Vandaag 24 jaar geleden
Het is halverwege de jaren ’90 vrij uitzonderlijk om als westerling toegang te krijgen tot het trainingscentrum van de Cubaanse nationale volleybalselecties. Omdat ik over de juiste connecties beschik, slaag ik er 24 jaar geleden wonderwel in om een kijkje te mogen nemen in het Centro de Entrenamiento de Alto Rendimiento Cerro Pelado ten zuiden van de hoofdstad Havana.
Het is het hoogtepunt (of dieptepunt, het is maar vanuit welk perspectief je het bekijkt) van wat in Cuba bekend staat als de ‘speciale periode in oorlogstijd’. El período especial. Hoewel na de ineenstorting van de Sovjet Unie aan bijna alles een tekort bestaat, timmeren de Cubaanse volleyballers wereldwijd flink aan de weg.
Gezien de trainingsfaciliteiten mogen die prestaties wel een klein wonder genoemd worden. Of misschien juist het tegenovergestelde. Misschien wordt in de langs de weg naar het internationale vliegveld José Marti gelegen Municipio Boyeros wel de stelling bevestigd dat armoede kampioenen maakt. In dit specifieke geval volgens socialistische principes klaargestoomd.
Omdat het vrouwenteam – zoals meestal – in het buitenland verblijft, zie ik die middag alleen de mannenploeg trainen. Vedette Joël ‘Jopie’ Despaigne en zijn kameraden werken zich in een vrij troosteloze setting in het zweet. Op een versleten houten vloer. In een soort fabriekshal annex broeikas. Optimaal zijn de omstandigheden niet bepaald. Alles ziet er oud, roestig en krakkemikkig uit.
9 februari 1994 Ciudad Habana
