Maandelijkse archieven: september 2023

Kirsten Knip geeft met terugkeer in eredivisie een nieuwe richting aan haar leven; Geknipt voor mentor rol van jeugdige Dynamo-talenten

Maandagavond vloog Kirsten Knip terug uit China, waar de libero er met het Nederlandse team niet in slaagde een Olympisch ticket te veroveren. Anderhalve dag later maakte de 31-jarige volleybalster in Apeldoorn voor het eerst kennis met haar nieuwe ploeggenoten van Dynamo. Met haar comeback in de eredivisie kiest Knip voor een weloverwogen carrièreswitch.

De dagen sinds de terugkeer uit Azië stonden vooral in het teken van het overwinnen van de jetlag. Volgende week traint de Oranje-international voor het eerst mee met haar nieuwe ploeg, die op 7 oktober aan de competitie begint. Knip gaat het volleyballen bij de Apeldoornse eredivisionist combineren met het hybride trainingsprogramma van de Nevobo op Papendal. Met behulp van haar club hoopt zij tegelijkertijd de eerste schreden op het maatschappelijke pad te kunnen zetten.

Aan het mislopen van directe plaatsing met Oranje voor de Olympische Spelen in Parijs hield de kersverse Dynamo-aanwinst een dubbel gevoel over. “Van tevoren verwacht je dat het tussen Servië en China gaat. Niemand had waarschijnlijk gedacht dat vijf landen om die twee plaatsen zouden strijden. Wij wonnen van China. Daarna gingen we er met 3-0 af tegen Servië. Als het dan op zo’n laatste speeldag aankomt, gaat het om de vorm van de dag. We moesten met 3-0 of 3-1 winnen van de Dominicaanse Republiek. Dat lukte niet. Maar we hebben nog steeds een kans. Ik zeg niet dat ik na Parijs stop bij Oranje. Het zou wel top zijn als ik die Olympische Spelen kan meepikken. Nee, 2028 wordt het voor mij niet meer. Dat is echt te ver weg”, kijkt de routinier niet te ver vooruit.

Nadat haar Duitse werkgever Rote Raben Vilsbiburg de voorkeur gaf aan een jongere libero, vervolgt de inwoonster van Apeldoorn haar sportieve carrière in haar eigen woonplaats. “Als je me aan het begin van de zomer had gevraagd waar ik in het nieuwe seizoen zou gaan spelen, dan zeg ik je heel eerlijk dat ik niet direct aan de eredivisie had gedacht. Om als libero een club te vinden is in het buitenland heel lastig. Dan ga je langzaam nadenken over wat je gaat doen als er geen club komt. Ik geloof dat ik begin juni een berichtje kreeg van Arjen Schimmel. Kort voor het EK hebben we op Papendal een prima gesprek gehad”, vertelt Knip hoe de overtuigingskracht van de trainer haar deed besluiten voor Dynamo te kiezen.

“Toen ik er langer over nadacht kwam ik tot de conclusie dat het misschien niet eens zo’n gek idee was om Papendal te gaan combineren met Dynamo. Ik moest mezelf alleen even de tijd geven om te wennen aan het idee om terug te gaan naar de eredivisie. Ruim anderhalve week geleden heb ik voor mezelf de knoop doorgehakt. Ik kijk nu verder dan alleen naar het volleybal. Het afgelopen seizoen heb ik het vooral moeilijk gehad met het ver weg zitten. Naarmate je ouder wordt, verlang je steeds meer naar je geliefden om je heen”, geeft de volleybalnomade aan hoe het haar na avonturen in Frankrijk, Roemenië en Duitsland steeds zwaarder viel om relaties op afstand te onderhouden.

De student Sport, Bewegen en Gezondheid wil nu ontdekken dat er een leven bestaat buiten haar sport. “Op mijn vijftiende ben ik uit huis gegaan. Ik ben meer dan de helft van mijn leven aan het volleyballen. Ik heb nog nooit een normale baan gehad. Ja, een krantenwijk. Toen was ik veertien. Omdat m’n zussen het deden, ben ik ooit begonnen aan een opleiding op het CIOS. Om sportleraar te worden. Nu zeg ik daarover, nee dankjewel. Ik moet me gaan oriënteren. Het volleybal blijft bovenaan staan, maar ik ben wel heel erg toe aan die nieuwe uitdaging.”

Waartoe het jeugdige Dynamo komend seizoen in de eredivisie in staat is, durft Knip niet te zeggen. Wel denkt zij dat zij gezien haar ervaring geknipt is voor de rol van mentor van haar talentvolle teamgenoten. “Wij hebben een jong team. De speelsters zijn nog kneedbaar. Daar kan ik wel een rol in spelen, denk ik. Ik zal proberen om die jonge meiden te helpen, te sturen, op sleeptouw te nemen en waar nodig aan te pakken. Dat zit wel in me.”

De Stentor vrijdag 29 september 2023

Draaideurcriminelen

Maandagavond ben ik voorafgaand aan mijn bezoek aan de Keuken Kampioen Divisie-kraker jong Ajax – FC Eindhoven zelf even polshoogte wezen nemen bij de smeulende resten van de Johan Cruijff Arena. Ik heb er met eigen ogen kunnen aanschouwen dat die draaideur die door een handjevol vernielzuchtige knaapjes uit z’n voegen is gerukt, gevoegelijk kan worden afgeschreven. Er stonden nu hekken voor. Om te voorkomen dat elke onverlaat maar zo het stadion binnenwandelt.

Stel je voor wat er gebeurd was wanneer die doorgesnoven jongelui in plaats van hun bestorming van de hoofdingang van het stadion met z’n allen de wegen rondom de arena hadden geblokkeerd. Dat ze brutaal op het asfalt waren gaan zitten. Het is moeilijk voor te stellen dat de politie zoiets toestaat, maar het had maar zo gekund. Wat voor de een strafbaar is, daar komen anderen in Nederland straffeloos mee weg.

In zo’n hypothetisch geval had mevrouw Halsema wel haar favoriete waterkanon weer kunnen laten inzetten. Maar ja, voordat zo’n ding helemaal vanuit Den Haag naar Duivendrecht getransporteerd is, is het fileleed natuurlijk niet te overzien. Dan staat al het verkeer rond de hoofdstad al muurvast voordat het kanon ter plekke is. Met alle schadelijke uitstoot vandien.

Het meest trieste bij dit soort klassieke ongeregeldheden blijft toch wel hoe ministers, burgemeesters en politiechefs telkens weer hun eigen onvermogen en falen afschuiven op anderen. Al bijna een halve eeuw schreeuwen degenen die maar blijven toestaan dat jochies met capuchonnetjes en bivakmutsjes zich in en om voetbalstadions misdragen om een keiharde aanpak van die jochies met capuchonnetjes en bivakmutsjes. En al sinds het einde van de jaren ’70 wint spierballentaal het steeds opnieuw van daadkracht.

Afgaande op alle vernietigende commentaren die ik na dit soort excessen telkens lees en hoor ga ik bijna geloven dat het allemaal toe te schrijven valt aan de clubs in het betaalde voetbal en de onvolprezen KNVB dat Nederland is uitgegroeid tot zo’n gaaf land. Maar wie is er in Nederland nou eigenlijk belast met de handhaving van de openbare orde en het vrijhouden van snelwegen? Sinds wanneer komt zoiets voor rekening van voetbalclubs die daar helemaal geen geschikt personeel voor in dienst hebben? Het allermakkelijkste zou natuurlijk zijn om ook dát maar in de schoenen te schuiven van die met pek en veren weggejaagde Duitser.

Het valt niet meer te tolereren, daar ben ik het helemaal mee eens. Er moet absoluut een einde komen aan die levensgevaarlijke bombardementen met drinkbekertjes. Je zult maar zo’n ding op je hoofd krijgen. Het toch al zo overbelaste en onderbetaalde ziekenhuispersoneel kan de wekelijkse stroom gewonden nauwelijks nog aan. De gevolgen zijn direct zichtbaar. De zorgverzekeraars zien meteen weer een reden om hun premies flink te verhogen.

Alleen het feit dat er in Nederlandse voetbalstadions überhaupt nog plastic bekertjes circuleren stemt al tot nadenken. Wordt het niet hoog tijd voor milieuvriendelijke papieren of kartonnen exemplaren? En dan meteen een verpakkingstoeslag van 5 of 10 euro er bovenop. Dan wordt zelfs het biertje om mee te gooien onbetaalbaar voor de doorgedraaide voetbalfan. Probleem opgelost…

Volgens allerlei toetsenbordhelden en andere papagaaien, van wie de meesten gezien hun reacties zelf nog nooit met buitensporig geweld van een tribune afgeknuppeld zijn, moeten clubs opdraaien voor de kosten van de politie-inzet. Alsof clubs in het betaalde voetbal zich niet al scheel betalen aan beveiliging en andersoortige apparatuur dat de agressie dient te beteugelen. Met scans voor gezichtsherkenning als het nieuwste, peperdure wondermiddel. Het wordt echt steeds gekker.

Misschien is het een wat simpele en naïeve gedachtegang mijnerzijds, maar is het niet veel minder omslachtig en goedkoper om lieden die zich structureel misdragen ‘gewoon’ op- en aan te pakken? 

De betaald voetbal organisaties zijn met handen en voeten gebonden aan de grillen van beleidsmakers en ambtenaren die steeds weer wat nieuws verzinnen dat kant noch wal raakt. Het uitdelen van stadionverboden is feitelijk het enige middel dat de bvo’s hebben om ongewenste gasten buiten de deur te houden. Veel meer kunnen en mogen ze helemaal niet doen. Meer stewards en beveiligers inzetten zet ook al geen zoden aan de dijk. Al is het alleen maar om dat als puntje bij paaltje komt al die stewards en beveiligers nauwelijks bevoegdheden hebben om handelend op te treden.

Terwijl het bestrijden van de symptomen toch helemaal niet zo moeilijk hoeft te zijn. Hoezo netten neerhangen? Als men wil voorkomen dat er bekertjes vanaf tribunes op het veld worden gegooid, lijkt mij een verbod op het meenemen van drinken op de tribunes de meest voor de hand liggende oplossing. Onverlaten die hardleers zijn en het toch doen, belonen ze dan maar met een stadionverbod en/of een boete. Moet je eens opletten hoe snel het afgelopen is met het gooi- en smijtwerk. Voor het gooien met vuurwerk en het dragen gezichtsbedekkende kleding geldt hetzelfde. Simpelweg verbieden! Zolang er echter niemand optreedt, blijft het voor eeuwig en altijd dweilen met de kraan open.

Jaren geleden ben ik in België ooit eens bijna een stadion uitgezet vanwege de misdaad dat ik een broodje worst op de tribune wilde opeten. Wist ik veel dat dat niet mocht. Als je het goed bekijkt was een jarenlange gevangenisstraf toch wel op z’n plaats geweest voor zo’n ernstig vergrijp. Of zweepslagen! Misschien doen de Nederlandse regering en het gemeentebestuur van Amsterdam er verstandig aan om iedereen die per ongeluk een bekertje uit z’n handen laat vallen in een voetbalstadion voortaan maar uit te leveren aan Spanje. Dan kunnen al die misdadigers standrechtelijk wordt geëxecuteerd op de Plaza Mayor in Madrid. Samen met de inmiddels afgetreden voorzitter van de Spaanse voetbalbond.

Het moet maar eens afgelopen zijn met al dat gelazer. Er moet onderhand een daad worden gesteld. Keihard optreden. Dan kunnen de rechters hier zich serieus bezighouden met elk kort geding van ordeverstoorders die moord en brand schreeuwen als ze natgespoten worden tijdens hun werk. De stakkers. Foei toch.

Ik word er zelf ook doodziek van. Maar dan vooral van wat ik me als liefhebber inmiddels al decennialang moet laten welgevallen om in dit land een wedstrijd in het betaalde voetbal te mogen bijwonen. Van al die maatregelen en betutteling krijgen ze zelfs in Noord-Korea spontaan de hik. En hebben die combiregelingen en clubcards iets opgeleverd? Nee hoor. Helemaal niets. Maar ondertussen wordt wel m’n hele doopceel gelicht als ik ergens een kaartje wil kopen. Dan mogen clubs via iDIN mijn identiteit natrekken. Alsof ik een misdadiger ben. Bij het bezoeken van een uitwedstrijd van het Nederlands elftal wil de KNVB nota bene steevast weten waar ik overnacht. Alsof ik verantwoording schuldig ben aan dat zooitje ongeregeld in Zeist! Daar hebben bij de KNVB helemaal niks mee te maken!

Nee, dan gelden er ineens geen privacyregels. Iedereen die de euvele moed heeft zich in een voetbalstadion te wagen, geldt al bij voorbaat als verdacht persoon. Instanties moeten het eens in hun hoofd halen om de antecedenten na te trekken van – laat ik ze voor de goede orde en de lieve vrede maar betitelen als – ‘anderen’, dan staat heel politiek correct Nederland meteen op z’n achterste poten.

Wanneer Oranje erin slaagt zich te kwalificeren voor het Europees Kampioenschap komende zomer, dan gaan de elitetroepen van de voetbalpolitie weer minstens twee weken naar Duitsland. De Duitse collega’s met raad en daad bijstaan , heet dat dan. Op kosten van de belastingbetaler. Terwijl ze ook heel goed elders ingezet kunnen worden.

Die ministers, burgemeesters en politiechefs kunnen daarom wel blijven roeptoeteren over strenge maatregelen. Zolang zij zelf niet zorgen dat er ergens gehandhaafd wordt wanneer er gehandhaafd moet worden, valt er op een gegeven moment weinig meer te handhaven. Helaas zijn we dat punt in Nederland al lang en breed gepasseerd.

Al kan je dat in een land waar de harde kern van een klimaatclubje dagelijks vrij baan krijgt om ongestraft de wet te overtreden ook moeilijk anders verwachten. Of zie ik dat soms verkeerd?

Veerkrachtig SV Orderbos geeft Robur et Velocitas huiswerk mee

Een week eerder moest de scheidsrechter zich bij de bekerwedstrijd tegen Albatross geblesseerd laten vervangen omdat hij in een kuil op de hobbelige grasmat trapte. Tijdens de competitiestart in de derde klasse B liep ook Robur et Velocitas averij op bij SV Orderbos. Na een 0-2 achterstand bij rust zette de promovendus de derby volledig op z’n kop en stapte verrassend met een 3-2 zege van het veld af.

De burenruzie in het Orderbos vertoonde opvallende gelijkenissen met het eind vorige week gespeelde Conference League-duel tussen Zrinjski Mostar en AZ. Evenals de Alkmaarders donderdagavond in Bosnië-Herzegovina leken de bezoekers uit Kerschoten hun openingsduel al halverwege in hun voordeel beslist te hebben. Het gepromoveerde Orderbos mocht niet mopperen dat het met een achterstand van slechts 0-2 aan de thee ging.

In de tweede helft kwam de veerkrachtige thuisploeg uit geslagen positie terug. Nadat Lars Hoekman en topscorer Kelvin Zonnenberg het elftal van trainer Bernard van Werven op gelijke hoogte hadden gebracht, zorgde Nick Werkhoven een kwartier voor tijd voor de beslissing. Vanaf de strafschopstip liet de Orderbos-aanvoerder Robur-doelman Brian Rosler kansloos. Wat de gasten daarna ook probeerden, het blauwzwarte verdedigingsbolwerk rondom de sterk keepende Kevin Clifford liet zich niet nogmaals verschalken.

“Nee, ik heb niet naar AZ gekeken. Wij moesten donderdagavond gewoon trainen. Maar de start is op deze manier wel veelbelovend voor ons. Robur wordt toch gezien als een kampioenskandidaat. Deze drie punten hadden we van tevoren niet ingecalculeerd, maar we hebben ze wel mooi binnen”, lachte matchwinner Werkhoven in aansluiting op de succesvolle première van SV Orderbos.

Een goed begin mag dan weleens het halve werk worden genoemd, de realistische Orderbos-captain blaast niet te hoog van de toren. “Als je via de nacompetitie promoveert en als derde bent geëindigd in de vierde klasse, dan moet handhaving de doelstelling zijn. Het tempo ligt in de derde klasse een tikkeltje hoger. Het is voor ons nog even zoeken. Wij verbeelden ons helemaal niets. Volgende week moeten we uit naar Colmschate. Dat is onze volgende wedstrijd”, bekijkt Werkhoven het van week tot week.

De oudere broer van Excelsior ‘31-aanvaller Givan Werkhoven beseft dat de smalle Orderbos-selectie niet te veel blessures of schorsingen kan verdragen. “Het uitvallen van Dennis Dielemans, onze vaste rechtsback, was wel een aderlating. We moeten het opvangen met de jongens die we hebben.”

Voor Robur et Velocitas, dat bekendmaakte in het seizoen 2024-2025 de overstap naar het zaterdagvoetbal te maken, behoren zorgen over klassebehoud normaal gesproken geen thema te zijn. Als afsluiter van een nieuwe start wil de 141 jaar oude club onder leiding van Djordi van der Hoop proberen te bewerkstelligen wat de afgelopen twee seizoenen telkens in het zicht van de finish spaak liep: promoveren. De valse start doet aan die ambities geen afbreuk.

Al tempert de nieuwe trainer de verwachtingen wel enigszins. Gezien de jeugdige leeftijd van het merendeel van zijn spelers calculeert Van der Hoop een zekere wisselvalligheid in. “We moeten niet te hard van stapel lopen. We moeten ons eerst maar eens proberen te focussen om goed te blijven voetballen en punten gaan pakken. Met alle respect voor Orderbos, maar we hebben het volledig aan onszelf te wijten dat we verloren hebben. In de rust hadden we met minstens 4-0 voor moeten staan. We geven de goals veel te makkelijk weg. We moeten hiervan leren.”

De Stentor maandag 25 september 2023

Martijn de Harder laat zich niet ontmoedigen door bekerzeperds

De aanloop naar het nieuwe seizoen verloopt weinig bemoedigend voor het grondig gerestylede Apeldoornse Boys. Drie dikke nederlagen in de voorronde van de districtsbeker met slechts twee goals voor en liefst negenentwintig tegen lijken geen al te best referentiekader voorafgaand aan de competitiestart.

De tijd waarin Apeldoornse Boys aan de poort klopte van de hoofdklasse keert met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid nooit meer terug op Malkenschoten. In het laatste decennium van de twintigste eeuw stoven de voetbalhelden van Apeldoorn-Zuid in hun rode leaseauto’s van een lokale Seat-dealer vol gas richting de toenmalige hoogste speelklasse van het amateurvoetbal. In het voetbaljaar 2023-2024 zullen de hemelbestormers van weleer alle zeilen moeten bijzetten om een vrije val naar de vijfde klasse te vermijden.

De nieuwe trainer valt niet te benijden. Doordat zijn voorganger Stephan Quack met bijna de complete selectie van het eerste elftal vertrok naar Alexandria, moesten Martijn de Harder en zijn rechterhand Jurrie Groenberg een nagenoeg compleet nieuwe spelersgroep samenstellen. Aan het afgelopen seizoen wil de voormalige oefenmeester van Groen Wit en Sportclub Eefde geen woorden meer vuilmaken. De Harder richt zich enkel op het heden en de toekomst. “Wat er vorig jaar is gebeurd, daar was ik niet bij. Maar op een gegeven moment moet het ook klaar zijn, dan moet je het loslaten.”

Met de bekerloting stuitte zijn onervaren equipe op opponenten die de trainer liever niet had getroffen. De derdeklassers SV Twello (1-11) en SV Otterlo (0-7) hadden al aangetoond dat het voor Apeldoornse Boys bij nader inzien niet verkeerd is dat de primadonna’s van Quack de promotiekansen in de slotfase van het afgelopen seizoen zelf om zeep hielpen. Vierdeklasser Harskamp deelde zaterdag een volgend tikje uit: 1-11, voor de tweede keer. “Die ploegen waren eenvoudigweg een maatje te groot voor ons”, draaide de bouwmeester van Malkenschoten niet om de hete brij heen.

Elke trainer is doorgaans zo goed als het materiaal waarover hij beschikt. Of het huidige Apeldoornse Boys vierde klasse-waardig is, mag het de komende maanden gaan bewijzen. Op bezoek bij Sportlust Glanerbrug beginnen de boys van De Harder komend weekend aan hun overlevingstocht in 4D. Aan het enthousiasme en de gedrevenheid van de trainer zal het in geen geval liggen. De man met het roodgele clubhart zet zich samen met zijn begeleidingsstaf met zijn hele ziel en zaligheid in om zijn ploeg zo goed mogelijk voor de dag te laten komen. En waar het schip strandt, blijft ook voor de kapitein afwachten.

Nou gelden veel voetbaltrainers van nature al als ras-optimisten, door de bekerzeperds laat een strijdlustige De Harder zich niet ontmoedigen. Als zijn manschappen beter op elkaar ingespeeld raken, acht hij ze alleszins in staat om positief te kunnen verrassen.

“We moeten geduld hebben. Dan komen we er wel. Al mag je in een wedstrijd waarin je met de rust met 4-1 achterstaat, zoals vandaag, er natuurlijk niet met 11-1 afgaan. Dat kan niet. Maar als ik naar de trainingen kijk en ook naar de eerste twintig minuten voor en na rust, dan zie je dat het erin zit. Nu gaat het erom dat alles goed valt. We moeten zorgen om zoveel mogelijk punten te vergaren. Rond de winter weten we waar we staan. De meeste clubs in onze klasse ken ik niet. Ik kan daarom ook niet zeggen of we in een sterke competitie zitten”, rekent de trainer in een hem onbekende afdeling stiekem op tegenstanders van een minder kaliber dan in de zojuist afgelopen bekercampagne.

De Stentor, maandag 18 september 2023

Na zegge en schrijve 1380 dagen eindelijk weer eens vliegen

Achter de Bal aan (90): Bray, Belfast, Dublin

Vrijdag 9 september 2023

Voor het eerst sinds 17 november 2019 ga ik eindelijk weer eens vliegen. Na de corona-paranoia ben ik al wel weer met zekere regelmaat over de grens voetbalwedstrijden wezen kijken, maar de lucht ben ik sinds welgeteld drie jaar, negen maanden, twee weken en vijf dagen niet meer in geweest. Dat zijn zegge en schrijve 1380 dagen geweest waarop ik stevig met beide benen op de moeder aarde ben blijven staan…

Ik schijn me er tegenwoordig voor te moeten schamen wanneer ik het luchtruim kies, maar van dat soort schaamte heb ik nou persoonlijk weinig last. Frans Timmermans en dat ventje van Jetten stappen heel wat vaker aan boord van zo’n milieuvervuilend monster dan ik-zei-de-gek. En dat dan ook nog eens allemaal op kosten van de belastingbetaler! Wanneer al die politieke hooligans hun vergaderingen nou eens zouden houden via Zoom, dan zou dat niet alleen heel wat uitstoot van gebakken lucht besparen, ook de politie-inzet bij samenkomsten van dergelijk geteisem zou drastisch beperkt kunnen worden. Die agenten kunnen dan ingezet worden waar er de noodzaak toe bestaat en er opgetreden dient te worden zoals het hoort. Wanneer onverlaten ergens op een snelweg gaan zitten bijvoorbeeld. Meteen de knuppel erover!

Het was hoe dan ook een kort nachtje. Rond middernacht was ik pas thuis vanuit Eindhoven, waar het Nederlands elftal het armoedige Griekenland eenvoudig met 3-0 oprolde. Vijfeneenhalf uur later staat Erik alweer in Apeldoorn op de stoep voor een enkele reis Schiphol. Het is nog donker wanneer we vertrekken. De zon slaapt nog. Ondanks het vroege tijdstip, is het al wel behoorlijk druk op de A1 en de Ring van Amsterdam. We zijn de ochtendspits echter voor. Fileleed blijft ons bespaard. Tegen half 7 stalt Erik zijn auto op parkeerplaats P3, lang parkeren. De shuttlebus zet ons vervolgens af bij vertrekhal 3.

Ook daar belanden we op deze vrijdagochtend in een oase van rust. Omdat Erik de wedstrijd van zondag in Dublin als fotograaf actief is, moet hij wat spullen als ruimbagage inchecken. Bij de balies van AerLingus is niets te doen. De afgifte van de koffer is in no-time gepiept. Mijn vrees dat het aansluitend bij de security-check en paspoortcontrole vastloopt, blijkt ongegrond. De hele procedure verloopt bijzonder soepel.

De QR-code van mijn boardingpass op de AerLingus-app die ik op mijn telefoon heb geïnstalleerd vertoont geen haperingen. Mijn paspoort doet de scan bij het volautomatische toegangspoortje evenmin op tilt slaan. Er komt tegenwoordig geen mensenhand meer aan te pas. Daar moet ik pas aan geloven bij het fouilleren. Want na de bodyscan ben ik de Sjaak. Uiteraard, zou ik bijna zeggen. Sommige dingen veranderen nooit. De knoopjes aan de kraag van mijn poloshirt zenden blijkbaar verdachte signalen uit.

De dienstdoende douanier die mij onder handen neemt, neemt geen halve maatregelen. Hij betast me of zijn leven er vanaf hangt. Hij steekt zijn vingers zelfs aan de binnenkant van mijn broek. En dan vragen zulke Pipo’s voorafgaand aan dergelijke staaltjes van ongewenste intimiteiten ook altijd nog of je er bezwaar tegen maakt dat hij me fouilleert. In mijn geval is er vreemd genoeg nooit sprake van aantasting van mijn privacy of profileergedrag. Dat betreft andere doelgroepen. Het spreekt uiteraard voor zich dat hij niets aantreft dat de openbare veiligheid op de luchthaven in het gedrang brengt.

De twee uur die ons nog resten tot aan het vertrek van onze vlucht naar Dublin brengen we door bij Gate D27, waar we moeten boarden. De tijd verstrijkt zonder noemenswaardige problemen. Om 10 uur, 25 minuten later dan de aangegeven vertrektijd, zitten we aan boord van de Airbus van AerLingus op weg naar Dublin. Het vliegtuig zit nagenoeg vol. Onder de passagiers bevindt zich slechts een handjevol Oranje-supporters. Het gros van de in totaal 1700 Nederlanders dat het Nederlands elftal zondag gaat steunen vertrekt waarschijnlijk pas morgen of op de wedstrijddag. De schrikbarend hoge hotelprijzen in de Ierse hoofdstad nodigen niet echt uit voor een langer verblijf.

Alle inzittenden blijft bespaard wat de passagiers van een vlucht in Amerika enkele dagen eerder overkwam. De piloot hoeft niet rechtsomkeert te maken omdat een van zijn passagiers zo erg aan de diarree raakt dat alles in de shit loopt. Van de vlucht krijg ik trouwens weinig mee. Zodra het vliegtuig in de lucht hangt, sluit ik de ogen. Zo haal ik een klein beetje in van alle nachtrust die ik tekort gekomen ben. Pas wanneer de piloot anderhalf uur na vertrek landt op Dublin Airport, ben ik weer volledig bij mijn positieven. Veel negatiefs kan ik trouwens ook bij aankomst niet vermelden. Niets staat ons in de weg om te worden toegelaten tot Iers grondgebied. De paspoortcontrole gebeurt ook hier machinaal. Erik hoeft niet lang te wachten op zijn koffer. We staan zodoende snel weer buiten.

Daar moeten we alleen meer dan een half uur wachten op lijn 700 van Aircoach, die volgens de juffrouw aan de ticketbalie elk kwartier aankomende passagiers naar het centrum van de stad vervoert. Maar aangezien het stralend weer is en het zonnetje lekker schijnt, is het bepaald geen straf om in de buitenlucht bij de bus stop te staan. Om kwart voor 1 zitten we bij de Burger King op O’Connell Street in hartje Dublin aan een heerlijk voedzame maaltijd.

Met een volle maag vervolgen we onze reis naar Bray, dat zo’n 25 kilometer van Dublin verwijderd ligt. Daar overnachten we en pakken we de eerste van drie geplande voetbalwedstrijden van dit weekendje (Noord-) Ierland mee: Bray Wanderers – Galway United. Een onvervalste kraker uit de Ierse Kitchen Champion Division.

De treinreis met de DART levert een kostenpost van 2,90 euro op. Erg snel beweegt de trein zich niet voort. Vanaf Tara Street station neemt de reis bijna 40 minuten in beslag. De trein stopt ook op Lansdowne Road, bij het Ierse nationale voetbalstadion. Na aankomst in Bray stappen we over op een ouderwetse dubbeldekker om bij ons hotel te komen. Dat is zo’n drie kilometer van het station en het strand verwijderd.

Hotel Wilton is by far het duurste hotel waar ik ooit heb verbleven. En dan is het in vergelijking met hotels in Dublin zowaar relatief goedkoop. Een bed voor minder dan 200 euro per nacht is dit weekend in de Ierse hoofdstad enkel te vinden op gedeelde slaapzalen in jeugdherbergen! Het is echt schandalig, de prijzen die Ierse hoteliers in rekening durven te brengen. Vandaar dat we morgen en overmorgen onderdak hebben gezocht (en gevonden) in Belfast, op het noordelijke deel van het groene eiland. Twee nachten in een appartement voor studentenhuisvesting in de Noord-Ierse hoofdstad betekent een iets mindere aanslag op de portemonnee. En daarbij neem ik de 30 euro voor een busretour tussen beide Ierse hoofdsteden dan op de koop toe.

Vanwege de onregelmatige tijden waarop de bussen in Bray rijden, wandelen we tegen zessen de weg terug naar het centrum. Het is dan nog een graadje of 22. Lekker de benen strekken. Carlisle Grounds, het stadionnetje van de plaatselijke voetbaltrots ligt vlakbij het treinstation. Ruim een half uur heuvel af. Na bij de chips shop aan de overkant van de straat wat vettigheid naar binnen te hebben gestouwd, kijken we voor de aftrap ook nog even kort rond op het op aan de andere kant voor de spoorlijn gelegen strand.

Bray heeft geen beach met wit zand, maar met stenen. Het betreft hoe dan ook een plek om aangenaam te verpozen getuige de tientallen mensen die er in de vroege avonduren wandelen en het er op terrassen heerlijk van nemen onder het genot van een hapje en een drankje. Met de weekend voor de deur heeft het weinig om het lijf zo luchtig als groepjes plaatselijke meisjes erbij lopen. Liverpoolse toestanden. Erg korte rokjes. En op hun dertiende of veertiende al achter de kinderwagen. Zeelucht werkt allerlei driften op.

Onze eerste match op Ierse bodem is in elk geval een schot in de roos. De Wanderers, die ik in 2016 al eens eerder aan het werk heb gezien in (London)Derry en koploper Galway United maken er een spektakelstukje van. Alles oogt een beetje krakkemikkig, maar dit soort wedstrijdjes zijn feitelijk veel leuker om mee te maken dan het over-gecommercialiseerde topvoetbal van vandaag de dag. Hotseknotsbegonia-voetbal van het meest vermakelijke soort. Topamusement voor 15 euries! Een heus programmaboekje, à raison van 4 euro te koop in een houten barak, maakt het feest compleet.

De dertig die hards die meer dan 200 kilometer vanuit Galway hebben afgelegd om erbij te zijn, belonen hun favorieten na afloop op een staande ovatie. De afgetekende 4-1 overwinning brengt het kampioenschap in de First Division van de League of Ireland weer een stapje dichterbij. Na 30 gespeelde wedstrijden bedraagt de voorsprong van de lijstaanvoerder op het als tweede geklasseerde Waterford liefst vijftien punten. Het moet wel vreemd gaan wil er de komende voetbaljaargang geen voetbal op het hoogste niveau te zien zijn in de stad aan de westkust.

Zaterdag 9 september 2023

Het is al een behoorlijke opgave om in Bray te komen. Het valt ook niet mee om er weer weg te raken. Bij de bushalte in de buurt van het hotel rijden twee achtereenvolgende bussen pardoes door zonder te stoppen. Aan dat ik nota bene m’n hand omhoog steek als stopsignaal hebben de chauffeurs geen boodschap. Om tijdig op het station te komen om de trein naar Dublin te halen moeten we derhalve een taxi charteren.

Om iets voor 12 stappen we op O’Connell Street in Aircoach 705X naar Belfast. Om iets voor tweeën stappen we op Glengall Street weer uit. Ons rest nog iets meer dan een uur om live de aftrap mee te kunnen maken van Dundela FC tegen Knockbreda Parish FC. Omdat de voor vanmiddag in Belfast vastgestelde thuiswedstrijden van zowel Linfield als Cliftonville in de Premier League zijn uitgesteld zoeken we het een treetje lager.

Het is in zulke gevallen wel handig dat je ergens de weg weet. Bij het Tourist Office tegenover City Hall verzekeren we ons voor 4 Pond 70 van een dagkaart voor het openbaar vervoer ter plaatse. En nadat we wat Ponden uit de muur hebben getrokken – Ierse Euro’s zijn in Noord-Ierland niet geldig… – brengt bus 3B ons vanaf Doneghall Square West naar Wilgar Park. De ground van eerstedivisionist Dundela ligt op ruim tien minuten rijden vanaf het centrum. In een protestantse wijk, niet ver van Glentorans Oval en de naar George Best vernoemde City Airport. Niet de meest welvarende buurt ter plaatse.

Alles verloopt vlekkeloos. Enkele minuten voordat de wedstrijd begint, staan we voor de ingang. So far so good. Omdat de tussenliggende tijd tekort was om al in te checken bij ons onderkomen voor de komende twee nachten staan we bepakt en bezakt bij de turnstile. Ik kan er met enkel m’n rugzak net doorheen. De rolkoffer van Erik past niet door de smalle doorgang. Er moet dus een hek worden geopend om hem met fotoapparatuur en al binnen te krijgen. Als dat eenmaal is gepiept, hebben we wel een broodje hamburger verdiend. Die worden naast een verkoophok achter de goal vakkundig door de huiskok op de juiste temperatuur gebracht op een gril. Ambachtswerk. Terwijl de spelers van beide ploegen het veld betreden, ziet de chef ziet er hoogst persoonlijk op toe dat zijn burgers niet verbranden.

Met onze hamburgers gaan we er eens goed voor zitten op een van de twee houten tribunetjes die zijn opgetrokken aan de lange zijde. Het bijwonen van het duel in de PlayBet Championship, de Noord-Ierse eerste divisie, levert weer onvergetelijke ervaringen op. Al is het alleen maar omdat het veld niet bepaald egaal is. Het loopt behoorlijknop. Ik schat dat het terrein achter de andere goal misschien wel dertig centimeter hoger ligt dan het doel waar achter onze vriend zijn hamburgers staat te roosteren.

Het gaat dus bergop en bergaf voor beide teams. Of ze voor- of nadeel van het hoogteverschil ondervinden, betwijfel ik. Veel voetbal zit er zowel bij de thuisploeg als de hekkensluiter uit Knockbreda niet in. Het is lange halen gauw thuis. Vrouwen en kinderen eerst. Bijna elke derde of vierde bal mondt uit in een kopbal. De lijf-aan-lijf-gevechten zijn niet te tellen. Behalve fysiek onderscheiden de spelers zich vooral verbaal. Het F-word schalt voortdurend door Wilgar Park. Met de twee sergeant majors in de dug-outs als onbetwiste gangmakers. Kortom: het is bijzonder amusant.

Terwijl vliegtuigen die met zekere regelmaat opstijgen van en landen op het George Best-vliegveld voor meer hoogstaand spektakel zorgen, krijgen we ook nog eens vier goals te zien voor onze 8 Pond entreegeld: drie voor Dundela, eentje voor het na zes gespeelde competitieduels nog altijd puntloze Knockbreda.

in tegenstelling tot beide doelmannen houden wij het na afloop van de wedstrijd wel droog. De donkere wolken die zich tegen de klok van vijf uur boven Oost-Belfast verzamelen zien er zeer dreigend uit, ze trekken gelukkig over zonder veel nattigheid te dumpen. Ruim een half uur later bereiken we zodoende zonder nat pak onze studentenflat.

Zondag 10 september 2023

Weer terug naar Dublin voor datgene waar we naar Ierland gevlogen zijn: de EK-kwalificatiewedstrijd van het Nederlands elftal in het AVIVA stadium. Na 2006 en 2016 wordt het de derde keer dat ik het voorrecht geniet om de unieke sfeer van Lansdowne Road te mogen proeven. Aan die boys en girls in green kunnen de clowns in het oranje die het Nederlands elftal volgen een voorbeeld nemen. What a tremendous support!

Om 11.40 uur vertrekken we per bus uit Belfast. Ruim twee uur later zijn we te voet onderweg naar een pub in Temple Bar, de uitgaansbuurt van Dublin, om onze kaarten op te halen. Zoals gebruikelijk heeft de KNVB weer een obscure kroeg gevonden als afhaalpunt. Een groot deel van de 1700 Nederlanders heeft bezit genomen van Temple Bar. Zaak dus om het wedstrijdkaartje in ontvangst te nemen en ons zo gauw mogelijk weer uit de voeten te maken. Ondanks de lange rij met in oranje geklede creaturen hoeven we niet meer tijd te verbranden in The Old Store House op Crown Alley dan noodzakelijk. Stefan van de KNVB toont zich verbaasd om mij te zien. “Dat is lang geleden”, zegt hij.

Het weer laat ons in de steek vandaag. Het miezert een beetje. Op naar Tara Street station lopen we onze Ierse Oranjemattie Diarmuid tegen het lijf. Niet in zijn gebruikelijke oranje Marco van Basten-shirt ditkeer, maar in het groen van zijn vaderland. Hij bevindt zich in het gezelschap van twee kameraden uit Den Bosch. Of ik volgende maand naar de volgende uitwedstrijd in Griekenland ga, wil hij weten. Hij wel. Hij heeft al een vlucht geboekt naar Thessaloniki. Vandaar reist hij per trein verder naar Athene.

Via de app krijg ik bericht dat de harde kern van Roda JC ook in Dublin is gearriveerd. Dave en Jerome zaten gisteravond nog in Breda waar hun club de koppositie in de Keuken Kampioen Divisie verstevigde. Hun weekend kan al op voorhand niet meer stuk. Eredivisievoetbal in Kerkrade lonkt na ??? speeldagen. Dat kan nauwelijks meer misgaan, zijn beide optimistische heren van mening. Als alles volgens plan verloopt is Roda voor de jaarwisseling al kampioen!

Erik, die foto’s moet maken voor Proshots, vertrekt tegen vieren al naar het stadion. Ik blijf nog ruim een uur sightseeën. Als ik op Tara Street de DART naar Lansdowne Road neem, moet de de echte drukte nog op gang komen. De wedstrijd begint om 19.45 uur. Het stadion opent pas anderhalf uur eerder de deuren. Tot aan die tijd wandel ik daarom wat rond. De pubs in de buurt zitten stampensvol. Als non-drinker heb ik daar niets te zoeken. Wel eet ik wat. Een ordinaire hotdog komt me te staan op liefst 8 euro! De official match day programmes, die op bijna elke straathoek verkocht worden, zitten ook behoorlijk aan de prijs: 7 euro. Ik ben allang blij dat het droog blijft.

Als om kwart over 6 het stadion opengaat, ben ik als één van de eersten binnen. Ik heb bewust gekozen voor Block 130. Zodat er niet de godganse tijd allerlei van die mafkezen hinderlijk voor m’n neus staan te springen. Filmpjes die via sociale mediakanalen doorsijpelen beloven weinig goeds. De hele Oranje carnavalsvereniging blijkt in Dublin weer van de partij. Van links naar rechts dansen de gezelligheidsdieren door de straten van de Ierse hoofdstad. Op de bekende klanken van de Snollebollekes. Je schaamt je kapot dat je Nederlander bent bij het zien van zoveel ingestudeerde en strak geregisseerde jolijt. Er zit helemaal niets spontaans aan. Tijdens de wedstrijd hoor je ze nauwelijks.

They’re only sing when they’re winning. Dus als zo’n drieënhalf uur later een 2-1 eindstand in het voordeel van Nederland op het scorebord staat, gaan ze los. Kwalificatie voor het EK komt binnen handbereik. ‘Het is stil aan de overkant’ en de Ieren moeten maar naar the bright side of life kijken. Het arsenaal aan songteksten loopt niet bepaald over van originaliteit. Elk elftal krijgt de supporters die het verdient. Als die harstochtelijke Ieren op hun beurt evenveel kwaliteit op het veld hadden staan als dat er op de tribune zit, dan worden ze elke vier jaar wereldkampioen!

Het verlaten van het stadion verloopt na de wedstrijd niet bepaald gestroomlijnd. De infrastructuur op Lansdowne Road is slechts matig berekend op het afvoeren van om en nabij de 50.000 voetballiefhebbers op een en hetzelfde moment. In de smalle, slecht verlichte straten kan het zo maar eens misgaan wanneer zo’n enorme mensenmassa op drift raakt. Gelukkig gebeurt dat niet. Er wordt er in het gedrang niemand onder de voet gelopen, voor zover ik dat kan waarnemen.

Vanwege de drukte acht ik het weinig zinvol om bij DART-station achter in de rij aan te sluiten om per trein terug te keren naar het centrum. Ik heb bijna anderhalf uur de tijd om de bus terug naar Belfast te halen. Honderden toeschouwers gaan me voor. Ik hoef de meute alleen maar te volgen. Na een wandeling van bijna drie kwartier bereik ik de halte van de Aircoach op O’Connell Street. Niet veel later meldt Erik zich daar ook. Om twee uur ‘ s nachts zijn we terug in Belfast. Mooie tijd.

Dat ik er door toedoen van EasyJet nog een extra nacht in Belfast aan moet vastknopen, weet ik op dat moment nog niet. Dat ik na terugkomst in Nederland nooit meer met EasyJet zal vliegen, zal het gevolg zijn van dat die kloothommels na het annuleren van de vlucht naar Amsterdam gestrande passagiers doodleuk aan hun lot overlaten. Bij nader inzien hadden we beter met AerLingus (of Ryanair) vanaf Dublin naar huis kunnen vliegen. Maar ja, als je alles van tevoren weet, dan is er ook geen aardigheid meer aan.

AGOVV timmert aan de weg met trefzekere Fedde Timmer

Of de KNVB naar aanleiding van een pietluttigheid bij het aantal wisselmomenten maatregelen neemt tegen AGOVV, bekijkt de voetbalbond naar verluidt pas na afloop van de reeks poulewedstrijden. Invloed op de uitslag van de bekerderby tegen CSV Apeldoorn had deze onbewuste dwaling absoluut niet. Enigszins verrassend mag de 3-1 overwinning van de underdog daarentegen wel genoemd worden.

Al zegt zo’n resultaat verder weinig. Winst in een bekerwedstrijd is leuk voor de statistieken en het zelfvertrouwen, terwijl in het specifieke geval van AGOVV en CSV altijd wel een stukje prestige meespeelt. Pas vanaf de competitiestart op 23 september gaat het echt om de punten.

Alsof het zo moest zijn, opende uitgerekend Fedde Timmer de score voor zijn nieuwe club. Met een doeltreffende uithaal van buiten het strafschopgebied gaf de in de winterstop bij CSV vertrokken aanvaller zijn voormalige ploegmaat Daniel Krosse in het doel het nakijken. De twee overige Blauwen-treffers, een afstandsschot van Marco Bosz en een subtiele lob van voormalig CSV-icoon Steven van Es, waren al bijna even fraai.

“En dan te bedenken dat ik tijdens de warming-up niet eens op de goal kon schieten. Ik had last van m’n bovenbeen. Als het een andere tegenstander was geweest, had ik misschien wel niet meegedaan. Tegen CSV wilde ik heel graag spelen. Toen ik die bal kreeg, dacht ik: ik schiet maar gewoon. Van buiten de zestien uithalen is een beetje mijn ding. Dat heb ik bij CSV ook vaak gedaan”, genoot de maker van de 1-0 nadien nog na van zijn doelpunt.

Timmer, die zich in de rust uit voorzorg toch maar liet wisselen, was zaterdag één van de liefst acht basisspelers van de thuisclub met een CSV-verleden. “Voor mij was dit mijn eerste officiële wedstrijd die ik niet vóór CSV Apeldoorn heb gespeeld en dan meteen tégen CSV”, wees hij op het voor hem persoonlijk toch wel pikante karakter van het Apeldoorns-Apeldoornse onderonsje in het eerste pouleduel voor de districtsbeker.

Nadat hij het middenin het afgelopen seizoen voor gezien hield bij de club waarvoor hij sinds zijn pupillentijd voetbalde, leek Timmer in eerste instantie te verkassen naar eersteklasser DTS uit Ede. Mede vanwege zijn werk zocht hij zijn nieuwe voetbalgeluk uiteindelijk wat dichter bij huis. “Als vertegenwoordiger rij ik dagelijks heel Nederland door. Ik woon op vijf minuten fietsen van het AGOVV-veld. Het bevalt me tot dusverre heel goed. Het belangrijkste voor mij is om nu eerst volledig fit te worden. De laatste officiële wedstrijd die ik had gespeeld, was in december. Ik hoop dat ik nog wel een jaar of tien te gaan heb”, wil de 26-jarige voetballer komend seizoen met AGOVV aan de weg timmeren in de tweede klasse H.

Aan de fitheid van Rob Diderik lag het zeker niet dat de winnaars van de Apeldoorn Cup hun surplus aan snelheid en beweeglijkheid niet optimaal konden benutten. CSV’s linkerverdediger viel in de zomermaanden liefst elf kilo af en is vast voornemens om na de degradatie naar de eerste klasse het verloren gegane terrein te heroveren.

Door de onverwachte bekernederlaag bij de buren op Berg en Bos laat de 31-jarige routinier zich niet van de wijs brengen. “Wij hadden wel veel balbezit, toch hebben we niet echt grote kansen gehad. Het viel bij ons ook niet echt gelukkig en we kregen er wel drie tegen. AGOVV heeft natuurlijk een ervaren ploeg. Het is inderdaad ons uitgangspunt om zo snel mogelijk terug te komen in de vierde divisie. Het wordt ons niet opgelegd, maar we gaan er wel voor”, stelde Diderik.

Het had trouwens weinig gescheeld of Diderik had, nadat hij zijn contract bij vierde divisionist Sparta Nijkerk inleverde, afgelopen winter eveneens de overstap gemaakt naar AGOVV. “Ik heb met AGOVV gesproken, maar ben uiteindelijk toch naar m’n oude cluppie teruggegaan. Ik ben bij csv begonnen. En toen Jeremy Jonker, die privé ook één van mijn beste maatjes is, terugging, is mijn keuze ook op CSV gevallen”, verklaarde de topfitte verdediger.

De Stentor maandag 4 september 2023

Weg naar Innsbruck is nog lang voor volleyballers Dynamo

Met een nog incomplete spelersgroep werkte Dynamo eind vorige week in Barneveld en het Duitse Schüttorf de eerste twee oefenduels af in de aanloop naar het nieuwe volleybalseizoen. De selectie van de landskampioen telt momenteel slechts elf spelers. “Er moet dus nog wel wat gebeuren”, hoopt coach Redbad Strikwerda zo snel mogelijk drie ervaren krachten te mogen verwelkomen.

Hoewel hij nog geen namen kan of wil noemen, gaat Dynamo’s trainer er vanuit dat zijn keurkorps weldra uit het gewenste aantal van veertien spelers bestaat. “Maar het is wel een verstorende factor dat dat nu nog voor elkaar moet komen”, spreekt Strikwerda duidelijke taal.

De van een achillespeesoperatie herstellende Ramon Martinez zou, als het aan de coach ligt, één van de drie openstaande vacatures mogen invullen. “Technisch gezien bestaat er geen enkel beletsel. Het ligt aan Ramon zelf en aan degene die zich daar bij de Stichting Topvolleybal Dynamo mee bezighoudt. Zij moeten er samen uitkomen.”

De Apeldoornse landskampioen hervatte drie weken geleden de groepstraining. De komende weken staat er een hele reeks oefenduels in zowel eigen land, België als Duitsland gepland om de ploeg klaar te stomen voor wedstrijd om de Supercup tegen bekerwinnaar Lycurgus op zondag 15 oktober in Omnisport. Een week later gaat de eredivisie, die in het nieuwe seizoen de naam draagt van gokbedrijf BetCity, van start met voor Dynamo andermaal een topper tegen de Groningers.

In de laatste week van oktober moeten de Apeldoorners meteen pieken. In het Oostenrijkse Innsbruck kan Dynamo in een vierkamp met het Hypo Tirol, het Oekraïense SC Prometey Dnipro en het Finse Sastamala een eerste stap zetten naar kwalificatie voor de groepsfase van de Champions League. “Ik geef ons een goede kans om de volgende ronde te halen”, aldus een optimistisch gestemde Strikwerda.

De Stentor maandag 28 augustus 2023

Nieuwe start met nieuwe naam, nieuwe clubkleuren en nieuw logo; WKA Alexandria wil in de voetsporen treden van WKE

De voetballers van CSV Apeldoorn wonnen zaterdag de Apeldoorn Cup door in de finale competitiegenoot WSV met 2-0 te verslaan. Voor Alexandria betekende het toernooi dat afgelopen week op de velden van eersteklasser WSV plaatsvond een nieuwe start. Na een aantal jaren zonder eerste elftal wil de kersverse vijfdeklasser onder leiding van trainer Stephan Quack de komende jaren de weg omhoog inzetten.

Het wiel opnieuw uitvinden hoeven ze bij de 123-jaar oude volksclub uit Apeldoorn-Zuid niet. In het nieuwe clublogo staat een wiel afgebeeld: het wiel van een woonwagen. Die afbeelding verwijst naar de naam die de vereniging eerdaags aanneemt. De ledenvergadering moet die naamswijziging weliswaar nog officieel goedkeuren, maar dat is naar verwachting slechts een formaliteit. Wanneer dat gebeurt heet de voetbalclub van Nagelpoel voortaan niet meer ASV Alexandria, maar WKA Alexandria, ofwel Woonwagenkamp Apeldoorn Alexandria.

Trainer Quack legt uit dat die naam de verbondenheid symboliseert met De Haere, het tussen Wenum-Wiesel en Vaassen gelegen woonwagenkamp. De nieuwe tenues hebben bovendien dezelfde kleuren als die van het voormalige FC De Haere: geel en blauw. “Het nieuwe bestuur bestaat allemaal uit de jongens van de reis. Ze komen allemaal van de Haere. We willen een beetje WKE achterna. Op termijn naar de tweede klasse zou mooi zijn”, licht Quack kort toe de voormalige algeheel amateurkampioen uit Emmen als voorbeeld te zien.

Het zegt in principe weinig dat bij de eerste presentatie aan het Apeldoornse voetbalpubliek alle drie de wedstrijden uitdraaiden op een nederlaag. Uitslagen zijn in de aanloop naar een nieuw seizoen niet zaligmakend. Op het vertoonde veldspel viel niet zoveel aan te merken. In de met 2-0 verloren Apeldoorn Cup-ouverture tegen SV Orderbos deed de formatie uit Apeldoorn-Zuid voetballend weinig onder voor de twee klassen hoger acterende tegenstander. Verliezen van het o23-elftal van WSV, zoals dinsdag, is geen schande. De WSV-reserves zouden in elke vierde- of vijfde klasse met standaardteams met speels gemak bovenin meedraaien. Bij het afsluitende duel tegen vierdeklasser SC Klarenbeek (1-4) had Alexandria veruit het meeste balbezit.

Quack begint met een selectie van 22 spelers, waaronder in totaal negen die met hem meekwamen van zijn vorige club, aan het seizoen in de vijfde klasse B. Het aanwezige spelersmateriaal rechtvaardigt enig optimisme wel. Voetballend vermogen bezit het nieuwe Alexandria volop. Misschien zelfs wel iets té veel. Weinig andere vijfdeklassers beschikken over balvirtuozen van het kaliber Rachid Boughalab, Ismar Maglajlic of Mourad Kasrioui, zaterdag toevallig alle drie om uiteenlopende redenen niet van de partij. Een type-Johan Masselink, al sinds gezamenlijke Apeldoornse Boys-tijden zijn assistent, zou Quack daarentegen wel goed kunnen gebruiken. Een aanjager. Iemand die zijn medespelers scherp houdt.

Vehim Begovic, zaterdag tijdens het afsluitende Apeldoorn Cup-duel aanvoerder, heeft er alle vertrouwen in dat Alexandria komend seizoen gaat meestrijden om de titel. “Wij moeten eigenlijk wel kampioen worden”, vindt de 23-jarige centrale verdediger, die laatstelijk actief was bij zondagvierdeklasser TKA. Aan de nederlagen bij de Apeldoorn Cup tilt hij niet zo zwaar. Tot aan de competitiestart heeft op 23 september tegen ZVV ’56 heeft Alexandria volgens Begovic nog tijd genoeg om beter ingespeeld te raken. De schoonheidsfoutjes moeten er tot dan uit. “Er wordt te veel gebreid en in de counter zijn we kwetsbaar.”

De Stentor maandag 28 augustus 2023

Apeldoorn Cup voor Richard Karrenbelt meer dan eenvoudig voorbereidingstoernooitje

Over het sportieve nut van de Apeldoorn Cup lopen de meningen uiteen. Als reünie-achtige happening en verbindende factor tussen lokale verenigingen bewijst de nieuwe opzet van het officieuze Apeldoornse voetbalkampioenschap opnieuw een voltreffer te zijn. Met WSV-trainer Richard Karrenbelt als warm pleitbezorger

Ap Karrenbelt liep wat te mopperen. De vader van WSV’s trainer en erelid van de eersteklasser had zaterdag op de eerste Apeldoorn Cup-dag graag zijn kleinzonen in actie gezien. Het kwam er niet van. Trainer Hans uit den Bogaard hield de een, Ryan, buiten de basis in het door Sportclub Teuge met 2-0 gewonnen duel tegen Victoria Boys. De ander, Largo, mocht bij het door zijn vader gecoachte WSV vanaf de bank toekijken hoe zijn concurrent onder de lat Siemen Reusken de nul hield bij de afgetekende 3-0 tegen Beekbergen.

Enkele uren eerder had de pater familias zowel zijn zoon als kleinzonen wel kunnen aanschouwen in Vaassen. Daar hielden Richard, Ryan, Largo en (klein)zoon nummer drie Tyson de Karrenbelt-eer hoog bij het familietoernooi van KCVO. “Drie keer raden wie de topscorer van de familie was”, sprak Richard Karrenbelt na WSV’s succesvolle Apeldoorn Cup-ouverture met een veelzeggende glimlach.

De dit seizoen na de nodige omzwervingen op het oude nest terugkeerde oefenmeester was zeer te spreken over hoe zijn ‘voetbalzonen’ zich manifesteerden tegen derdeklasser Beekbergen. “We zijn nu twee weken bezig. In juli hadden we ook al anderhalve week getraind. Wanneer je daarbij op bepaalde dingen de nadruk legt, hoop je dat terug te zien in een wedstrijd. Als je dan tijdens een uur spelen veertien voorzetten vanaf de zijkanten aflevert, dan doe je het gewoon goed.”

Terwijl collega-trainers weleens hun bedenkingen uiten over deelname aan de Apeldoorn Cup steekt de 55-jarige Apeldoorner er juist een vurig pleidooi voor af. “Moet je kijken hoeveel publiek er was. Dat is toch prachtig. Ik doe echt een oproep aan WWNA, Apeldoornse Boys en Loenermark om volgend jaar ook mee te doen. Die clubs horen er toch zeker ook bij”, vindt Karrenbelt het jammer dan niet elke club van de partij is.

Wel beaamt hij dat zijn ploeg eigenlijk gebaat is bij wat serieuzere tegenstand. “Wij zitten dit seizoen met WSV in een loodzware klasse. De zondagclubs daarin eindigden afgelopen jaar boven ons. De zaterdagclubs in onze afdeling zijn ook niet mis. Dat betekent dat we in de competitie redelijk vaak zullen moeten verdedigen. Tegen de meeste ploegen hier zullen we niet zo vaak onder druk komen te staan. Al wordt het dinsdag tegen AGOVV voor ons zeker een interessant potje. Dan moeten we echt wel aan de bak.”

De mix van zaterdag- en zondagclubs maakt de eerste klasse G, waarin de Apeldoorners in de competitie zijn ingedeeld, in de ogen van WSV’s trainer tot “een fantastische klasse”. “Maar het wordt voor ons wel een survival. Ik ben niet zo van de doelstellingen. Het elftal moet in april of mei het beste voetbal spelen. Als dat zo is, betekent het we als elftal beter zijn geworden.”

Karrenbelt beweert dat de aanstaande derby’s tegen csv Apeldoorn, die pas op eind januari in het Orderbos een eerste editie beleeft, bij hem geen speciale gevoelens oproepen. Mocht het echter later deze week bij de Apeldoorn Cup toevallig al tot een voorproefje komen van de tweestrijd tussen de twee hoogste spelende Apeldoornse clubteams, dan legt hij zich zeker niet op voorhand neer bij een roodgele suprematie. “Ik wil altijd winnen”, geeft Karrenbelt blijk van de aloude ‘stierenvechters’-mentaliteit.

De Stentor maandag 21 augustus 2023