Maandelijkse archieven: april 2023

Geslaagd uitstapje per trein naar Europacupwedstrijd in Oost-Vlaanderen

Achter de bal aan (86): Gent

Donderdag 13 april 2023

AA Gent – West Ham United is een mooi affiche in de kwartfinale van de Conference League. Bij de gelegenheid om online een kaartje te bemachtigen voor dit Europacupduel in België sla ik meteen toe. Al gebeurt dat eigenlijk een beetje bij toeval. 

Omdat ik ooit de Europacupwedstrijd tegen het Oostenrijkse Altach bijwoonde, ontvang ik zes jaar later nog steeds met zekere regelmaat allerlei berichten van AA Gent. Als ik na de loting voor de kwartfinales van de Champions League een mail krijg met de vraag of ik ook van de partij ben bij de thuiswedstrijd tegen West Ham United, maak ik me eerlijk gezegd weinig illusies dat ik daadwerkelijk een ticket kan bestellen. Je houdt bij dit soort wedstrijden rekening dat ze in no-time uitverkocht zullen zijn. Tot m’n eigen verbazing lukt het me toch om via mijn oude account een ticket te bestellen. Zodoende mag ik me opmaken voor een uitstapje naar Oost-Vlaanderen.

Vanwege een mankement aan mijn Ford Focus twee dagen voor het Europacupduel in Gent besluit ik met de trein naar België te reizen. Een déjà-vu. In 1986 heb ik de ‘wereldreis’ naar de Arteveldestad al eens eerder gemaakt. Meer dan 37 jaar geleden. AA Gent – Standard Luik. Nog in het oude Ottenstation. Met een Benelux-Tourrailkaart, waarmee ik destijds voor het bedrag van 100 gulden vijf dagen onbeperkt door België, Nederland en Luxemburg kon reizen. Tijden veranderen. Prijzen ook…

Al met al schat ik in dat ik met het retourticket dat ik boek via NS International niet eens zo gek veel duurder uit dan wanneer ik de tank van mijn auto had moeten volgooien met dure brandstof. Bovendien bespaar ik de stress van files – bij de Kennedytunnel op de Antwerpse Ring is het altijd prijs – en parkeerellende bij het stadion van de houder van de Beker van België.

Bij mijn vertrek op donderdagochtend uit Apeldoorn is het regenachtig. Dat ik de trein van 9.15 uur naar Amersfoort kan pakken en niet die van een kwartier later, blijkt een onverwachte meevaller. Het levert me een kwartier extra overstaptijd op voor de trein naar Utrecht/Rotterdam. Bij nader inzien heb ik er ook geluk mee. De trein van 9.30 uur vanuit Apeldoorn kampt namelijk met een vertraging van negen minuten. Ik zou daardoor niet alleen mijn overstap in Amersfoort gemist hebben, maar ook die Rotterdam. Nu zit ik om 9.58 uur wél in de trein naar Rotjeknor. En ook nog eens droog!

Ik doe lekker de ogen dicht. Dat is dan weer een voordeel van reizen over het spoor. Achter het stuur kan dat niet. Nou ja, het kan misschien wel, maar ik denk niet dat ik dan ooit in België aankom. Op Rotterdam Centraal heb ik bijna een kwartier om mijn vervolgtrein naar Antwerpen te halen. Daar komen nog eens vijf minuten vertraging bij. Ofwel vijf minuten extra wachttijd op een winderig perron.

Het aan- en afsluitende uur van mijn treinreis voert via Breda en Noorderkempen. Kort na vertrek uit Rotterdam duikt er zowaar een conducteur op. Op het traject Apeldoon-Amersoort-Rotterdam nam niemand de moeite om de vervoersbewijzen controleren. Op station Breda, de laatste halteplaats voor de Belgische grens, stroomt de trein nagenoeg vol. De daar instappende passagiers kost het de nodige moeite om een zitplaats te vinden. Nadat we in Rotterdam-Zuid al langs De Kuip waren gereden, passeert de trein ook het stadion van NAC. Gelukkig staat niemand daar ditmaal met straatklinkers te smijten, zoals ik in het verleden al eens meemaakte. Ja, bij zo’n beregezellig avondje NAC kan het er soms verhit aan toegaan.

Voor zover ik kan beoordelen zitten er geen AZ-supporters aan boord. Op weg naar hun Conference League-wedstrijd vanavond in Brussel bij Anderlecht. Misschien zijn ze er wel, maar ik hoor of zie ze niet.

Iets voor half één rijdt de trein Antwerpen Centraal binnen. Een kwartiertje later ben ik ingecheckt in Hotel Eden, waar ik een overnachting heb geboekt. Het hotel bevindt op een loopafstand vanaf het station. De receptionist is het Nederlands, c.q. Vlaams niet machtig. En dat is niet zo vreemd. De beste man is dan ook wat verder van huis dan ik. Hij komt helemaal uit Nepal, vertelt hij me in het Engels. Hij heeft het koud en heeft z’n jas er maar bij aangehouden achter zijn balie. Je zou toch denken dat ze in de schaduw van de Himalaya wel wat gewend zijn qua temperaturen.

Ik laat alle overbodige ballast (mijn rugzak) achter op kamer 302 en verlaat het hotel meteen weer. Eerst een korte sightseeingtour door het centrum van Antwerpen. Daarna met de trein verder naar Gent. Mijn overnachtingsadres ligt middenin de diamantenwijk. Het stikt er van de juwelierszaken. Mooi dorp, Antwerpen. In het verleden ben ik er weleens voetballen wezen kijken – zowel bij ‘The Great Old’ als op het Kiel –, maar daar houdt het mee op. In ’t Stad heb ik me daarentegen niet eerder gewaagd. Het blijkt zeer de moeite waard.

In het historische centrum behoren de Middeleeuwen tot de onvoltooid verleden tijd. Het heeft wel iets van een openluchtmuseum. De gildehuizen op de Markt, de Onze-Lieve-Vrouwekathedraal en ’t Steen laten een rijke geschiedenis in het heden voortleven. De ouwe Rubens, de misschien wel allerberoemdste Antwerpenaar, is ook op talrijke plekken prominent aanwezig. Op de Groenplaats staat de fameuze zeventiende-eeuwse barokschilder nog altijd op een voetstuk.

Minder prettig zijn de e-steps, voor menigeen een geliefd vervoersmiddel. Ze jagen me aan alle kanten voorbij. Je moet ogen van voren en achteren hebben. Levensgevaarlijk, die rotdingen. Meteen verbieden!

Na ruim een uur lang de ogen goed de kost te hebben gegeven, wandel ik naar het centraal station. Liefhebbers van fraaie architectuur zullen bij het aanzicht van het historische stationsgebouw ongetwijfeld ook hun vingers aflikken. De spoorwegkathedraal, zo wordt het in de volksmond ook wel genoemd. De grandeur straalt er vanaf, om maar een goed Vlaams woord te gebruiken.

Het kopen van treinkaartjes is daarentegen enigszins omslachtig. Het blijft tenslotte België… Er zijn weliswaar loketten, maar een jongedame die het reizigersvolk moet adviseren dwingt me bijna om gebruik te maken van een ticketautomaat. Dat gaat sneller, beweert ze. Omdat ik cash wil afrekenen, moet ze wel eerst het biljet van 20 euro dat ik haar geef omwisselen voor muntgeld. Ach, waarom makkelijk doen als het ook moeilijk kan, zullen we maar denken. Maar het gaat goed. Om 14:37 uur zit ik in de Intercity die vanaf Spoor 2 vertrekt met als eindbestemming Poperinge.

De ruim één uur durende treinreis kent geen calamiteiten. Onderweg drukt niemand mij een visitekaartje in de hand met de boodschap dat ik het voorrecht heb om kennis te maken met de ICF. De Inter City Firm, de even legendarische als beruchte harde kern van West Ham United die in de laatste twee decennia van de vorige eeuw het Verenigd Koninkrijk onveilig maakte. Er zitten geen Hammers-hooligans in de trein. Het ontvangstcomité van de Gentse gendarmerie, een mannetje (en vrouwtje) of tien sterk, dat post heeft gevat in de hal van station Gent Sint-Pieters hoeft zodoende niet in actie te komen. Ook de hulptroepen die buiten voor het stationsgebouw in busjes zitten niks te doen, kunnen rustig verder slapen.

Het overgrote deel van het bijna tweeduizendkoppige legioen uit Oost-London dat op deze inmiddels zonnige donderdag in Gent wordt verwacht, tref ik een kwartiertje later in het historische stadscentrum. De terrassen zitten vol. Het bier stroomt rijkelijk. In tegenstelling tot een uur of zeven eerder in Apeldoorn is het hier aangenaam toeven. Het goede weer komt de stemming duidelijk ten goede. Die is uitgelaten. De honderden Engelse voetbalfans vermaken zich onder meer door een bal heen en weer te knallen. Onder luid gejoel schieten ze het ding keer op keer boven de mensenmassa de lucht in.  Burgemeester Buma van Leeuwarden zou zulke deugnieten ongetwijfeld stante pede uit zijn dorp verbannen… Ook hier kijkt de Gentse politie, van wie velen casual zijn gekleed, verveeld toe. Wat dat de belastingbetaler allemaal weer niet kost!

Tegenover kasteel het Gravensteen, één van de blikvangers ter plaatse, voorzie ik de inwendige mens van wat vulling. Wat eet iemand bij een Frituur met de naam ’t Puntzakje? Juist ja, een puntzak! Op het terras aan de Kleine Vismarkt ga ik er eens uitgebreid voor zitten. Ik werk de inhoud van een kleine puntzak naar binnen. Alsmede een boulet, een specialiteit van het huis: gefrituurde kipgehaktballen. Smaakt best. Lekker ongezond eten kan bij onze zuiderburen op nagenoeg elke straathoek.

De klok loopt tegen kwart voor vijf, twee uur voor de aftrap. De hoogste tijd derhalve om me naar de Ghelamco Arena te begeven. Met tram 1 ga ik terug naar Sint-Pieters. Mijn voor 7,50 euro aangeschafte OV-dagpas verdient zichzelf terug. Bij het station stap ik over op tram 4. Naar de eindbestemming bij het UZ, het Universitair Ziekenhuis. Vandaar is het een kleine twintig minuten lopen naar het stadion, zo weet ik nog van mijn laatste bezoek aan Gent uit 2017. Vreemd genoeg rijden er vanaf het treinstation geen extra voetbalbussen. In de tram zitten ook alleen maar ziekenhuisbezoekers.

De wandeling voert over een brug over de autosnelweg E17, waar het verkeer aan beide kanten hopeloos vaststaat. Bij de naast de arena gelegen Van der Valk-vestiging staat een groot bord met het logo van West Ham. Een blauwe pijl duidt aan dat de fans uit London via de parkeerplaats van het hotel naar het uitvak moeten lopen. Een groot aantal agenten ziet er op toe dat een ander ordentelijk verloopt. Veel West Ham-supporters ontdek ik er niet. Die zitten waarschijnlijk óf al binnen in het stadion óf nog op de Markt aan een pint.

Hoewel ik zelf in een vak naast dat van de Engelsen zit, moet ik helemaal om het stadion heenlopen. Bijna een half uur voor aanvang zijn er al veel mensen op de been rondom de Ghelamco Arena. Met bijna 20.000 verkochte kaarten zit de tent vol vanavond. Op een raampje van één de kassahuisjes bevestigt een A4’tje dat. In drie talen valt te lezen: Geen tickets beschikbaar/No tickets available/Plus de billet disponible.

Voor de verandering is er eens geen stress bij de toegangspoorten. De lengte van de rijen valt mee. Zelfs het fouilleren is in een vloek en een zucht gepiept. Er is geen sprake van vervelend gewriemel bij de ingang H, waar ik naar binnen moet. Zo kan het dus ook. Twintig minuten voor de aftrap zit ik op m’n plekje in Block 424 van de Telenet Stand. Met een prima zicht op het veld. Al denk ik dat daar in de pas tien jaar oude Ghelamco Arena overal wel sprake van is. Qua comfort valt er op veel van die moderne voetbalstadions weinig aan te merken. Volgens Wikipedia heeft de bouw van het stadion liefst 76 miljoen euro gekost. Maar voor zo’n aanzienlijke som geld heb je dan ook wat.

Het Engelse contingent zit een twintigtal meters links van me, in de hoek. Voor het uitvak hangt een groot net. Dat moet voorkomen dat er met aanstekers gegooid kan worden. In de 90 minuten die volgen tussen de Buffalo’s en de Hammers houden de lads zich nochtans behoorlijk gedeisd. Het gezang blijft beperkt tot een ‘one nil tot he Cockney boys’, wanneer een uiterst pover West Ham in de blessuretijd van de eerste helft de leiding neemt. En – uiteraard – laten ze met een sporadisch ‘who the f..king hell are you’ hun minachting blijken voor de in hun ogen onbeduidende Belgische opponent. Standaardrepertoire van Britse voetbalfans abroad.

Afgaande op wat ze op de mat leggen is het geen wonder dat de mannen van trainer David Moyes in de Premier League tegen degradatie strijden. Wát een armoedig voetbal. Pas wanneer de manager na ruim een uur, kort na de Gentse gelijkmaker, Michail Antonio binnen de lijnen brengt, komt er wat meer vuur en gif in de ploeg.

De bijna 18.000 Gentenaren op de tribunes laten zich meer horen. Het begon al met de indrukwekkende choreografie vooraf. Het meest fanatieke deel van de aanhang van de thuisclub hield een enorm doek met de tekst ‘Fighting sprit since the Middle Ages’ omhoog. Bij de 1-1 van Hugo Cuypers gaat het dak – dat er nota bene niet eens opzit – er helemaal af. Zelfs de blonde juffrouw op het stoeltje naast mij laat alle remmingen gaan. Ze is helemaal door het dolle heen. Heel opwindend.

Vooraf had ik gerekend op een walk-over voor de Londenaren. Ik vind het daarom wel verrassend dat La Gantoise tot en met het einde standhoudt. Die 1-1 eindstand is absoluut niet onverdiend. Al betwijfel ik of de score perspectief bied voor de return in het London Stadium.

Om de trein van 21.27 uur terug naar Antwerpen te halen, is na afloop enige haast geboden. Bij aankomst van de tram op Gent Sint-Pieters duidt enkel het handjevol wachtende ME’ers erop dat er drie kilometer verderop eerder die avond een kwartfinale in de Conference League is afgewerkt. De heren hoeven hun helmen niet op te zetten. Of ze zich later toevallig nog strategisch moeten terugtrekken, krijg ik niet meer mee. Dan zit ik al lang en breed weer in de Intercity richting Antwerpen Centraal. Om half elf ben ik al in mijn hotelkamer en zie ik op tv nog samengevat hoe Feyenoord – AS Roma verslaat en AZ z’n Waterloo vindt in Brussel.

Een aantal uren nadat ik vanaf Gent Sint-Pieters ben vertrokken, komt op het station West Ham-supporter om het leven. De 57-jarige Engelsman kwam rond drie uur ’s nachts in botsing met een trein en overleed aan zijn verwondingen, zo meldt Het Nieuwsblad.

Vrijdag 14 april 2023

De sights van Antwerpen heb ik gisteren bij aankomst al ‘geseed’. Vandaar dat ik niet om 10.44 uur de trein terug naar Nederland neem, maar al twee uur eerder. Na overstappen in Rotterdam en Amersfoort stap ik drie uur na vertrek uit de Scheldestad weer uit op station Apeldoorn. Ik mag wel zeggen dat het reizen per trein me prima is bevallen. Gezeur, stress en andere ongemakken zijn me bespaard gebleven. Qua onkosten valt de schade ook alleszins mee. Dit kan in de nabije toekomst best weleens voor herhaling vatbaar zijn. Al zal ik ongetwijfeld heel anders oordelen voor het geval bij een volgende gelegenheid alles in de soep loopt…

Dynamo haalt Zweeds international uit Barneveld

Terwijl de strijd om de landstitel bij de mannen pas de komende weken in volle hevigheid losbarst, kijkt de regerend landskampioen al over het huidige volleybaljaar heen. In de persoon van libero Edvin Svärd heeft Dynamo deze week de eerste nieuwe aanwinst voor het seizoen 2023-2024 gecontracteerd.

De 23-jarige Zweedse international speelt momenteel al in de eredivisie. Hij komt sinds het begin van het seizoen uit voor het Barneveldse SSS. Voorheen was de libero in de Elitserien in eigen land actief bij Falkenbergs VBK. Met SSS kwam Svärd uitstekend voor de dag. Al zijn de Barnevelders na vijf speelronden in de kampioenspoule al nagenoeg kansloos voor een plaats in de play-off finale.

Met Dynamo, dat de kans op titelprolongatie nog volledig in eigen hand heeft, hoopt Svärd komend jaar daadwerkelijk om de prijzen te mogen spelen. Saillant detail is dat de Zweed zijn kortstondige verblijf bij SSS waarschijnlijk op 15 april afsluit met de uitwedstrijd in Apeldoorn tégen Dynamo.

Wim Jonker, bestuurslid technische zaken van de Stichting Topvolleybal Dynamo, verwacht veel van de Zweedse nieuwkomer. “In onze optiek behoort hij tot de beste libero’s in de eredivisie. Hij maakt een degelijke en betrouwbare indruk. Qua opbouw past hij bovendien uitstekend in de selectie die we willen samenstellen. We zoeken voor komend seizoen toch naar iets meer balans tussen ervaring en jeugd”, meldt het Dynamo-bestuurslid.

De Stentor donderdag 23 maart 2023

2-0 voorsprong niet toereikend voor winst in topper bij Groen Wit ‘62; Wijhe ’92 laat uitgelezen kans liggen om koppositie over te nemen

Een week na de 10-0 monsterzege tegen Turkse Kracht liet Wijhe ’92 een uitgelezen kans liggen om de koppositie in 3D over te nemen. Bij Groen Wit ’62 gaf de ploeg van trainer John Beijen in de laatste twintig minuten een 0-2 voorsprong onbegrijpelijkerwijs uit handen. De Wijhenaren moesten daarom genoegen nemen met een gelijkspel.

Beijen en zijn manschappen staan voor de weken van de waarheid. Het kampioenschap en de directe terugkeer naar de tweede klasse zijn uiteraard het streven. In weinig andere speelklassen is het gedrang voor de pole position evenwel groter dan in 3D. Wijhe is niet de enige die op kampioenskoers ligt. Met Groen Wit ’62, Markelo, Robur et Velocitas, Diepenveen en Beekbergen liggen er meer kapers op de kust voor de hoofdprijs. Het puntenverschil tussen de clubs uit de top-6 valt nagenoeg te verwaarlozen.

Wijhe ’92 kwam met twee punten achterstand en één wedstrijd minder dan Groen Wit ’62 als virtueel koploper naar Apeldoorn. Zeventig minuten lang had het er alle schijn van dat het weer naar huis zou gaan als ‘echte’ koploper. Na een 0-0 ruststand hadden aanvoerder Max Kiekebosch en Lars Elshof het overwicht in doelpunten omgezet en leek er geen vuiltje aan de lucht voor de bezoekers. In de laatste twintig minuten gaven Beijens mannen de voorsprong jammerlijk uit handen en lieten ze zich door de veerkrachtige thuisploeg alsnog een punt afsnoepen. Tot ongeloof en onvrede van de trainer.

“Je weet dat zij wat gaan doen na die 2-0 van ons. Je weet dat ze opportunistischer gaan spelen. Die 2-1 valt dan te snel. Aan die 2-2 ging een duw vooraf. Zij hadden in de slotfase ook een rode kaart moeten hebben. Vooraf ben je blij met een punt tegen Groen Wit. We hadden onze voorsprong moeten uitbouwen en het moeten afmaken. Dit is echt een gemiste kans”, oordeelde de Zwollenaar na afloop.

“Ik zie ons ook niet als kampioenskandidaat nummer één”, temperde de trainer aansluitend de verwachtingen. Beijen vindt concurrenten als Robur et Velocitas en Markelo wat volwassener dan zijn eigen spelersgroep. “Wij hebben veel jonge jongens. Wij hebben best moeite om goals te maken. Ik ben van mening dat scoren genetisch bepaald is. Wij zijn een beetje aan het zoeken. Kijk je naar de uitslagen in deze klasse, dan is het voor het competitieniveau leuk dat het zo dicht bij elkaar staat. Iedereen blijft ergens voor voetballen.”

“Wij moeten vooral naar onszelf kijken”, wil de Wijhe-trainer niet te ver vooruitlopen op de ontknoping van het seizoen of de derby op zaterdag 1 april tegen Overwetering. Hij bekijkt van wedstrijd tot wedstrijd hoe zijn ploeg zich de komende weken staande houdt in de kampioensstrijd. “Eerst komend weekend maar eens tegen Albatross.”

Mocht het met de rechtstreekse promotie onverhoopt misgaan, dan kan het veroveren van de tweede periodetitel eveneens uitkomst bieden. Wanneer het het op 6 april te spelen restant van de onlangs gestaakte wedstrijd bij Diepenveen winnend afsluit kan Wijhe ’92 het toegangsbewijs tot de nacompetitie al nagenoeg reserveren.

De Stentor (editie Deventer) maandag 20 maart 2023

De spoeling wordt almaar dunner voor trainer Marcel Vink; Groen Wit verdrinkt nog niet in zware blessuregolf

Van zijn twintigkoppige spelersgroep had trainer Marcel Vink er in de topper tegen Wijhe ’92 om uiteenlopende redenen welgeteld negen tot zijn beschikking. Desondanks verdronk Groen Wit niet in de zware blessuregolf waardoor het momenteel wordt geteisterd. Aangevuld met talenten uit de hoogste jeugdteams knokte de veerkrachtige lijstaanvoerder van 3D zich na een 0-2 achterstand in de slotfase alsnog naar een gelijkspel.

Het binnenhalen van de eerste periodetitel werd anderhalve week geleden nog feestelijk gevierd. Om te veronderstellen dat het sindsdien louter kommer en kwel is aan de Landdrostlaan, gaat wellicht wat ver. Tot aan de speeldag van dit weekend stond de promovendus immers nog altijd fier bovenaan in de eigen speelklasse. Desalniettemin zag Vinks ploeg door de recente nederlagen tegen Robur et Velocitas en Markelo de concurrentie langzaam dichterbij kruipen.

Wanneer een speler op z’n werk een reclamebord op z’n hoofd krijgt en met een hersenschudding wordt uitgeschakeld, dan is er sprake van pure pech. Geen trainer die het kan verhinderen. Of wat te denken van die steunpilaar die in een oefenpotje na een verkeerde beweging een zware kniekwetsuur oploopt. Marcel Vink kan er helemaal niets aan doen, maar zag als gevolg van allerlei vervelende ongelukjes steeds meer selectiespelers in de lappenmand belanden. Om verklaarbare redenen hapert de motor de laatste weken zodoende een beetje bij de winnaar van de eerste periodetitel.

De personele nood heeft zelfs zulke drastische vormen aangenomen dat spelers die na een blessure eigenlijk nog niet honderd procent fit zijn noodgedwongen toch maar weer op de bank plaatsnemen. Zoals Aaron van Leer, Groen Wits aandrijver. “Aaron kon eigenlijk niet spelen. Hij heeft twee weken niets gedaan. Maar hij kwam er toch in omdat hij de ploeg zó graag wil helpen”, verklaarde Vink waarom hij zijn kleine steunpilaar tegen Wijhe halverwege de tweede helft binnen de lijnen bracht. Met alle risico’s vandien.

Door van de nood een deugd te maken en talenten uit de eigen jeugd voor de leeuwen te gooien kon de ingevallen A-junior Cas Mollenhorst met twee goals Groen Wit zowaar een punt bezorgen. “De bank was gevuld met spelers uit de o19 en o17. Dat is de situatie waarin wij zitten. Ik had er vandaag negen van onze eigen selectie. Het ongeluk zit een beetje aan onze kant momenteel. Maar het is zoals het is. Ik heb ook tegen de jongens gezegd dat het weinig zin heeft om ons bezig te houden met wie er nièt zijn. We moeten het doen met degenen die er wél zijn. En die hebben zich het snot voor de ogen gewerkt en loon naar werken gekregen met dat gelijkspel”, verkondigde Vink.

Keeper Joep Vink lag enkele keren hinderlijk in de weg en belette de bezoekers uit Wijhe op die manier meer tegengoals. Zijn trainer en achternaamgenoot rangschikte de bewering dat de tegenstander vaker had kunnen scoren daarentegen onder de noemer ‘scorebordjournalistiek’. “Dat Joep die ballen tegenhoudt, is natuurlijk ook een kwaliteit van Joep. Wij hebben zelf in de eerste helft ook een heel grote kans gehad. Al is het wel een opsteker dat wanneer je twintig minuten voor het einde met 0-2 achterstaat en dan toch nog gelijkmaakt. Dat hadden we wel even nodig.”

De Stentor maandag 20 maart 2023

Niek Tijhuis blijft in topper met ‘gezonde spanning’ overeind als libero; Wilskrachtig Dynamo houdt zich Lycurgus van het lijf

Voor de vierde keer in het huidige volleybaljaar eindigde de tweestrijd tussen de mannen van Dynamo en Lycurgus in een zinderende vijfsetter. Voor de derde keer hielden de Apeldoorners zich de Groningse belager daarin nipt van het lijf. Voor de landskampioen een welkome opsteker na de nederlaag van zes dagen eerder bij Orion.

Aan spanning ontbrak het zaterdagavond geen moment in Omnisport. In de vierde set balanceerde de thuisploeg bij een 23-24 achterstand zelfs op de rand van een nederlaag. Het wils- en veerkrachtige Dynamo werkte het matchpoint voor Lycurgus echter weg. Het sleepte vervolgens na vier onbenutte eigen setpoints bij de vijfde poging een vijfde set uit het vuur. In dit beslissende rallypoint-spektakel volgde met 15-13 de beloning voor het getoonde doorzettingsvermogen.

Door dit resultaat handhaaft de titelhouder zijn koppositie in de kampioenspoule en werd de voorsprong op Lycurgus uitgebouwd naar twee punten. “Onze opdracht blijft hetzelfde. We moeten acht wedstrijden winnen. Dan houden we onze kansen op plaatsing voor de finale in eigen hand”, rekende Redbad Strikwerda voor.

Dynamo’s coach, normaal nooit zo scheutig met complimenten, loofde de instelling van zijn ploeg. De vastberadenheid waarmee zijn manschappen streden voor elke bal lag volgens Strikwerda ten grondslag aan de belangrijke zege. “Eigenlijk moet dat doorzetten een vast gegeven zijn. Je ziet dat het loont. Het is niet de eerste keer dat we sets vanuit achterstand goedmaakten. Om telkens door te kunnen gaan, moet je dat toch mentaal kunnen opbrengen. Het winstpunt van vandaag is dat we het wéér konden doen.”

In verdedigende zin leverde Niek Tijhuis een wezenlijke bijdrage aan de 3-2 zege. Vorig seizoen werkte de 24-jarige Apeldoorner bij het Kamper Reflex zijn wedstrijden af in de Topdivisie. De afgelopen weken krijgt de als stand-in voor Niels Lipke gehaalde libero steeds meer speeltijd toebedeeld. Niet in het minst tot zijn eigen verrassing Dat hij momenteel de voorkeur krijgt boven zijn ploegmaat brengt, zoals hij het zelf omschrijft, een ‘gezonde spanning’ met zich mee.

“Toen ik hier kwam, dacht ik dat ik alleen zou spelen tegen de wat mindere ploegen. Nu sta ik gewoon binnen de lijnen bij topwedstrijden. Soms moet ik dat nog wel even beseffen. In het verleden bleef ik nogal eens hangen in m’n eigen fouten. Sinds ik bij Dynamo ben, heb ik mezelf aangeleerd om de rust te bewaren”, verklaarde Tijhuis in een eerder stadium al dat hij bezig is zichzelf te ontdekken.

Volleyballen op eredivisieniveau ziet de vierdejaars student Tourism Management als een welkome afleiding bij de vraag naar wat hij nou precies voor zichzelf wil in het dagelijkse bestaan. Of hij zich ook het komend seizoen volledig wil richten op zijn sport of wellicht toch een andere invulling wil geven aan zijn leven, dat is een afweging die hij binnen afzienbare tijd voor zichzelf hoopt te maken.

“Juist het spelen van dit soort wedstrijden brengt mijn hoofd wel aan het twijfelen. Het is zo dat ik altijd heb gezegd dat ik nog een keer wil gaan reizen. Wat het ook wordt, het wordt een heel moeilijke keuze”, verklaart Dynamo’s oudste Tijhuis hoe hij in dubio verkeert over zijn sportieve toekomst.

Voor het geval hij besluit om een punt te zetten achter zijn, dan is het niet uitgesloten dat hij dat doet met zowel de landstitel als de nationale beker op zak. Over Dynamo’s kansen op een mogelijke dubbel is de libero optimistisch. “Als ik Redbad mag quoten en het ons lukt, dan komt dat omdat wij het meest flexibele team hebben.”

De Stentor maandag 20 maart 2023

Wisselende gevoelens bij Hans uit den Bogaard en Stephan Panman; Leden harde kern trainers-app vechten het op het veld uit

Doordat uitgerekend de bij een ultieme aanvalspoging mee naar voren gekomen doelman Sam Luijkx in blessuretijd de gelijkmaker binnenkopte, kreeg Sportclub Teuge in de thuiswedstrijd tegen Sportclub Eefde meer dan het eigenlijk verdiende. De uit Apeldoorn afkomstige trainers van beide sportclubs beleefden de ontknoping op sportpark De Dulmer met wisselende gevoelens.

De harde kern van het Apeldoornse oefenmeestersgilde bestaat uit een vrij hechte groep enthousiastelingen. Via een eigen trainers-app staat deze specifieke groep voetbalkenners al enkele jaren nauw met elkaar in contact. Met zekere regelmaat komen ze ook samen. Zoals onlangs nog toen plaatsgenoot Peter Bosz, die na zijn ontslag het Franse Olympique Lyonnais tijdelijk in de wachtkamer heeft plaatsgenomen, zijn collega’s een avond lang kwam vertellen over zijn ervaringen in het trainersvak.

Teuge-trainer Hans uit den Bogaard en zijn Eefdese collega Stephan Panman behoren tot de ‘appers’ van het eerste uur. Toch wisselden beide oefenmeesters voorafgaand aan het onderlinge competitieduel van hun clubs geen onderlinge plagerijen uit. “We zijn geen twintig meer, hè”, sprak Uit den Bogaard na de voor zijn ploeg tegenvallend verlopen wedstrijd. “Wel is het zo dat Stephan, Harold Sneller en Bardy Verhoef en ik elkaar regelmatig op de hoogte houden omdat we bij elkaar in dezelfde afdeling zitten.”

Panman bevestigde Uit den Bogaards woorden. “We hebben vooraf niet zitten ‘kwallen’ met elkaar. Dat doe ik doorgaans meer met Bardy Verhoef. Ik vind Hans een fantastische gast. Ik gun hem het allerbeste. Behalve dan tegen ons”, reageerde de coach van Sportclub Eefde met een kwinkslag.

Ofschoon er tegenwoordig voor bijna alles een app bestaat, wordt het verloop van voetbalwedstrijden ouderwets op het veld bepaald. Dat gaat gelukkig ook nooit veranderen. Ook niet in de derde klasse E van het district Oost bij de zaterdagamateurs, een afdeling met een vrij overzichtelijk seizoensverloop.

Ondanks dat het dit weekend bij hoge uitzondering punten morste in Twello, staat FC Zutphen een straatlengte voor op de rest. Terwijl er pas twee derde deel van de competitie achter de rug is lijkt de hoofdprijs al vergeven. De overige ploegen in de afdeling zullen genoegen moeten nemen met de kruimels die de gedoodverfde kampioen laat liggen.

Met nog acht duels te gaan kan Sportclub Teuge ‘the best of the rest’ worden. Om evenals het afgelopen voetbaljaar in de nacompetitie te mogen strijden om promotie naar de tweede klasse zal het dan wel uit een ander vaatje moeten tappen dan zaterdagmiddag, gaf Uit den Bogaard te kennen.

“Als wij het spel moeten maken, dan hebben we het moeilijk. Tegen Brummen speelden we zes klassen beter. Vandaag leek het soms wel vijfde klasse-onderafdeling. Het moet niet zo zijn dat er een paar bij ons gaan denken dat het wel goed is. Wij kunnen best aardig voetballen, maar dan moet wel alles kloppen. Zaterdag tegen Vios wordt weer een heel belangrijke wedstrijd voor ons. Dan moet het beter dan vandaag”, wijst de trainer van Sportclub Teuge erop dat het niet vanzelf gaat.

Voor het Sportclub Eefde van Stephan Panman lijkt de nacompetitie, in dit geval om lijfsbehoud, het hoogst haalbare. “Als wij niet rechtstreeks degraderen, dan doen we het goed. Een nacompetitie blijft altijd een loterij. Dit jaar helemaal. Ik ben blij dat we vandaag in elk geval in de eerste helft deden wat we moesten doen. Daar kunnen we mee verder”, legt de Apeldoorner zich niet op voorhand al neer bij degradatie.

De Stentor maandag 20 maart 2023

Zware achillespeesblessure routinier enorme tegenvaller bij naderende ontknoping titelstrijd; Dynamo verliest niet alleen bekerfinale, maar bovenal Martinez

Na de dreun die het zaterdagavond in Groningen uitdeelde in de onderlinge confrontatie met Lycurgus in de kampioenspoule, volgde anderhalve dag later in Den Bosch de ontnuchtering. Het verlies in de bekerfinale was uiteraard vervelend, de blessure die Ramon Martinez-Gion opliep deed Dynamo veel meer pijn.

De cameraploeg van Studio Sport verdrong zich kort na het winnende punt van Lycurgus rond zijn zitplaats. Het rechterbeen lag gestrekt op een stoel voor hem. Ramon Martinez-Gion keek wat bedremmeld voor zich uit toen hij live in de uitzending de vragen moest beantwoorden van Maarten Tip. De pechvogel antwoordde wel, maar was met zijn gedachten heel ergens anders.

Bij de stand 19-16 in de eerste set van de bekerfinale ging het mis. Na een verkeerde move op linksvoor lag Dynamo’s passer/loper ineens op de grond. Het was de toeschouwers in de volle Maaspoort meteen duidelijk dat het menens was. Na te zijn behandeld ging de onfortuinlijke volleyballer ondersteund door medespelers naar de kleedruimtes. De voorlopige diagnose: een afgescheurde achillespees. Dag bekerfinale. Dag seizoen. Dag kampioenschap. Waarschijnlijk gaat de Dynamo-routinier in de loop van deze week al onder het mes,

Terwijl een aantal meters voor hem de uitgelaten spelers van Lycurgus de beker in ontvangst namen, blikte het slachtoffer nog eens terug op het voor hem noodlottige moment. De roodomrande ogen verraadden hoe moeilijk hij het ermee had. “Ik maakte een achterwaartse beweging. Het voelde als een klap. Ik had meteen in de gaten dat het mis was. In de kleedkamer is ernaar gekeken. De pijn voel ik niet zo, want ik zit onder de pijnstillers.”

Na het uitvallen van Martinez miste de landskampioen net dat kleine beetje extra om zich de Groningers evenals zaterdag van het lijf te houden. Met de cijfers 25-19, 22-25, 25-22 en 25-19 moest Dynamo buigen en de cup aan Lycurgus laten.

Bij Yannick Bak, die deel uitmaakte van Dynamo’s starting seven, heerste een dubbel gevoel na afloop. “Toen ik tijdens de warming-up al die mensen op de tribune zag, kreeg ik kippenvel. Er zaten veel familieleden en vrienden op de tribune. Daar heb ik wel enorm van genoten. Alleen van het resultaat niet. Ik wil het niet op het uitvallen van Ramon schuiven, want die tweede set wonnen we ook zonder hem. Toch had het zeker invloed. Je mist wel zijn ervaring. We zijn nog wel volop in de race voor het kampioenschap. Daar ligt onze nieuwe focus op.”

Voor coach Redbad Strikwerda was de nederlaag naderhand van ondergeschikt belang. “Alsof wij ons portie aan blessures dit seizoen nog niet gehad hebben. Dit is echt waardeloos. Vooral voor Ramon zelf is het vreselijk natuurlijk. Het was ook een nadeel voor anderen. Geen enkele ploeg die iets wil bereiken, kan dat zonder z’n beste spelers. Bij zo’n rare duikeling weet je dat het meestal niet een enkelverzwikking is. Voor een gescheurde achillespees staat een revalidatieperiode van zes tot negen maanden.”

Lycurgus-libero Jeffrey Klok, die in 2020 in dezelfde hal als speler van Dynamo de finale verloor van zijn huidige ploeg, sprak met een winnaarsmedaille om zijn nek over een deja-vu. “Het was een flashback van drie jaar geleden. Toen viel Maikel van Zeist bij ons uit. Dat gebeurde bijna op dezelfde plek. Natuurlijk was het een aderlating voor Dynamo toen ze zonder Ramon verder moesten, al vind ik wel dat wij verdiend hebben gewonnen. In die vierde set was het verzet gebroken. Het wordt nu de vraag hoe Dynamo het zonder Ramon gaat doen. Ik ben wel benieuwd naar hoe ze dat gaan opvangen.”

Onverwachte rentree Sjors Tijhuis bij Dynamo

Alle aandacht richtte zich na de verloren bekerfinale van Dynamo op de geblesseerd uitgevallen Ramon Martinez-Gion. Bijna ongemerkt door alle commotie maakte middenaanvaller Sjors Tijhuis in de vierde set zijn rentree in het team van de Apeldoorners.

Begin februari sprak Tijhuis de vrees uit dat problemen met een slagader in zijn hand weleens het einde van zijn volleybalcarrière konden betekenen. Twee maanden later stond de 22-jarige Apeldoorner plotseling weer kortstondig binnen de lijnen.

“Nadat het bericht over mijn kwaal naar buiten kwam, ben ik door een aantal mensen gebeld. Zij adviseerden mij om naar het UMC in Amsterdam te gaan. Dat heb ik gedaan. Ik ben daar onderzocht en heb een angiografie gehad, zoals ze dat noemen. Daaruit bleek dat de oorzaak niet in mijn hand zat, maar in mijn schouder. Ik ben daar vier weken geleden aan geopereerd. Die operatie is succesvol verlopen. Sinds vorige week train ik weer mee”, verklaarde de teruggekeerde Tijhuis dat de technische staf van Dynamo in de naderende ontknoping van de kampioensstrijd weer een beroep op hem kan doen.

De Stentor dinsdag 13 april 2023

Gelijkspel tegen koploper maximaal haalbare voor gehandicapt VEVO; Trainer Alex Hengeveld rekent zich niet te vroeg rijk

VEVO blijft na een fortuinlijke remise tegen koploper Apeldoornse Boys zicht houden op een topklassering. Met nog vijf duels voor de boeg blijft Alex Hengeveld behoedzaam. “Ik denk dat we nog wel vier punten nodig hebben om definitief veilig te staan”, praat de trainer vooralsnog niet over promotiekansen.

VEVO begon met een achterstand van slechts vier punten aan de topper tegen de lijstaanvoerder. Negentig minuten later was de trainer wel zo reëel om toe te geven dat hij blij was dat het verschil niet was opgelopen tot zeven. Een week na de gestaakte derby tegen SEH, waarin VEVO-aanvaller Jonas Faber zijn scheen- en kuitbeen brak, noemde de inwoner van Heino het 1-1 gelijkspel het maximaal haalbare resultaat voor zijn aangeslagen equipe.

“We misten twee aanvallers. Behalve Jonas kon ook Joost van Suijdam niet meedoen. We hebben best wel een grote groep. Ik zit alleen niet zo ruim in de aanvallers. Dat merkte je wel. We kregen een snelle goal tegen. Daar doe je niet zoveel aan. Ons doelpunt kwam inderdaad een beetje uit de lucht vallen. Wat hebben wij nou gecreëerd? Gelukkig was Jonas er wel bij. Dat gaf ons de kracht en de juiste mentaliteit om Apeldoornse Boys te bestrijden”, verklaarde Hengeveld hoe de aanwezigheid van de onfortuinlijke Faber langs de lijn zijn wel inzetbare spelers stimuleerde.

De rode kaart die Jur Rorije na ruim een uur kreeg vanwege een onbesuisde charge op een tegenstander, betekende daarentegen een volgende tegenvaller van personele aard. “Dat was geen slimme actie”, vond ook de trainer. Het lag vooral aan het slordige aanvalsspel van de Apeldoorners dat het overgebleven Veessense tiental de resterende tijd schadevrij doorstond.

Na het laatste fluitsignaal verliet VEVO dan misschien wel als morele winnaar het veld, feitelijk schiet het weinig op met de puntendeling. Het behaalde punt brengt de manschappen van Hengeveld geen steek dichterbij de gedoodverfde kampioen. “Apeldoornse Boys heeft de aanval afgeslagen. Als wij een gooi hadden willen doen, hadden we vandaag moeten winnen”, wist Hengeveld. De koppositie van de tegenstander berust daarentegen niet op toeval, erkende hij. “Apeldoornse Boys heeft absoluut de beste ploeg in onze afdeling.”

Bij de VEVO-trainer leefde nog wel enige onvrede over de eerdere afgelasting van het duel op 18 februari, zo liet hij weten. Het verwonderde hem dat Apeldoornse Boys, dat een groot aantal spelers van Turkse afkomst in de gelederen heeft, op de bewuste zaterdag niet naar Veessen wilde afreizen op grond van de aardbeving in Turkije in die week, terwijl enkele spelers van de tegenpartij de avond ervoor wel konden zaalvoetballen. Direct na afloop leidde dat tot onenigheid met Burak Tekay, de aanvoerder van de gasten. “Hadden wij deze wedstrijd in februari gespeeld, dan hadden we Jonas en Joost er wel bij gehad.”

Hengeveld ging wijselijk niet dieper in op de verhitte discussie met Tekay. Hij bekommert zich liever om zijn eigen ploeg. Er wacht VEVO namelijk een spannend slot van de competitie. Het kan nog alle kanten op. Kunnen de Veessenaren zich volgend seizoen opmaken voor derby’s tegen SEH en WZC in de vierde klasse? Of misschien zelfs wel een etage hoger tegen Heerde.

In 2016 leidde Hengeveld de lokale voetbaltrots al eerder naar de derde klasse. Een herhaling van dat kunststukje is niet op voorhand uitgesloten. “Natuurlijk wil ik dat graag weer doen. Om dat voor elkaar te krijgen, moeten we alles winnen. Maar laten we eerst maar eens zorgen dat we veilig staan, dan kijken we daarna wel verder.”

De Stentor dinsdag 11 april 2023

Apeldoornse Boys staat aan vooravond van ingrijpende metamorfose; Burak Tekay wil ingeslagen weg met hoofdprijs afsluiten

Trainer Stephan Quack verkondigde het zaterdag na het laatste fluitsignaal in Veessen met veel bravoure. Door het 1-1 gelijkspel bij VEVO wordt het kampioenschap van Apeldoornse Boys in de vierde klasse D met hooguit twee weken uitgesteld.

Of een eventuele promotie naar de derde klasse een vloek of juist een zegen betekent voor de Wapendragers, wordt door de complete Apeldoornse voetbalwereld met argusogen bekeken. Getuige het bericht dat vorige week op de eigen mediakanalen van de club verscheen, zien ze op Malkenschoten zelf de sportieve toekomst vol vertrouwen tegemoet. Over dat toekomstig trainer Martijn de Harder na de zomer een representatief elftal op de been kan brengen bestaat weinig twijfel. Zelfs niet nu de huidige roerganger met het overgrote deel van zijn selectie verkast naar Alexandria.

Die uittocht van nagenoeg de complete bemanning van het vlaggenschip lijkt de stuurlui die aan de wal achterblijven weinig te deren. ‘Het nieuwe seizoen 2023-2024 zal het startsein zijn van een selectie met vooral hét Boys-DNA. Eigen jeugd dat staat te trappelen om door te breken, voormalige Boys-spelers die weer graag op Malkenschoten actief willen zijn, aangevuld met talent en ervaring uit de regio’, zo valt te lezen op de eigen website.

Met de van Groen Wit 2 terugkerende Thom van Loenen en de van DWO uit Zoetermeer afkomstige verdedigende middenvelder Stephan Timmers (22) introduceerde de webmaster van de club uit Apeldoorn-Zuid alvast twee nieuwelingen aan de eigen achterban. De brandende vraag is welke prijskonijnen de nieuwe technische staf eerdaags nog meer uit de hoge hoed tevoorschijn gaat toveren.

Martijn de Harder is de komende tijd belast met het dreggen van de enigszins opgedroogde kweekvijver, waaruit in een ver verleden latere profs als Peter Ressel, Peter Bosz, Edward Sturing, Frank Berghuis en Peter Wesselink kwamen bovendrijven. Nog minimaal vijftien spelers opvissen, dan kan Apeldoornse Boys na de zomer in elk geval kwantitatief uit de voeten. Of die spelersgroep de kwaliteiten bezit om zich staande te houden in de – in geval van promotie – derde klasse, mag al op voorhand sterk in twijfel worden getrokken.

Burak Tekay maakt komend voetbaljaar in elk geval geen deel meer uit van die hoofdmacht. In tegenstelling tot het gros van zijn huidige teamgenoten gaat de aanvoerder echter niet in het kielzog van trainer Quack mee naar Nagelpoel. Tekay volgt assistent-trainer Erkan Silay naar TKA. De reden daarvoor heeft geen financiële of sportieve achtergrond, maar een familiare.

“Ik ga bij TKA samen voetballen met mijn broertje”, licht de 32-jarige captain zijn clubkeuze toe. “Misschien wordt dat in de vijfde klasse, misschien in de vierde klasse. Mijn keuze staat vast. Maar ik wil eerst kampioen worden met de Boys. De situatie is bekend. Het is jammer dat het team uit elkaar valt. Maar we hebben deze weg drie jaar geleden samen ingezet. We willen het nu ook samen afmaken”, benadrukte Tekay.

Hoe belangrijk de man met de fluwelen traptechniek is voor de gedoodverfde kampioen van 4D stelde hij bij VEVO nog maar eens ten overvloede onder bewijs. Tekay scoorde in de lastige uitwedstrijd na negentien minuten de enige Boys-goal. Dat de koploper bleef steken op een 1-1 gelijkspel en in het laatste half uur zelfs tegen tien Veessenaren niet voor een tweede keer doel trof, verandert voor Stephan Quack niets. “We gingen ervanuit op 29 april kampioen te worden. Dat wordt nu 13 mei, uit bij Veluwse Boys”, sprak de scheidende trainer duidelijke taal.

De Stentor dinsdag 11 april 2023

Na alleen maar finales tégen Dynamo wil passer/loper mét Dynamo de beker winnen; Erik van der Schaaf kan bijzondere hattrick scoren

Erik van der Schaaf kan op Tweede Paasdag een opmerkelijke hattrick voltooien. Het Apeldoornse Dynamo kan de derde club worden waarmee de 29-jarige volleyballer de nationale beker verovert. Van de vier finales die de passer/loper namens Orion en Lycurgus afwerkte, won hij er drie. Telkens tégen Dynamo. 

De bekerfinales van Erik van der Schaaf:

19 februari 2017 (Zwolle): Orion – Dynamo 3-1

Van der Schaaf: “Het was voor mij het eerste jaar dat ik écht in de eredivisie speelde. Wij waren met Orion underdog. Vooraf hield Volleybalkrant een poll. Tachtig procent voorspelde dat Dynamo zou winnen. Zij hadden in de halve finale Lycurgus uitgeschakeld. Om hun feestje dan te verpesten, was wel mooi. Die finale was in het ‘Theater van de Sport’ in Zwolle. Het was geweldig om daar te spelen. Er waren zelfs supporters van De Graafschap met ons meegekomen. In zo’n finale gaat het er echt om. In de competitie kan je een keer een wedstrijd verliezen. Dat maakt niets uit. Verlies je zo’n finale, dan ben je tweede.”

17 februari 2019 (Zwolle): Dynamo – Lycurgus 3-1

Van der Schaaf: “Wederom won de underdog. Wij gingen er met Lycurgus heen met het idee om te winnen. Maar ja, dan moet je eerst maar eens je eigen niveau halen. Dynamo speelde ook echt wel goed. Ik speelde dat seizoen libero. Deels door die finale heb ik voor mezelf de afweging gemaakt om dat niet meer te doen. Als libero kon ik de punten niet maken. Als passer/loper kan ik dat wel.”

16 februari 2020 (Den Bosch): Lycurgus – Dynamo 3-1

Van der Schaaf: “Dynamo was dat seizoen erg goed bezig. Ze zaten in een flow. Ze wonnen alles. Heel veel hoop hadden wij daarom vooraf niet. We zagen niet aankomen dat we zouden winnen. Maar nadat Maikel van Zeist geblesseerd uitviel, merkte je dat het geloof bij Dynamo wegzakte. Vanaf dat moment merkten wij dat er iets te halen viel. Als je zo’n wedstrijd dan wint, dan heet dat pieken op het juiste moment.”

18 april 2021 (Groningen): Lycurgus – Dynamo 3-1

Van der Schaaf: “De finale zou aanvankelijk in Martiniplaza gespeeld worden. Samen met de damesfinale. Vanwege coronabesmettingen bij Dynamo werd de herenfinale uitgesteld. De Nevobo koos ervoor om de spelers van Dynamo te laten herstellen. Ik heb zelf ook corona gehad, maar ik heb nergens last van gehad. Hoe dat bij die spelers van Dynamo is gevallen, daar heb ik geen idee van. Ik weet het niet. Door de coronamaatregelen werd die wedstrijd zonder publiek gespeeld. Dan krijg je natuurlijk een heel andere sfeer. Juist bekerfinales trekken immers altijd veel toeschouwers. Normaal vier je zo’n overwinning dan ook met je supporters. Dat kon in dit geval niet.”

10 april 2023 (Den Bosch): Dynamo – Lycurgus

Van der Schaaf: “We hebben aan het begin van de Kampioenspoule al gehad dat we drie keer in één week tegen SSS moesten. Nu spelen we twee keer in drie dagen tegen Lycurgus. Wat dat betreft is het jammer van de loting. Het is ook wel raar om zo laat in het seizoen pas die bekerfinale te spelen. In andere jaren gebeurde dat altijd eerder. In het buitenland zijn de bekerfinales ook al gespeeld. Nu spelen we dus eerst zaterdag voor de Kampioenspoule in Groningen en daarna op maandag in Den Bosch de bekerfinale. Maar zaterdag betekent helemaal niets voor maandag. Het is heel zuur dat we afgelopen weekend van Orion verloren, maar we hebben nog steeds alles in eigen hand. We weten wat we moeten doen. Nu is het zaak om dat ook te doen. Als wij ons eigen niveau halen, dan winnen we van iedereen. Het is aan ons om dat niveau te halen.”

De Stentor zaterdag 8 april 2023