Job Ebbelaar veroverde midden jaren ’90 met Piet Zoomers Dynamo driemaal op rij de landstitel. Drie decennia later dient de volgende generatie zich aan. Met de 21-jarige Youri Ebbelaar treedt de zoon van Job in de voetsporen van zijn vader. De van Sliedrecht Sport afkomstige passer/loper hoopt onder de vleugels van coach Redbad Strikwerda in Apeldoorn een volgende stap in z’n volleybalcarrière te kunnen zetten.
De appel valt duidelijk niet ver van de boom bij de Ebbelaars. Zijn vader loopt als het ware als een rode draad door zijn eigen loopbaan, brengt Draisma Dynamo’s nieuwkomer de sterke onderlinge verbondenheid ter sprake. Behalve dat zijn ouweheer hem de grondbeginselen van het spelletje eigen maakte, stonden vader en zoon in het verleden zelfs weleens samen binnen de lijnen. Het is dus niet zo verwonderlijk dat junior senior een sportief voorbeeld noemt.
“Als klein ventje ging ik al mee. Dan loop je in zo’n hal meteen al een beetje met een bal te pielen. Zelf ben ik met volleyballen begonnen bij VCN. Mijn vader speelde daar toen in de eredivisie. Daarna ging ik naar Fusion Rotterdam. Daar heeft mijn vader mij vijf jaar training gegeven. In Heren 4 hebben we zelfs samengespeeld. Mijn vader heeft er veel verstand van. Thuis spreken we veel over volleybal. We hebben er hele discussies over. M’n moeder zegt dan weleens: nu is het genoeg”, lacht Youri dat hij de soms verhitte tafelgesprekken in huize Ebbelaar na zijn vertrek naar Apeldoorn gaat missen.
In Sliedrecht en diverse nationale jeugdteams maakte de jonge Ebbelaar de afgelopen seizoenen al op zich opmerkzaam. Zijn verhuizing naar de Draisma Dynamo Arena ziet het talent uit Nieuwerkerk aan den IJssel als een logische vervolgstap. “Ik wil me heel graag volledig op het volleybal focussen. Nu kan het. Ik wil niet dat ik er later van spijt krijg door te zeggen van had ik het maar gedaan”, besefte de Oranje o22-international dat het voor zijn eigen ontwikkeling verstandiger is om zijn vleugels uit te slaan.
Vertrekken uit Sliedrecht viel hem desondanks zwaar. “Ik zeg heel eerlijk dat ik het moeilijk vond om afscheid te nemen van de club. Ik voelde me er echt thuis en heb er veel vrienden gemaakt, maar voor mezelf was het gewoon beter om naar Draisma Dynamo te gaan. Rond de Kerst begonnen clubs al te bellen. Alle clubs uit de eredivisie hebben geïnformeerd. Ik heb de knoop pas redelijk laat voor mezelf doorgehakt. Vlak voordat de B-Poule afgelopen was, heb ik m’n besluit genomen en gekozen voor Draisma Dynamo”, maakt hij duidelijk dat het hem de nodige hoofdbrekens kostte om zijn vorige club te verlaten.
“Bij Sliedrecht hebben de mannen minder budget dan de vrouwen. Ze willen dat er een echt Sliedrechts team staat. Niet een team bij elkaar kopen, maar wel een team dat elk jaar beter wordt. Qua resultaten viel het afgelopen seizoen misschien wat tegen. Onze diagonaal Marius den Hertog was ermee gestopt. Daardoor spijkerden we onze doelen vrij snel bij. Desondanks hebben we ons herpakt en zijn we als groep nooit uit elkaar gevallen. Kwalificatie voor de BeNe Conference had gekund. Ik baalde meer van dat we in de kwartfinale van de play-offs verloren van PDK Huizen. Dat had niet gehoeven. Uiteindelijk hebben we wel Europa gehaald. Dat was wel heel mooi”, kijkt Ebbelaar met voldaan gevoel terug op de afsluiting van zijn Sliedrechtse jaren.
Bij Draisma Dynamo verwacht de ambitieuze volleyballer veel te leren van trainer Redbad Strikwerda. “Ik kende Redbad al van de NextGen. Afgelopen jaar heb ik hier trouwens al meegetraind. Op de woensdagochtend en later ook op vrijdagmiddagen. Ik ken de weg naar Apeldoorn dus al. Ik heb heel veel vertrouwen in Redbad. Hoe hij de dingen aanpakt is anders dan bij andere trainers. Veel herhalen en balcontacten maken, daar heb ik behoefte aan. Door meer balcontacten te maken merk je op de lange termijn dat je beter wordt”, steekt de passer/loper niet onder stoelen of banken dat hij de bereidheid heeft om in zichzelf te investeren.
Dat hij het overgrote deel van zijn nieuwe ploegmakkers al kent uit gezamenlijke jeugd- en jong Oranje-tijden vergemakkelijkt de aanpassing in Apeldoorn. Buiten het veld kende hij vooral enkele opstartprobleempjes van huishoudelijke aard. “Ik woon voor het eerst niet meer thuis. Dat is wel wennen. Je moet voor jezelf een nieuwe routine creëren. Als je de was wilt gaan doen zonder wasmiddel, dan denk je wel even bij jezelf: gozer, waar ben je mee bezig…”
Om zijn gedachten te verzetten vond de fervente Feyenoordsupporter een nieuwe vorm van vrijetijdsbesteding. “Ik ben begonnen met golfen. Ik heb al ontdekt dat er in de omgeving van Apeldoorn drie banen zijn. Met Thomas van Bladel ben ik laatst naar de Breuninkhof geweest. Guus Boer en Jochem Bloem golfen ook. Ik vind volleyballen trouwens wel een stuk makkelijker. Op mijn niveau bij het golf sla ik best veel slechte ballen. Toch wil ik wel proberen om mijn handicap zo snel mogelijk omlaag te krijgen”, stelt de hobbygolfer.
Bij het uitspreken van prognoses voor het komende volleybalseizoen is de 1,99 meter Ebbelaar wat terughoudend. “De tijd zal het leren. Ik wil dit seizoen hoe dan ook stappen maken. Ik heb m’n plafond nog lang niet bereikt. Er zit nog volop ruimte voor verbetering in. Passend en serverend kan het beter. Passend is dat vooral een kwestie van veel ballen raken. Aanvallend zit het wel goed. De bal zo hard mogelijk een knal geven, vind ik gaaf. Er is niets mooier dan bij de stand 14-13 in de vijfde set het winnende punt erin te slaan”, zet hij alles op alles om zowel met het team als individueel z’n slag te slaan.
De voormalige Sliedrechter beseft dat de favorietenrol in de eredivisie bij de mannen niet op voorhand bij Draisma Dynamo ligt. “Orion Stars heeft een heel sterk team met Wouter ter Maat en Gijs Jorna erbij. Maar elk team is te verslaan. Dat hebben we met Sliedrecht de afgelopen seizoenen vaak genoeg laten zien. We hebben zowel Orion, Lycurgus als Dynamo weleens verslagen. Met Draisma Dynamo hebben we komend seizoen bijna heel Oranje o22 in het veld staan. Je mag toch wel van ons verwachten dat we in de Top-3 of -4 eindigen”, wil Ebbelaar met Draisma Dynamo op elk denkbaar vlak goed zo goed mogelijk voor de dag komen.
Magazine Businessclub Dynamo najaar 2025/Foto Wout van Zoeren
