
Achter de bal aan (116/2): Valencia
Zaterdag 22 maart 2025
Via een busreis in twee etappes kom ik in Valencia aan. Eerst ruim drie uur onderweg van Andorra naar Barcelona. Na een overstap op het Noordstation volgt een lange zit van vier uur en een kwartier zuidwaarts. Een dag voor Oranje voor de tweede keer aantreedt tegen La Roja ben ik al op de plek van bestemming.
Van slapen is de afgelopen twee nachten weinig terechtgekomen. De wekker gaat opnieuw vroeg. Om vijf uur klinkt het alarm. Ruim 25 minuten later staat Diarmuid ook bij de receptie van Hotel Sant Jordi en checken we uit. Het busstation ligt slechts enkele honderden meters van het hotel verwijderd. We zijn zodoende ruimschoots op tijd om de bus van 06.00 uur naar Barcelona te halen.
Er ontstaat wel enige verwarring als er op perron 1 een bus van een andere maatschappij komt aangereden met eveneens Barcelona als eindbestemming. Luttele minuten later arriveert op perron 6 de ALSA-bus die we moeten hebben. Zo stappen we toch in de juiste bus… Op de heenweg hadden we een luxere uitvoering, maar ook dit exemplaar volstaat om het eerste deel van de bustocht van vandaag tot een goed einde te brengen.
Gezien de vele plassen op het wegdek heeft het afgelopen nacht behoorlijk geregend. Bij vertrek is het behalve donker wel droog. Onderweg doemen op sommige stukken mistvlagen op. In tegenstelling tot gisteren, toen we vanuit Barcelona een rechtstreekse verbinding hadden, maakt de bus nu meerdere tussenstops. Om 8.40 uur – het is inmiddels licht – gebeurt wat ik sinds mijn landing op Spaanse bodem moest missen: de zon breekt voorzichtig door!
De bus komt om kwart over negen in Barcelona aan. Precies volgens planning. Er rest ons nog drie kwartier voordat we onze reis kunnen vervolgen. Tijd genoeg om dus om in alle rust twee croissantjes hamkaas te verorberen in de stationsrestauratie. Om tien voor tien is het behoorlijk dringen geblazen op perron 21 waar om 10.00 uur onze bus naar Valencia vertrekt. Het betreft een dubbeldekker. Iedereen die mee moet, vindt daarin ook een plekje. In tegenstelling tot in de pendeldienst tussen Barcelona en Andorra is er sprake van genummerde plaatsen. Ik krijg een plekje in het bovengedeelte toegewezen, Diarmuid moet beneden zitten. Ik tref het. De jongedame met lang donker haar die op de stoel naast mij plaatsneemt ziet er een stuk beter uit dan onze Ierse vriend…
De meer dan vier uur durende reis vliegt voorbij. Keurig op tijd arriveren we op het estacion de autobuses van Valencia. Bekend terrein. Ik ben hier vaker geweest. Mijn hotel voor de komende twee nachten bevindt zich naast het busstation. Ik neem tijdelijk afscheid van Diarmuid die elders onderdak heeft geregeld. Erik verblijft wel in dezelfde toko. Die is gisteravond vanaf Schiphol naar Valencia gevlogen.
Het inchecken is in no time gepiept. Het beantwoorden van een ellenlange vragenlijst met allerlei persoonlijke gegevens, die toeristen op gezag van de Spaanse regering sinds enige tijd verplicht moeten invullen, blijft me gelukkig bespaard. Bij mijn boeking kreeg ik weliswaar een of andere link gemaild voor een pre-check in, maar die kon ik niet openen. Geen enkele van de vier heren aan de receptie kraait er naar.
In de riante kamer op de negende verdieping van Hotel Turia waarin ik ben ondergebracht zing ik het de komende twee nachten moeiteloos uit. Het uitzicht over de stad is in elk geval adembenemend. De zon schijnt.
Tegen vijven onderneemt Erik een poging om via zijn Uber-app een taxi te bestellen naar de Ciudad Deportivia in Paterna, een tiental kilometers van ons hotel verwijderd. Op het trainingscomplex van Valencia CF staat het competitieduel van wat wij in Nederland het ‘jong-team’ van de club zouden noemen tegen Espanyol B op het programma. Bij het busstation staan we zeker twintig minuten te wachten op een taxi die steeds in de buurt is, maar telkens maar niet komt… Om half zes nemen we van pure ellende maar een normale taxi. De wedstrijd op het trainingscomplex van Los Che begint immers al om zes uur. Wanneer we nog langer vergeefs op het Uber-mens blijven wachten, dreigen we de aftrap te moeten missen. Het complex ligt namelijk een eindje buiten de stad en enige haast is ondertussen wel geboden.
Nu zijn we à raison van 15 euro wel op tijd en betreden we enkele minuten voor het beginsignaal het Estadio Antonio Puchades. De toegang voor de confrontatie tussen de nummers drie en zes van Grupo 3 van de tweede divisie van de RFEF bedraagt een tientje. Ik moet eerlijk zeggen dat de publieke belangstelling me niet tegenvalt. Het is drukker dan gisteravond bij het WK-kwalificatieduel in Andorra. De overdekte hoofdtribune zit bijna vol. En ook op het onoverdekte gedeelte aan de overzijde hebben de nodige voetballiefhebbers een plaatsje gevonden in de zon. Ook Diarmuid is – uiteraard – van de partij. Met een bekende uit Ede heeft hij wel succes gehad met zijn Uber-boeking
De wedstrijd, die eindigt in een 2-1 zege voor de thuisploeg, valt me een beetje tegen. Van spelers van een reserveteam van clubs uit de Primera División mag je toch wel wat meer verwachten dan wat de talenten van Valencia en Espanyol ons voorschotelen. Ik zie de nieuwe Pablo Aimar of Ivan de la Peña er niet tussenlopen. Enige gedenkwaardige is de melding van de Futbology-app dat de Ciudad Deportiva de Paterna het 850e voetbalstadion is dat ik heb bezocht. Voor wat het waard is.
We houden het enkele minuten voor het einde al voor gezien, omdat we tot 21.00 uur de tijd hebben om onze tickets voor de Nations League-kraker van morgenavond af te halen. We moeten daarvoor naar Club Mya, gevestigd in het futuristische Museu de les Ciencies , helemaal aan de andere kant van de stad. De Ubervhauffeur die voor deze 18 kilometer lange rit wordt opgetrommeld, verschijnt wel. Morgenmiddag tussen 13.00 en 17.00 uur bestaat er een tweede mogelijkheid om de wedstrijdkaarten in ontvangst te nemen, maar dan zitten we – als alles goed gaat – bij de wedstrijd Levante – Castellon. Dat gaat ‘m dus niet worden.
Nou heb ik van de KNVB sowieso al geen al te hoge dunk, maar de uitsmijter-types die ze hebben ingehuurd bij de afhaallocatie maken het wel erg bont. Om van de ingang naar de balie te mogen lopen waar KNVB-medewerkers met de kaarten staan verlangt een van de heren dat ik hem het omwisselbiljet toon. Omdat ik dat op m’n mobiel heb staan, moet ik het eerst even opzoeken. Dat gaat hem blijkbaar niet vlot genoeg. Hij begint daarop in het Spaans tegen me te schelden. Jerommeke verkeert duidelijk in de veronderstelling dat ik evenals de meeste Nederlanders geen Spaans versta. Kus lekker m’n cojones, cabron! Het moet toch zeker niet gekker worden.
Na het in ontvangst nemen van onze kaarten taaien Erik en ik zo snel mogelijk weer af. Voordat het té gezellig dreigt worden met de aanwezige Oranjesupporters, kunnen we ons maar beter gauw uit de voeten maken. Zelfs DJ Remco is ingevlogen. Nou dan weet je het wel…