
In het betaalde voetbal leveren ingrepen van de VAR vrijwel wekelijks stof voor discussie op. Bij de volleyballers van Dynamo verliep de introductie van de videoreferee nagenoeg geruisloos. Op de openingsspeeldag van de BeNe-Conference tegen de Belgische landskampioen Roeselare hoefde het innovatieve hulpmiddel voor de arbitrage nauwelijks geraadpleegd te worden.
Vijftien camera’s stonden zaterdagavond bij de start van de nieuwe Nederlands-Belgische competitie in Omnisport langs het veld om de arbitrage te ontlasten bij spelsituaties die met het blote oog nauwelijks waarneembaar zijn. Bij de eredivisiegrootmachten Lycurgus en Orion Stars is de afgelopen maanden al proef gedraaid met het zogenaamde Video Challenge System (VCS). Voor het Apeldoornse Dynamo betrof het een primeur.
In de vroege middaguren was de apparatuur geïnstalleerd. Aansluitend werden de camera’s eerst uitgeprobeerd bij het duel tussen de Dynamovrouwen en Sliedrecht Sport. Geert Thijssen zag er op toe dat een en ander naar behoren functioneerde. De VCS-beheerder van het Doetinchemse Orion Stars sprak over een geslaagde avond in aansluiting op de oorwassing van Dynamo’s mannen tegen de sterkste volleybalploeg van België.
“Het was vanavond echt heel rustig. Daaraan zag je al dat het werkte. Het systeem is hartstikke duur. Om het aan te schaffen praat je al gauw over enkele tienduizenden euro’s. Beide teams kunnen per set bij twijfelgevallen twee keer een challenge aanvragen. Het idee is hetzelfde als bij het voetbal. Alleen beperkt het zich daar tot buitenspel en doelpunten. Bij ons gaat het veel verder. Wij kunnen op de beelden feilloos een dubbelgevouwen nageltje ontdekken. In het volleybal levert het ook veel minder discussie op. Bij het voetbal is er altijd gezeur”, benoemt Thijssen een wezenlijk verschil in omgangsvormen.
Hélène Geldof, sinds 2011 actief als internationaal volleybalscheidsrechter, vindt haar nieuwe rol als videoreferee een prima ontwikkeling. “Ik ben blij dat we als scheidsrechters bij de BeNe Conference de ervaring mogen opdoen. Het maakt dat je bij een eventuele vergissing toch een juiste beslissing kunt nemen. Als er bijvoorbeeld sprake is van touché, zie je met de beelden of een vingertje al dan niet beweegt. Het valt ook makkelijk waar te nemen of ballen in of uit zijn. Alleen netsituaties zijn soms wat lastiger te beoordelen. Dan duurt het vaak ook iets langer om dat op het scherm te bekijken. Ideaal zou het zijn wanneer je daar korter dan 30 seconden nodig hebt”, licht de Eindhovense toe.
Geldof geeft toe dat het vanaf de tribunes niet altijd even goed te volgen is. “In Martiniplaza in Groningen hangt een heel groot scherm waarop de toeschouwers kunnen meekijken. Het scherm hier is kleiner en te ver weg voor het publiek. Maar de coaches kunnen het wél zien. Het challenge-systeem brengt rust. Je merkt dat de coaches er rustiger van worden. Vanavond gaf Dynamo’s spelverdeler Freek de Weijer tot twee keer zelf een touché aan. Dat is heel sportief. Daardoor hoefde Roeselare geen challenge aan te vragen en win je tijd.”
Hoe meer camera’s er langs de lijn staan hoe beter de arbitrage geholpen kan worden, benadrukt ze. “Bij de BeNe Conference zijn er vijftien verschillende cameraposities. In Roeselare hebben ze bijvoorbeeld een systeem met meer camera’s. Wij hebben geen camera’s op het midden van het veld. Ook op de achterlijn staat er maar één. Stel dat er toevallig een speler met een been voor staat, dan zie je dus niet wat er gebeurt. Bij Roeselare hebben ze ook nog een tweede camera aan de andere kant. Die ziet het dus wel.”
Ook Dynamo-speler Erik van der Schaaf vindt de VCS een toegevoegde waarde. “Wij hebben er in de competitie al van geprofiteerd. Bij Orion-uit zorgde het ervoor dat we daar geen vijfde set hoefden te spelen. Het gaat soms zo snel en zo hard dat het voor een scheidsrechter lastig is om alles te zien. Met die beelden kan je precies zien of een bal in of uit is. Daar is geen discussie over mogelijk.”
Destentor.nl zondag 16 februari 2025