Tussen Berg en Bos: Floris Jan Bovelander

By | 18 juni 2018

Voor wie de wedstrijden nauwkeurig uitkiest, belooft het wonderwel een verrassend WK voetbal te kunnen worden. Die fenomenale Iberische Clasico en de Mexicaanse stunt tegen de Weltmeister smaken duidelijk naar meer. Al wordt in de eerste WK-week al wel meteen duidelijk dat het niet meevalt om zo’n menselijke muur van Australische, IJslandse of Zwitserse krachtpatsers met zorgvuldig gestileerd tiqui taca aan flarden te voetballen.

Op zo’n mondiaal voetbalfeest blijft het hoe dan ook zaak om de bijzaken op het veld goed te onderscheiden van de hoofdzaken.  Als je die kale opvolger van de legendarische Sepp Blatter tussen de Russische president en de Saoedische kroonprins ziet zitten, is wel duidelijk wiens feestje het is.

Vanaf 2026 wordt het helemaal afzien. Op het vorige week aan de VS, Canada en Mexico toegewezen toernooi doen voor het eerst 48 landen mee. Geweldig voor de kansen van Oranje om zich te kwalificeren. De tv-kijker kan dan gevoeglijk 90 procent van alle wedstrijden overslaan, voor zover de beelden al niet achter een decoder verdwenen zijn. Over acht jaar mag de kijker zich vervelen met misschien wel 30 landen van het bedroevende kaliber Saoedi-Arabië. Ga er maar aanzitten.

Ongelooflijk hoe zo’n FIFA uit commercieel oogpunt en winstbejag de populariteit van een sport om zeep helpt. Hoezeer overdaad schaadt zal de Godfathers van de mondiale voetbalfamilie worst wezen. De sport zelf is hooguit een vermakelijke bijzaak. Zolang de kassa maar rinkelt. Dat is het enige wat de hoge heren interesseert.

Misschien brullen de Leeuwen van de Atlas op het WK van 2026 ook wel weer. Vooralsnog doet de realiteit de vooruitgesnelde reputaties nogal geweld aan. Nou zal het ophemelen van het Marokkaanse elftal ongetwijfeld te maken hebben met politieke correctheid waar menig prominente Nederlander zich tegenwoordig aan meent te moeten bezondigen. De beste voetballer van de eredivisie in de gelederen hebben zegt op dit podium weinig, zo blijkt wel. Mondiaal stelt het weinig voor. Speels. Frivool. Maar bovenal veel te licht. Het leveren van aansprekende teamprestaties wordt nagenoeg onmogelijk met elf bv’tjes binnen de lijnen.

Nee, dan Cristiano Ronaldo. De superlatieven schieten te kort. De krantenkoppen logen er niet om na de drie goals van de flamboyante Portugees tegen favoriet Spanje. Bovenmenselijk. Buitenaards. Ongeëvenaard. Weergaloos. Er valt geen speld tussen te krijgen. En dan die nieuwste coupe. Onberispelijk. Superman bestaat echt. Al waag ik sterk te betwijfelen of het one-man team de bus tot na de finale schadevrij kan parkeren.

Bekijk je goed wat de onnavolgbare Cristiano behalve veel misbaar maken nou eigenlijk uitvoert, mag je bovenal spreken van een extreem hoog rendement. Een penalty uitlokken en dat buitenkansje vervolgens zelf verzilveren. Een houdbaar schot door de handschoenen van de keeper zien glippen. Een vrije trap uitlokken en die om de muur heen in de kruising krullen. Om zo’n speler smeekt elke trainer. Een dodelijkere sluipmoordenaar treffen we op deze aardkloot niet gauw ergens aan. Misschien een rare vergelijking, maar het begint steeds meer op hockey te lijken. Ties Kruize en Floris Jan Bovelander joegen hun strafcorners in het verleden ook onberispelijk in de kruising. De dode spelmomenten maken steeds meer het verschil.

Moeilijk te geloven dat die Neymar nóg enger is… Na één gelijkspel beginnen ze al weer te piepen, onze Goddelijke Kanaries. Viel dat eventjes tegen. Verwachten ze vrije doortocht te krijgen, en dan halen elf van die degelijke Zwitsers het zo maar in hun hoofd om hinderlijk in de weg te gaan staan. Maar goed dat die David Luiz er niet bij is, de grootste huilebalk van vier jaar geleden. Ach, en mocht de alom geprezen Seleção onverhoopt opnieuw geen wereldkampioen worden, kan Neymar altijd nog voor veel geld in het circus zijn kunstjes gaan vertonen.

Een van de beste keepers ter wereld ligt op zijn beurt na één blundertje zwaar onder vuur. Opmerkelijk hoe met name de invloedrijke Madrileense sportkranten het hoofd van David de Gea meteen op het hakblok leggen. Zo heeft in elk land ieder medium z’n eigen belangen en favorieten. Interessant hoe zulke mechanismes functioneren.

En dan te bedenken dat de Spanjaarden hun WK nota bene beter zijn gestart dan op de afgelopen twee eindtoernooien. In 2010 in Zuid-Afrika, toen het wereldkampioen werd, begon La Roja met een 0-1 nederlaag tegen Zwitserland. De grondig verpeste Spaanse opening van vier jaar geleden in Brazilië kan elke Nederlander zich ongetwijfeld ook nog wel voor de geest halen. Vergeleken bij hoe Iker Casillas destijds het doel verdedigde tegen Oranje, valt De Gea dat missertje tegen Portugal best te vergeven. Al kon de toenmalige keeper van Real Madrid bij de lokale media uit zijn woonplaats weinig fout doen. Altijd handig om te weten hoe zulke lijntjes lopen.

Niet alles is zoals het lijkt. Het is vooral belangrijk om altijd alles in het juiste perspectief te blijven bekijken. Op basis van resultaten en prestaties na één speelronde in de groepsfase is nog nooit een land wereldkampioen geworden.

© RK

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *