
Achter de bal aan (119/3): Skopje
Donderdag 10 juli 2025
De tweede wedstrijd die ik bijwoon tijdens mijn verblijf op de Balkan betreft het eerste duel in de eerste voorronde van de Conference League tussen FK Vardar en La Fiorita uit San Marino. Het zorgt voor een passende en vurige afsluiting van een niet alledaagse kennismaking met een bijzondere Europese hoofdstad.
Ik logeer midden in het centrum van Skopje. Vanuit het raam zie ik het gedenkhuis voor moeder Teresa. Samen met Alexander de Grote geldt de winnares van de Nobelprijs voor de Vrede van 1979 waarschijnlijk als grootste Macedoniër aller tijden. De veroveraar uit de Griekse oudheid is zelfs vandaag de dag alom present. Zijn standbeeld staat enkele honderden meters verderop. Op Macedonia Square, het centrale plein van de stad, stijgt de liefst 23 meter hoge Alexander-versie op zijn steigerende ros boven alles en iedereen uit. Warrior on a horse, heet het beeldbouwwerk officieel.
Als ik heel eerlijk mag zijn, houdt mijn kennis van BM’ers bij het illustere tweetal Moeder Teresa en Alexander de Grote wel zo’n beetje op. Aan voormalig FC Groningen-held Milko Djurovski, die aan het begin van de ’90 het Oosterpark in vervoering bracht, bewaar ik eveneens mooie herinneringen. De onberekenbare aanvaller van weleer stamt ook uit het huidige Noord-Macedonië. Zijn wieg stond in Tetovë. Juist ja, de plaats waar ik gisteren met de bus moest overstappen. En dan hebben we uiteraard Alek Aleksov nog. Die ken ik zelfs persoonlijk. De roots van de libero van Draisma Dynamo liggen ook in dit land. Maar verder, moet ik tot m’n schaamte bekennen dat ik niet zo goed thuis ben in wat hier zoal aan toptalent is geboren en getogen.
Het hele centrum staat er nochtans vol mee. Ik denk dat je Skopje gerust een monumentale stad mag noemen. Ik kan me nauwelijks voorstellen dat er elders op de wereld andere steden zijn waar zoveel grootheden uit het roemruchte verleden op een voetstuk zijn geplaatst als uitgerekend hier aan de oevers van de Vardar. Wie zich ooit nog eens geroepen voelt om onze eigen Nederlandse beeldenstorm uit 1566 in de hoofdstad van Noord-Macedonië te herhalen, mag wel extra personeel inhuren. Het zijn er ruim 120 op een betrekkelijk klein oppervlak. En allesbehalve pietluttige beeldjes. De beeldentuin van Van Ee uit Garderen valt er volledig bij in het niet.
Al die indrukwekkende staturen doen misschien historisch aan. Het merendeel staat er pas sinds een jaar of tien. Om het hart van de in 1963 door een zware aardbeving deels verwoeste stad enig aanzien te geven zadelde een gouvernementeel project uit 2014 Skopje op met een beeldentuin die z’n weerga nauwelijks kent – plus een aanzienlijke kostenpost. Kitscherig of niet, persoonlijk vind ik het wel wat hebben. Ik ben we een liefhebber van standbeelden. Puur een kwestie van smaak. Al blijft natuurlijk de vraag of de honderden miljoenen die zijn gespendeerd om dit prestigeproject te bekostigen niet zinvoller hadden kunnen worden besteed in deze zeker niet welvarende natie.
Zo kan er bijvoorbeeld bij de nationale Arena Toše Proeski, een kilometer of anderhalf verderop langs de rivier, wel wat gedaan worden aan achterstallig onderhoud. Van buiten lijkt de oude betonbak wel wat op het Olympisch Stadion in Amsterdam voordat dat gerenoveerd werd. Hier en daar een likje verf zou de boel wel wat opfleuren, constateer ik tijdens mijn inspectie op de ochtend voor het titanengevecht tussen Vardar en San Fiori.
Als ik er zo’n elf uur voor de aftrap rondwandel, duidt nog weinig erop dat er om 20.30 uur gestreden gaat worden voor een plekje in de tweede ronde van de Conference League. Er staan veel auto’s geparkeerd rondom het nationale voetbalstadion, dat in de Noord-Macedonische competitie gedeeld wordt door de lokale grootmachten Vardar en Rabotnicki. Bij de door het aangrenzende Park City Hotel gesponsorde Football Academy zijn talenten in het rood en zwart van Vardar aan het trainen. Het trainingscentrum van de buren aan de andere kant van het stadion ligt er nagenoeg verlaten bij. Alleen een oude greenkeeper is er met een tuinslang in de weer om het gras groen en bespeelbaar te houden.
De Арена Тоше Проески, volgens de cyrillische spelling, bevat 36.400 plaatsen. Die zullen bij de wedstrijd ongetwijfeld niet allemaal bezet zijn. Ik ga er voor de goede orde maar vanuit dat er vast en zeker nog wel een plekje voor mij vrij zal zijn. Maar dat is van later zorg.
Nu ik er toch ben, neem ik uiteraard de gelegenheid te baat om de Stone Bridge over te steken naar het Islamitische deel van de stad. In de smalle straatjes van de oude bazaar heerst rond het middaguur een gezellige drukte. Terrassen zitten redelijk vol. En wie een boodschap moet doen, is hier aan het juiste adres. Het reilen en zeilen toont volop overeenkomsten met hoe het er aan toegaat op de bazaars in Sarajevo of het Turkse deel van de Cypriotische hoofdstad Nicosia, twee steden waar ik afgelopen jaar ben wezen buurten. Qua omvang lijkt me de bazaar van Skopje zelfs een stukje groter. Het bruist er evenzeer als in Kadiköy, de wijk in Istanbul waar Fenerbahçe is gehuisvest.
Aangezien het me nog te vroeg is voor een broodje Döner, bezondig ik me aan een ijsje. In tegenstelling tot in Nederland is dat in de moslimwijk van Skopje wel betaalbaar. Voor twee bolletjes vanille-ijs ben ik 120 denar kwijt, omgerekend 2 euro. Voor dat soort bedragen valt er tegenwoordig in het gave land van de Secretaris Generaal van de NAVO weinig meer te likken. Alles is hier trouwens goedkoper dan bij ons. Maar voor welk Europees land geldt dat tegenwoordig nu niet?
Hetzelfde is van toepassing op mijn kaartje voor de wedstrijd tussen FK Vardar en SP La Fiorita. Ruim een uur voor aanvang tik ik aan de kassa van de Toše Proeski Arena 300 MKD af, afgerond 5 euro. Het betreft dan misschien niet de meest aansprekende clubs van Europa, maar er bestaan amateurverenigingen in Nederland die voetballiefhebbers meer in rekening brengen om een ordinair competitiepotje te laten bijwonen. Ik ontvang een ticket voor ’the middle’ van de tribune.
Vardar gooit trouwens maar twee stadiondelen open voor de wedstrijd van vanavond. De lange zijde waar ik plaatsneem en het vak achter de goal voor de Komiti Skopje, de eigen harde kern. Manschappen van de Noord-Macedonische oproerpolitie zien toe dat het betreden van het stadion ordentelijk verloopt. Aan de kant waar de in zwart gehulde troepen van de meest fanatieke supportersschare naar binnen gaan staan trouwens beduidend meer ME’ers dan bij de ingang waar ik me meld. De ooit met Schalke 04 bevriende Vardar-aanhang – ik durf niet te zeggen of die band nog altijd zo hecht is – brengt een tamelijke grote groep op de been. Een legioen van Europees topniveau in de kwalificatieronde van de Conference League.
Van buitenaf gezien kan het stadion dan wel een opknapbeurt gebruiken, eenmaal binnen heeft het zeker allure. Zelfs nu het bij lange na niet volloopt, straalt het nationale stadion dankzij het boogdak en vooral de rode en gele zitjes best wel wat uit. Enige dissonant is feitelijk de blauw gekleurde atletiekpiste, die om het speelveld heenloopt, en in menig opzicht een behoorlijke afstand tussen toeschouwers en spelers schept. Toeschouwers zitten in het Toše Proeski wel een eindje van het veld af.
Ik baal wel van dat er voor aanvang niets te drinken te koop is binnen de stadionmuren. De stadioncatering heeft alleen pinda’s en noten in de aanbieding. Pas in de rust is er een dorstlesser voorradig. Ik verkeer eerst in de veronderstelling dat er cola in de plastic bekertjes zit. Het blijkt echter iets van zwartebessensap te zijn. Met 100 MKD is het spul voor lokale begrippen behoorlijk prijzig, iets van 1,70 euro. Toch weet ik zeker dat bij Nederlandse Europacupdeelnemers de drankprijzen aanzienlijk hoger liggen.
Bijna op de dag af drie jaar geleden ben ik in Esch-sur-Alzette getuige geweest van de allereerste uitoverwinning van een voetbalclub uit San Marino in Europees verband ooit. Wat Tre Firori op die legendarische 7 juli 2022 flikte bij Fola Esch (1-0 winnen), weten de landgenoten van La Fiorita vanavond niet te herhalen. Ondanks dat de San Marinezen (of zijn het San Marino’ers?) in de eerste 45 minuten redelijk eenvoudig op de been blijven, maakt de elfvoudige Noord-Macedonische landskampioen na rust korte metten met de part-timers uit het door Italië ingeklemde dwergstaatje. Een standbeeld levert het ze niet op. Door de afgetekende 3-0 overwinning lijkt de return van volgende week in San Marino wel een formaliteit voor Vardar.
Vijf minuten voor einde gooien Komiti-leden van onder een groot spandoek brandende fakkels op de tartanbaan. Tevens brengen de explosieve heren, niet voor het eerst trouwens tijdens de wedstrijd, zwaar vuurwerk tot ontploffing. De scheidsrechter laat verder spelen. Je kan er vergif op innemen dat het vurige gedrag van de meest vurige supporters de club uit Skopje binnenkort op een gepeperde boete van de UEFA komt te staan.