Op voorhand leek het al nagenoeg uitgesloten dat het een even groot spektakelstuk zou worden als bij de laatste onderlinge ontmoeting op sportpark De Eendracht. In tegenstelling tot bij die knotsgekke 5-5 van bijna 22 maanden geleden kende Rood Wit ’58 – AGOVV ditmaal wel een winnaar. En dat waren niet de machteloze Puttenaren, die al halverwege op een kansloze 1-4 achterstand waren gezet en de schade na 90 minuten uiteindelijk tot 2-5 wisten te beperken.
De spanning leek nog kort terug te keren toen de bal een kwartier voor tijd, bij een 2-5 voorsprong voor de bezoekers, via de lat op of over de Apeldoornse doellijn stuiterde. Scheidsrechter Maat zag er geen goal in en liet verder spelen. “Maar hij zat er wél in. Vraag dat maar aan de keeper. Je weet dat grensrechters op dit niveau niet eerlijk vlaggen”, reageerde de verliezende trainer Albert van Nijhuis hoofdschuddend op het moment dat zijn ploeg misschien weer terug in de wedstrijd had kunnen brengen.
“Als die 3-5 valt, gebeurt er misschien nog wat. Maar dat is niet gebeurd. We hebben de wedstrijd in de eerste helft al verloren. Je staat met de rust al met 1-4 achter. Je hoopt dat je er een wedstrijd van kan maken, maar we zijn echt van het kastje naar de muur gestuurd. Je moet accepteren dat AGOVV op elke positie betere spelers heeft staan dan wij. Wij konden geen druk op de bal geven. Zij waren gewoon veel te goed voor ons”, gaf Van Nijhuis eerlijk toe. De Rood Wit ’58-trainer biechtte zelfs op dat hij blij was dat de gasten na de pauze wat gas terugnamen.
Met het klasseverschil kon hij leven, met de apathische wijze waarop zijn pupillen zich verweerden minder. Van de strijdlust die er bij de 3-2 overwinning een week eerder in Voorthuizen wel was zag Van Nijhuis niet veel terug. “Wij stonden als kinderen te verdedigen. We stonden lucht te dekken. Het ging helemaal nergens over. Die omhaal bij de 2-0 was een mooie goal. Zelf kijk ik meer naar hoe slecht wij verdedigden. Die Van Es kon ongehinderd terug koppen. Zoiets mag niet gebeuren.”
Hij wilde zijn eigen spelers ook weer niet te veel tekort doen. De tegenstander was eenvoudigweg beter. “Wij hadden al gespeeld tegen Zeewolde en VVOP. Dit is wel een maatje anders. Tegen dit soort ploegen hoeven wij de punten ook niet te pakken. Die jongens hebben een heel bataljon aan spelers gehaald. Wij doen het met eigen middelen. Wij spelen om ons te handhaven. Wij moeten punten sprokkelen tegen andere ploegen. Volgende week tegen Advendo is voor ons veel belangrijker. Als wij tien keer tegen AGOVV spelen, mogen we blij zijn als we één keer gelijkspelen.”
Na slechts drie competitieronden valt er sowieso nog weinig zinnigs te melden over het competitieverloop. In de 23 resterende wedstrijden krijgt Rood Wit ’58 alle gelegenheid om de punten te halen die nodig zijn voor behoud van het derdeklasseschap, zo weet de oud-speler van SDCP, Sparta Nijkerk en FC Horst. “Dit moeten we gauw vergeten. Vorige week behaalden we een schitterende overwinning. Ik ben tevreden met de drie punten die we nu hebben. We moeten nu naar volgende week kijken. Om veilig te zijn, schat ik in dat je zo tussen de 20 en 23 zult moeten halen.”
De Stentor (editie West-Veluwe) maandag 11 oktober 2021