![](https://www.robkruitbosch.nl/wp-content/uploads/2024/12/2024112407-660x495.jpg)
Diep in blessuretijd incasseerde WSV in de thuiswedstrijd tegen Grol de 2-2. Daarmee deed het zichzelf ernstig tekort. De Groenloërs mochten de handen dichtknijpen dat ze een punt mee naar huis mochten nemen.
Een keepersleven gaat niet altijd over rozen. Krijg je de hele tweede helft bijna niets te doen en lijken de drie punten in de knip te zitten, valt in extremis alsnog die verdraaide gelijkmaker. Eventjes lette de WSV-verdediging niet op. Grol-speler Jordi Geelink profiteerde dankbaar en schoof de bal in de linkerhoek. In plaats van een broodnodige 2-1 overwinning moest een oppermachtig WSV daarom genoegen nemen met een gelijkspel. In plaats van de drie punten die eigenlijk noodzakelijk waren geweest voor om aansluiting te behouden met de ploegen bovenin kregen de Apeldoorners nu slechts een punt voor de moeite.
Siemen Reusken stak zijn ongenoegen over de late tegentreffer niet onder stoelen of banken. De WSV-goalie ontplofte bijna, sloeg hoofdschuddend tegen de paal en gooide er wat krachttermen uit. “Het is elke week hetzelfde. Ongelooflijk”, riep de balende keeper. Toen de scheidsrechter kort daarop affloot, twee minuten té laat voor WSV, baande de 26-jarige doelman stampvoetend naar de kleedkamer.
Een tiental minuten en een warme douche na de koude douche later, was hij weer wat tot bedaren gekomen. “We speelden helemaal niet slecht, maar we geven het gewoon weg. We hadden hier moeten winnen. Als we dat gedaan hadden, dan waren we Grol voorbijgegaan en hadden we vierde gestaan”, wist Reusken maar al te goed dat ‘als’ niet telt. De realiteit was dat zijn ploeg na de 2-1 van Damian Schipper zelf had verzuimd om de wedstrijd definitief in eigen voordeel te beslissen.
Het tekent zijn karakter dat hij stevig de smoor had in het mislopen van twee welverdiende punten. De uit Loenen afkomstige goalie weet het inmiddels wel te relativeren. Na alle fysieke ellende die hem het afgelopen jaar kwelde is hij allang blij dat hij weer het doel mag verdedigen. In het seizoen waarin WSV roemloos degradeerde uit de eerste klasse moest Reusken noodgedwongen toekijken. Het duurde even voordat de oorzaak van de aanhoudende pijn aan zijn rug werd vastgesteld: een hernia.
“Het heeft een half jaar geduurd. Het sijpelde erin. Zoiets gaat heel geleidelijk. Het kraakbeen raakte een zenuwbaan. Tussen Kerst en Oud en Nieuw kon ik niet eens meer opstaan. Ik heb continu bij de fysio gelopen. Ik ben naar de huisarts gegaan. Uit röntgenopnames kwam niets tevoorschijn. Pas op een MRI was duidelijk te zien wat het was. Ik kon daarna redelijk snel geopereerd worden: op 4 maart om 8 uur ’s ochtends in Utrecht”, kijkt de patiënt terug op het moment waarop het einde van zijn lijdensweg in zicht kwam.
Hij vindt het een verademing dat hij inmiddels weer onder de lat kan staan. “Na die operatie moest ik drie weken plat op bed liggen. Per uur mocht ik er vijf minuten uit. Mentaal was dat heel zwaar. Ik kon niet eens zelf m’n sokken aantrekken. Ik kon niet bukken. Gelukkig woon ik nog thuis en ook mijn vriendin heeft me geweldig geholpen”, is Reusken dankbaar voor de steun die hij kreeg uit z’n directe omgeving.
Het gaat de goede kant op. Wel beaamt dat hij momenteel nog enkele kilo’s te zwaar is. “Maar daar gaan we aan werken. Qua fitheid kan het nog wel wat beter. Na mijn eerste wedstrijd had ik de tranen in mijn ogen. Ik ben al blij dat ik speel. Ik heb zeker nog ambities. De vraag is alleen hoe de rug het houdt”, hoopt hij langzaam weer te kunnen uitgroeien tot de ruggengraat van WSV.
De Stentor maandag 25 november 2024