
Achter de bal aan (119/1): Pristina
Dinsdag 8 juli 2025
Ik heb tot dusverre het voorrecht genoten om in 46 landen bij voetbalwedstrijden op de tribune te mogen zitten. De komende anderhalve week hoop ik een magische grens te overschrijden. Tijdens mijn elfdaagse tour door de Balkan ben ik voornemens landen 47, 48, 49 en 50 af te strepen. Te beginnen in Kosovo met een duel in de eerste voorronde van de Champions League tussen FC Drita en oude bekenden uit Deifferdeng, Luxemburgs kampioen en bekerwinnaar van het afgelopen seizoen.
Het voornemen om zowel de nog niet bezochte delen van het voormalige Joegoslavië als Albanië te bezoeken bestaat al langer. Vorig jaar gooide het EK in Duitsland roet in het eten. Ditmaal staat niets in de weg om in aansluiting op Bosnië en niet te vergeten Herzegovina nu ook wat potjes mee te pikken in de resterende deelrepublieken uit het uiteengevallen land van maarschalk Tito
Mijn Balkantrip gaat nochtans enigszins stroef van start . De vliegduur vanuit Gelsenkirchen-Oost naar Kosovo duurt normaal gesproken iets meer dan twee uur. Op deze zomerse dinsdag moet het vertrek worden uitgesteld. Omdat iets van het systeem van de Airbus 321 van Wizzair niet helemaal naar behoren functioneert, zoals de melding vanuit de cockpit luidt, moet ik tezamen met bijna 230 medepassagiers langer dan een uur aan boord wachten totdat het euvel verholpen is. Om 10.43 uur gaan we eindelijk de lucht in. Tegen kwart voor 1 volgt de landing op Pristina International Airport Adem Jashari.
Het is wel lekker dat daar voor de verandering geen sprake is van onnodig gestress. Mijn paspoort wordt door de dienstdoende douanier aandachtig bekeken en goed bevonden. Na toegang te hebben gekregen moet ik alleen bijna drie kwartier wachten op een bus naar het centrum van Pristina. Lijn 1A rijdt slechts om de twee uur. Komt in dit geval overigens wel goed uit. Kan ik in de tussentijd wat eten. Voor 3,30 euro doe ik me tegoed aan een burek, een lokale specialiteit. Vlees in bladerdeeg. Een blikje Coca-Cola kost slechts 1,60 euro. Zo’n prijs mag je anno 2025 voor vliegveldbegrippen gerust spotgoedkoop noemen.
De prijs van de ruim 16 kilometer lange en ruim drie kwartier durende busrit naar het centrale busstation van de hoofdstad is met 3 euro eveneens aan de schappelijke kant. Betalen hoeft niet bij de chauffeuse. Na vertrek vanaf het vliegveld komt een heuse conductrice de verschuldigde reissom innen bij de passagiers. Pristina telt zo’n 230.000 inwoners. Op de weg is het een drukte van belang. Op sommige stukken komt de bus slechts stapvoets vooruit. Ondanks dat het nog vroeg op de middag is staat het verkeer behoorlijk vast. De uitlaatgassen hebben vrij spel. Waar is Extinction Rebellion wanneer het zich eens werkelijk nuttig kan maken?
Na een bustocht van bijna 50 minuten bereiken we het stacioni autobuseve Prishtinë. Ouwe meuk. Het oogt er tamelijk chaotisch. Aan het loket in de vertrekhal slaag ik desondanks zonder veel moeite om een kaartje voor de bus te regelen naar Shkup, zo luidt de Albanese benaming van Skopje. Morgen reis ik verder naar de hoofdstad van Noord-Macedonië. De overige bustochten die ik de komende dagen ga maken, heb ik al bij Flixbus geboekt. Dit was de enige die niet online boekbaar was. Bijna elk uur rijdt er wel een bus vanuit Pristina naar Skopje. In minder dan twee uur ben je ter plaatse. Ik vertrek om 12.30 uur. De ticketprijs bedraagt slechts 9 euro. Ook dat is niet duur.
Aansluitend wandel ik door de drukke straten van Pristina naar mijn hotel voor de komende nacht. Aangezien ik mijn digitale routeplanner niet kan gebruiken omdat Kosovo buiten mijn bundel valt-, klamp ik her en der willekeurige passanten aan om in m’n beste Albanees de weg te vragen. Niet ver van het standbeeld van de voormalige Amerikaanse president Bill Clinton doemen de lichtmasten van het Fadil Vokrri stadion al op. Hotel Uniluxury ligt er pal tegenover. Dat heb ik van tevoren uitgedokterd. Met dank aan Booking.com.
Ik kijk vanaf m’n balkon uit op de hoofdtribune van de nationale voetbaltempel van de afvallige republiek van etnische Albanezen die zichzelf in 2008 onafhankelijk verklaarden van Servië. Om bij de bijna 14.000 plaatsen tellende arena te komen hoef ik enkel de drukke weg over te steken die mijn tijdelijke onderkomen scheidt van het stadion. Dat ik na het oversteken van een afgesleten zebrapad vanwege een opengebroken trottoir via een tamelijk steil hellinkje moet afdalen naar de stadionparkeerplaats, neem ik op de koop toe.
Voor het lieve sommetje van 10 euro schaf ik tijdens een korte bezichtiging vooraf meteen een kaartje aan. Op de website van FC Drita stond dat er voor het dubbele van dat bedrag VIP-tickets met inbegrip van catering (!) te koop zijn, maar daar kan de oude baas die de toegangsbewijzen aan de man brengt me niet aan helpen. Helaas. Ik had me stiekem al verheugd op een avondje tussen hoogwaardigheidsbekleders uit Pristina en het bijna 50 kilometer zuidoostelijk gelegen Gjilan, waar de landskampioen vandaan komt.
Omdat het Fadi Vokrri als enige Kosovaarse voetbalstadion aan de UEFA-normen voldoet wijken alle Europacupdeelnemers uit het land noodgedwongen uit naar wat normaal gesproken de thuisbasis is van FC Prishtina.
Zo vertonen de komende week twee andere Kosovaarse clubs er op Europees vlak hun kunsten. Donderdagavond is het de beurt aan KF Malisheva tegen het IJslandse Vikungur. Over negen dagen treedt FC Prishtina een tegen het roemruchte Sherrif Tiraspol uit Transnistrie. Beide Kosovaarse grootmachten gaan proberen de volgende ronde te bereiken in de Conference League.
Hoe lastig Kosovaarse clubs het buitenlandse tegenstanders kunnen maken ondervond Feyenoord al eens. Vier jaar geleden ontdeden de Rotterdammers zich in de tweede kwalificatie ronde voor de Conference League slechts met pijn en moeite van FC Drita. Na de 0-0 in het Fad Vokrri waren drie goals van Guus Til noodzakelijk om de Nederlandse topclub in de Kuip met 3-2 langs de nietige Kosovaren naar de volgende ronde te loodsen. Tien maanden later stond datzelfde Feyenoord nota bene in Tirana in de finale tegen AS Roma. Zo raar kan een balletje soms rollen. Ook het Air Albania Stadion hoop ik volgende week donderdag als afsluiter van mijn Balkantrip aan te doen.
Het bijwonen van een Europese confrontatie tussen clubs uit Kosovo en Luxemburg is voor mij persoonlijk trouwens evenmin een primeur. Twee jaar geleden zag ik Progres Niederkorn in het Parc des Sports van Differdange al eens met 2-2 gelijkspelen tegen SC Gjilani. Daaruit blijkt maar eens hoe klein mijn voetbalwereld is. Ik kom nog weleens ergens.
Het wedstrijdbezoek op de huidige, zwoele zomervond begint met een tot vervelens toe terugkerend ritueel. Zelfs in Kosovo behoort het fouilleren bij de standaardprocedures voorafgaand aan voetbalwedstrijden. De vier in gele hesjes gestoken heren bij de toegangspoort tot de sectoren P3, 4 en 5 vinden bij hun inspectie echter niets dat niet mee naar binnen mag. Ik heb geen items bij me die de openbare veiligheid in gevaar kan brengen. Zoals gebruikelijk.
Het stadion valt me niet tegen. Het bestaat uit een tamelijk grote – en hoge – hoofdtribune. Het is het enige deel dat overdekt is. In de rest van de arena moeten de toeschouwers rekening houden met een nat pak wanneer het onverhoopt regent. Nou hoeft men zich vandaag niet te bekommeren om een verfrissende bui. Veel mensen die weleens doorweekt zouden kunnen raken, zitten er trouwens ook al niet wanneer de Turkse scheidsrechter om klokslag 8 uur het startsein geeft voor het spektakel.
Enkel op de lange zijde, waar de harde kern uit Drita een plekje heeft bemachtigd, zitten drie vakken helemaal vol. Om mij heen op de hoofdtribune bevinden zich eveneens de nodige pukjes mensen. De blauwe en witte kuipjes achter beide goals blijven zonder uitzondering leeg. Twee ’torens’ in de hoeken van de hoofdtribune wekken mijn opmerkzaamheid. Ik stel me voor dat de beter bedeelde Kosovaar vanuit deze toch wel opvallende bouwwerken onder het genot van een hapje en een drankje de wedstrijden kan bekijken. Verschil moet er immers wezen. Hier misschien nog wel meer dan bij ons in Nederland.
De Ultras van Drita maken goed op zich opmerkzaam. Een mannetje of 40, 50 sterk. Kort na het begin van het duel steken ze zowaar enkele rookbommen af. Zingen kunnen ze als de beste. Ze voorzien hun helden binnen de lijnen onafgebroken van vocale steun. Welgeteld drie supporters uit het Groothertogdom hebben de dubbelwinnaar uit Deifferdeng naar de Balkan vergezeld. Het trouwe trio zit enkele rijen voor me. Hopp, ihr Roten!
De catering is niet bepaald van Champions League-niveau in het Fadil Volkrri. Frisdrank is het enige waaraan de dorstige voetballiefhebber zich kan laven. Voor een plastic bekertje Coca-Cola met ijsklontjes wordt 2 euro in rekening gebracht. Verder laat de organisatie de aanwezigen verhongeren. Een vette hap is nergens verkrijgbaar.
Ik constateer dat voetbal vooral een mannensport is in Kosovo. Veel dames zitten er niet op de tribunes. Helaas. Wat ik eerder in de stad op straat zag rondlopen, mag ik als fijnproever toch gerust van een beduidend hoger niveau noemen dan het niveau van de wedstrijd. Dat ze schitteren door absentie komt waarschijnlijk niet omdat de dames thuis op de kinderen moeten passen. Kleine Kosovaartjes zie ik namelijk wel volop. Die hoeven morgen waarschijnlijk niet naar school toe. Voor de goede orde ga ik er maar vanuit dat ook hier de zomervakantie inmiddels begonnen is
Qua orde beleven de vele stewards sowieso een rustige avond. Van enige agressie onder de hooguit 2000 aanwezigen is geen sprake. Slechts één keer hoeft iemand van de security in te grijpen. Dat is wanneer een of andere onverlaat een sigaret heeft opgestoken. Zo hebben de ordehandhavers toch nog iets om zich druk over te maken.
Het is sowieso prima uit te houden in het stadion. Al voor het rustsignaal mag de hemel boven Pristina dan al wel helemaal donker zijn gekleurd, in m’n T-shirtje en m’n korte broek zing ik het wel uit. Het doet me denken aan toen ik met zekere regelmaat in Cuba kwam en drie keer in de week in het Estadio Latinoamericano in Havana bij het honkballen zat. Alweer ruim een kwart eeuw geleden.
Anderhalve maand nadat ik het in het Stade de Luxembourg de nationale beker zag winnen zie ik FC Differdange 03 de typische 0-0 wedstrijd van vanavond met 1-0 verliezen. Al zegt het weinig over de uitgangspositie voor de return van volgende week. De Champions League gaat zowel Deifferdeng als Drita niet winnen, zoveel staat wel vast. Wanneer clubs van het kaliber PEC Zwolle of NAC zich zouden inschrijven voor de Kosovaarse of Luxemburgse competitie, dan zouden ze elk jaar meedoen om de landstitel en Europa in mogen. Ze zijn in elk geval lekker bezig. Ze doen hun stinkende best en het houdt ze van de straat. En mij ook.
Wat me wel een beetje tegenvalt is dat de Luxemburgse spelers na afloop niet eventjes de drie meegereisde supporters bedanken. Een kleine moeite, lijkt me zo. Blijkbaar is zelfs dat al teveel gevraagd van de heren.