Met Poolse fan-attributen niet welkom in Oranjevakken

By | 13 juni 2022

Achter de bal aan (79): Rotterdam  

Zaterdag 11 juni 2022

Denkend aan Nederland – Polen schiet me spontaan de herinnering te binnen aan de Zangeres zonder naam die in de stromende regen in een vol Olympisch Stadion in Amsterdam haar klassieker ‘Mexico’ ten gehore bracht. Meer dan 35 jaar en zes maanden later word ik voorafgaand aan de Nederland – Polen-editie van 2022 in de Kuip geconfronteerd met allerlei eigentijdse ongemakken.

De eerste thuiswedstrijd van het Nederlands elftal voor de Nations League zou in eerste instantie al op vrijdag 10 juni gespeeld worden. In verband met de WK-kwalificatie play-off tussen Oekraïne en Wales, dat in dezelfde poule zit als Nederland en Polen, moest de UEFA met speeldata gaan schuiven. Vandaar dat ik nu een dag later de Van Brienenoordbrug over moet. Als koper van een kaartje heb je dat maar te accepteren, ook al komt de nieuwe speeldag mij eigenlijk helemaal niet gelegen. De op zaterdag te spelen nacompetitiewedstrijden in het amateurvoetbal zijn toch op voorhand minstens even vermakelijk. En om het een met het ander te kunnen combineren, heeft de nodige voeten in de aarde.

Met de briefing van OnsOranje voorafgaand de clash tegen de Polen komt elke Oranje-supporter in elk geval goed te beslagen te ijs. Ik kan ook zeggen dat onder het mom van service de betutteling almaar verder toeneemt. Behalve in de politiek slaan onderhand ook de brave broeders bij de KNVB volledig door. Ik word overstelpt met volstrekt overbodige informatie. En dan het toontje waarin dat gebeurt. Ze spreken iedereen toe alsof het kleuters betreft. Compleet met Poolse vertaling.

Omdat ik een kaartje heb gekocht voor een van de Oranjevakken krijg ik te verstaan dat ‘we’ in deze vakken Oranje aanmoedigen en ‘alle overige (landen)vlaggen en/of clubtenues niet toegestaan’ zijn. Ten overvloede raadt de propaganda-afdeling van de voetbalbond me aan om in het oranje te komen. Nou was ik sowieso al niet van plan om een Poolse vlag mee te nemen of een shirt van Lewandowski te dragen – beide heb ik overigens niet eens in mijn bezit –, maar ik laat me toch zeker niet door dat zooitje ongeregeld bij de KNVB voorschrijven wat voor kleding ik moet dragen. Eerdaags moet ik als stadionbezoeker bij interlands nog verplicht een molen of een kaas op m’n hoofd zetten. Of ik mag alleen nog naar binnen toe wanneer ik het meest recente Nederlands elftal-shirt van Nike aanschaf dat voor 130 of 140 euro in de officiële KNVB-shop is te bestellen. Bij bestellingen van boven de 50 euro is de verzending gratis. Dat dan weer wel.

Het wordt echt steeds gekker. Ik moet het allemaal maar normaal vinden en overal begrip voor opbrengen. Geheel in de tijdgeest is er zowaar sprake van een aparte ‘Discriminatiemelder’. Elke stadionbezoeker die met zijn Poolse vlag of shirt de toegang tot de Kuip wordt ontzegd, kan zich daar via een handige app bij de KNVB over beklagen. De KNVB drukt het domme volk eveneens nadrukkelijk op het hart ‘om het Nederlands elftal op een vriendelijke en veilige wijze te supporten tijdens de wedstrijden’. En – nou komt het – ‘het gooien van bier hoort daar zeker niet bij. We vragen alle Oranjefans om gekochte drankjes op te drinken en niet te gooien’.

En wat word ik in vredesnaam wijzer van info over dat alle betaalde parkeerplekken in de buurt van de Kuip uitverkocht zijn? Iedereen die niet zo gek is geweest om voor het lieve sommetje van 12,50 euro ergens een parkeerplaats te reserveren krijgt het advies om maar met het openbaar vervoer te komen. Of zelfs op de fiets. Alsof er in heel Rotterdam nergens anders parkeerplaatsen te vinden zijn! Alsof het openbaar vervoer een optie is! Niet alleen is dat nóg duurder dan met de auto, maar bovendien is het maar de vraag of ik bij een aanvangstijdstip van 20.45 uur na afloop van de wedstrijd überhaupt nog wel met de trein terug naar huis kan. Tsja, en op de fiets… De afstand van Apeldoorn naar Rotterdam bedraagt slechts 120 kilometer. In principe zou ik daar wel twee dagen voor uit kunnen trekken. Als het aan de KNVB ligt tenminste, dan kan dat best.

Ik laat me niet weerhouden door ontmoedigingstactiek vanuit Zeist. In aansluiting op de nacompetitiekraker AGOVV – Sportclub Teuge om promotie naar de tweede klasse bij de amateurs, waar gelukkig geen verlenging de beslissing moet brengen, haast ik mij naar huis en stap op deze zonnige junidag om iets voor half zes ‘gewoon’ in de auto. Het kan nu nog. Het mag nu nog. Al verbaas ik me er al niet eens meer over dat de benzineprijzen dagelijks tot nieuwe recordhoogten stijgen.

Ik sluit niet uit dat, wanneer het gave land van Mark Rutte anno 2030 tot één groot nationaal park is verworden waarin we naast wolven en elanden ook beren op de weg zullen zien, de uitstoot van stikstof ook het spelen van voetbalwedstrijden en al het andere leven in Nederland onmogelijk maakt. Dus ja, voordat ik net als elke Oranje-supporter de rest van mijn leven in lockdown moet doorbrengen, pak ik mee wat ik pakken kan.

Dat ik daarom maar op goed geluk naar Rotterdam rijd, is natuurlijk ook weer niet zo. Leer mij de weg kennen in Rotterdam-Zuid. Met een beetje stratenkennis kom je heel ver. Als ik om tien voor zeven op de Dwarsdijk op een hek met twee verkeersregelaars stuit, is het een kleine moeite om me daar langsheen te praten. Ik zeg tegen de knaap die me tot stoppen maant dat ik naar de ……straat moet. Hij – blijkbaar geen Rotterdammer – zegt dat hij niet weet waar de bewuste straat ligt. Voor het geval ik niét naar het voetballen ga mag ik doorrijden. Met mijn beste imitatie van Gekkie Henkie vraag ik hem daarop: “Is er vanavond voetballen?”. Zodoende parkeer ik mijn Ford Focus om klokslag 18:56 uur op tien minuten loopafstand van De Kuip. In het oranje gekleed en met een kaas of een molen op m’n hoofd, zoals de KNVB adviseert, was me dat niet gelukt.

De clubfotograaf van Go Ahead Eagles staat op dat moment al bij het Maasgebouw, zo appt hij me. Omdat de aftrap nog meer dan anderhalf uur op zich laat wachten, spreken we af om eerst even de honger te stillen met een gezonde maaltijd bij de KFC op het Cor Kieboomplein. Terwijl ik daar naartoe wandel, valt me meteen op dat de toch al uiterst bonte populatie van Rotterdam-Zuid op deze zaterdag nog eens met vele duizenden extra is uitgebreid. Bij het tankstation en de McDonald’s aan de Stadionweg stappen bijkans meer Poolse supporters rond dan Nederlanders. Bij de KFC is het niet anders. Het is behoorlijk druk. Al moet ik zeggen dat het bestellen en bedienen redelijk soepeltjes verloopt. Het bedrag dat ik uitspaar aan parkeren, besteed ik op smakelijke wijze met lekkere vette kipstukken met patat.

Als we na het vullen van onze magen door de Puck van Heelstraat richting stadion wandelen, ontwaar ik de crème de la crème van het Poolse legioen. De heren die buiten bij het terras van Restaurant De Beren staan, doen de naam van het restaurant alle eer aan. Wát een beren! Het lijkt wel of die Polen stuk voor stuk aan bodybuilding doen. Behalve afgetraind zien ze er nogal breed uit. Héél breed. Met zulke kleerkasten kan iemand maar beter geen ruzie krijgen.

In de OnsOranje-instructies staat dat wie niets van de wedstrijd wil missen uiterlijk om 19.45 uur in de rij dient aan te sluiten voor de toegangspoorten. Als ik twintig minuten later dan die richtlijntijd bij de ingangen 19 tot en met 24 aankom, kan ik bijna meteen doorlopen. Van lange rijen voor de poort geen spoor. Er zijn ditmaal zowaar programmaboekjes verkrijgbaar. In maart bij de vorige twee thuisinterlands in die parkeergarage in Duivendrecht ontbraken die. De drukker had de boekjes niet tijdig geleverd, zo heb ik begrepen. Ja, er gaat veel fout in ons Natura 2000-paradijs. Is het misschien gerechtvaardigd om te vragen wat er nog wél goed gaat?

De noemer ‘Homesupport only’, waar de KNVB nadrukkelijk op wijst, gaat vanavond niet op. Van scheiding van Nederlandse en Poolse supporters is totaal geen sprake. Nederlanders en Polen lopen kriskras door elkaar heen. Bij het spelen van de volksliederen schat ik in dat de Kuip misschien wel voor een derde vol zit met Polen. Aan witte shirts in Oranjevakken ontbreekt het niet. De Poolse hymne wordt veel hartstochtelijker en luidruchtiger meegezongen dan het Wilhelmus.

Vak TT, waar ik heb plaatsgenomen, is eveneens gevuld met tientallen Polen. Het overgrote deel bestaat uit wat de woke medemens personen mét kloten noemt. De meesten zien er niet bepaald uit als koorknaapjes. Volgens de al eerder aangehaalde mail van OnsOranje hadden al die Polen niet eens toegang behoren te krijgen tot de Oranjevakken. Bijkomend voordeel is wel dat Polen die niét de toegang geweigerd is geen gebruik hoeven maken van de ‘Discriminatiemelder’ van de KNVB.

Ach, waar maken we ons druk om. Wat maakt het uit als een of andere Poolse idioot voortdurend als een waanzinnige loopt te blèren en continu al schreeuwend de trap in het vak op en af stuift. Dat stadionperspersoneel niet ingrijpt wanneer het moet ingrijpen, daarvan kijk ik in Nederland al lang niet meer op. In Engeland of Duitsland weten ze beter raad met zulke figuren. In die landen maken ze er korte metten mee. De onverlaten worden tenminste aangesproken op hun gedrag. En als ze niet willen luisteren, dan worden ze meteen in de kraag gevat en het stadion uitgeschopt. Dat dat in Nederland niet kan, heeft ongetwijfeld met de overvloed aan stikstof te maken. En zo niet, dan zal het wel toe te schrijven zijn aan corona of de oorlog in Oekraïne.

Toch is het genieten van hoe de duizenden Polen tekeergaan. Machtig mooi. Gedurende de wedstrijd krijgt het carnavalspubliek in het oranje een lesje ploegondersteuning van het betere soort. Van hoe het omvangrijke Poolse contingent in de Kuip het meeslepende gevecht tussen beide teams beleeft, dat spreekt mij persoonlijk wel aan. Er zijn échte supporters, die zichzelf graag zo noemen. Er zijn daarnaast échte supporters, die het ook écht zijn. Nou is mijn kennis van de Poolse taal niet meer wat het ooit geweest is, maar uit één van de gezangen die veelvuldig door het stadion galmt meen ik de Poolse versie te herkennen van de Engelstalige evergreen ‘You only sing when you’re winnig’. Er is geen woord van geen gelogen.

Mijn Ierse vriend Diarmuid, die twee rijen achter me zit op Vak TT, behoort ook tot de categorie échte voetballiefhebbers. Échter dan Diarmuid kom ik ze weinig tegen. Hij vertelt me dat hij zes dagen vrij heeft genomen van z’n werk. Vanuit Rotterdam reist hij verder naar Slovenië, waar hij in Ljubljana de Balkan-derby tegen Servië bijwoont. De terugreis naar zijn woonplaats Cork verloopt via Polen. Dinsdag hoopt hij ook van de partij te zijn in Lodz, waar Oekraïne haar thuisduel tegen Ierland afwerkt. En dan noemen mensen míj weleens gek!

Het enige smetje op deze broeierige voetbalvond, beleef ik op de terugweg naar huis. Vanaf mijn niet door de KNVB gereserveerde, gecertificeerde en geregistreerde parkeerplaats ben ik na afloop in een vloek en een zucht de Brienenoord over. Op de A16, A20, A12 en A1 kan ik lekker doorrijden. Tot een tiental kilometers voor de afrit Hoenderloo. Daar doemt vanuit het niets een file op. Kort voor de afslag Kootwijk is er – naar ik aanneem – een ongeluk gebeurd. In no time staat alles vast. In de verte zie ik zwaailichten. Er komt een sleepwagen voorbij gereden. Niet veel later gevolgd door een vuilniswagen. Degene die een en ander veroorzaakt heeft een allerbelabberdste timing.  Als hij nou vijf minuten láter in de vangrail was gevlogen, dan was ik veertig minuten éérder thuis geweest. Maar ja, wie Jordan Teze in Oranje wil zien schitteren, moet dit soort ongemakken voor lief nemen. Soms zit het mee, ditmaal even tegen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *