Erwin Sikkema zet bij bekerhouder Dynamo een compleet nieuw team in de steigers: ‘In Duitsland liggen de budgetten tien keer hoger dan bij ons’

door | 6 oktober 2025

Het veroveren van de nationale beker betekende voor de volleybalsters van Dynamo de allereerste hoofdprijs ooit. Met een bijna geheel nieuw team mag trainer Erwin Sikkema de komende maanden proberen die prestatie te evenaren of misschien zelfs wel te overtreffen.

Bij de officieuze seizoensopening kan de Apeldoornse bekerhouder zondag in Sneek meteen de eerste prijs van het nieuwe volleybaljaar in de wacht slepen. Sikkema zag steunpilaren als Jet Kok, Suus Gerritsen (allebei naar de Duitse kampioen Schwerin), Sanne Konijnenberg (VC Wiesbaden), Dagmar Mourits (Pittsburgh University) en aanvoerster Fleur Kleine Schaars (gestopt) vertrekken. Het duel om de Supercup noemt hij de eerste graadmeter voor zijn grondig gerenoveerde en verjongde selectie.

“Eigenlijk komt die wedstrijd te vroeg. Het dwingt ons om nu al een basis neer te zetten. Wat niet wegneemt dat ik die Supercup wel belangrijk vind. Als je zegt dat je ‘m niet wilt winnen, dan kun je beter thuisblijven”, duidt de oefenmeester uit Hoogezand, die aan zijn tweede seizoen bij Dynamo begint, erop dat zijn in opbouw zijnde formatie zeker niet voor spek en bonen naar Friesland afreist voor de confrontatie met landskampioen Sneek.    

Recente oefenduels tegen opponenten uit de Bundesliga bevestigden niet alleen de nieuwe status als ‘Pokalsieger’, ze drukten de Apeldoornse equipe tegelijkertijd met de neus op de feiten. “Ik vind het mooi dat een club als Aachen ons uitnodigt om daar te komen spelen. Het zat behoorlijk vol in die hal. Ze hebben er zelfs een echte harde kern. Met trommels en verlichting. Zo kennen wij dat in Nederland helemaal niet. Met Aachen, Münster en Wiesbaden, de andere Duitse clubs tegen wie we in de voorbereiding speelden, praat je niet eens over de Duitse top. Ik heb het eens nagevraagd, maar ze hebben daar een budget dat wel tien keer zo hoog ligt als bij ons. Daarom moet je ook accepteren dat speelsters tussen 18 en 24 jaar naar Duitsland vertrekken. In Nederland is volleybal gewoon een hobby”, noemt Sikkema een wezenlijk verschil in financiën, professionaliteit en beleving met clubs uit andere landen.

Zelf zit de onlangs 60 jaar geworden trainer wekelijks ruim 1500 kilometer achter het stuur om in Omnisport de trainingen te kunnen leiden. Voor de jonkies in zijn selectie is het de komende maanden vooral zaak om zoveel mogelijk vlieguren te maken.

“Dit is een team in ontwikkeling. We hebben goed doordacht hoe we het in elkaar willen zetten. De speelsters weten wat er van hen wordt verwacht. Qua persoonlijkheden, techniek en tactiek past dit team goed bij elkaar. Alles wat we dit jaar winnen, nemen we mee naar volgend jaar”, hoopt Sikkema dat zijn talenten de komende maanden een dusdanige progressie boeken dat ze in het voorjaar van 2026 met meer ervaren teams als Sliedrecht Sport, Sudosa of Apollo 8 kunnen wedijveren om de prijzen in eigen land.

Op social media zetten de Dynamovrouwen zichzelf met ruim 8000 volgers al nadrukkelijk op de kaart. Eind oktober mogen ze zich na een halve eeuw absentie zowaar weer meten op het continentale podium. “In de Europa Cup willen we in elk geval wel laten zien wie we zijn. Met de kampioen van Tsjechië hebben we zeker geen makkelijke tegenstander geloot. Het is allemaal een tandje hoger. Dat hebben we tegen die Duitse clubs al kunnen zien. Dan sta je tegenover professionals die twee keer per dag trainen. Daarin moesten we op onze tenen lopen. Al houdt het absoluut niet in dat we die Europa Cup gaan aanpakken als een uitje. Dit zijn wel de wedstrijden waarvoor je aan het volleyballen bent”, verduidelijkt de Groninger.

De bestuurlijke onrust waaronder Dynamo afgelopen zomer gebukt ging, liet Sikkema volledig langs zich heen gaan. “Daar bemoei ik me helemaal niet mee. Mijn enige zorg is het team.”

De Stentor donderdag 2 oktober 2025

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *