Achter de bal aan (109/2): München
Maandag 14 oktober 2024
Match Day. Nostalgie. Nazomer. Aangename temperaturen. Maar met een wedstrijd waar de naargeestigheid van afdroop. Persoonlijk heb ik me prima vermaakt op deze fraaie dag in de Beierse hoofdstad. De heren van Oranje wekten daarentegen de indruk dat ze liever thuis waren gebleven
Ik begin de nieuwe week na een onrustige nacht. Mijn hotelkamer bevindt zich pal naast een spoorlijn. Dubbel glas beschut dan weinig tegen het lawaai van passerende treinen. Ik lig te schudden in m’n bed. Na een ontbijt dat bestaat uit een Käsesemmel en een flesje bananenmelk van de ReWe kan ik er weer helemaal tegen en vol energie aan het afsluitende stuk van de reis naar München beginnen.
Voor wat het waard is, dit wordt de vierde keer dat ik het Nederlands elftal in München aan het werk ga zien. Twee keer in het Olympiastadion, vanavond voor de tweede keer in de Allianz Arena. Bij de voorgaande drie gelegenheden heb ik Oranje nog nooit zien verliezen. Dat was in 1988 in de EK-finale tegen de Sovjet Unie, in datzelfde jaar bij een WK-kwalificatieduel tegen West-Duitsland (0-0) en drie maanden geleden bij EURO2024 tegen Roemenië.
De Bild-Zeitung, het geweten van natie, drukt z’n lezers meteen op de vroege ochtend keihard met de neus op de feiten: Holland hat nur Torjäger ohne Tore. Bij de huidige Oranje-selectie zit volgens de krant van wakker Duitsland geen enkele speler die een goal kan maken!
Rond het middaguur arriveren we bij de Allianz Arena. Erik moet daar z’n accreditatie ophalen. Als dat gebeurd is, rijden we door naar het Olympiastadion. Tijdens de EK-wedstrijd in juli kwamen we er niet aan toe om daar een kijkje te gaan nemen. Dat halen we nu in alvorens we met de U-Bahn naar de binnenstad vertrekken om mijn wedstrijdkaartje in ontvangst tenemen.
Voor 3,50 euro bestaat de mogelijkheid om onder de futuristische dakconstructie uit 1972 onvergetelijke herinneringen op te halen. In het stadion waan ik me weer helemaal in 1988. Unvergessliche Erlebnisse staat op het toegangskaartje gedrukt. En hoe. De EK-finale herleeft voor m’n ogen. Alles wat er gebeurde op de misschien wel meest gedenkwaardige dag uit de geschiedenis van het Nederlandse voetbal, keert meer dan 36 jaar weer terug op het netvlies. Ik sta weer even op de plek van waar ik Ruud Gullit en Marco van Basten de doelpunten zag scoren die Oranje het EK-goud bezorgden. Dat was een mooi stel hoor.
Als ik Huub en Tom een foto app die ik maak van het legendarische stadion, retourneren mijn neefjes – inmiddels beide dertigers – mij elk afzonderlijk foto’s van zichzelf uit 2004. Twee puistige tieners in het Schalke-vak bij de Bundesligakraker Bayern München – Schalke 04, waar ik het duo mee naartoe had genomen. Bijna even onvergetelijk als die EK-winst van het Nederlands elftal op dezelfde plek. Een fraaie 1-0 overwinning voor Königsblau. Door een doelpunt van Gerald Asamoah. Bijna op de dag af twintig jaar geleden: 16 oktober 2004.
Wanneer we aansluitend naar de U-Bahn wandelen staan we ook even stil bij de gedenkplaats voor de Israëlische slachtoffers van de door Palestijnen uitgevoerde gijzelingsactie met dodelijke afloop tijdens de Olympische Spelen van 1972. Oktober vorig jaar herhaalde de geschiedenis zich in Israel zelf. En dan zijn er in onze omgekeerde wereld van nu nog altijd talrijke schreeuwers die daders en slachtoffers met elkaar verwarren. Iedereen gelooft nou eenmaal in z’n eigen waarheden.
Nadat ik vlakbij de Karlsplatz in een etablissement met de naam 35 Millimeter mijn wedstrijdkaartje krijg van de daar neergestreken vertegenwoordigers van de KNVB, keren we terug naar het Olympiapark waar de auto geparkeerd staat. Het is inmiddels al 15.00 uur geweest. De aftrap van wedstrijd tussen de Duitsers en het Nederlands elftal staat weliswaar pas vastgesteld om 20.45 uur, voordien moeten we wel eerst inchecken in ons hotel. We overnachten in Dachau, ook al zo’n plaats met een niet bepaald smetteloze Vergangenheit.
Nadat hij zijn spullen naar zijn kamer heeft gebracht, maakt Erik bijna meteen per auto weer rechtsomkeert naar de Allianz Arena. Hij wil niet het risico lopen in een file terecht te komen. Hij wil zich tijdig met zijn fotoapparatuur langs de zijlijn installeren. Omdat het mij veel te vroeg is, volg ik na vijven per trein. Vanuit Dachau zit ik normaal gesproken binnen een kwartier op Munchen Hauptbahnhof. Tsja, normaal gesproken wel. Alleen vandaag niet…
Alle treinen van de lijn S2 vallen op deze mooie herfstdag uit. Tussen 5 en 6 uur zijn dat er welgeteld vier. Geluk bij een ongeluk is dat de RB16 van 17.27 uur met bijna een kwartier vertraging in Dachau aankomt. Tien minuten nadat ik me à € 10,50 heb verzekerd van een retourtje, stap ik zodoende ‘gewoon’ in de trein naar München. Omdat het op perron 4 drie rijen dik staat, is het wel een beetje dringen. Een aantal van mijn medereizigers die vanwege de drukte plaatsneemt in de Eerste klasse krijgt daarvoor een stevige uitbrander van de conductrice.
Het kan echter altijd nog erger, zo ervaar ik na aankomst in de U-Bahn. Op de Odeonsplatz heerst een wanorde van jewelste. Het transport naar de Allianz Arena verloopt zo’n twee uur voor aanvang van de Nations League-ontmoeting met onze geliefde oosterburen tamelijk chaotisch. Er blijkt weinig lering getrokken te zijn van de puinhoop die Duitse vervoersmaatschappijen er tijdens het recente EK van maakten. De U-Bahnen zitten zó vol dat de talrijke wachtenden op de Bahnsteig met geen mogelijkheid kunnen instappen. Allerlei beveiligers in gele jassen proberen vergeefs orde in de chaos te scheppen.
Es kommt gleich der nächste. Bitte warten Sie, klinkt na elk metrostel dat wegrijdt. Na drie nächste overvolle U-Bahnen voor mijn neus te hebben zien vertrekken, vind ik het welletjes en verschaf ik me met enig geweld toegang tot de eerstvolgende. Als het niet goedschiks kan, dan maar kwaadschiks. Als ik netjes blijf wachten, kom ik nooit bij het stadion. Ik druk mezelf daarom maar gewoon naar binnen.
Niet iedereen stelt mijn entree in de wagon op prijs. Een jongedame met een hoofddoek reageert hysterisch en gaat als een bezetene tegen me te tekeer. Alsof ik er iets aan kan doen dat ik in het veel te volle rijtuig tegen haar aan gedrukt wordt. Lasst mich raus! Het opgewonden standje stapt scheldend uit.
Daarna krijg ik het aan de stok met zo’n yuppentrutje en de nerd met wie ze samen reist. Wenn Sie mich weiterhin belästigen, rufe ich die Polizei, dreigt ze zelfs. Het moet niet gekker worden. Ik doe absoluut niets wat het daglicht niet kan verdragen. Laat staan dat ik iemand belästig, geef ik haar in in wat onvervalste Nederlandse krachttermen te verstaan. Ze verstaan me niet, maar de boodschap komt wel aan. Het secreet en haar metgezel zijn meteen stil. Zenuwleiers. Wat is er de afgelopen jaren in vredesnaam met dit land gebeurd? Het gejammer en gezanik is nóg erger dan bij ons in Nederland!
Goed beschouwd gaat het er in de U6 op weg naar Fröttmaning vuriger aan toe dan bij het 90 minuten durende treurspel dat het Nederlands elftal mij later op de avond in de Allianz Arena voorschotelt. Zesendertig jaar geleden heb ik Nederland dan wel in datzelfde München in een ander stadion Europees kampioen zien worden. Met de huidige generatie Oranje-internationals gaat dat met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid nooit meer gebeuren.