Geslaagd uitstapje per trein naar Europacupwedstrijd in Oost-Vlaanderen

By | 15 april 2023

Achter de bal aan (86): Gent

Donderdag 13 april 2023

AA Gent – West Ham United is een mooi affiche in de kwartfinale van de Conference League. Bij de gelegenheid om online een kaartje te bemachtigen voor dit Europacupduel in België sla ik meteen toe. Al gebeurt dat eigenlijk een beetje bij toeval. 

Omdat ik ooit de Europacupwedstrijd tegen het Oostenrijkse Altach bijwoonde, ontvang ik zes jaar later nog steeds met zekere regelmaat allerlei berichten van AA Gent. Als ik na de loting voor de kwartfinales van de Champions League een mail krijg met de vraag of ik ook van de partij ben bij de thuiswedstrijd tegen West Ham United, maak ik me eerlijk gezegd weinig illusies dat ik daadwerkelijk een ticket kan bestellen. Je houdt bij dit soort wedstrijden rekening dat ze in no-time uitverkocht zullen zijn. Tot m’n eigen verbazing lukt het me toch om via mijn oude account een ticket te bestellen. Zodoende mag ik me opmaken voor een uitstapje naar Oost-Vlaanderen.

Vanwege een mankement aan mijn Ford Focus twee dagen voor het Europacupduel in Gent besluit ik met de trein naar België te reizen. Een déjà-vu. In 1986 heb ik de ‘wereldreis’ naar de Arteveldestad al eens eerder gemaakt. Meer dan 37 jaar geleden. AA Gent – Standard Luik. Nog in het oude Ottenstation. Met een Benelux-Tourrailkaart, waarmee ik destijds voor het bedrag van 100 gulden vijf dagen onbeperkt door België, Nederland en Luxemburg kon reizen. Tijden veranderen. Prijzen ook…

Al met al schat ik in dat ik met het retourticket dat ik boek via NS International niet eens zo gek veel duurder uit dan wanneer ik de tank van mijn auto had moeten volgooien met dure brandstof. Bovendien bespaar ik de stress van files – bij de Kennedytunnel op de Antwerpse Ring is het altijd prijs – en parkeerellende bij het stadion van de houder van de Beker van België.

Bij mijn vertrek op donderdagochtend uit Apeldoorn is het regenachtig. Dat ik de trein van 9.15 uur naar Amersfoort kan pakken en niet die van een kwartier later, blijkt een onverwachte meevaller. Het levert me een kwartier extra overstaptijd op voor de trein naar Utrecht/Rotterdam. Bij nader inzien heb ik er ook geluk mee. De trein van 9.30 uur vanuit Apeldoorn kampt namelijk met een vertraging van negen minuten. Ik zou daardoor niet alleen mijn overstap in Amersfoort gemist hebben, maar ook die Rotterdam. Nu zit ik om 9.58 uur wél in de trein naar Rotjeknor. En ook nog eens droog!

Ik doe lekker de ogen dicht. Dat is dan weer een voordeel van reizen over het spoor. Achter het stuur kan dat niet. Nou ja, het kan misschien wel, maar ik denk niet dat ik dan ooit in België aankom. Op Rotterdam Centraal heb ik bijna een kwartier om mijn vervolgtrein naar Antwerpen te halen. Daar komen nog eens vijf minuten vertraging bij. Ofwel vijf minuten extra wachttijd op een winderig perron.

Het aan- en afsluitende uur van mijn treinreis voert via Breda en Noorderkempen. Kort na vertrek uit Rotterdam duikt er zowaar een conducteur op. Op het traject Apeldoon-Amersoort-Rotterdam nam niemand de moeite om de vervoersbewijzen controleren. Op station Breda, de laatste halteplaats voor de Belgische grens, stroomt de trein nagenoeg vol. De daar instappende passagiers kost het de nodige moeite om een zitplaats te vinden. Nadat we in Rotterdam-Zuid al langs De Kuip waren gereden, passeert de trein ook het stadion van NAC. Gelukkig staat niemand daar ditmaal met straatklinkers te smijten, zoals ik in het verleden al eens meemaakte. Ja, bij zo’n beregezellig avondje NAC kan het er soms verhit aan toegaan.

Voor zover ik kan beoordelen zitten er geen AZ-supporters aan boord. Op weg naar hun Conference League-wedstrijd vanavond in Brussel bij Anderlecht. Misschien zijn ze er wel, maar ik hoor of zie ze niet.

Iets voor half één rijdt de trein Antwerpen Centraal binnen. Een kwartiertje later ben ik ingecheckt in Hotel Eden, waar ik een overnachting heb geboekt. Het hotel bevindt op een loopafstand vanaf het station. De receptionist is het Nederlands, c.q. Vlaams niet machtig. En dat is niet zo vreemd. De beste man is dan ook wat verder van huis dan ik. Hij komt helemaal uit Nepal, vertelt hij me in het Engels. Hij heeft het koud en heeft z’n jas er maar bij aangehouden achter zijn balie. Je zou toch denken dat ze in de schaduw van de Himalaya wel wat gewend zijn qua temperaturen.

Ik laat alle overbodige ballast (mijn rugzak) achter op kamer 302 en verlaat het hotel meteen weer. Eerst een korte sightseeingtour door het centrum van Antwerpen. Daarna met de trein verder naar Gent. Mijn overnachtingsadres ligt middenin de diamantenwijk. Het stikt er van de juwelierszaken. Mooi dorp, Antwerpen. In het verleden ben ik er weleens voetballen wezen kijken – zowel bij ‘The Great Old’ als op het Kiel –, maar daar houdt het mee op. In ’t Stad heb ik me daarentegen niet eerder gewaagd. Het blijkt zeer de moeite waard.

In het historische centrum behoren de Middeleeuwen tot de onvoltooid verleden tijd. Het heeft wel iets van een openluchtmuseum. De gildehuizen op de Markt, de Onze-Lieve-Vrouwekathedraal en ’t Steen laten een rijke geschiedenis in het heden voortleven. De ouwe Rubens, de misschien wel allerberoemdste Antwerpenaar, is ook op talrijke plekken prominent aanwezig. Op de Groenplaats staat de fameuze zeventiende-eeuwse barokschilder nog altijd op een voetstuk.

Minder prettig zijn de e-steps, voor menigeen een geliefd vervoersmiddel. Ze jagen me aan alle kanten voorbij. Je moet ogen van voren en achteren hebben. Levensgevaarlijk, die rotdingen. Meteen verbieden!

Na ruim een uur lang de ogen goed de kost te hebben gegeven, wandel ik naar het centraal station. Liefhebbers van fraaie architectuur zullen bij het aanzicht van het historische stationsgebouw ongetwijfeld ook hun vingers aflikken. De spoorwegkathedraal, zo wordt het in de volksmond ook wel genoemd. De grandeur straalt er vanaf, om maar een goed Vlaams woord te gebruiken.

Het kopen van treinkaartjes is daarentegen enigszins omslachtig. Het blijft tenslotte België… Er zijn weliswaar loketten, maar een jongedame die het reizigersvolk moet adviseren dwingt me bijna om gebruik te maken van een ticketautomaat. Dat gaat sneller, beweert ze. Omdat ik cash wil afrekenen, moet ze wel eerst het biljet van 20 euro dat ik haar geef omwisselen voor muntgeld. Ach, waarom makkelijk doen als het ook moeilijk kan, zullen we maar denken. Maar het gaat goed. Om 14:37 uur zit ik in de Intercity die vanaf Spoor 2 vertrekt met als eindbestemming Poperinge.

De ruim één uur durende treinreis kent geen calamiteiten. Onderweg drukt niemand mij een visitekaartje in de hand met de boodschap dat ik het voorrecht heb om kennis te maken met de ICF. De Inter City Firm, de even legendarische als beruchte harde kern van West Ham United die in de laatste twee decennia van de vorige eeuw het Verenigd Koninkrijk onveilig maakte. Er zitten geen Hammers-hooligans in de trein. Het ontvangstcomité van de Gentse gendarmerie, een mannetje (en vrouwtje) of tien sterk, dat post heeft gevat in de hal van station Gent Sint-Pieters hoeft zodoende niet in actie te komen. Ook de hulptroepen die buiten voor het stationsgebouw in busjes zitten niks te doen, kunnen rustig verder slapen.

Het overgrote deel van het bijna tweeduizendkoppige legioen uit Oost-London dat op deze inmiddels zonnige donderdag in Gent wordt verwacht, tref ik een kwartiertje later in het historische stadscentrum. De terrassen zitten vol. Het bier stroomt rijkelijk. In tegenstelling tot een uur of zeven eerder in Apeldoorn is het hier aangenaam toeven. Het goede weer komt de stemming duidelijk ten goede. Die is uitgelaten. De honderden Engelse voetbalfans vermaken zich onder meer door een bal heen en weer te knallen. Onder luid gejoel schieten ze het ding keer op keer boven de mensenmassa de lucht in.  Burgemeester Buma van Leeuwarden zou zulke deugnieten ongetwijfeld stante pede uit zijn dorp verbannen… Ook hier kijkt de Gentse politie, van wie velen casual zijn gekleed, verveeld toe. Wat dat de belastingbetaler allemaal weer niet kost!

Tegenover kasteel het Gravensteen, één van de blikvangers ter plaatse, voorzie ik de inwendige mens van wat vulling. Wat eet iemand bij een Frituur met de naam ’t Puntzakje? Juist ja, een puntzak! Op het terras aan de Kleine Vismarkt ga ik er eens uitgebreid voor zitten. Ik werk de inhoud van een kleine puntzak naar binnen. Alsmede een boulet, een specialiteit van het huis: gefrituurde kipgehaktballen. Smaakt best. Lekker ongezond eten kan bij onze zuiderburen op nagenoeg elke straathoek.

De klok loopt tegen kwart voor vijf, twee uur voor de aftrap. De hoogste tijd derhalve om me naar de Ghelamco Arena te begeven. Met tram 1 ga ik terug naar Sint-Pieters. Mijn voor 7,50 euro aangeschafte OV-dagpas verdient zichzelf terug. Bij het station stap ik over op tram 4. Naar de eindbestemming bij het UZ, het Universitair Ziekenhuis. Vandaar is het een kleine twintig minuten lopen naar het stadion, zo weet ik nog van mijn laatste bezoek aan Gent uit 2017. Vreemd genoeg rijden er vanaf het treinstation geen extra voetbalbussen. In de tram zitten ook alleen maar ziekenhuisbezoekers.

De wandeling voert over een brug over de autosnelweg E17, waar het verkeer aan beide kanten hopeloos vaststaat. Bij de naast de arena gelegen Van der Valk-vestiging staat een groot bord met het logo van West Ham. Een blauwe pijl duidt aan dat de fans uit London via de parkeerplaats van het hotel naar het uitvak moeten lopen. Een groot aantal agenten ziet er op toe dat een ander ordentelijk verloopt. Veel West Ham-supporters ontdek ik er niet. Die zitten waarschijnlijk óf al binnen in het stadion óf nog op de Markt aan een pint.

Hoewel ik zelf in een vak naast dat van de Engelsen zit, moet ik helemaal om het stadion heenlopen. Bijna een half uur voor aanvang zijn er al veel mensen op de been rondom de Ghelamco Arena. Met bijna 20.000 verkochte kaarten zit de tent vol vanavond. Op een raampje van één de kassahuisjes bevestigt een A4’tje dat. In drie talen valt te lezen: Geen tickets beschikbaar/No tickets available/Plus de billet disponible.

Voor de verandering is er eens geen stress bij de toegangspoorten. De lengte van de rijen valt mee. Zelfs het fouilleren is in een vloek en een zucht gepiept. Er is geen sprake van vervelend gewriemel bij de ingang H, waar ik naar binnen moet. Zo kan het dus ook. Twintig minuten voor de aftrap zit ik op m’n plekje in Block 424 van de Telenet Stand. Met een prima zicht op het veld. Al denk ik dat daar in de pas tien jaar oude Ghelamco Arena overal wel sprake van is. Qua comfort valt er op veel van die moderne voetbalstadions weinig aan te merken. Volgens Wikipedia heeft de bouw van het stadion liefst 76 miljoen euro gekost. Maar voor zo’n aanzienlijke som geld heb je dan ook wat.

Het Engelse contingent zit een twintigtal meters links van me, in de hoek. Voor het uitvak hangt een groot net. Dat moet voorkomen dat er met aanstekers gegooid kan worden. In de 90 minuten die volgen tussen de Buffalo’s en de Hammers houden de lads zich nochtans behoorlijk gedeisd. Het gezang blijft beperkt tot een ‘one nil tot he Cockney boys’, wanneer een uiterst pover West Ham in de blessuretijd van de eerste helft de leiding neemt. En – uiteraard – laten ze met een sporadisch ‘who the f..king hell are you’ hun minachting blijken voor de in hun ogen onbeduidende Belgische opponent. Standaardrepertoire van Britse voetbalfans abroad.

Afgaande op wat ze op de mat leggen is het geen wonder dat de mannen van trainer David Moyes in de Premier League tegen degradatie strijden. Wát een armoedig voetbal. Pas wanneer de manager na ruim een uur, kort na de Gentse gelijkmaker, Michail Antonio binnen de lijnen brengt, komt er wat meer vuur en gif in de ploeg.

De bijna 18.000 Gentenaren op de tribunes laten zich meer horen. Het begon al met de indrukwekkende choreografie vooraf. Het meest fanatieke deel van de aanhang van de thuisclub hield een enorm doek met de tekst ‘Fighting sprit since the Middle Ages’ omhoog. Bij de 1-1 van Hugo Cuypers gaat het dak – dat er nota bene niet eens opzit – er helemaal af. Zelfs de blonde juffrouw op het stoeltje naast mij laat alle remmingen gaan. Ze is helemaal door het dolle heen. Heel opwindend.

Vooraf had ik gerekend op een walk-over voor de Londenaren. Ik vind het daarom wel verrassend dat La Gantoise tot en met het einde standhoudt. Die 1-1 eindstand is absoluut niet onverdiend. Al betwijfel ik of de score perspectief bied voor de return in het London Stadium.

Om de trein van 21.27 uur terug naar Antwerpen te halen, is na afloop enige haast geboden. Bij aankomst van de tram op Gent Sint-Pieters duidt enkel het handjevol wachtende ME’ers erop dat er drie kilometer verderop eerder die avond een kwartfinale in de Conference League is afgewerkt. De heren hoeven hun helmen niet op te zetten. Of ze zich later toevallig nog strategisch moeten terugtrekken, krijg ik niet meer mee. Dan zit ik al lang en breed weer in de Intercity richting Antwerpen Centraal. Om half elf ben ik al in mijn hotelkamer en zie ik op tv nog samengevat hoe Feyenoord – AS Roma verslaat en AZ z’n Waterloo vindt in Brussel.

Een aantal uren nadat ik vanaf Gent Sint-Pieters ben vertrokken, komt op het station West Ham-supporter om het leven. De 57-jarige Engelsman kwam rond drie uur ’s nachts in botsing met een trein en overleed aan zijn verwondingen, zo meldt Het Nieuwsblad.

Vrijdag 14 april 2023

De sights van Antwerpen heb ik gisteren bij aankomst al ‘geseed’. Vandaar dat ik niet om 10.44 uur de trein terug naar Nederland neem, maar al twee uur eerder. Na overstappen in Rotterdam en Amersfoort stap ik drie uur na vertrek uit de Scheldestad weer uit op station Apeldoorn. Ik mag wel zeggen dat het reizen per trein me prima is bevallen. Gezeur, stress en andere ongemakken zijn me bespaard gebleven. Qua onkosten valt de schade ook alleszins mee. Dit kan in de nabije toekomst best weleens voor herhaling vatbaar zijn. Al zal ik ongetwijfeld heel anders oordelen voor het geval bij een volgende gelegenheid alles in de soep loopt…

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *