Maandelijkse archieven: maart 2022

Als afsluiting van een middagje Mokum gedoe om een logo op kleding

Achter de bal aan (75): Amsterdam

Dinsdag 29 maart 2022

Nederland – Duitsland blijft voor Nederlanders toch het mooiste affiche dat er qua interlands bestaat. De zeventiende burenruzie die ik meemaak combineer ik met een middagje Mokum. Gewoon omdat het kan.

Omdat ik in de bevoorrechte omstandigheden verkeer dat ik zelf m’n tijd kan indelen, maak ik er een (mid)dagje uit van. Omdat ik geen zin heb in verkeers- en parkeergedoe, waar onze gastvrije hoofdstad patent op heeft, ga ik met de trein. Sinds woensdag 23 maart zijn de coronabeperkingen in het ov opgeheven. Het is dus weer mogelijk om te reizen zonder last te krijgen van ademhalingsproblemen.

Een treinkaartje bestel ik online. Fluitje van een cent. Als erkend digibeet zal ik ongetwijfeld iets verkeerd hebben gedaan, want de toegangspoortjes op station Apeldoorn reageren niet op de code van mijn e-ticket. Ik had de gedownloade pdf kennelijk op een chipcard moeten zetten. En laat ik nou helemaal niet zo’n chipcard in mijn bezit hebben. Twee werklui die aan het werk zijn in het restauratiegedeelte in de vroegere stationshal bieden de helpende hand. Zij laten me het perron op. Zo mis ik de trein van 13:14 naar Duivendrecht niet. Onderweg download ik voor de zekerheid maar de NS app en zet m’n vervoersbewijs daar op over. Waar is de tijd gebleven dat treinreizigers nog gewoon een kaartje aan een loket konden kopen en er geen automatische toegangspoorten waren? Dat was een stuk minder omslachtig voor mensen die niet zo bedreven zijn in al die digitale bullshit, zoals ik. In die dagen kwam er in de trein ook nog weleens een conducteur kaartjes controleren. Tussen Apeldoorn en Duivendrecht is dat nu niét het geval.

Na aankomst op station Duivendrecht stap ik meteen over op de metro. Voor 8,50 euro trek ik een dagkaart uit een automaat waarmee ik 24 uur onbeperkt met metro, tram en bus door heel Amsterdam mag reizen. Ik neem lijn 54 naar Amsterdam Centraal. Het valt me op dat behoorlijk veel passagiers nog altijd een mondkapje dragen. Hoewel dat officieel sinds bijna een week dus niet meer hoeft. Ze doen hun best maar. Als zij zich er veiliger bij voelen, wie ben ik dan om te zeggen dat ze het niet moeten doen. Zolang mensen niet opgedrongen of verplicht wordt om iets tegen hun zin te doen, vind ik alles best. Kwestie van eigen verantwoording nemen.

Mijn bestemming is het Anne Frank huis aan de Prinsengracht. Een bezoek aan het Achterhuis staat al heel lang op m’n to do list. Op de een of andere manier is het er tot dusverre nooit van gekomen. Het is sowieso lang geleden dat ik me in het centrum van Amsterdam heb gewaagd. Voor de coronaellende kwam ik weliswaar jaarlijks veelvuldig voetballen kijken in onze hoofdstad, in de historische binnenstad ben ik misschien al wel vijftien of twintig jaar niet meer geweest. Er staat een tijdslot op de tijd waarin ik naar binnen mag bij het Anne Frank huis: tussen 15.30 en 15.45 uur. Zo werkt dat tegenwoordig. Zo kunnen ze de bezoekersstromen beter reguleren. Omdat de metro me al om kwart voor drie uitspuugt op CS, wandel ik eerst even naar de Dam. In tegenstelling tot de weersvoorspellingen is het stralend weer. De zon schijnt. Er zijn veel mensen op de been. Maar goed, dat is in een stad als Amsterdam meestal het geval.

Bij het Anne Frank huis is het dringen geblazen. Ik schuifel met een audio-apparaatje achter de buitenlandse toeristen aan. Ondanks dat erg toeristisch is, maakt het veel indruk op me. Het is moeilijk voor te stellen hoe een groep mensen zich twee jaar lang op een kleine ruimte achter een boekenkast heeft moeten schuilhouden voor de Duitse bezetters. En wanneer je het vreselijke lot van Anne, haar medebewoners en meer dan 100.000 andere Nederlandse joden in ogenschouw neemt, dan word je daar wel even stil van. Er zijn geen woorden voor. Het stemt wel tot nadenken.

Was het niet de Amsterdamse fractie van Bij1 die een paar maanden geleden zelfs op de Dodenherdenking van 4 mei al een racistisch etiket plakte? Té wit, zoals alles bij de volgelingen van Sylvana Simons langs de zwartwitte meetlat wordt gelegd. Er bestaat immers niemand die het in de geschiedenis van de mensheid zwaarder te verduren heeft gehad dan hún voorouders! En zo doen er tegenwoordig steeds meer gekken en gestoorden een gooi naar een publieke functie. Het is geen wonder dat de opkomst bij de recente gemeenteraadsverkiezingen lager dan ooit was.

Zwart van de voetbalsupporters ziet het na terugkeer in het stadscentrum in elk geval niet uit, om maar in het sfeertje te blijven. Op het Rembrandtplein genieten veel Oranjefans lekker van het zonnetje op de volle terrassen. Duitse supporters kom ik nauwelijks tegen. Zelfs bij de Old Sailor, een bekend verzamelpunt voor voetbalvolk op de Wallen, is het tegen de klok van zessen niet druk. Nadat ik omstreeks zeven uur op Station Bijlmer/ArenA uit de metro stap moet ik bij de Johan Cruijff Arena goed zoeken naar Schlachtenbummler. De weinigen die er zijn, gaan anoniem op in de massa. Op eentje na. Hier ist die Hölle, alle sind am Feiern, hoor ik een Duitse supporter bij de Febo in een telefoon brullen. Voor Duitsers is het nog altijd niet mogelijk om zonder testen of vaccinaties weer voetbalstadions te betreden. De Heimat zucht nog altijd onder de coronamaatregelen. Of ze er veel mee zijn opgeschoten, waag ik betwijfelen.

Telkens denk je dat het niet nóg gekker of idioter kan wat het betuttelen van toeschouwers bij profvoetbalwedstrijden aangaat. Toch gebeurt het steeds opnieuw. Wat ik bij het betreden van de Johan Cruijff Arena meemaak, is zelfs voor mij van een geheel nieuwe dimensie van stupiditeit. Het wordt werkelijk steeds belachelijker. Dat ik na het passeren van de tourniquets de inhoud van mijn heuptasje moet laten controleren, daar heb ik alle begrip voor. Ik heb er weliswaar slechts mijn mobiele telefoon, mijn camera(atje), een blocnote, een pen en het uitgeprinte E-ticket inzitten, maar zo’n controle vind ik normaal. Daar zal ik ook niet over klagen. De reden waarom een oudere mevrouw van het stewardkorps van de Arena mij twee meter verder staande houdt, slaat werkelijk alles.

Wat die mevrouw mij vraagt, heb ik in 45 jaar en bij meer dan 4500 wedstrijden nog nooit meegemaakt. Ze wil graag weten wat er op mijn shirt staat. Wijzend op het Le Coq Sportif logo dat de voorkant van mijn hoody siert, vraagt ze: ‘Dat is Frans, hè?’ Nou weet ik dat er sinds een aantal jaren organisatoren van evenementen zijn die het dragen van wedstrijdshirts van voetbalclubs om de een of andere reden aanstootgevend vinden. Maar in mijn geval gaat het gewoon om een sportmerk. Ik leg de mevrouw uit dat het sportieve haantje in dezelfde categorie moet worden gerangschikt als ordinaire sportkleding van Adidas of Nike. Ik mag toch zeker aannemen dat ze in al haar onbenulligheid van het bestaan van de wereldleiders op het gebied van sportkleding wel op de hoogte is.

Toch vertrouwt ze het niet. Ze twijfelt zichtbaar of ze collega’s erbij moet roepen ter assistentie. Het lijkt erop dat het dragen van een sweater met het logo van een Frans sportmerk erop tegenwoordig al iets misdadigs is. Als het zo doorgaat, krijgt het stadionvolk in de Amsterdamse parkeergarage in de toekomst alleen nog maar toegang wanneer het aan een door de directie van de Arena, Ajax, de KNVB of de gemeenten Amsterdam en Ouder-Amstel gestelde dresscode voldoet. Het is werkelijk te bezopen voor woorden. Ik mag uiteindelijk doorlopen van de mevrouw, maar van harte gaan het allerminst. Ze zegt me serieus: “doet u wel uw jas dicht.” Ik verzin het niet.

Nou is het een publiek geheim dat deugdelijk personeel in Nederland moeilijk te vinden is, maar waar halen ze dit soort halve zolen in vredesnaam vandaan? Wie bedenkt zoiets? Iemand die beveiligingspersoneel opdracht geeft tot dit soort onzin, die moet toch meteen in een dwangbuis worden afgevoerd. Nooit meer binnenlaten in een stadion! Zulke lui zijn toch volslagen krankzinnig. Als er helemaal geen problemen zijn, dan verzinnen ze die zelf wel bij de directie van de Arena, bij Ajax, bij de KNVB, bij evenementenbranche en vooral niet te vergeten bij de Groene Khmer van burgemeester Halsema.

Tijdens de warming-up roept de speaker om dat het voor toeschouwers ten strengste verboden is om het speelveld te betreden. Na afloop van de interland tegen Denemarken, 72 uur eerder, is er een meisje door een kordon van veiligheidsmensen gebroken om om een shirtje van een speler te bedelen. Het shirt dat het meisje droeg alvorens ze er met het voor Unicef en Oekraïne geveilde shirt van Dailey Blind vandoor ging, was blijkbaar aan de aandacht ontsnapt van de poortwachters van de Johan Cruijf Arena. Het kind glipte er zo zaterdagavond niet één keer tussendoor, maar twee keer.

De opperstalmeester heeft ook een Warm welcome in petto for the fans from Germany die in het nagenoeg volle stadion hebben plaatsgenomen. In het Engels. Duits is kennelijk een té moeilijke taal. De KNVB maakt ook weer een statement. Uiteraard, ben ik inmiddels bijna geneigd om te zeggen. Ditmaal vraagt de voetbalbond aandacht voor eenzaamheid. Niemand minder dan Willeke Alberti brengt haar klassieker ‘Samen zijn’ voor het dolenthousiaste Arenapubliek ten gehore. Nou maar hopen dat de boodschap overkomt en iedereen wat meer omkijkt naar de medemens.

Het Oranjelegioen is voor de verandering goed op dreef. De tegenstander heet tenslotte Duitsland, hè. Een aantal keren klinkt uit duizenden kelen ‘Alle Duitsers zijn homo’ door de Arena. Daarover zal het de komende dagen ook wel weer klachten regenen uit bepaalde hoeken. Waar zijn de Moffen gebleven? In de jaren ’80 en ’90 ging het er bij de burenruzies met onze geliefde oosterburen toch wat minder zoetsappig aan toe dan tegenwoordig. Het Duitse volkslied werd destijds met heel wat meer ‘geestdrift’ meegezongen door Nederlandse supporters. Als kwajongen heb ik mij daar destijds zelf ook wel aan bezondigd, durf ik dertig jaar later wel toe te geven. Jammer dat al die schreeuwers en jammeraars die vandaag continu de mond vol hebben over haat die periode niet hebben meegemaakt. Onvergetelijke tijden.

Er werd ook nog gevoetbald. Je zou het bijna vergeten. Daar ben ik tenslotte voor gekomen. Oranje swingt minder dan tegen Denemarken. Maar ja, zoiets heeft natuurlijk ook met een tegenstander te maken. Met een gelijkspel houden het Nederlands elftal en de Mannschaft elkaar keurig in evenwicht. De kans op een overwinning wordt door Craig Pawson hardhandig de grond ingeboord. De Engelse scheidsrechter onthoudt Nederland een duidelijke penalty. Zo’n VAR blijft toch een dingetje.

Het mooiste aan zo’n dagje Amsterdam vind ik dat ik na afloop weer terug naar huis mag. Dat blijft voor mij als provinciaal toch telkens weer een hoogtepunt.

In Wenum-Wiesel raakt niemand in paniek van pak slaag tegen AZC; WWNA blijft zoeken naar punten en een nieuwe trainer

Achtenveertig uur nadat de beloftenelftallen van AZ en Borussia Dortmund in het geheim een oefenduel op sportpark Wiesel afwerkten, was er na het pak rammel dat vaste bespeler WWNA kreeg van AZC (1-5) niemand die ergens geheimzinnig over deed. WWNA’s zoektocht naar zowel de benodigde punten om het derdeklasseschap veilig te stellen als een nieuwe hoofdtrainer gaat onverminderd voort.

De enige ploeg die gedoodverfd kampioen Robur et Velocitas tot nog toe bedwong in de derde klasse D had weinig in te brengen tegen de enige ploeg die in staat lijkt de Apeldoornse titelfavoriet daadwerkelijk te dwarsbomen. Aan de staat van het veld lag het niet. Terreinchef Gert Heerema drukte de sproeikop die kort voor de aftrap boven het gras uitstak nota bene nog hoogstpersoonlijk de grond in.

Keeper Wouter Jaspers baalde flink dat hij liefst vijf keer moest vissen. “Het gaat de laatste weken wat minder. Waar dat aan ligt? Pff, daar vraag je me wat. Nadat we de eerste zeven of acht wedstrijden ongeslagen bleven, werden de verwachtingen wat hoger bij bepaalde mensen. Terwijl handhaven vooraf onze doelstelling was. En dat gaat goedkomen”, twijfelt de gelegenheidscaptain er geen moment aan dat WWNA in het restant van het seizoen voldoende punten gaat pakken om derde klasse-voetbal in Wenum-Wiesel voor volgend seizoen te waarborgen.

Wie na de zomer voor de groep zal staan om de vertrekkende Sven Slop op te volgen, weet ook Jaspers niet. De opgestarte sollicitatieprocedure leverde tot dusverre nog geen geschikte opvolger op. “De tc is ermee bezig. Zodra ze iemand hebben, komt er waarschijnlijk eerst nog een gesprek van een aantal spelers met die kandidaat om te kijken of het klikt. Zo is het gegaan toen Sven hier kwam en daarvoor met Ralph Mens ook. Ik vind het heel jammer dat Sven weggaat, maar als groep gunnen we het hem dat hij die trainerscursus kan gaan volgen. Dat is zijn ambitie.”

Dat de prestaties na de flitsende competitiestart de afgelopen weken wat in het slop zijn geraakt verontrust de vertrekkende trainer evenmin. Slop is overtuigd dat hij WWNA achterlaat als derdeklasser. “Vooraf zeiden we dat wanneer we ons handhaven zonder nacompetitie te hoeven spelen, we het fantastisch doen. Wij weten dat we niet bij de eerste vier eindigen”, reageert de realistische Amersfoorter.

Slop blijft onder alle omstandigheden duidelijk en consequent. Zo liet hij zijn topscorer en eigenlijke aanvoerder, Axel Huzebos en Jelte Drost tegen AZC op de bank beginnen. “Zij zijn op vakantie geweest. En wie niet traint, die speelt niet. Ook al moet ik daardoor mijn opstelling op zes van de elf posities aanpassen. Ik ben van mening dat de spelers die nu speelden ook de kwaliteiten bezitten om dat goed in te vullen.”

De Stentor maandag 28 maart 2022

Goaltune ‘This is power’ dreunt bij zege tegen Blauw Geel ’55 vier keer door Berg en Bos; Omroepduo AGOVV blijft altijd keurig binnen de geluidsnormen

De houten omroepcabine onder het scorebord is een van de weinige waardevolle overblijfselen uit AGOVV’s tweede betaald voetbalperiode. Negen jaar na het jammerlijke einde van de proftak en het bijna bankroet van de Blauwen-amateurs mogen Miranda Hulshoff-Bolsenbroek en echtgenoot Rene er de volumeknoppen weer met zekere regelmaat vol opendraaien. Na de recente nederlagen tegen VVOP en Zeewolde schalde de goaltune ‘This is power’ zaterdag tegen Blauw Geel ‘55 alweer vier keer door heel Berg en Bos.

Vooralsnog heeft de wijkraad niet geklaagd, lachen AGOVV’s opperstalmeesters met een vette knipoog naar een handjevol verongelijkte buurtbewoners die het liefst elke rollende bal en geparkeerde auto voor eens en altijd uit hún achtertuin verbannen. “Wij zijn in 2014 gevraagd om te gaan omroepen. In het begin waren er wel continu klachten over geluidsoverlast. Ik heb toen uitgezocht hoeveel decibellen er maximaal zijn toegestaan. Daar zaten wij ver onder”, begrijpt Rene Hulshoff niet wat mensen bezielt om zich op te winden over niet bestaande overlast.

Het omroepduo behoort tot de onbaatzuchtige vrijwilligers die er een bijdrage aan leveren dat AGOVV na een van de meest donkere periodes uit de 109-jarige clubhistorie weer bruist van het leven. Op dinsdag 30 maart is het exact zeven jaar geleden dat Miranda en Rene in het huwelijksbootje stapten. Het zal niemand verwonderen dat zij elkaar tegen het lijf liepen op het mooiste voetbalveld van Nederland, zoals Jan Mulder het bosrijke AGOVV-terrein ooit treffend omschreef. “We leerden elkaar kennen bij de thuiswedstrijden van de BVO. In 2010 kregen we een relatie”, vertelt het paar in koor hoe betaald voetbal in Apeldoorn toch nog ergens goed voor is geweest.

De vrouwelijke helft van het tweetal ging als klein meisje al met haar ouders mee naar sportpark Berg en Bos. Het blauwe hart klopt in de hele familie. Vader Ap Bolsenbroek, al sinds jaar en dag deel uitmakend van de begeleidingsstaf van het eerste elftal, werd onlangs gehuldigd voor zijn 60-jarig lidmaatschap. Broer Maurice voetbalde er een blauwe maandag. Moeder Henny zat in het verleden eveneens achter de microfoon om de opstellingen, doelpuntenmakers en wissels bekend te maken. “M’n moeder heeft daarnaast vijftien jaar de sportbrief getypt”, meldt de trotse dochter des huizes, die ook zelf al vroeg de handen uit de mouwen stak ten behoeve van haar club. “Samen met mijn vriendin Simone heb ik jarenlang snoep verkocht bij thuiswedstrijden. We gingen ook uit overal mee naartoe. Naar Appingedam. Naar Babberich.”

Rene Hulshoff kent daarom zijn plek. “Miranda is veel blauwer dan ik.” Toch valt de hoeveelheid uren waarop de duizendpoot zich als bestuurslid PR & Communicatie, clubfotograaf en begeleider van AGOVV’s zaalvoetballers inzet voor de vereniging evenmin te verwaarlozen. Voor de coronaperiode legde hij zelfs af en toe wat extra gewicht in de schaal bij een illuster gezelschap dat namens AGOVV op de populaire 45+-toernooien de velden onveilig maakt, maar daar is hij wijselijk mee gestopt. “Dat kan ik beter niet meer doen. Ik ben bang dat ik dan alles afscheur.”

Miranda vertelt hoe zij langzaam in haar rol van omroepster moest groeien. “Het eerste seizoen vond ik doodeng. René is meer van het improviseren. Ik lees op wat ik moet zeggen. Dat gaat dan om de gegevens van de pupil van de wedstrijd en ik heb standaard m’n welkomstverhaal. Dat staat in m’n telefoon. Het is dezelfde tekst die m’n moeder meer dan dertig jaar geleden al voorlas. Omdat ik toen altijd naast haar zat, wist ik die woorden nog precies uit m’n hoofd. Mijn neefje Jurre zit ook vaak bij ons in de omroepkabine. Hij is vierenhalf en al helemaal bezeten van AGOVV.” Rene vult zijn wederhelft aan “Hij kan zelfs het clublied meezingen.”

Zo zet de hele familie de toon bij AGOVV, oordeelt Hulshoff. “Qua muziek zijn we wel met de tijd meegegaan. Toen we begonnen, stond er een oud laptopje uit de proftijd. We hebben nu twee laptops, waarvan er eentje is om het scorebord te bedienen. We doen alles via Spotify. Dat is aangesloten op de computer. We maken nu een tweede playlist aan. Als de elftallen het veld opkomen, draaien we opzwepende muziek. Dat willen de spelers zelf graag. Met mooi weer kiezen we meer voor Nederlandstalig. Dat komt de omzet in de kantine ten goede.”

De Stentor maandag 28 maart 2022

Oranje-comeback na twee jaar, vier maanden en zeven dagen absentie

Achter de bal aan (74): Amsterdam

Zaterdag 26 maart 2022

Voordat dat k..virus alles verziekte, had ik me voorgenomen mijn interlandloopbaan als Oranje-supporter af te sluiten op EURO2020. Mijn voornemen was het om na dat Europees Kampioenschap – in elk geval bij thuiswedstrijden – nóóít meer tussen dat irritante carnavalspubliek in een multifunctionele parkeergarage met schuifdak op een tribune plaats te nemen. Het liep even anders…

In de naargeestige decembermaand van het al even troosteloze jaar 2021 verkeerde ik zowaar in de oprechte veronderstelling misschien wel helemaal nooit meer een voetbalstadion van binnen te zien. Zodra je iets niet meer kan of mag doen, dan besef je pas hoezeer je het mist. Die hele coronaparanoia met de meest achterlijke maatregelen deed me bijna spontaan terugverlangen naar Harrie Tiet en al die andere karikaturen die zich in de meest wanstaltige oranje uitdossingen voetbalsupporter durven noemen.

Zoals Bredero het al zei, kan het verkeren. Fantastische tijden moeten dat zijn geweest, die onbekommerde zeventiende eeuw waarin de legendarische rederijker met zijn volkse dichtkunst de toon zet. Geen corona. Geen woke gewauwel. Geen hoogdravende wedstrijdanalyses van Leonne Stentler. Geen Jesse Klaver. Geen verstikkende stikstof. Geen Frans Timmermans. Geen puto’s als Poetin.

Het komt er dan toch van. Zoals wel vaker kruipt het bloed waar het niet gaan kan. Nederland – Estland was de laatste keer. Op 19 november 2019. Sindsdien heb ik bij een hele rits Oranje-interlands al dan niet verplicht of vrijwillig verstek laten gaan. Nu staat interland 209 voor de deur. Een comeback na welgeteld 857 dagen absentie. Ik verwacht niet dat iemand mij begrijpt. Ik ga er verder ook geen moeite voor doen om uitleg te geven.

Ik rij mee met de clubfotograaf van Go Ahead Eagles. Door al dat gedoe met dat k..virus heb ik Erik meer dan twee jaar niet gezien. Kort nadat ik AGOVV van Blauw Geel ’55 heb zien winnen, komt mijn taxi naar Duivendrecht al voorgereden. De KNVB heeft de toeschouwers die met de auto komen nota bene zelf opgeroepen om zoveel mogelijk samen een auto te delen. Iets met het klimaat of zo. Aan die oproep geven wij braaf gehoor. Wereldkampioen zie ik Oranje ondanks het nieuwe systeem van bondscoach Louis van Gaal niet zo gauw worden. De KNVB is wél wereldkampioen statements maken. Overal moeten ze in Zeist zo nodig het voortouw in nemen. Heel nobel. Al vind ik het jammer dat het bij de Nederlandse voetbalbond zo weinig over voetbalgerelateerde zaken gaat. Behoort het niet in de eerste plaats om het spelletje te gaan? Is dat niet juist de essentie waaraan een voetbalbond zijn bestaan ontleent?

Het is wennen. Licht shockerend zelfs. Grootste domper is dat na aankomst de KFC op het Bijlmerplein blijkt te zijn verdwenen. Voor corona stond er voorafgaand aan elk Arenabezoek bijna standaard een two of three pieces menu in de Amsterdamse Poort als pre-match meal op het menu. Bij de voor de fanzone naast het stadion geparkeerde Oranje-dubbeldekker ontwaar ik tevens Tieten Harrie, na het pensioen van de Indiaan en het overlijden van de Generaal, misschien wel ’s lands meest bekende Oranje-clown. Harrie is de coronatijd niet ongeschonden doorgekomen. Hij is z’n handelsmerk(en) kwijt. Harrie gaat tegenwoordig door het leven zónder tieten.

Met het oog op het naderende WK is dat misschien maar verstandig ook. Je moet er toch niet aan denken dat Harrie in november op een willekeurig dorpsplein in een oliestaatje ongewild de hoofdrolspeler wordt van een publieke terechtstelling. Al zal WK-ambassadeur Ronald de Boer ongetwijfeld blijven volhouden dat er in het land dat de eindronde organiseert niets mis is met mensenrechten.

Voor het eerst zie ik ook het standbeeld van Nederlands grootste voetballer aller tijden dat sinds augustus 2020 voor de hoofdingang van de naar hem vernoemde arena staat. Een hoempaorkest speelt er ‘Hup Holland Hup’. Terwijl vanuit de Oranje fanzone de dijenkletsers en smartlappen door langzaam invallende duisternis dreunen. Rondom het stadion valt het een uur voor de aftrap alleszins mee met de drukte. Binnen het quarantainegebied voor de meest kleurrijke Oranjelegionairs doet evenwel niemand meer aan anderhalve meter afstand houden. Het lijkt wel of corona nooit bestaan heeft.

Mocht ik dan na twee jaar alsnog besmet raken, dan weet ik met zekerheid dat ik het in de lange wachtrij heb opgelopen. Voor ingang Zuid J staat een aanzienlijke menigte rijendik voor de tourniquets samengepropt. Bijna ouderwets. Alsof de mensen er nog niet dicht genoeg op elkaar staan, staat er midden in het gedrang ook nog een mevrouw doodleuk voor het Kika kinderfonds te collecteren. Kan zo’n dame uit oogpunt van veiligheid en doorstroming niet beter aan de andere kant van de controlepoortjes gaan staan? Maar ach, waarom zullen we makkelijk doen als het voor hetzelfde geld moeilijk kan?

Ondanks het volwassen aanvangstijdstip van kwart voor negen slepen veel ouders jonge kinderen mee naar binnen. Of dat pedagogisch wel verantwoord is, daar zullen de meningen van de deskundigen wel over verdeeld zijn. Het is morgen zondag, zullen we maar denken. Dan hoeven de kids niet naar school toe. En van dat uurtje minder door het ingaan van de zomertijd heeft bij mijn weten nog nooit iemand blijvend letsel opgelopen. Al weet je het natuurlijk maar nooit met de jeugd van tegenwoordig. Die arme blagen hebben het al zo moeilijk gehad gedurende die twee vreselijke coronajaren.

De Arena zit bij het spelen van de volksliederen voor ruim tweederde vol, zo schat ik in. Het is ook niet zo gek dat het niet uitverkocht is. Met prijzen van 35 euro voor de goedkoopste tickets bedenken veel mensen zich wel twee keer voordat ze zo gek zijn om zulke absurde bedragen neer te tellen voor een oefenpotje tegen de Denen. Nog niet zo lang geleden gingen er stemmen op om de thuisduels van de Oranje Leeuwinnen ook in de Arena of de Kuip af te werken. Stel dat de KNVB er dan toe overgaat om voor het aanmoedigen van Merel van Dongen dezelfde entreeprijzen te hanteren als voor het toejuichen van Memphis, dan geef ik iedereen op een briefje dat de fans ook daar massaal afhaken.

Desondanks bevolken op deze zaterdagavond meer dan voldoende voetbalgekken en anderssoortige dwazen de tribunes. Het oude normaal lijkt langzaam terug te keren. Alle échte Oranjesupporters zitten er weer. Ik heb die ‘gezelligheid’ meer dan twee jaar moeten missen… Al kan ik eerlijk gezegd na 209 interlands niet meer koud of warm worden van alle mafkezen die ook na de coronaparanoia op dit soort voetbalhappenings afkomen. Het heeft totaal geen zin om me te ergeren aan figuren die van zichzelf al niet wijs zijn. Ik heb het afgeleerd. Iedereen moet doen wat hij niet laten kan. Je moet iedereen in z’n waarde laten. Persoonlijk ga ik altijd naar een voetbalwedstrijd om die voetbalwedstrijd te bekijken. Zeker bij Oranje vraag ik me vaak af waarom veel wedstrijdbezoekers überhaupt een wedstrijd bezoeken.

Met busladingen vol wordt het evenementenpubliek uit het noorden, oosten of zuiden des lands aangevoerd. Gezien hun gedragingen (en misdragingen) krijg ik vaak de indruk dat veel van zulke interlandbezoekers voor het eerst in de grote stad komen. Na een middag op het Leidseplein of de Wallen gaat het aanstootgevende gedrag aansluitend in het stadion vrolijk verder. Zolang het indrinken tenminste niet uitloopt. Gek doen. Lallen. Schreeuwen. Het loopt werkelijk 90 minuten lang heen en weer te sjouwen met treetjes bier en/of dozen vol kroketten. Er zijn er bij die volgens mij geen ene fuck meekrijgen van wat er op het veld gebeurt.

Wat ik dan wel weer hoogst vermakelijk vind om te zien is hoe bij het bier halen steevast van die sufferds op de trappen vol op hun snufferd gaan. Met bier en al. Geen beter vermaak dan leedvermaak, zo zeg ik altijd maar. Gaandeweg veranderen de Arenavloeren zo in een grote smeerboel. Het is in het verleden slechts zelden voorgekomen dat ik uit de overdekte evenementenhal in Amsterdam-Zuidoost ben vertrokken zonder dat mijn schoenzolen vanwege al het gemorste en verspilde gerstenat niét bleven vastplakken. Ook op deze gedenkwaardige avond verandert het weer in een plakkerige bedoening.

Maar ik neem aan dat de bobo’s van de KNVB en de Gemeentes Amsterdam en Ouder-Amstel zeer te spreken zijn over het voorbeeldige gedrag van de aanwezige Nederlandse en Deense fans. Op de momenten waarop de wave door het stadion golft, doet iedereen braaf mee. En het evenenmentenbier dat niet ergens op de vloer belandt, wordt braaf opgedronken. Er worden geen spelers of keepers met volle of lege bekertjes bekogeld, zoals momenteel bij eredivisiewedstrijden schering en inslag is.

Hoe de van hartklachten herstelde Christian Eriksen massaal wordt toegejuicht bij zijn rentree in het Deense elftal, vind ik wel mooi. Dat getuigt van respect voor de oud-Ajacied. Van het toejuichen van ijskonijn Dolberg begrijp ik daarentegen minder. Dat de wereld volledig is doorgedraaid, is wel duidelijk, maar je gaat toch zeker geen spelers van de tegenpartij bejubelen? Maar goed, dit betreft hetzelfde klotenpubliek dat bij een vriendschappelijk onderonsje in 2015 tegen Spanje een groot voetballer als Andres Iniesta voortdurend uitjoelde vanwege diens winnende goal in de WK-finale van 2010. Daar was weinig respectvols aan.

Eerlijk is eerlijk. Voor de verandering valt de wedstrijd me niet eens tegen. Ik ben zowaar getuige van een alleszins vermakelijk schouwspel, door het Nederlands elftal met 4-2 winnend afgesloten. De meeste vriendschappelijke potjes bij mijn voorgaande 208 interlands waren het aanzien nauwelijks waard. Door aan de goede kant van de Johan Cruijff Arena en de Ring te parkeren, zitten we na afloop van de show in no time weer op de A1 naar huis.

Parkeren verwordt in onze hoofdstad onder het Groen Linkse bewind van mevrouw Halsema steeds meer tot een luxe die enkel de rijken en gepriviligeerden zich kunnen veroorloven. De schade na een bijna drieënhalf uur durend oponthoud in P22 valt zowaar mee. Erik hoeft bij het verlaten van de parkeergarage slechts 6,50 euro af te tikken. Dat verschilt nogal van de evenementenparkeerkaarten die Ons Oranje voorafgaand aan het duel aan Oranjesupporters adviseert. Die varieerden in prijs van 15 tot 25 euro. Als het gaat om het uitmelken van brave burgers, passen de voetbalbond en het Amsterdamse gemeentebestuur uitstekend bij elkaar.

Het kan nu wéér. Het kan nu nóg. Wanneer Poetin zijn Rode Leger opdracht geeft om op te rukken naar de IJssellinie, dan speelt het Nederlands elftal eerdaags z’n thuiswedstrijden misschien wel in Vladivostok. Dan zijn we met z’n allen nog véél verder van huis…

Frivool ZVV Den Haag geeft slap AGOVV Futsal een wake up-call

AGOVV Futsal leed vrijdagavond z’n eerste nederlaag in de verliezerspoule van de eredivisie zaalvoetbal. Vanwege het gelijktijdige verlies van concurrent Tigers Roermond behielden de Apeldoorners echter hun voorsprong van drie punten op de Limburgers aan de kop van de ranglijst. De 2-4 nederlaag tegen het frivole ZVV Den Haag had zodoende geen directe consequenties, maar betekende volgens Yasin Erdal wel een wake up-call.
 
Erdal weet het verlies in sporthal Mheenpark deels aan gemakzucht. “De voorgaande wedstrijden wonnen we vrij eenvoudig. Daardoor was er bij een aantal jongens misschien wat sprake van onderschatting. Dat zag je al tijdens de warming-up. Het was slap, slap, slap. Door een paar blessures waren bovendien automatismen die we normaal wel hebben er nu niet. Toen we achter kwamen probeerden we wel hoger druk te zetten, maar ook daarbij werden te veel foute keuzes gemaakt. Ons geluk is dat Roermond ook heeft verloren.”
 
De thuisploeg keek aan het begin van de tweede helft al tegen een 0-3 achterstand aan. Door doelpunten van Joey Jejanan en Erdal zelf leek AGOVV Futsal aan te zetten voor een heuse ‘Remontada’. Om met veldspeler Erdal als meevoetballende keeper een overtalsituatie te creëren en de gelijkmaker te maken, pakte verkeerd uit. In plaats van 3-3 werd het 2-4.
 
Met twee uitwedstrijden moeten de zaalvoetballers van AGOVV de komende week vol aan de bak. Woensdag wacht eerst het inhaalduel in Roermond. De Tigers lijken samen met de Blauwen de voornaamste gegadigde om de verliezerspoule winnend af te sluiten en via de achterdeur het laatste play-off ticket voor de strijd om de landstitel te veroveren. Twee dagen later treedt het Apeldoornse ensemble in de schaduw van De Kuip aan tegen het momenteel als zesde geklasseerde TPP/Feyenoord Futsal.
 
Van de rechtstreekse confrontatie met Tigers Roermond hangt veel af, duidt Erdal op het belang van het midweekse uitstapje naar het zuiden van het land. “Volgende week begint de Ramadan. Omdat allebei de ploegen veel spelers van Turkse en Marokkaanse afkomst hebben is de wedstrijd naar voren gehaald. Dan hoeven we ’s avonds niet na een hele dag vasten te voetballen, maar kunnen we de wedstrijd in de sterkst mogelijke samenstelling spelen.”
 
Stand Poule B: 1. AGOVV 4-16 (16-7), 2. Groene Ster Vlissingen 5-15 (31-18), 3. Tigers Roermond 4-13 (15-8), 4. ZVV Den Haag 5-11 (24-29), 5. Leekster Eagles/Amysoft 5-10 (16-15), 6. TPP/Feyenoord Futsal 5-9 (17-20), 7. Texel ’94 5-8 (11-18), 8. White Stones 5-5 (8-23). NB alle clubs namen de helft van het puntentotaal mee dat zij behaalden in de eerste fase van het seizoen.

destentor.nl zaterdag 26 maart 2022

Op een crackertje met leverpastei en Spa Blauw afvallen en prestaties leveren, Scheidsrechter Jan Reijnen terug van weggeweest op de Apeldoornse velden

Het gaat wellicht wat ver om het eindsignaal te bestempelen als hét hoogtepunt van een bloedeloze derby tussen Albatross en Robur. Jan Reijnen was niettemin één van de weinigen die zondagmiddag om even voor vieren met een voldaan gevoel van het veld afstapte. “Het was een leuke pot om te fluiten”, vond de 27-jarige scheidsrechter na afloop. Wat hij zichzelf als rapportcijfer zou geven? “Een acht”, gaf de leidsman aan meer dan tevreden te zijn met zijn eigen optreden.

Met 84 minuten op het scorebord kende de typische 0-0 wedstrijd in het druilerige Ugchelen een van z’n meest opmerkelijk momenten. De scheidsrechter, die tot dan op weinig fouten te betrappen viel, gebaarde dat het geluid van de muziek in de kantine wat zachter moest. De oproep was niet aan dovemansoren gericht. De volumeknoppen werden direct lager gezet. “Het ging steeds harder. En als het me stoort, dan zeg ik daar wat van”, lichtte Reijnen zijn actie enkele minuten na afloop kort toe in zijn kleedkamer.

Dat de spelers van beide ploegen er weinig van bakten, konden zij de arbiter niet aanrekenen. De bij afvalverwerker Circulus Berkel werkzame fluitist leidde het duel in de derde klasse D in goede banen. Hij hoefde zelden handelend op te treden en floot wanneer hij moest fluiten. Na vijf jaar in Houten te hebben gewoond keerde Reijnen dit seizoen terug op de Apeldoornse velden.

“Ik heb in het westen van het land gefloten. Zelfs op tweede klasse-niveau. Ik vind dat er daar beter gevoetbald wordt dan hier. Hier is het meer hotseknots voetbal. Als je richting Amsterdam komt, is het publiek bovendien een stuk verbaler. Maar daar trek ik me niet zoveel van aan. Wanneer je op toeschouwers gaat letten, leidt dat alleen maar af. En wie er niet tegen kan als er wat geroepen wordt, die moet geen scheidsrechter worden. Ik hoor het bijna niet”, lacht Reijnen dat hij over een dikke huid beschikt. “Ik ben altijd mezelf.”

Vader Leo, eveneens een bekende verschijning in de Apeldoornse voetbalwereld, arbitreerde liefst 32 jaar in het amateurvoetbal. Zoonlief hanteert ondanks zijn nog altijd relatief jonge leeftijd ook alweer geruime tijd de fluit. “Op m’n zestiende ben ik serieus voor de bond begonnen. Het is voor mij een hobby. Ik fluit standaard op zondag. Ik zal je eerlijk zeggen, trainen doe ik nooit. In het begin van elk seizoen heb ik weleens spierpijn, maar dat is na één wedstrijdje weer voorbij. Daarna heb ik nergens last meer van.”

Reijnen verklapt dat hij momenteel bezig is het aantal overtollige kilo’s wat omlaag te brengen. “Ik woog 114 kilo, ik weeg nu 101 en ik wil uiteindelijk naar de 90 toe.” Hij let goed op zijn voeding en drinkt geen alcohol. “Ik houd het bij een crackertje met leverpastei en drink Spa Blauw. Uitgaan doe ik niet voor een wedstrijd. Voetballers verwachten wel een scheidsrechter die nuchter is.”

De Stentor maandag 21 maart 2022

Apeldoornse landskampioen wil vanaf volgend seizoen deelnemen aan Belgische competitie; Draisma Dynamo gaat over de eigen grenzen heen

Terwijl met de start van de play-offs de strijd om de landstitel in het volleybal bij de mannen in volle hevigheid losbarstte, lijkt er een reële kans te bestaan dat regerend landskampioen Draisma Dynamo vanaf komend seizoen haar grenzen gaat verleggen. “Ik denk dat de kans daarop nog nooit zó groot is geweest”, liep Dynamo-bestuurslid Wim Jonker alvast voorzichtig vooruit op een eventuele deelname van de teams uit de Nederlandse Top-3 (Dynamo, Lycurgus, Orion) aan de Belgische competitie.

Door de play-offs te beginnen met een ruime 3-0 overwinning heeft Draisma Dynamo Amysoft Lycurgus al meteen op vier punten achterstand gezet. Om al na één gespeeld duel te spreken over een finaleticket is wellicht wat voorbarig. Feit is dat de regerend landskampioen de kansen op titelprolongatie volledig in eigen hand houdt. In aansluiting op het duel in Omnisport werd evenwel al verder vooruitgekeken dan naar de ontknoping van het eredivisieseizoen 2021-2022.

Op de eigen mediakanalen van zijn club wees Redbad Strikwerda voorafgaand aan de play-off ouverture nog maar eens op het belang van een volwassen competitie, volwassen spelers en dito randvoorwaarden. Nadat het proefballonnetje dat hij opstak om met Draisma Dynamo in te stromen in de Duitse Bundesliga geen haalbare kaart bleek, pleit de immer naar verbeterpunten zoekende hoofdtrainer nu voor het opstarten van een BeNeLiga. Nou loste de trainer van Draisma Dynamo in het verleden al vaker schoten voor de boeg. In het huidige geval heeft het er alle schijn van dat er niet meteen sprake is van losse flodders.

Afgelopen woensdag spraken vertegenwoordigers van de vaderlandse Top-3-clubs immers op Papendal met de Nevobo over de plannen. Wim Jonker was namens de landskampioen bij die meeting aanwezig. “Het is de bedoeling dat het gaat gebeuren, ja. We hebben gezeten met de grote drie clubs, als ik het zo mag noemen. We zijn het erover eens dat we de aansluiting moeten zoeken. Als het aan ons ligt, doen we vanaf volgend seizoen mee aan de Belgische competitie. Wat mij vooral verrast, is dat de bond er ook positief instaat”, toont het bestuurslid technische zaken van de Stichting Topvolleybal Dynamo zich optimistisch over de kans van slagen van het project.

Binnenkort wordt er verder gesproken, zo vervolgt Jonker. Daarbij zullen ook de Belgische belanghebbenden aanschuiven. “Eind maart staat een vervolgoverleg gepland met onder anderen de Belgische bond en profliga. Dan kijken we verder óf het kan en hóe dat gerealiseerd kan worden. Er zitten namelijk nogal wat haken en ogen aan in organisatorisch en juridisch opzicht. Als alles goedkomt, is het de bedoeling dat wij samen met Lycurgus en Orion volgend seizoen instromen in de Belgische competitie. Een ander model zou zijn dat er een soort cup komt waaraan de beste Belgische en Nederlandse clubs meedoen. Onze voorkeur gaat er naar uit om direct in te stromen. In zo’n geval zijn we verzekerd om in één seizoen twee keer tegen de beste negen Belgische ploegen te spelen.”

Het bestuurslid van de Stichting Topvolleybal Dynamo is zich bewust dat een op handen staande verhuizing over de zuidgrens in organisatorisch en financieel opzicht gevolgen zal hebben. “Qua spelers kunnen we het dan ook niet alleen meer met jonkies doen. Wij moeten in zo’n geval aan alle kanten upgraden. Dat kost geld. Eigenlijk moet heel Apeldoorn ons daarbij steunen. Het bedrijfsleven. De gemeente. Zelfs de provincie. Als dit van de grond komt, moeten we die slag nu zien te slaan. Dit is echt een unieke kans.”

Ook Arjan Taaij liet zich positief uit over een eventuele BeNeLiga. “In België zijn in elk geval de scheidsrechters beter”, deelde de coach van het verliezende Lycurgus eerst nog even een sneer uit aan hoe de arbitrage zijn ploeg in de tweede en derde set op cruciale momenten benadeelde.

De Groningse trainer deelt de opvattingen van zijn Apeldoornse collega Strikwerda. “Met Lycurgus hebben wij de afgelopen jaren 21 finales gespeeld. Dat is niet nieuw meer voor ons. We moeten terug naar een situatie waarin het weer spannend wordt. Juist dit soort potjes tegen Dynamo zijn heel mooi. Alleen spelen we er daar veel te weinig van in Nederland. Wij hebben al tien jaar exact dezelfde mening als Redbad. Als dit niét doorgaat, is de kans groot dat er over drie jaar geen topvolleybal meer is. In elk geval niét in Groningen.”

De Stentor maandag 21 maart 2022

AGOVV Futsal pakt in Leek de draad weer op: 5-1 winst

De zaalvoetballers van AGOVV hebben ook hun derde duel in de verliezerspoule van de eredivisie met een overtuigende overwinning afgesloten. Een week na de coronagerelateerde afgelasting van de uitbeurt bij Tigers Roermond schoten de Apeldoorners in het Sportcentrum in Leek met scherp tegen Leekster Eagles/Amysoft: 5-1 winst.

AGOVV Futsal had nog een rekeningetje te vereffenen met de Groningers. In het eerste deel van het seizoen verloor het in het eigen Mheenpark met het kleinst denkbare verschil van Leekster Eagles/Amysoft: 0-1. Die misstap zetten ze vrijdagavond recht. Dylan de Bruin opende al vlot de score. Deze stand bleef tot aan de pauze op het scorebord staan. In de tweede helft bouwden de gasten hun voorsprong gestaag verder uit. De treffers voor AGOVV kwamen op naam van aanvoerder Rachid Boughalab en drie keer Yasin Erdal. Bouma mocht kort voor tijd de eer redden voor de thuisploeg.

De Apeldoornse zaalvoetballers werken op vrijdag 25 maart hun eerste thuiswedstrijd van 2022 af. Welgeteld negentien weken nadat de Blauwen White Stones met 7-2 afdroogden komt ZVV Den Haag op bezoek in sporthal Mheenpark. De tot dusverre laatste keer dat er toeschouwers aanwezig mochten zijn in Zevenhuizen dateert alweer van 12 november. Dat was uitgerekend tegen Leekster Eagles/Amysoft, de opponent van vrijdagavond.

Voor de afgelaste wedstrijd tegen de Tigers in Roermond heeft de KNVB woensdag 30 maart als nieuwe speeldatum aangewezen.

destentor.nl zaterdag 19 maart 2022 / Foto: Rene Hulshoff

BeNeLiga volgens Strikwerda enige manier om niveau van Nederlandse topteams op te krikken

Natuurlijk hoopt Redbad Strikwerda de in 2021 veroverde landstitel met succes te verdedigen. Draisma Dynamo’s coach kijkt echter al verder vooruit. Over de play-offs heen. Naar wat hij ziet als een onzekere sportieve toekomst. “We zijn omgeven door vraagtekens. Ik weet niet waar we momenteel staan met ons niveau. Ik weet ook niet waar we staan met het ritme, de keuzes richting de toekomst en onze positie als onderdeel van de Top-3 in Nederland.”

De suggestie dat het seizoen voor Draisma Dynamo met de start van de play-offs écht begint, wuift hij op z’n Strikwerda’s weg. “Voor een aantal jongere spelers had het seizoen al lang begonnen moeten zijn. Oudere spelers weten het allemaal wel. Alleen hebben we niet zoveel oudere spelers. De jongere spelers moeten meer brengen, meer in staat zijn om er al te staan. Ik heb voor het begin van het seizoen gezegd dat we tijd nodig hebben om ons als team te ontwikkelen. Maar er is geen tijd. Onze tegenstanders wachten daar niet op.”

De gevolgen van een aanhoudende gezondheidscrisis vergemakkelijken het optuigen van een nieuw kampioenswaardig team evenmin. “Vanaf de laatste week van december hebben we alleen maar gedoe gehad. We gingen vorige week een hapje eten in de stad. Dat was voor het eerst dat we met z’n allen waren. Daarnaast is er ook sprake van blessures. Tegen Lycurgus misten we onze eerste diagonaal. Onze tweede diagonaal is al het hele seizoen geblesseerd. Zo lopen we voortdurend te klooien. We hebben dit seizoen al zeven verschillende spelers op de diagonaal gehad. Daar word je als team natuurlijk niet beter van”, verzucht hij.

Daar wel aan toevoegend: “Maar desondanks wisten we laatst wel in Groningen van Lycurgus te winnen. Het is nou ook weer niet zo dat we er helemaal niks meer van kunnen. Het blijft hoe dan ook een continu gevecht om de jongens gezond te krijgen. Je hoopt dat je gespaard blijft van verder coronagedoe.”

De Draisma Dynamo-trainer droomt van een volwassen competitie met volwassen spelers en dito randvoorwaarden. “Voor jonge spelers is het verstandiger om op hun zeventiende al naar Dynamo te gaan en niet naar het Talentteam. Ze moeten leren er te staan wanneer dat nodig is. Net zoals ze moeten leren om te spelen om prijzen. Jeroen Rauwerdink noemde dat urgentie. Nou vind ik dat er momenteel veel urgentere zaken in de wereld spelen, maar desondanks moet een jonge speler zo snel mogelijk voor zichzelf de noodzaak zien om zich in de basis te spelen. Internationaal gaan we daar kapot aan. Jeugd-Oranje wordt niet voor niets kapot gespeeld door Duitsland. Hoe eerder je volwassen gedrag vertoont hoe beter.”

Het is niet nieuw dat Strikwerda letterlijk over grenzen heen wil om het niveau van het Nederlandse clubvolleybal in het algemeen en dat van Draisma Dynamo in het bijzonder op te krikken. Zo bleek het oplaten van een proefballonnetje om in te stromen in de Duitse competitie praktisch moeilijk uitvoerbaar. “Om in de Bundesliga te kunnen uitkomen moet je een verbinding aangaan met een Duitse club. Dan moet je ook daar je wedstrijden gaan spelen. Dat gaan we niet doen. Het verhaal Bundesliga is daarom een gesloten boek. Een BeNeLiga is de enige manier om iets aan het niveau te doen. Een eerste aanzet is dat we het vanuit de trainers in Nederland wel zouden willen. En ook de topclubs in België zien langzaam in dat de mindere ploegen in hun eigen competitie het niveau niet verbeteren.”

De eredivisie bij de mannen kan in Strikwerda’s optiek op geen enkel vlak tippen aan buitenlandse topcompetities. “Topsport in Nederland is niet alleen een programma draaien, het is ook hoe je onderscheidend kunt zijn. Niet alleen als club, maar voor het totale Nederlandse volleybal. Een jonge Nederlandse speler die naar Achel gaat, krijgt daar drie keer meer dan hier. Zo lopen we in Nederland tegen heel veel dingen aan die lastig zijn. Als er een BeNeLiga uit de hoge hoed getoverd wordt, dan moet je wel presteren. We zitten continu in een spagaat. Je gaat natuurlijk niet drie uur in de auto zitten naar Aalst om daar kansloos afgedroogd te worden.”

“Voor ons heeft aan zo’n BeNeLiga meedoen alleen zin als wij er een team voor hebben. Daar horen keuzes bij. En ook budgetten. Een club als Aalst heeft een budget van een miljoen euro. Qua niveau praat je dan over de nummer drie van België. Zij spelen geen Champions League. Maaseik en Roeselare zitten daarboven, maar die komen ook niet verder dan de eerste ronde van de Champions League. Als wij het volleybal in Nederland beter willen maken, heb je dus al een budget nodig van een miljoen. Om mee te kunnen doen aan de Champions League zelfs het dubbele. Je bereikt iets niet met door te roepen dat het omhoog moet. Als je ergens meer van wilt maken, moet je er ook meer voor doen. Zolang je niet ergens iets doorbreekt, blijft het een vraagteken.”

Het Nederlandse clubvolleybal schreeuwt om meer professionaliteit, oordeelt de deskundige. “We moeten er naartoe dat spelers in Nederland niet meer als veredelde studenten topsport hoeven bedrijven, maar dat volleyballer zijn een baan wordt. Er zijn andere sporten die het beter voor elkaar hebben. Bij mij leeft de wens om daarbij aan te sluiten. Gebeurt dat niet, dan groei je uit tot een soort Talentteam Plus. Om er meer van maken moeten we een omgeving willen bieden waarin spelers niet alleen kansen krijgen om zichzelf te verbeteren, maar ook om te presteren. Ik wil met Draisma Dynamo achter Maaseik en Roeselare derde worden in de BeNeLiga!”

Sterk voor de dag komen in de play-offs en prolongatie van de landstitel is voor Strikwerda een doel, maar geen einddoel. Hij wil letterlijk en figuurlijk grenzen verleggen. “De korte termijn is een onderdeel van een langere termijn. Je moet kijken naar waar je internationaal staat. Tegen ploegen van dat kaliber moeten we telkens willen spelen. Met alleen maar jonge spelers word je niet beter. Dan heb je geen referentiekader.”

draismadynamo.nl zaterdag 19 maart 2022

Ontbrekende stuk van WSV-puzzel pas over een half jaar bruikbaar

Terwijl het volop meedoet om de prijzen in het huidige voetbaljaar lijkt WSV al klaar voor volgend seizoen. Met vijftien punten uit de laatste vijf competitieduels kruipen de Apeldoorners steeds dichter naar de koppositie in de tweede klasse I toe. “Als ik mag kiezen speel ik volgend seizoen liever een derby tegen Columbia dan tegen Robur”, geeft aanvoerder Mitchel Telnekes desgevraagd blijk van het groeiende optimisme en zelfvertrouwen aan de Voorwaarts.

WSV’s Topvoetbal commissie zat de afgelopen maanden niet bepaald stil. Het begon al met de vroege verlenging van de verbintenis van Jordy Vakkert. Terwijl het seizoen goed en wel bezig was, kwamen TVC en Vakkert al overeen dat de hoofdtrainer in elk geval tot en met het seizoen 2022-2023 bij de club blijft. Met een optie voor het daaropvolgende seizoen. Doortastend beleid met een duidelijke gedachte. Een stukje lange termijnplanning waarbij WSV met Vakkert als spil de tweede klasse liefst op zo kort mogelijke termijn vaarwel wil zeggen.

In aansluiting op het vernieuwen van de huwelijkse voorwaarden met de coach ging de TVC om tafel met de selectiespelers met wie ze in de nabije toekomst oude succestijden wil laten herleven. De gesprekken resulteerden erin dat met Mitchel Telnekes, Damian Schipper, Jorrel Herboldt, Mattijs Gijse, Dani Schaufeli, Dylan Katerberg, Mark Tuijtel, Jeffrey Schieven, Joren Waardenburg, Marek van Opzeeland, David Spoelstra, Kevin van Kooij, Finn Seijsener, Largo Karrenbelt, Siemen Reusken en Jesse Grabijn al zestien spelers toezegden de club trouw te blijven. Trainer Vakkert hoeft zich dus weinig zorgen te maken dat hij na de zomer geen representatief elftal op de been kan brengen.

De grootste slag lijkt te zijn geslagen met de aanstaande terugkeer van Columbia-spits Dylan de Bruin op het oude nest. Voor de technische staf misschien wel hét ontbrekende puzzelstukje. De afmaker die zo node gemist wordt. Hoe De Bruin twee weken geleden al voortijdig afhaakte bij eersteklasser Columbia verdiende geen schoonheidsprijs, WSV weet wie het in huis haalt en wat het van de grillige aanvaller kan verwachten. Het wordt een uitdagende taak voor het trio Jordy Vakkert, Piet Panman en Richard Floris, opvolger van Bas van Dam als teamleider én toekomstig assistent-trainer, om dat proces vanaf augustus in goede banen te leiden.

Met een mix van talent uit de eigen opleiding, ervaren krachten én de goalgetter die het verschil kan maken ziet het technische plaatje voor na de zomervakantie er zodoende veelbelovend uit. WSV lijkt al klaar voor volgend seizoen, terwijl het huidige voetbaljaar nota bene nog in volle gang is. Sterker nog,  het seizoen in de tweede klasse I is nog niet eens halverwege. Maar na een wat aarzelende competitiestart met slechts negen punten uit de eerste zeven duels kruipen de mannen van de Voorwaarts steeds verder voorwaarts

Welwiswaar ontkwam ook WSV er niet aan, maar zelfs hinderlijke coronaonderbrekingen krijgen geen vat op de recente prestaties. Een week nadat de thuisbeurt tegen Concordia Wehl (nieuwe speeldatum donderdag 17 maart; red.) wegens enkele besmettingsgevallen binnen WSV’s spelersgroep uit het programma moest worden geschrapt, boekte een gretig WSV tegen Varsseveld alweer de vijfde zege in successie. Wanneer het elitekorps van Vakkert op de huidige voet verder gaat, lijkt het zeker niet ondenkbeeldig dat WSV zich komend seizoen eerder mag opmaken voor een ongetwijfeld verhitte derby tegen Columbia dan voor een sportieve burenruzie met Robur et Velocitas, de gedoodverfde kampioen in de derde klasse.

Als voormalig Columbiaan is het niet vreemd dat Mitchel Telnekes de voorkeur geeft aan een onderlinge tweestrijd met zijn voormalige club op eerste klasse-niveau. WSV’s aanvoerder beseft nochtans goed dat het seizoen nog lang duurt. “Het gaat de goede kant op. Laten we eerst maar eens proberen te gaan voor een periodetitel. Dan kijken we daarna wel verder. Het is altijd mooi om tegen Columbia te voetballen, vooral omdat ik er zelf gespeeld heb. Maar het is nog veel te vroeg om over derby’s tegen Columbia of Robur et Velocitas te praten. We krijgen Dylan de Bruin erbij. Dit seizoen blijven we moeite houden met het scoren van doelpunten. Vandaag maken we er dan wel vier, maar we hadden er ook wel zeven in kunnen schieten”, aldus de centrale verdediger.

De Stentor maandag 13 maart 2022