Hete zomer

By | 24 april 2020

Lichamelijk mag ik niet mopperen na anderhalve maand in afzondering. Mentaal wordt het allengs zwaarder. Ik ervaar het niet als een onverdeeld genoegen om met nauwelijks inkomsten thuis de muren op me af te laten komen. Nee, dat biedt allerminst een hoopgevend perspectief voor de onzekere toekomst. Als je niet meer mag leven, gaat de aardigheid er op een gegeven moment vanzelf af.

Ik kijk er reikhalzend naar uit om persoonlijk getuige te zijn van de eerste voetbalwedstrijd waarbij de spelers 90 minuten lang anderhalve meter afstand van elkaar moeten houden. Hopelijk maak ik het nog mee. Nog slechts 46 weken volhouden en afstand houden. Dan zit het eerste jaar van onze intelligente lockdown er alweer op. Daarna nog een aantal jaren thuis wachten tot de shitzooi overwaait, dan mag ik mezelf zo zoetjes aan ook tot de risicogroep rekenen. Omstreeks 2028 ben ik 62. Wie weet, misschien kan ik dan nog op enigerlei wijze een constructieve bijdrage leveren aan de wederopbouw na de grootste economische catastrofe uit de wereldgeschiedenis.

Zo’n thuisquarantaine geeft wel veel tijd om na te denken. Té veel tijd misschien wel. Maar om jezelf nou eindeloos te verdiepen in de zin van het bestaan, raad ik iedereen af. Heel onverstandig. Daar kan elk weldenkend mens behoorlijk depressief van raken. Misschien is het wel minstens zo schadelijk voor de gezondheid als dat hele fucking virus dat momenteel de hele wereld op de kop zet.

Bijna dagelijks doe ik boodschappen voor mijn moeder van 83. Ik doe dat met steeds meer tegenzin, mag iedereen gerust weten. Het liefst loop ik met een grote boog om die supermarkt heen. Met een even grote boog als waarmee sommigen op straat anderen proberen te ontwijken. Alle onheilspellende berichtgeving gaat niet ongemerkt voorbij. Het lijkt wel of die stakkers denken dat ze door naar anderen te kijken al een besmetting oplopen. In de supermarkt jeuken mijn handen weleens. Ik irriteer me steeds meer aan die ongeduldige mensjes. Dat onnodige gestress bij die kassa’s. Van die idioten die hun karretje het liefst dwars door je heen duwen om vooral zelf zo snel mogelijk te kunnen afrekenen. Vanzelfsprekend moet ik begrip tonen voor anderen. Samen moeten we het doen, hè. Althans, zo krijgt het volk het ingepeperd.

Mijn moeder zou drieënhalve maand na haar heupoperatie eigenlijk zelf weer haar dagelijkse uitstapjes naar de Dekamarkt moeten maken. Bewegen. Weer mobieler worden. Maar ja, volgens meneer Rutte is het verstandiger dat ze de hele dag binnenblijft. Risicoleeftijd. Bij nader inzien mag ze blij zijn dat ze in januari een nieuwe heup kreeg en aansluitend enkele weken in een revalidatiecentrum verbleef. Alleen bij de gedachte al dat haar ingreep was uitgesteld tot na de coronaellende, kom je spontaan aan de beademing terecht. Het arme mens had de pijn waarschijnlijk niet overleefd. Afgezien van wat wonden op de benen gaat het nu naar omstandigheden redelijk met haar, al vindt ze zelf van niet. De thuishulpen van Verián zien nauwlettend toe op het herstel. Maar hoewel ze de deur nauwelijks uitkomt, raakt zij eveneens bevangen door de paranoia. Ze is zelfs in staat om haar bankpasje na gebruik in de wasmachine te stoppen. Ze had er verstandiger aan gedaan haar abonnement op de Stentor jaren geleden al op te zeggen.

Huisarrest, social distancing, mondkapjes en gedesinfecteerde winkelkarretjes ten spijt zetten de gehanteerde richtlijnen van het kabinet en het RIVM vooralsnog weinig zoden aan de dijk. Nou weet ik dat ik me nederig behoor op te stellen en goed naar meneer Rutte moet luisteren. De indruk die ik als hobby-trendwatcher krijg, wordt er nochtans niet rooskleuriger op. Maar goed, dat kan natuurlijk altijd aan mezelf liggen. Dat ik treurig ben, geïrriteerd raak of me machteloos en moedeloos voel, komt geheel voor eigen rekening. Iedereen weet het beter, maar niemand weet hoe het écht zit. De wijsneuzen in de regering voorop.

Zo’n beetje het enige waarover veel experts eensgezindheid betuigen is dat ze het stelselmatig oneens zijn met elkaar. Intussen hebben de slimmeriken in Den Haag hun intelligente lockdown opnieuw verlengd. Zitten ze op 20 mei nog altijd met de handen in het niet geknipte haar, dan blijft iedereen zonder zo’n vitaal beroep gewoon nog een maandje extra thuiszitten. Wat maakt het uit. Het moet allemaal maar kunnen. Een maandje meer of minder raakt de dames en heren politici en virologen immers zelf niet in de portemonnee. Ze doen maar wat, zo lijkt het wel. Op goed geluk. God zegene de greep. Houd vol! Houd afstand!

Of zoals de opperbetuttelaars van De Stentor het in koeienletters op de voorpagina zetten: We willen zo graag, maar het kan (nog) niet. Duidelijke taal. Zolang iedereen alles maar op z’n beloop laat, gebeurt er nooit iets. Dan zal de situatie inderdaad niet gauw verbeteren. Op deze manier komen we nooit meer onder die anderhalve meter-shit uit. De door overheid, RIVM en media aangewakkerde massahysterie drijft velen langzaam maar zeker tot waanzin. Het is voor mij moeilijk voorstelbaar dat ik nooit meer iemand de hand mag schudden.

Zoals ik wel meer maatregelen tamelijk inconsequent vind. In veel gevallen ontgaat de logica van wat wel en niet mag mij engszins. Je zult maar met een heel corps studenten in één en hetzelfde hok opgesloten zitten en door de politie niet als voordeurdeler worden beschouwd. Kappers mogen niet knippen, terwijl tandartsen wel weer mogen trekken en boren. Winkelkarretjes moeten gedesinfecteerd worden. Dit in tegenstelling tot ordinaire deurklinken. Of wat te denken van de drukknoppen bij verkeerslichten waar Jan en alleman met z’n tengels aanzit. Gaan de pakketjes die een pakketbezorger aflevert nou ook eerst door een wasstraat? En waarom mag ik bij de KFC met de auto bij een loket wél een lekkere vette hap inslaan, maar niét in het restaurant zelf mijn kippetjes en patatjes verorberen? It’s fingerlickin’good!

Afgelopen weekend stuitte ik bij het zorgcentrum bij mij om de hoek op een heel gezelschap dat buiten het gebouw voor de ramen stond opgesteld. Wel drie keer de toegestane hoeveelheid mensen. Waarschijnlijk was oma of opa, die er in detentie zit, jarig. Kinderen en kleinkinderen kwamen zodoende zwaaien. Hartstikke lief, leuk en goed bedoeld natuurlijk. Máár goed beschouwd wél verboden. De zwaaiers overtraden het samenscholingsverbod dat in het kader van de intelligente lockdown van kracht is. Wanneer Ali B er met een cameraploeg was bijgekomen, dan had de directie dranghekken moeten plaatsen. Wie dan de pech heeft dat er toevallig een overijverige boa door de struiken kruipt, wordt zelfs zonder erbarmen op de bon geslingerd.

Wanneer mijn moeder haar tien maanden oude achterkleindochter of haar kleinkinderen wil zien, dan moet dat stiekem gebeuren. Besmettingsgevaar, hè. Maar wanneer twee boa’s in een piepklein autootje van de Gemeente Apeldoorn op de Jachtlaan de toegestane snelheid overschrijden, levert zoiets klaarblijkelijk geen risico op voor de volksgezondheid. Het is een lovenswaardig initiatief van de overheid om mensen met een lichte verstandelijke beperking in het kader van de werkverschaffing een uniform aan te meten en op patrouille te sturen. Om iemand die niet door de ballotage komt bij de politieacademie op te zadelen met verantwoordelijkheden die zijn competenties ruimschoots te boven gaan, gaat wel wat ver. Zeker in dit soort bijzondere opsporingstijden kan dat vervelende fricties tot gevolg hebben.

Op Koningsdag zullen de bloedhonden wel weer worden losgelaten. Een ander piekmoment volgt ongetwijfeld op het moment waarop scholieren hernieuwde ruimte krijgen om het virus te verspreiden. Dat wordt een dure grap voor al die zorgzame ouders die tegen de nadrukkelijke orders van de heren Rutte, De Jonge en Grapperhaus in toch hun kroost komen wegbrengen of ophalen. Nu de introductie van de corona-app met enige haperingen gepaard gaat, komen die halvegaren binnenkort misschien zelfs wel op huisbezoek. Dan vallen boa-eenheden zonder mondkapjes en met ongewassen handen woningen binnen om zich er persoonlijk van te vergewissen wat onbeschermde burgers binnen de muren hun eigen huizen uitspoken. Die kant gaan we op. Zolang vaccinbedenkers in gebreke blijven en de farmaceutische industrie de ontwikkeling van een medicijn dwarsboomt, wordt iedereen weerloos overgeleverd aan dit soort pseudohelden.

Ik ben bang dat het slechts een kwestie van tijd is dat in navolging van de corona ook de pleuris uitbreekt. Nederland kan weleens een hete zomer tegemoet gaan.

© RK

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *