Achter de bal aan (42/2): Barcelona
7 januari 2018
Bij de voetbaltoerist geldt Barcelona al sinds jaar en dag als een van ´s werelds grootste trekpleisters. De magie van Camp Nou lokt jaarlijks hele volksstammen vanuit de hele wereld naar Catalunya. Dat Barça meer dan een club is, weet onderhand iedere voetballiefhebber. ´Més que un club´… Barcelona is echter meer dan alleen de plaatselijke FC. Behalve het Blaugrana geven meer clubs kleur aan het voetbal ter plaatse en de hele Catalaanse regio.
Natuurlijk staat Messi op eenzame hoogte. Dat ventje kan aardig ballen, zoals Jan Boskamp het zo mooi onder woorden brengt. Alleen de misschien beste voetballer aller tijden eens live aan het werk te zien, maakt een reis naar de hoofdstad van Catalonië telkens opnieuw de moeite meer dan waard. Messi als de Messias. Die kleine blijft voor altijd en eeuwig de allergrootste. Als de club 100 miljoen neertelt voor een Frans dribbelaartje uit Dortmund en 160 miljoen op tafel legt voor Philippe Coutinho, wat geeft een gek op de doorgedraaide markt dan wel niet voor de briljante Argentijn? Een miljard? Of nog meer? De waanzin van het hedendaagse topvoetbal wordt steeds waanzinniger.
Juist daarom vind ik het eigenlijk veel leuker om ergens te gaan kijken op plekken waar voetballers het aardse niet zijn ontstegen en stevig met beide benen op de grond staan. Juist de mindere goden geven het voetbal van nu nog iets menselijks, een zekere vorm authenticiteit. Vandaar dat ik alvorens ik op een regenachtige zondag de tribunes van Camp Nou beklim de warming-up doe in de Ciutat Esportiva van Espanyol, Barcelona’s tweede profclub. Op het naar het naar de 2009 overleden clubheld Dani Jarque vernoemde complex trappen om klokslag 12.00 uur de beloften van Los Pericos af tegen de hoofdmacht van de Unió Esportiva uit het nabijgelegen Castelldefels.
RCD Espanyol B voert de ranglijst aan van de Groep 5 van de Derde Divisie, de op drie na hoogste speelklasse. Bij dit soort potjes tref je behalve familieleden en vrienden van de spelers alleen de echte voetballiefhebber. Enkele honderden diehards bevolken de tribune van de Ciutat Esportiva. Langs het aangrenzende veld, waar een ander Espanyol-team z’n kunsten vertoont, slaan nog eens enkele tientallen vaders en moeders de verrichtingen van hun kroost gade. Stuk voor stuk verborgen onder parapluus ter bescherming tegen de gestaag neerdalende nattigheid. Ik ben in elk geval blij dat de tribune langs het hoofdveld overdekt is. Mijn paraplu ligt namelijk achter in mijn auto. En die staat op parkeerplaats P5 van Eindhoven Airport, toch gauw 1300 kilometer van dit doorweekte oord vandaan.
Dit soort potjes werkt hoe dan ook verfrissend. Ook deze knapen voetballen hun wedstrijdjes om te winnen, op de een of andere manier gaat het er wat onbevangener aan toe dan aan de top. In de Segunda of Tercera Division is het pure van de sport gelukkig nog niet helemaal verdwenen. Het draait niet enkel om commerciële belangen, er is ook nog plaats voor emoties. En voor fouten. Onkunde en onbenulligheid liggen hier niet onder eenzelfde vergrootglas als in de Primera Division of de Champions League noch worden kwalitatieve gebreken vanuit twaalf verschillende camerastandpunten belicht. Juist het onverwachte maakt het leuk.
Zo is de gelijkmaker van het povere Castelldefels kort na de pauze van een ongekende schoonheid. Een absolute beauty. Een geweldige uithaal van even buiten het strafschopgebied. Strak in het kruis. Die Espanyol-doelman ziet het projectiel alleen maar langssuizen. Valt zo’n goal op het hoogste niveau, dan zie je ‘m de hele dag met grote regelmaat op tv voorbij komen.
Of het nou de beloften van een profteam betreft of een stelletje nobody’s uit – of all places – Castelldefels, niet enkel het hogeschoolvoetbal van Messi of Iniesta kent z’n charmes. Het zijn de kleine dingen die het doen, zo zongen niemand minder dan Saskia en Serge al. Het ‘spektakel’ in de Ciutat Esportiva Dani Jarque verschilt in dat opzicht weinig van wat ik voorgaande avond in het Estadi Municipal van Reus mocht aanschouwen. Of zoals ik eerder in Catalunya bij clubs als Nastic (Tarragona), Sant Andreu, Terrassa, L’ Hospitalet, Europa, Gramanet of Sabadell aan den lijve ondervond. Alleen al het sfeertje en de kneuterigheid zijn vaak al om van te smullen.
Wat ik enkele uren later en een vijftien kilometers westwaarts bij FC Barcelona tegen Levante voorgeschoteld krijg, is inderdaad van een heel andere orde. Het spelniveau ligt – logischerwijs –lichtjaren verwijderd van dat in Tercera. Zelfs wanneer Leo het rustig aan doet, kan niemand eraan tippen. Briljant. Om van te watertanden. Ongeëvenaard. De weergaloze moves waarmee hij in de laatste minuut de 3-0 voorbereidt, zo kan geen enkele andere voetballer op deze aardkloot dat. Zoals Messi bestaat er maar eentje. Schandalig dat zijn landgenoot in het Vaticaan de beste voetballer van deze planeet nog niet zalig heeft verklaard…
Of de buitenaardse berispingen van een Argentijns fenomeen voetballen kijken in Camp Nou daarom ook per definitie leuker maakt, is maar helemaal hoe je het bekijkt. Die – sinds mijn laatste bezoek nog verder – opgeschroefde veiligheidsmaatregelen in Camp Nou, werken nou niet bepaald uitnodigend. Om nog maar te zwijgen van het ‘type’ toeschouwers dat de voorstellingen in de oude betonbak pleegt te frequenteren. Van mij mogen die hordes Japanners en Chinezen met hun selfiesticks wereldwijd een levenslang stadionverbod krijgen.
Zulk irritant volk kom je bij Espanyol B, Castelldefels, Nastic, Sant Andreu, Terrassa, L’ Hospitalet, Europa, Gramanet of Sabadell niet tegen…