
In hoeverre het hybride trainingsprogramma van de Nevobo bijdroeg aan het topseizoen van de volleybalsters van Dynamo valt moeilijk met tastbaar bewijs te staven. Toch lijkt het de Apeldoornse bekerfinalist geen windeieren te hebben gelegd dat z’n vijf paradepaardjes de afgelopen maanden buiten het team om op Papendal nadrukkelijk in zichzelf investeerde.
Suus Gerritsen (19), Jet Kok (20), Sanne Konijnenberg (20), Dagmar Mourits (21) en Luna Strikwerda (18) trainden gedurende het bijna afgelopen volleybaljaar slechts op de donderdagen en vrijdagen bij hun club mee. De overige dagen van de week werkten zij zich in het zweet op het nationaal sportcentrum in Arnhem. Voor middenaanvalster Gerritsen, passer/loper Kok en setter Konijnenberg werpt de extra arbeid z’n vruchten al af. Bondscoach Felix Koslowski plaatste het Dynamo-trio onlangs op de longlist voor het Nederlands vrouwenteam voor komende zomer.
Voor trainer Harry van den Brink, die het jeugdige en grillige Dynamo vorig jaar verrassend naar de halve finales van de play-offs om de landstitel loodste, was het feit dat hij zijn beste speelsters een halve week op de teamtraining moest missen een reden om zijn verblijf bij de Apeldoornse eredivisionst niet te verlengen. Zijn opvolger Erwin Sikkema zag er minder bezwaren in en probeerde juist van de nood een deugd te maken.
De aan het hybride programma deelnemende speelsters zelf zeggen veel baat te hebben bij de centrale trainingen waar een select gezelschap potentiële internationals onder leiding van bondstrainers schaven aan hun skills. Ook Dynamo’s nieuwe aanwinsten Susan Dambrink (17), Yfke Jelsma (18) en Pip Kok (18), de jongere zus van Jet, maken deel uit van de groep. Evenals de onlangs 18 jaar geworden Aysha Meering, die na het nodige blessureleed in de beslissende fase van het seizoen vanuit het tweede team weer aansloot bij Dynamo’s hoofdmacht.
Hoewel de op Papendal trainende Dynamovolleybalsters nagenoeg fulltime met hun sport bezig zijn, zijn ze aangewezen op de financiële steun van hun ouders om topsport te kunnen bedrijven. “Het is nu zo dat het ons meer kost dan dat het oplevert”, wijst de uit Deventer afkomstige Gerritsen dat de deelneemsters aan het programma zelf een deel van de huisvestingskosten op Papendal moeten ophoesten. Ook de maaltijden komen voor eigen rekening.
De dames klagen niet. Hun drive om zichzelf te manifesteren en hun volleyballende vaardigheden te verbeteren lijdt er niet onder. “Hier doen we zes baltrainingen en vier krachttrainingen”, maakt Luna Strikwerda duidelijk dat er keihard gewerkt wordt op Papendal. “Ik denk dat wij wekelijks tussen de twintig en dertig uur trainen”, geeft Sanne Konijnenberg een indruk van het totaal aantal uren dat het kwintet voor bond en club maakt. “En dat is dan nog zonder de wedstrijden”, stipt Jet Kok voor de duidelijkheid aan.
Om werkelijk loon naar werken te krijgen ontkomen ’s lands grootste volleybaltalenten er bijna niet aan om hun talenten vroeg of laat over de grens te gaan verzilveren. “Dat is dan een volgende stap”, stelt Dagmar Mourits dat de ‘Papendal-constructie’ een uitgelezen springplank kan zijn naar een sterke buitenlandse competitie. Van volleyballen in de armlastige eredivisie kunnen ‘s lands toptalenten niet in hun levensonderhoud voorzien. Met een leaseauto van de club en een minieme onkostenvergoeding houdt het in eigen land qua beloningen wel zo’n beetje op.
Dynamo’s vrouwen beleefden in 1977, toen zij als tweede eindigden in de hoogste speelklasse, hun beste eredivisieseizoen ooit. Twee jaar eerder verloren ze hun tot dusverre enige bekerfinale van het destijds oppermachtige Van Houten/VCH. Met daarbij een niet gering aandeel voor de ‘vijf van Papendal’ kan de Apeldoornse equipe een halve eeuw later voor het eerst in de geschiedenis een hoofdprijs in de wacht slepen. De kampioensaspiraties gingen afgelopen weekend dan weliswaar in rook op na twee nederlagen tegen titelhouder VC Sneek, met het veroveren van de nationale beker ten koste van dezelfde Friese opponent kan Dynamo een prima seizoen alsnog afsluiten met iets tastbaars.
Wat voor Gerritsen, Kok, Konijnenberg en Mourits geldt voor een succesvol verblijf bij hun toekomstige buitenlandse werkgevers geldt op Paasmaandag in de Maaspoort in Den Bosch eveneens voor het welslagen van de revanche voor het missen van de finale van de play-offs om de landstitel: ze hebben het volledig in eigen hand.
De Stentor zaterdag 19 april 2025/Foto Wout van Zoeren