Talent Jordi van Laar (16) symboliseert nieuwe weg die Apeldoornse volleybalclub inslaat; Dynamo probeert van de nood een deugd te maken

door | 7 oktober 2024

De volleyballers van Dynamo dreigen in sportief opzicht een pas op de plaats te moeten maken. Een eindklassering bij de eerste vier in de eredivisie, noodzakelijk voor deelname aan de nieuwe gezamenlijke competitie met topteams uit België, lijkt aan de vooravond van het nieuwe seizoen allesbehalve een vanzelfsprekendheid.

Redbad Strikwerda predikt realisme. “We hebben fors ingeleverd. Budgettair worden we eruit gedrukt. We hebben het zesde budget, vergelijkbaar met dat van FC Utrecht of Heerenveen in de eredivisie voetbal. En zijn die ooit al eens kampioen geweest?”, wijst Dynamo’s coach erop dat zelf opleiden meer dan ooit een bittere noodzaak is. “Mijn primaire taak blijft het om spelers beter te maken en af te leveren voor het nationale team. Daar verandert niets aan.”

Tegen de achtergrond van de verslechterde concurrentiepositie in eigen land is de onlangs zestien jaar geworden Jordi van Laar misschien wel de meest opvallende naam in Dynamo’s selectie. Van Laar symboliseert de nieuwe weg die ’s lands meest succesvolle clubteam noodgedwongen is ingeslagen. Met het polijsten van groeibriljantjes uit de eigen opleiding probeert de 15-voudige landskampioen van de nood een deugd te maken en de opgelopen achterstand op andere topteams te beperken.

Van Laar zelf, die zijn sport combineert een opleiding autotechniek, start vol vertrouwen aan zijn persoonlijke ontwikkeltraject. Hij gaat het komende volleybaljaar spelen en trainen bij zowel Dynamo’s hoofdmacht als het in de Topdivisie uitkomende tweede team. Daarnaast staat de jeugdinternational wekelijks in de zaal met de selectie van Jeugd-Oranje. “Ik train veertien uur. Maandag, woensdag en vrijdag met Heren-1, donderdag met Heren-2 en dinsdag op Papendal”, wil de jeugdige passer/loper zoveel mogelijk vlieguren maken om verder te groeien.

Met zijn 1,96 meter is de rek er nog lang niet uit, oordeelt de ambitieuze Apeldoorner. “Ik kan op alle vlakken nog veel leren. Serverend en passend gaat het wel lekker. Blokkerend kan ik nog specifieker worden en aanvallend wat slimmer. School wil ik wel graag afmaken. Ik heb weinig tijd voor andere leuke dingen. Het volleybal staat voorop. Ik ben nu aan het investeren in mijn toekomst.”

Wat hij wil? “Ik zou het liefst op m’n 23e in Italië spelen. Perugia vind ik wel een mooie club”, droomt hij ervan om in de toekomst ooit voor dezelfde Italiaanse topclub te spelen als waarvoor zijn idolen de Pool Kamil Semeniuk en de Japanner Yuki Ishikwa momenteel uitkomen.

Of hij daadwerkelijk die sportieve droom gaat verwezenlijken en de top haalt, heeft Van Laar naar eigen zeggen in eigen handen. “Dat hangt af van of ik de ballen erin sla”, stelt hij nuchter.

Redbad Strikwerda is tevreden over de vorderingen van zijn pupil. “Er trainen wel jongens mee en ik heb vorig seizoen vorig seizoen een hele zwik spelers laten debuteren in de eredivisie, er zijn geen anderen die op dat niveau kunnen aansluiten. De ontwikkeling van Jordi gaat snel. Ik zou willen opteren voor dat hij fulltime bij ons meetraint. Ik zie hem op de dinsdagen liever bij ons dan op Papendal. Er wordt ook met zijn school naar gekeken zodat hij kan trainen. De vraag stellen of hij zijn opleiding afmaakt is typisch Nederlands. Hij krijgt nu de beste opleiding die hij kan krijgen. Sleutelen aan auto’s kan hij over een paar jaar altijd nog doen”, meent Strikwerda dat het Nederlandse clubvolleybal baat zou hebben bij meer talenten zoals Van Laar.

Het is de 60-jarige opleider een doorn in het oog dat de Nevobo niet meer inzet op talentontwikkeling. “Ik geef nou al vijf jaar RTC-trainingen, maar in al die tijd is daar slechts één keer iemand van de bond geweest. We hebben nieuwe spelers nodig voor het nationale team, maar we moeten ze wel eerst ontdekken. Jordi is al lang in beeld. Toen hij tien jaar was, gaf ik hem al training. Ik ben de enige eredivisietrainer die het team van 2036 al heeft staan. We moeten het anders oppakken. Ik ben altijd beschikbaar en dat weet men bij de bond al meer dan twintig jaar.”

De Stentor vrijdag 20 september 2024/Foto Wout van Zoeren

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *