.com een hotel geboekt in Ratingen, een twintigtal kilometers verderop. De route er naartoe voert via allerlei binnenwegen. Via een weg met nogal wat pieken en dalen. Hoogst opmerkelijk voor het vlakke Ruhrgebied. Vanaf het hotel is het ruim een half uur rijden naar Köln. In het Rheinenergie Sportpark ga ik zondag wedstrijden van de U19 en U21 van der effzeh bekijken.

Voor zover bekend hoef ik vooraf geen lijst met m’n persoonlijke gegevens door te geven aan de burgemeester, zoals meneer König van Deventer had verlangd van die 200 PEC Zwolle-supporters die aanvankelijk wel bij de IJsselderby aanwezig mochten zijn. Als ik PEC Zwolle-supporter was geweest, was ik ook thuisgebleven! Maar goed, privacy-wetgeving is in Nederland blijkbaar niet van toepassing zodra het om voetbalsupporters gaat…

Rode kaart komt beter SV Epe duur te staan bij bezoek aan Apeldoorn; Jansen en De Groot willen AGOVV niet met een degradatie verlaten

SV Epe legde bij het bezoek aan AGOVV een prima wedstrijd op de mat. De drie punten gingen evenwel naar de Apeldoorners, die door de 1-0 zege de rode lantaarn in de tweede klasse H afgaven. Een strafschop en een rode kaart kwamen tien Epenaren duur te staan.

Oudere voetballiefhebbers uit Apeldoorn en Epe zullen nostalgische gevoelens moeilijk kunnen onderdrukken wanneer de beslissingswedstrijd ter sprake komt tussen AGOVV en SV Epe uit 1988. Voor zesduizend toeschouwers op een volgepakt Robur et Velocitas-terrein. Met als inzet promotie naar de eerste klasse. De Nieuwe Apeldoornse Courant en het Noord Veluws Dagblad kwamen destijds in de week voorafgaand aan dat legendarische kampioensduel zelfs met een speciale bijlage. Het waren andere, sportief betere tijden voor beide clubs.

Aan het begin van de tweede helft van het huidige seizoen hangt de vlag er voor de aloude rivalen een stuk minder rooskleurig bij. Aan promotie hoeven beide inmiddels naar het zaterdagvoetbal overgestapte tweedeklassers absoluut niet te denken. Zowel op Berg en Bos als op de Wachtelenberg draait het de komende maanden enkel om het overleven. Door de moeizaam tot stand gekomen zege wipt hekkensluiter AGOVV in elk geval voor één weekend over de Epenaren (en ook Heerde) heen.

Vanaf de strafschopstip scoorde Steven van Es de enige treffer. De rode kaart voor veroorzaker Maurits de Jong dwong de bezoekers ertoe de resterende 75 minuten in ondertal af te werken. Al vroeg menig bezoeker zich nadien af welk van de twee ploegen nou eigenlijk met tien man speelde. De gasten uit Epe hadden namelijk het betere van het spel. Toch waren ze aanvallend nauwelijks bij machte om Patrick Jansen serieus op de proef te stellen.

AGOVV’s keeper en aanvoerder, die aan het einde van het seizoen zijn handschoenen aan de wilgen hangt, zet alles op alles om zijn carrière als tweedeklasser af te sluiten. “Ik word in juni vader. Dan wil ik lekker thuis zijn. Ik wil in elk geval niet degraderen. We hebben nu twee wedstrijden op rij gewonnen en moeten de flow weer zien te pakken. We spelen het alleen slecht uit vandaag. Als we 2-0 maken, kan het ook maar zo 3-, 4- of 5-0 worden. Ik snap de frustratie bij Epe wel. Voor ons telde maar één ding: winnen”, kreeg de 34-jarige Jansen met AGOVV de drie punten waar hij zo naar snakte.

Ook Marlo de Groot, die eveneens gezinsuitbreiding verwacht, maakte afgelopen week zijn vertrek bij de Apeldoornse tweedeklasser bekend. De 27-jarige centrale verdediger gaat na de zomer bij eersteklasser RKHVV voetballen. Samen met zwager Jamarro Diks. “We krijgen een kleine. Dan is ieder extraatje natuurlijk altijd welkom”, grapte hij. Er serieus aan toevoegend: “Maar dat is niet de reden dat ik wegga. Sportief gezien wil ik het graag nog een keer hogerop proberen.”

Evenals Jansen wil hij zich als afscheid koste wat kost handhaven met AGOVV. “Het was vandaag voor ons aanhaken of afhaken.”

Epe’s trainer Marcel van Walderveen baalde naderhand logischerwijs van de zware sanctie die van zijn elftal en tiental maakte. Het vertoonde spel van zijn ploeg biedt hem nochtans voldoende aanknopingspunten om de komende weken met enig vertrouwen tegemoet te zien. “Na die rode kaart waren wij beter, maar we staan wel met lege handen. Dat is zuur. We hebben de wedstrijd wel verloren, maar nog niet de oorlog”, blijft Van Walderveen erin geloven om alsnog met SV Epe van die onderste plaatsen weg te komen.

De Stentor maandag 29 januari 2024

Wereldwedstrijd: Daan Huiskamp

Positie: keeper

Wedstrijd: FC Utrecht – FC Twente, 22 april 2006, halve finale play-offs om Europees voetbal

Want: debuut in het betaalde voetbal

“Van mijn twaalfde tot mijn vijftiende zat ik in de jeugdopleiding bij Vitesse. Op een gegeven moment moest ik plaatsmaken voor Piet Velthuizen en had ik de mogelijkheid om naar FC Utrecht te gaan.

Ik woonde toen in Apeldoorn. Het laatste jaar van de middelbare school heb ik in Utrecht afgemaakt. In dat eerste seizoen werd ik dagelijks thuis opgehaald. Omdat FC Utrecht geen andere jeugdspelers uit deze regio had, had ik een privéchauffeur. Jan heette hij. Op mijn zestiende tekende ik m’n eerste contract. Dat hield niet over, maar dan ben je op die leeftijd niet zo mee bezig. Toen ik m’n rijbewijs haalde, kreeg ik een auto van de club. De spelers van het eerste mochten er zelf eentje uitkiezen. Als speler van Jong FC Utrecht kreeg ik een blauwe Renault Clio.

In het seizoen 2005-2006 was ik derde keeper. Achter Joost Terol en Franck Grandel. Michel Vorm werd dat jaar verhuurd aan FC Den Bosch. Ik trainde al bijna elke week mee met de selectie. Vanwege een blessure van Grandel had ik al een paar keer op de bank gezeten. Voor de play-offs om Europees voetbal moest ik ook mee naar Enschede.

In die wedstrijd kreeg Joost Terol vlak na de rust een tik op z’n hoofd en kon niet verder. Foeke Booy, de trainer, zei dat ik me moest klaarmaken. Ik heb twee keer heen en weer gelopen. Toen kwam ik erin. Het eerste wat ik deed, was de bal ophalen. Vlak voor Vak P, waar de harde kern van FC Twente zit. De verwensingen die ik daarbij naar het hoofd kreeg, niet normaal joh. Ik legde de bal neer om uit te trappen. Ik hoorde ‘heeeeuuuuuu’ en gleed uit. Waarschijnlijk was dat een beetje de spanning. Die was daarna wel meteen verdwenen. We stonden al met 2-0 achter. In totaal heb ik geloof ik twee ballen gehad.

Omdat Joost niet hersteld was, stond ik bij de return de hele wedstrijd onder de lat. Ik wist al dat ik zou keepen. De nachten ervoor heb ik slecht geslapen. Niet eens zozeer omdat ik bang was om fouten te maken, maar je beeldt je van alles in. Ondanks dat we met 3-1 verloren ben ik van mening dat dat een van de beste wedstrijden was die ik ooit gekeept heb in mijn carrière. Het was een mooie ervaring. Jammer genoeg kreeg het geen vervolg bij FC Utrecht. Ik wist op dat moment al dat mijn contract niet verlengd werd en dat ik op zoek moest naar een andere club.

Bij AGOVV heb ik daarna nog zes seizoenen betaald voetbal gespeeld. Ik las onlangs in een of ander overzicht dat ik zelfs de langstzittende contractspeler van AGOVV ben geweest. Tsja, en dat ik in die periode slechts 31 competitiewedstrijden speelde, is natuurlijk niet veel. Voor dat aantal moet ik ook de hand in eigen boezem steken. Daarnaast lag het ook aan blessurepech en keuzes van de trainers. Ik heb het profvoetbal destijds niet beleefd, zoals je het profvoetbal zou moeten beleven. Ik hield wel van een sigaretje en een drankje. Ik heb er eigenlijk nooit een stap extra voor gedaan. Ik zat nooit eens extra in het krachthonk. Ik heb nergens spijt van, ik ben tien jaar prof geweest, toch had ik er qua kwaliteiten en talent misschien wel weer kunnen uithalen.

Ik ben nu 38. Tot afgelopen seizoen keepte ik bij DVS ’33. Als ze met me hadden door willen gaan, had ik er nu nog gezeten. Ik had graag nog een jaar willen keepen. Ik heb gewacht op clubs uit de derde divisie, maar de clubs die kwamen vond ik niet interessant genoeg. Ik heb er nu afstand van genomen. Drie maanden geleden heb ik weleens gedacht: had ik maar voor CSV Apeldoorn gekozen. Dat toonde ook interesse.

Omdat ik wel wat in het voetbal wilde blijven doen, ben ik in september met de Goals and Gloves Keepers Academy Apeldoorn begonnen. Er komen inmiddels zes keepertjes bij mij trainen. De jongste is negen, de oudste veertien. Ik probeer ze spelenderwijs de basisgedachten van het keepersvak bij te brengen. Daarnaast ben ik keeperstrainer geworden bij Voorwaarts in Twello. Wie mij vorig jaar had gezegd dat ik keeperstrainer zou worden, had ik niet serieus genomen. Maar ik moet eerlijk zeggen dat ik het leuker vind dan dat ik vooraf gedacht had.”

De Stentor maandag 29 januari 2024

Na ontgroening bij Oranje wil Yannick Bak eigen sportieve grenzen verder verleggen

Aan het inwijdingsritueel dat hij afgelopen zomer onderging bij zijn debuut in de Oranje-selectie hield Yannick Bak een ietwat beschamend gevoel over. Een loopbaan als zanger ambieert Draisma Dynamo’s eigen Guus Meeuwis niet. Aan het net wil de 22-jarige passer/loper aantonen dat hij meer noten op z’n zang heeft en is hij vast van plan het juiste spoor blijven vervolgen.

De tondeuse ging niet in zijn blonde lokken, maar de debutant in de selectie van bondscoach Roberto Piazza moest er wel op een andere manier aan geloven. “Nieuwkomers bij het Nederlands team worden ontgroend. Het is dan kiezen: je hoofd kaal laten scheren of ergens op een drukke plek een liedje zingen. Een kaal hoofd leek me niet zo’n goed idee. Ik heb daarom maar een liedje gezongen. Op een vliegveld in Italië. Bij een volle gate. Ik voelde me daar heel ongemakkelijk bij. Ik heb ‘Kedeng Kedeng’ gezongen van Guus Meeuwis. Niels Lipke, die ook nieuw was, heeft z’n haren roze geverfd. Dat vonden ze ook goed”, kijkt Bak terug op zijn vuurdoop bij de ‘lange mannen’.

Nadat hij in de play-offs om het landskampioenschap een hoofdrol opeiste, mocht Draisma Dynamo’s revelatie als extra beloning op reis met het Nederlands team. “Ik ben mee geweest voor de Volleyball Nations League naar Canada. Ik ben ingevlogen nadat Stijn van Tilburg geblesseerd raakte. Ik kreeg een telefoontje van Jeroen Rauwerdink. Twee uur later zat ik op Schiphol, weer twee uur later zat ik al in het vliegtuig. Ik heb niet gespeeld, maar ik heb in Canada wel de VNL meegemaakt. Een mooie ervaring die ik graag verder wil uitbouwen. In Rotterdam heb ik daarna nog wel meegetraind. Maar omdat Wouter Ter Maat en Thijs ter Horst terugkwamen, viel ik af”, hoopt de kandidaat-international in de nabije toekomst op een vervolg van zijn kortstondige Oranjezomer.

Zijn sterke optredens in de door Draisma Dynamo gewonnen finalereeks in de vaderlandse competitie tegen Active Living Orion schroefde het verwachtingspatroon aan de start van het huidige seizoen wel verder op. “Mijn niveau van vorig jaar in de play-offs zal moeilijk te evenaren zijn. Dit seizoen is het heel anders. Ik ben best goed begonnen. Al speel ik de laatste weken niet echt heel lekker. Ik zit een beetje in een winterdipje”, is de uitblinker van de titelstrijd van 2023 vastberaden om in de slotfase van het huidige seizoen opnieuw te excelleren.

Het huidige seizoen kende tot dusverre voor Bak een leerzaam verloop, zo vertelt hij. “Het winnen van de Supercup was leuk, al is de Supercup niet per se een doel. We hebben leuke Europese tripjes gehad. Die vierkamp in Innsbruck vond ik fantastisch. Dat is het niveau waar je op wilt spelen. In de eredivisie zijn er maar vier teams met wie dat mogelijk is. Het verschil zat ‘m in die paar ballen die minder gaan. In de eredivisie maken die geen verschil. Hier wel. Het liefst zou ik elke week zulke wedstrijden spelen.”

In de twee ronden in de CEV Cup kwam hij met Draisma Dynamo met wisselend succes voor de dag. “Tegen Budva speelde we uit heel slecht. In de thuiswedstrijd kwamen we knap terug en bereikten we via de Golden Set de volgende ronde. Die wedstrijden tegen Fenerbahçe waren geweldig. In Apeldoorn was de hele hal uitverkocht. Het was wel genieten, hoewel je tijdens de wedstrijd meer bezig bent met die wedstrijd zelf.”

De dubbele confrontatie met de Turkse grootmacht wees Bak en zijn teamgenoten bovendien op hun tekortkomingen. “Er is sprake van kwaliteitsverschil. Bij Fenerbahçe verdient één speler meer dan onze hele selectie bij elkaar. Juist tegen zo’n tegenstander wil je laten zien wat je kan. Dat is hier beter gelukt dan daar. Zelfs op een slechte dag zijn zij goed genoeg om van ons te winnen. We gingen er in Istanbul kansloos af, maar toch leer je er veel van. Ze zijn beter qua hoogte, qua power, qua snelheid, in alles wat een volleyballer sterker maakt. Af en toe is het in zo’n wedstrijd gewoon spieken naar wat zij doen.”

Dat in eigen land in de reguliere competitie Active Living Orion de sterkste indruk maakt, betekent volgens Bak niet automatisch dat de landstitel dit jaar op een presenteerblaadje naar Doetinchem gaat. “Orion was vorig jaar en het jaar ervoor ook al de sterkste. Toen wonnen ze ook alles. Op papier hebben ze dit seizoen misschien weer de beste ploeg, maar het is pas klaar als je de play-offs wint. Dat hebben wij de afgelopen twee seizoenen wel geleerd. Het gaat erom wie aan het einde de winnaar is. Natuurlijk willen wij zo hoog mogelijk eindigen. We gaan zien wat het wordt. Om weer kampioen te worden moeten we minder fouten maken en meer punten pakken. Dan moeten we spelen zoals we het twee weken geleden tegen Limax hebben gedaan. Het is aan onszelf om er iets moois van te maken. Uiteindelijk moeten we het zelf doen.”

Hoewel hij verre van uitgeleerd is in de klas van meester Strikwerda, vindt de Velsenaar dat hij toe is aan een vervolgstap. “Trainen onder Redbad is één van de beste keuzes geweest uit mijn volleybalcarrière. Toch wil ik graag naar het buitenland. Ik denk dat dat niet alleen goed is voor mijn eigen ontwikkeling, het lijkt me daarnaast gewoon leuk. Spelen in een andere competitie, tegen andere tegenstanders. Ik kan er nu nog weinig over zeggen. Mijn zaakwaarnemer is wel bezig om zaadjes te planten in België of Duitsland. Ik zal mezelf moeten laten zien, m’n eigen niveau moeten halen”, beseft de passer/loper dat hij het in de beslissende fase van het seizoen in eigen hand heeft om een overstap naar een sterke buitenlandse competitie te kunnen realiseren.

Opvallen in de ontknoping van de titelstrijd vergroot bovendien zijn kansen om in beeld te blijven bij bondscoach Piazza. Of Oranje er nou wel of niet in slaagt om zich op de valreep te plaatsen voor de Olympische Spelen in Parijs, Yannick Bak staat klaar om de sportieve eer van volk en vaderland hoog te houden. “Uit dat ik mee mocht naar Canada, blijkt dat ze wel iets in mij zien. Wel moet ik dan eerst wat dichter bij het niveau komen van de andere internationals. Met name fysiek. En dan bedoel ik vooral qua belastbaarheid. Ik moet meer aankunnen, harder gaan slaan en hoger springen.”

Zijn eerste doel is echter om de competitie met Draisma Dynamo tot een succesvol einde brengen. Al sluit hij daarop geen weddenschappen meer af, zoals twee jaar geleden. “We hadden toen gewed dat we onze haren grijs zouden verven wanneer we kampioen zouden worden. Nee, dat doe ik niet meer”, besluit Bak met de mededeling dat hij zich liever met zijn prestaties onderscheidt dan met uiterlijk vertoon.

Draismadynamo.nl vrijdag 26 januari 2024 / Foto Wout van Zoeren

Huidige trainer van WSV onder-23 schoot CSV Apeldoorn in 2002 naar de Hoofdklasse; Kleurrijke Peter Brouwer was zowel in het zwartwit als het roodgeel trefzeker

Apeldoorns hoogst spelende clubteams staan zaterdag voor het eerst in competitieverband op een voetbalveld tegenover elkaar. Peter Brouwer scoorde er in het verleden driftig op los voor zowel WSV als CSV Apeldoorn. In 2002 schoot de huidige trainer van WSV’s beloftenelftal CSV naar de Hoofdklasse.

Van een bonter pluimage dan de conciërge van de KSG kom je ze tegenwoordig niet vaak meer tegen. Nadat een beenbreuk de veelbelovende profloopbaan van de spits van Go Ahead Eagles en Jong Oranje in de kiem smoorde, gaf de geboren Deventenaar jaren achtereen op geheel eigen wijze kleur aan het Apeldoornse amateurvoetbal. Scoren was zijn handelsmerk. Altijd en overal liet hij de netten bollen en haalde hij bij zijn tegenstanders het bloed onder de nagels vandaan. Behalve in het zwartwit van WSV en het roodgeel van CSV stelde paradijsvogel Brouwer zijn trefzekerheid in Apeldoorn ook onder bewijs bij AGOVV, Robur et Velocitas en Victoria Boys. “Ik heb doorgevoetbald tot m’n 42e.”

Eind april wordt hij zestig. Hij telt zijn zegeningen dat hij anno 2024 nog altijd op het voetbalveld mag staan. Dat hij als trainer leiding mag geven aan WSV’s o23 is namelijk niet zo vanzelfsprekend als het lijkt. Begin 2019 werd darmkanker bij Brouwer geconstateerd. “Bij de operatie is zeventig centimeter van mijn dikke darm weggehaald. Daarna heb ik vijf chemo’s ondergaan. Ik heb echt zoveel geluk gehad dat ik destijds meedeed aan een bevolkingsonderzoek en het daardoor tijdig is ontdekt. Dat is nu vijf jaar geleden. Ik ben inmiddels helemaal kankervrij”, zegt het voetbaldier door het herstel van zijn ziekte nóg intenser van het spelletje te genieten dan hij voorheen al deed.

“Ik heb gevoetbald tegen Cruijff, Van Basten, Gullit en Koeman. Ik heb vier interlands met Jong Oranje op m’n naam staan. M’n mooiste tijd heb ik toch beleefd bij al die amateurclubs waar ik ben geweest. Dat was geweldig. En overal waar ik gespeeld heb, kan ik nog door de voordeur binnenkomen”, verhaalt Brouwer enthousiast over zijn niet bepaald ongemerkt voorbijgegane rondgang langs de velden. “Spitsen zijn egoïstische klootzakken. Ik noemde mezelf een zigeuner. Veel tegenstanders konden m’n bloed wel drinken. Maar elk jaar maakte ik er wel vijftien of twintig. Daardoor stonden de clubs altijd weer voor me in de rij.”

WSV, begin jaren ’90 zijn eerste halte in Apeldoorn, veroverde voor eeuwig zijn hart. “Ik kwam er voor het eerst op een clubavond op een donderdag. Ik wist niet wat ik meemaakte. Ze stonden bovenop de bar te dansen. Ik heb er mijn drie mooiste jaren beleefd. Ik kwam in een warm bad terecht. In het eerste seizoen werd ik meteen topscorer van Apeldoorn en promoveerden we naar de eerste klasse. Vergelijk je WSV met CSV, dan praat je over boefjes en straatvechters tegen nette jongens”, stipt Brouwer cultuurverschillen aan tussen de twee plaatselijke grootmachten die dit weekend de strijd aanbinden met elkaar.

Aan die ‘keurige club’ uit het Orderbos bewaart de goalgetter van weleer desondanks ook onvergetelijke herinneringen. Vanaf de strafschopstip schoot hij CSV in 2002 op 38-jarige leeftijd hoogstpersoonlijk naar de Hoofdklasse, destijds nog de hoogste speelklasse bij de amateurs. “Ik stond na afloop van die wedstrijd tegen Lunteren in m’n onderbroek op het veld. Ik vergeet het nooit meer. Vooraf was er nog zo gezegd dat we onze shirts niet mochten weggeven…”

Het komende treffen van zijn voormalige clubs ziet Brouwer met bovengemiddelde interesse tegemoet. “Met de o23 spelen wij om half zes. De eerste helft pak ik dus zeker mee. Bij de Apeldoorn Cup was ik erg onder de indruk van CSV. Mehdi Bouhekan komt van WSV af. Een geweldige voetballer. Jan Kromkamp en Jantje Michels, de trainers, ken ik ook goed. Het wordt een zware dobber voor WSV. Ik twijfel er niet aan dat Richard Karrenbelt ze op scherp zet. Daar is hij een kei in. Een voorspelling? Ik zeg 1-1 of 2-2”, blijft de voormalige WSV’er en CSV’er onpartijdig en gelooft hij dat de lokale rivalen elkaar in evenwicht houden.

De Stentor vrijdag 26 januari 2024 / Foto De Stentor/Maarten Sprangh