
Achter de bal aan (118/2): Tallinn
Vrijdag 6 juni 2025
Match Day. Estland – Israël. Beveiligingspersoneel maakt weliswaar een ietwat zenuwachtige indruk bij de toch wel enigszins beladen WK-kwalificatiewedstrijd. Ondanks – een onopvallend – Pro-Palestina protest komt het in Tallinn gelukkig niet tot dezelfde beschamende taferelen als in februari in die tolerante stad van mevrouw Halsema.
De wedstrijd tussen Estland en Israël begint pas om 21.45 uur. We hebben zodoende een hele dag de tijd om de toerist uit te hangen. Tallinn is en blijft een mooie stad. Het historische centrum heeft wel iets van een openlucht museum. Het roemrijke Hanze-verleden is er op elke straathoek zichtbaar. Of het nou gaat om de oude stadswallen, het stadhuis op de Raekoja Plats, de Orthodoxe Alexander Nevski kathedraal, de Kiek in de Kök-toren of de Viru poorten, elke blikvanger ter plaatse draagt een geheel eigen geschiedenis met zich mee. Ik kom er nu voor de derde keer en blijf het een leuk dorp vinden.
Toeristen weten de Estse hoofdstad in groten getale te vinden, maar de massaliteit valt in het niet bij metropolen als Londen, Parijs, Berlijn of Barcelona. Wat vooral lekker is, is dat je er nauwelijks Nederlanders tegen het lijf loopt. Dat bespaart al op voorhand een hoop ergernis… Het heeft er alle schijn van dat EU-lid Estland veel van de lasten die we in West-Europa wel ervaren dankzij Frau Van der Leyen en haar clubje ontbeert. Van de uitwassen van Dublinse verdragen of spreidingswetten blijven de inwoners van Tallinn op het eerste gezicht redelijk gevrijwaard. Hier kan ik tenminste nog veilig over straat wandelen.
Qua openbaar vervoer kunnen al die geweldige plannenmakers in Den Haag ook nog wel wat opsteken van hoe het er in Tallinn aan toegaat. Voor omgerekend 3 euro kan ik de hele dag onbeperkt door Estse hoofdstad reizen. Bussen en trams rijden er rond met een behoorlijk hoge frequentie. Je hoeft nooit ergens langer dan een kwartier op een overstap te wachten. Dat staat toch wel in schril contrast met de almaar duurder wordende OV-tarieven in de heilstaat van de heren Timmermans en Jette.
Sinds mijn vorige bezoek bijna zes jaar geleden hebben ze Tallinn niet bepaald stilgezeten, zo blijkt. In de tussenliggende periode is er volop bijgebouwd. Moderne appartementencomplexen, kantoorgebouwen en winkelcentra zijn als paddenstoelen uit de grond geschoten. Door stikstofproblemen of remmende regelgeving, laat ondernemend Tallinn niet van de wijs brengen. De enorme shopping mall van Ülemiste, die is opgetrokken langs de weg naar het vliegveld, is daar mooi voorbeeld van. Bij ons in het dorp ontbreken faciliteiten van een dergelijke omvang.
Ülemiste Keskus herbergt meer dan 200 winkels onder één dak. Op minder dan 5 kilometer rijden vanuit het stadscentrum kan je er terecht voor al je boodschappen. Wie naar de film wil, kan er bij Apollo Kino zelfs een bioscoopje meepikken. Dat mijn favoriete kippenboer er ook zit, is helemaal mooi meegenomen. Aangezien mijn favoriete schnitzelrestaurant bij treinstation Baltijaam ten prooi is gevallen aan projectontwikkelaars en stadsvernieuwers, moet ik tenslotte ergens eten in Tallinn…
De hoofdmaaltijd van deze vrijdag blijft toch de WK-kwalificatiewedstrijd tussen Estland en Israël. Het enige onzekerheidje – een kaartje – wordt meteen na aankomst bij de Le Coq Arena verholpen. Als ruim twee uur voor aanvang het loket bij het stadion open gaat, kunnen we ons zonder moeite een wedstrijdticket bezorgen. Er is niets geen gezeur over identificatie of iets dergelijks. Het enige wat me moeten doen, is afrekenen. Dertig euro in dit geval. Voor een zitplaats op de lange zijde. Bovenste ring. Sector C12. Er zijn zowaar programma’s. Ook al een hele luxe tegenwoordig. Voor 2 euro extra maakt dat 44 pagina’s tellende fullcolour boekwerkje, dat tevens geldig is voor de op maandagavond gespeelde thuiswedstrijd van Estland tegen Noorwegen, m’n avond al voor de aftrap compleet.
Rond de klok van achten komen de spelersbussen aan. Eerst de thuisploeg. In één bus. Even later de Israeliers. In twee bussen. Één voor de spelers. Één voor de begeleiders. Bij de aankomst van de bezoekers maken enkele manschappen van het securitypersoneel een nerveuze indruk. Er zijn er nóg opgetrommeld dan gisteravond bij de training. Zoals eigenlijk wel viel te verwachten, gebeurt er niets.
Protest tegen het optreden van het Israëlische leger in Gaza komt er trouwens wel. Niet bij de bussen, maar op het fanplein aan de andere kant van het stadion. Welgeteld vijf activisten proberen de stadionbezoekers duidelijk te maken dat de vergeldingsacties van de Israëli’s op de terreurdaden van Hamas op 7 oktober 2023 alle grenzen van het toelaatbare te buiten gaan. Met een Palestijnse vlag en borden met de tekst No games with oppressor en Fuck Israël probeert het vijftal aandacht te krijgen. Het overgrote merendeel van de Estse voetballiefhebbers dat richting stadion wandelt is meer geïnteresseerd in een biertje en een hotdog. De heren van de beveiliging, die kort daarvoor de spelersbussen veilig binnenloodsten, komen er wel bij staan en maken zelfs foto’s van de demonstranten.
Het is me eigenlijk niet duidelijk of de in gevechtskostuum gestoken beveiligers nou deel uitmaken van de plaatselijke veldwachterij of behoren tot een particuliere beveiligingsdienst. De demonstranten, vier meisjes en een man, geven in elk geval geen enkele aanleiding tot handelend optreden. In tegenstelling tot het tuig dat in Nederland menige protestbijeenkomst verziekt, hebben zij hun gezichten niet bedekt noch bejegenen zij anderen agressief. Tot confrontaties met Israëlische supporters, zoals enkele maanden geleden in Amsterdam, komt het niet. Vanwege de simpele reden dat die in geen velden of wegen te bekennen zijn.
Ook de wedstrijd verloopt ordentelijk. Enige smetje is het voortdurende uitjouwen van de Israëlische rechtsback Eli Dasa door een deel van de 5967 toeschouwers. Dit heeft echter niets te maken met de donkere huidskleur van de verdediger, legt de Est die naast me zit me uit. Het komt doordat Dasa onder contract staat bij Dinamo Moskou. That’s all. Er blijkt geen sprake van een racistisch motief. Van alles dat met Rusland te maken heeft, krijgt de gemiddelde Est nou eenmaal meer jeuk dan wat er tussen Israël en de Palestijnen speelt of de huidskleur van een voetballer van de tegenpartij. De dreiging van Poetin wekt in de Baltische staten vele malen meer angst en onzekerheid dan wat Netanyahu uitspookt.
Dat wat al geruime tijd in Gaza gebeurt niet door de beugel kan, staat buiten kijf. Het weerhoud me niet om te genieten van hoe de beste voetballers van Israël vanavond tijdens het WK-kwalificatieduel in Tallinn het degelijke Estland met 3-1 de baas blijven. Als voetballiefhebber kan het snelle omschakelspel van de fysiek sterke Israëliërs me prima bekoren. Dat staat geheel los van politiek.
De zorgen na afloop van de wedstrijd zijn van geheel andere aard. Terwijl het al tegen middernacht loopt moet ik op de een of andere manier met Erik en Diarmuid zien terug te komen in het centrum van Tallinn. De laatste bus richting onze hotels is al vertrokken. Er zit derhalve weinig anders op dan de ruim drie kilometer te voet af te leggen. Al gauw een wandeling van drie kwartier. Vervelende bijkomstigheid is dat het ook nog eens zachtjes is begonnen te regenen.
Het zit mee. We stappen op goed geluk in een andere, toevallig passerende bus. Die blijkt te stoppen bij het Radisson Blue Hotel Olumpia (met een u, ja). Dat bevindt zich op hooguit een kwartier loopafstand van ons overnachtingsadres. Met Google Maps in de hand komen we zo rond half een terug op het punt van bestemming. Aangezien het slechts bij een paar druppeltjes regen is gebleven, is een nat pak ons bespaard gebleven.