Achter de bal aan 122/3: Malta
Donderdag 9 oktober 2025
Match Day. Ondanks een afgetekende 4-0 Oranjezege wordt de WK-qualifier Malta – Nederland een wedstrijd om gauw te vergeten. Het kost de heren vedetten van het Nederlands elftal zichtbaar moeite om zich op te laden voor dit vervelende tussendoortje richting het WK van volgend jaar.
Het uitzicht vanaf het dakterras op de zevende verdieping van het Plaza Regency Hotel is werkelijk adembenemend. De blauwe zee. De skyline van St. Julian’s. Het kan zo gekopieerd zijn uit een sprookjesboek. Hier valt werkelijk niets fakes aan te ontdekken. Dit is doodgewoon de stralende werkelijkheid van een zonnige oktoberdag op Malta. Het is jammer dat de hoteldirectie het zwembad in het najaar tot no go area verklaart, anders sluit ik niet uit dat ik een heerlijk verfrissende duik had genomen. Het weer is er absoluut naar. Op z’n tijd kan het leven best mooi zijn.
Het is natuurlijk al een poosje geleden dat ik het eiland heb bezocht, maar het is wel duidelijk dat ze de afgelopen 35 jaar alles behalve stil hebben gezeten. Vanuit de overvolle bus op weg naar Valletta ontdek ik weinig herkenningspunten. Langs de promenade in Sliema is er het nodige opgestapeld. En duidelijk is dat ze nog lang niet uitgebouwd zijn aan the waterfront. Op talrijke plekken staan nieuwe bouwwerken in de steigers en torenen hijskranen hoog boven het oppervlak uit.
In de monumentale binnenstad van Valletta is wel veel bij het oude gebleven. Achter de hoge stadsmuren leeft een bewogen verleden op velerlei manieren in het heden voort. De toeristen stromen vanuit alle winstreken toe om zich er onder te dompelen in de Arabische, Italiaanse en Britse invloeden die de Maltese geschiedenis tot een uiterst boeiende mix maken. Volgens Wikipedia telt de hoofdstad slechts 7000 inwoners. Rond het middaguur wandelt een veelvoud daarvan door het levende openlucht museum. Je kan er bijna over de hoofden lopen. Zo druk is het er.
Het ticket collection point van de KNVB is in St. Julian’s, in een kroeg genaamd de Tex Mex Bar. Een klein deel van de 1200 Oranjefans die het Nederlands elftal op deze aangename woensdag ondersteunen in het Ta’Qali stadion heeft er zich verzameld. De Hollandse hits dreunen door de straten. Gauw het wedstrijdkaartje in ontvangst nemen en weer wegwezen dus. De mogelijkheid bestaat om je met speciale supportersbussen naar het stadion te laten vervoeren. Die kans laten we bewust aan ons voorbijgaan. Hoe minder tijd in de nabijheid van die clowns, des te beter dat is voor het gemoed. Me aan mensen ergeren kan ik in Nederland al meer dan genoeg. Daar hoef ik niet helemaal voor naar Malta te vliegen.
Het voornemen om met het lokale openbaar vervoer vanuit Sliema naar het nationale stadion Ta’Qali te gaan, lijkt in eerste instantie een strak plan. Dat de 11 of 12-kilometer lange busrit goedkoper is, is mooi meegenomen. De bushalte bevindt zich bovendien voor het hotel. Ideaal, zou je zo op het eerste gezicht denken. Ware het niet dat de geplande rit niet geheel volgens planning verloopt. Bus 202, die volgens de dienstregeling om18.05 uur richting Rabat dient te vertrekken, komt pas 25 minuten later opdagen. Dat vervolgens al het verkeer dat Sliema en St. Julian’s uitgaat muurvast staat, vertraagt de reistijd aanzienlijk. Bijna twee uur duurt het kleine rotstukje naar het stadion. Wanneer we waren lopen, hadden we er niet veel langer over gedaan…
Pas twintig minuten voor de aftrap arriveren we eindelijk in Ta’Qali. En alsof de frustratie vanwege al het oponthoud nog niet genoeg is opgelopen, trakteren de heren Oranjevedetten ons aansluitend ook nog eens op een zaadpot die het aankijken nauwelijks waard is. Naar internationale maatstaven gemeten kan je met een 4-0 overwinning in een uitwedstrijd prima thuiskomen. Het vertoonde spel van de grote leider Van Dijk en zijn volgelingen doet zeer aan de ogen. Een regelrechte kwelling. Uit pure verveling doen enkele wakkere heren een ‘Jannie-imitatie’ en lopen naar het voorbeeld van de Go Ahead Eagles-icoon uit Hellendoorn in gestrekte draf met een grote vlag van de ene kant van het Oranjevak naar de andere kant. Je moet tenslotte wat verzinnen om niet in slaap te vallen
Als de Maltese supporters en het verder muisstille Oranjevolk in al hun gezamenlijke schijtlolligheid samen de wave inzetten, dan weet je wel hoe laat het is. Wat een trieste bedoening. De 244e interland die ik bijwoon van het Nederlands elftal komt zeker niet in de Top-5 van de meest opwindende Oranjeduels die ik heb bijgewoond. Het is echt bedroevend dat de beste voetballers van Nederland het niet kunnen opbrengen om zo’n armzalige tegenstander compleet aan gort te spelen. De bezieling is beneden alle peil.
Na afloop hebben we mazzel dat we Hans tegen het lijf lopen. Die heeft de beschikking over een huurauto. Met hem kunnen we meerijden. Zijn hotel ligt niet ver van het onze. Het bespaart ons de onzekerheid om misschien wel tot diep in de nacht op een Uber of een reguliere taxi te moeten wachten. Het vertrek vanaf Ta’Qali gaat aanzienlijk sneller dan de aankomst. Een kwartiertje na het ingaan van het nacht ben ik terug op de plek waar de busreis naar de plek des onheils bijna zes uur eerder begon.
Zo kan ik nog enkele uren genieten van een welverdiende nachtrust. Vrijdagochtend om 8.20 uur staat het eerste deel van de terugreis naar Nederland gepland, naar Bergamo. Vandaar volgt later op de middag de aansluitende vlucht naar Eindhoven, de slotetappe van dit – ondanks de wedstrijd van vanavond – geslaagde vierdaagse uitstapje.
