Blaffen

By | 28 augustus 2021

De meest doorgewinterde supporters van csv Apeldoorn herinneren zich ongetwijfeld nog wel de uitwedstrijd van hun eerste elftal in Montfoort in het seizoen 2012-2013.Terugdenkend aan het bezoek aan de amateurs van Ajax in de barre nawinter van 2018 krijgen diezelfde diehard fans waarschijnlijk eveneens weer spontaan de bibbers. Welbeschouwd had het misschien wel verboden moeten worden dat kwetsbare mensen bij dergelijke barre weersomstandigheden langs nagenoeg onbeschutte velden plaatsnamen. Tegen de ijzige wind die de bij de genoemde duels aanwezige voetballiefhebbers geselde, biedt geen enkele QR-code of negatief testbewijs bescherming.

Nou wil ik niet zover gaan om te spreken van levensbedreigende situaties, maar bij de genoemde uitduels van csv Apeldoorn waren de weersomstandigheden van dien aard dat de aanwezigen doodziek hadden kunnen worden. Want ja, alles kan, hè. Het is een hele geruststelling dat de opwarming van de aarde nog niet van dien aard was dat het het kleumende publiek te heet werd onder de voeten.

In gedachten zie ik die arme Willy Dietrich nog zo naast me staan daar in Montfoort. Hij liep bijna blauw aan van de kou. Veel beschutting tegen de striemende Siberisch aanvoelende koudegolven was er niet op het kille sportpark Hofland. Het handjevol mede-gestoorden dat ons gezelschap hield, kan het beamen. Het was de middag waarop vader John van Loen, destijds oefenmeester in Apeldoornse dienst, met zijn ploeg aantrad tegen de club van zoon Denny, eveneens een voormalig roodgeel clubicoon. Warm zullen ook de Van Loens en de andere hoofdrolspelers het geen moment hebben gekregen. Ik overdrijf niet, maar van het barre weer op die bewuste middag zakte je spontaan de broek af.

Vijf jaar later in Amsterdam (of eigenlijk Duivendrecht) hetzelfde verhaal. Identieke omstandigheden. Met opnieuw Willy die 90 minuten lang naast me heeft staan blauwbekken. De foto’s van een alom gerespecteerde lokale paparazzo hebben nog altijd een prominent plekje op mijn Facebook-pagina. Als bewijsmateriaal. De weinigen – het merendeel Apeldoorners – die er die middag bij waren, krijgen ongetwijfeld opnieuw kippenvel bij de gedachte aan dat ijskoude verleden op de Toekomst. Erik ten Hag, koud twee maanden trainer van Ajax, wist niet hoe snel hij zich vanuit zijn warme kantoor naar zijn auto moest haasten. Willy en ik-zei-de-gek zelf doorstonden de tortuur van de wind met verve. Na afloop ben ik voor de Stedendriehoek zelfs nog wat quootjes gaan noteren van wat csv-trainer Jeroen Burghout had moeten doorstaan. Die meneer Boekema weet niet half waar ik allemaal ben geweest ten behoeve van zijn krantje. Tsja, elk mens doet in zijn leven weleens volkomen onverantwoorde dingen. Ik zal vast niet de enige zijn.

Als ik al die keren op een rijtje zet waarop ik de afgelopen vier decennia mijn gezondheid ‘voetbalgerelateerd’ in de waagschaal heb gesteld, dan is het feitelijk een klein wonder dat ik het er altijd zonder ernstig lichamelijk letsel vanaf heb gebracht. Ik kan er een boek over schrijven. Voor het geval ik op papier zou zetten wat ik sinds het einde van de jaren ’70 in heel Europa en ook daarbuiten heb meegemaakt, dan weet ik wel zeker dat al die digitale virologen, bondscoaches en historici die altijd alles beter weten daar steil van achterover slaan.

Ik tel de vermeende gevaren van de afgelopen anderhalf jaar niet eens mee. Want die ervaar ik bij lange na niet zo riskant als momenten waarop ik als 15- of 16-jarig Go Ahead Eagles-supportertje in de jaren ‘80 rondstapte of overstapte op stations Amersfoort of Utrecht CS. Dát was pas écht link. Those were nasty places to be in those days. Al die bloeddorstige supporters van Ajax, Feyenoord, FC Utrecht of (toen nog) FC Den Haag die ik daar op een onbewaakt ogenblik op een perron of in de trein tegen het lijf kon lopen, vroegen echt niet eerst naar een gezondheidsverklaring. Tsja, wie pech heeft, kan op de verkeerde momenten op de verkeerde plekken de verkeerde mensen tegenkomen. Want ja, alles kan, hè. Met een grote boog om anderen heenlopen is niet pas sinds de uitbraak van corona verstandig, dat is altijd al zo geweest!

In penibele omstandigheden leer je vanzelf wel om op je hoede te zijn. Je moet altijd en overal attent en scherp blijven. Al valt zelfs dan nooit met 100 procent zekerheid uit te sluiten dat iemand niets kan overkomen. Stenen komen vaak uit de meest onverwachte richtingen… Voormalig B-Side legende De Kleef wilde in de oude Vliert in Den Bosch eens zo’n steen terugkoppen waarmee aanhangers van de thuisclub hem lieten kennismaken met de alom geroemde Brabantse gastvrijheid. Ik kan, ondanks mijn beperkte medische kennis, iedereen verzekeren dat een vaccinatiebewijs tegen hondsdolheid in zo’n situatie de pijn niet vermindert.

Je wordt door schade en schande wijs, heet het altijd. Gelukkig viel het met de schade door de jaren heen wel mee. In Deventer meende een onvriendelijk heerschap met een witte helm mij ooit eens een tik te moeten geven met een gevaarlijke lange lat. Met als gevolg twee weken lang een pijnlijke striem op de bovenarm. Elke ME’er die tegenwoordig zoiets flikt bij leden van bepaalde groepen, krijgt meteen ontslag!

Aan Heracles – AGOVV in 2003 bewaar ik eveneens bijzonder pijnlijke herinneringen, maar dan op een heel andere wijze. Met drie doelpunten, alle drie vanaf de strafschopstip, hielp Klaas-Jan Huntelaar de Blauwen aan hun eerste overwinning na de terugkeer in het betaalde voetbal. Waarom deze vrijdagavond in Almelo mij tot in de lengte van dagen zal bijblijven, had te maken met de naweeën van een eerder op de dag uitgevoerde tandheelkundige ingreep. Uitgerekend op de tribune raakte de verdoving langzaam uitgewerkt. De pijn werd almaar heviger. Mijn wang zwol steeds meer op. Het leek wel een ballon. Wát een ellende. Maar ja, zo gaat dat, hè. Met wat voor troep ze iemand ook inspuiten, de werking ervan is niet oneindig. Geen enkele prik bezorgt mensen het eeuwige leven, zoals menigeen tegenwoordig weleens lijkt te geloven.

Als ik heel goed nadenk, kan ik me eigenlijk maar één gelegenheid herinneren waar ik er naderhand echt beroerd aan toe was. NAC-uit. Januari 2010. De onvergetelijke avond waarop de debuterende Donny de Groot Go Ahead Eagles in Breda naar de halve finale van de KNVB-beker schoot. Voordat ik er erg in had, stond ik na afloop als verslaggever van Go Ahead Eagles Live tussen de feestende spelers voor het uitvak. Wie wil, kan de beelden meer dan elf jaar na dato nog terugvinden op https://www.youtube.com/watch?v=0Uv9z6aqVQw&ab_channel=EddieKlunder. Let vooral op die gozer in die blauwe jas met dat zwarte mutsje die naast Joey Suk van het veld afloopt. Temperaturen rond het vriespunt, maar jongens nog aan toe wát een feest. Wát een ontlading. Gekkenhuis. Brrrr, wat was het daar koud op die gedenkwaardige bekeravond in Breda… Ik krijg het er nog spontaan warm van als ik het terugzie.

De gevolgen lieten niet lang op zich wachten. Het intermezzo op het tochtige veld resulteerde in een stevige verkoudheid. Al met al ben ik wel drie of vier weken aan het snotteren, hoesten en proesten geweest. Blaffen is misschien wel een betere benaming, zó zwaar had ik het te pakken.

Gelukkig was het in die dagen nog gewoon toegestaan om verkouden te worden.

© RK

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *