In plaats van met de vrouwen van Dynamo een serieuze gooi te doen naar de landstitel, maakte Harry van den Brink de opmerkelijke overstap naar de Topdivisie bij de mannen. De 56-jarige volleybaltrainer uit Hattem staat in het nieuwe seizoen bij promovendus Alterno voor de groep. “Het gevoel was meteen goed.”
De bekerwedstrijd tegen het vierde team van plaatsgenoot Dynamo betekende voor Van den Brink en zijn nieuwe ploeg een opwarmertje in de aanloop naar de competitie in de op een na hoogste speelklasse. Langs de zijlijn bewoog de oud-international mee met het spel. Observerend. Instruerend. Gebarend. Applaudisserend. Het ene moment de rechterhand onder de kin. Het andere moment met beide handen achter de rug. In een uur tijd was de klus geklaard.
Nadat hij in 2023 de vrouwen van Sneek naar het landskampioenschap leidde, liet interim-coach Van den Brink in de tweede helft van het afgelopen eredivisieseizoen het getalenteerde Dynamo tot grote hoogten stijgen. Titelverdediger en hernieuwd landskampioen Sneek had in halve finale van de play-offs een Golden set nodig om het ontketende ensemble Van den Brink uit de eindstrijd te houden.
Een verdere upgrade van de selectie ten spijt zag de succescoach toch af van een langer verblijf bij Dynamo. Eén van de voornaamste redenen om de Apeldoornse club alweer te verlaten was dat hij zich niet kon vinden in het hybride trainingsprogramma van de Nevobo waaraan zijn beste speelsters deelnemen. Doordat Kirsten Knip, Suus Gerritsen en Dagmar Mourits – en komend seizoen ook Luna Strikwerda en de nieuwelingen Jet Kok en Sanne Konijnenberg – drie dagen op Papendal trainden, had Van den Brink enkel de laatste twee trainingen van de week de beschikking over zijn volledige spelersgroep.
“Toen ik door Dynamo gevraagd werd, kwam ik in een situatie waarin dat een feit was. Als je dan verder wilt, dan wordt dat natuurlijk anders. Ik moest roeien met de riemen die ik had. Eigenlijk konden we alleen op donderdag een teamtraining doen. Dat is hetzelfde als hier bij Alterno. Wanneer je die meiden wél bij elkaar hebt, denk ik dat je verder komt”, vond Van den Brink dat hij niet de kans kreeg om meer uit de mogelijkheden van de talentvolle selectie halen.
Bij zijn nieuwe club spelen zulke storende zaken niet en kan hij wél elke training al zijn manschappen verwelkomen. “Bij Alterno trainen we twee keer in de week. Op maandag en op woensdag. In totaal vier of vijf uur. We trainen met twaalf man. En als er toevallig iemand niet is, dan halen we er eentje uit het tweede bij.”
Zijn Alternomannen spelen dan weliswaar niet op het hoogste landelijke niveau, aan ambities schort het niet. Stuit de kersverse Topdivisionist in het huidige seizoen in competitieverband nog op Dynamo 2 en 3, Van den Brink sluit niet uit dat het in de toekomst ooit weer tot een derby tegen Dynamo 1 komt. “Dit is echt wel een team waarmee we omhoog kunnen kijken. We beginnen echter pas. We zijn het spelletje wat aan het omgooien en zijn bezig er wat meer variatie in te brengen. De eredivisie is nu nog een stapje te ver. Ook omdat de bond budgettoir tegenwoordig de hoofdprijs vraagt”, ziet de coach sportief zeker mogelijkheden aan de Waleweingaarde.
Dat hij na twee succesvolle uitstapjes naar de vrouwen tóch weer mannen onder zijn hoede heeft, noemt de nieuwe Alterno-coach toeval. Dat is geen bewuste keuze. “Ik vind het geweldig om dit te doen. Ik vind het leuk om mensen volleybalintelligentie bij te brengen, om bij zo’n ploeg het zaadje ervoor te planten om ze beter te maken.”
De Stentor maandag 16 september 2024