
Achter de bal aan (119/7): Podgorica
Maandag 14 juli 2025
Behalve berusting is er inmiddels ook sprake van een zekere gewenning. Ik kan me er wel druk om gaan maken, maar ik kan er helaas weinig aan veranderen dat ook de busrit van Tirana naar Podgorica weer gepaard gaat met een behoorlijke vertraging. In tegenstelling tot de voorgaande twee gelegenheden zit het oponthoud ‘m ditmaal vooral in het te late vertrek.
Om het zekere voor het onzekere te nemen pak ik al om half 9 de bus naar de East Gate Terminal van Tirana. Een uur en twintig minuten voor het geplande vertrek van 10.15 uur ben ik al ter plekke. Ik heb dus alle tijd om eerst rustig te ontbijten in een van de restauraties op het busstation. Met een heerlijk broodje hamkaas achter de kiezen ben ik er helemaal klaar voor.
Op het geplande tijdstip van vertrek staat er wel een 30-tal mensen te wachten die graag naar Montenegro willen. Er is echter een klein probleempje: de bus die ons daar naartoe moet brengen ontbreekt. Toch vrij essentieel om op de plek van bestemming te komen. De communicatie naar de reiziger toe is waardeloos. Er hangen weliswaar overal prachtige informatieschermen, alleen staat daar niets op. Aan omroepberichten doen ze ook al niet.
Pas om tien voor 11 komt een witte touringcar van Jadran Ekspres uit Kotor aangereden. De bus heeft al een reis vanuit Durres achter de rug. Nou zou je denken dat het dan een kwestie is van de wachtenden inladen en huppakee het gas erop. Maar nee hoor, voordat de chauffeur alle bagage in het ruim van zijn bus heeft gestouwd en daarvoor 2 euro per bagagestuk heeft geïncasseerd, verstrijken opnieuw meer dan twintig minuten. Al met al vertrekt de bijna volledig gevulde bus 1 uur en 7 minuten later dan gepland.
Ging de busreis twee dagen geleden vanuit Noord-Macedonië grotendeels door woest en bergachtig terrein, vandaag blijven we dichter bij NAP. Sneller gaat het daardoor allerminst. Bij aankomst in Shkoder loopt de bus ruim achter op schema. In de enige halteplaats voor de Montenegrijnse grens ontstaat er een heel gedoe tussen twee passagiers en een pipo die kaartjes komt controleren over dat het tweetal z’n ruimbagage niet zou hebben afgerekend. De hoeveelheid nieuwkomers die aan boord komt, zorgt voor een bijkomend probleem. Er zijn niet voldoende zitplaatsen voor iedereen. Hierdoor moet een jongen noodgedwongen plaatsnemen op het trapje bij de wc.
Waarom een busreis van 158 kilometer meer dan vijf uur moet duren, wordt duidelijk bij de grens. Voor we Albanië uitmogen zijn we alweer 50 minuten verder. Alle passagiers moeten de bus verlaten en een voor een aan een douaneloket hun paspoort laten zien. Het wachten in de buitenlucht is geen pretje in de zengende hitte met een temperatuur van ruim boven de 30 graden. De vrees dat de ongein zich aansluitend aan Montenegrijnse kant herhaalt, blijkt ongegrond. Een jongedame van de grenspolitie komt de bus in voor een check van alle reisdocumenten. Binnen vijf minuten staat ze weer buiten en kunnen we onze reis vervolgen. Zo kan het dus ook.
Al met al blijft het opgelopen tijdverlies redelijk binnen de perken. Tien over half 5 stap ik uit op het busstation van Podgorica. Nou, dat merk ik wel. Ik krijg meteen een klap van de warmte. Liefst 36 graden geeft de thermometer bij de stationsapotheek aan. M’n hotel ligt naast het busstation. Het eerste wat ik doe nadat ik er heb ingecheckt, is een koude douche nemen om de vermoeienissen van de reis weg te spoelen.
In diverse reisvideo’s die ik voor vertrek uit Nederland op internet heb bekeken, wordt Podgorica wel omschreven als ‘meest saaie hoofdstad van Europa’. Bruisen doet het inderdaad allerminst wanneer ik me na zessen op straat waag om uit te vinden hoe ik bij het stadion Pod Goricom moet komen. Dat ik wel een kanon kan afschieten, dat winkels al dicht zijn en dat ik bijna niemand tegenkom, kan ook heel goed met de tropische temperatuur te maken hebben. Zelfs de meest doorgewinterde Montenegrijn gaat niet voor z’n lol naar buiten wanneer je er bijna gaar wordt.
Bij het stadion, dat op ruim twee kilometer van Hotel Terminus ligt, heeft zich een rij gevormd voor het ticketoffice. Tussen 19.00 en 21.00 uur vindt er kaartverkoop plaats voor de returnwedstrijd in de eerste voorronde voor de Champions League waarin FK Bodućnost morgenavond de 1-0 achterstand uit de heenwedstrijd bij de Armeense titelhouder FC Noah ongedaan moet zien te maken. Ik sla meteen toe. Behalve voor mezelf koop ik een kaartje voor Erik, die ook deze kant opkomt en in de ochtenduren vanuit Dortmund naar Podgorica vliegt. Voor welgeteld 5 euro zitten we op de eerste rang. Dat zijn nog eens prijzen.
Ik krijg de indruk dat Bodućnost wel leeft leeft ter plaatse, hoe saai het hier dan ook moge zijn. Op tal van muren hebben supporters hun creativiteit de vrije loop gelaten. Wel geinig is dat de zebrapaden in de buurt van het stadion in de blauwwitte clubkleuren beschilderd zijn. Een ander pluspunt scoort de plaatselijke Burger King. Bij mijn beker Cola krijg ik een authentiek plastic rietje. Niet zo’n smerig, milieuvriendelijk kartonnen onding. Waar zie je dat tegenwoordig nog?
Hoe Podgorica verder in de smaak valt en of het echt zo saai is zoals wordt beweerd, daar heb ik een hele dag de tijd voor om dat te ontdekken. Een ding staat bij voorbaat vast: het wordt hoe dan ook flink zweten. Naar verluidt wordt het nog warmer dan vandaag.