Veel hoogtepunten en diepe ravijnen op onvergetelijke reis naar Bosnië in 1959; AGOVV-selectie 32 uur onderweg naar Banja Luka

door | 16 november 2024

Achter de bal aan (112/1)

Met mijn aanstaande midweekje naar Bosnië en Herzegovina in het vooruitzicht is het wel leuk om terug te blikken op hoe mijn vader in de nazomer van 1959 met AGOVV twee wedstrijden ging voetballen in het Bosnische deel van het voormalige Joegoslavië. Alleen al de treinreis om de plaats van bestemming Banja Luka te bereiken nam voor toenmalig oefenmeester Ben Tap en zijn keurkorps bijna 32 uur in beslag…

Bijgaand het reisverslag dat ik in 2013 heb geschreven in het jubileumboek ter gelegenheid van het 100-jarig bestaan van AGOVV.

Het niet alledaagse uitstapje begint op woensdag 19 augustus 1959 op het Sophiaplein. Om tien voor negen ’s ochtends staan Hans Matze, Henk Kanselaar, Kees Nijdeken, Jan Vreugd, Theo Kruitbosch, Kees Houtveen, Jaap Vellekoop, Sietze de Vries, Jopie Kluin, de Hermannen de Jong en van Asselt, Wim Jonker, trainer Ben Tap, tc-lid Freek Mensink en de bestuursleden Joop Beumer en Piet Roodbeen en de organisator van de reis, Nico van Pelt uit Amsterdam, klaar voor vertrek. ‘Na een teder afscheid van maagden en echtgenoten’, aldus het verslag in cluborgaan ‘Blauw en Wit’, zet een speciale VAD-bus zich in beweging om het gezelschap naar het station van Arnhem te vervoeren.

Vanuit de Gelderse hoofdstad brengt de Joegoslavië Express de AGOVV’ers rechtstreeks naar Zagreb. De in Arnhem wonende Jan van Voorst voegt zich als dertiende en laatste speler bij de groep. Alvorens iedereen in de trein stapt schiet een drietal fotografen, van respectievelijk Het Vrije Volk, De Gelderlander en de Nieuwe Apeldoornse Courant, eerst enkele plaatjes voor het herinneringsalbum. Ety Landaal heeft zich ondanks zijn drukke werkzaamheden ook eventjes kunnen vrijmaken om de selectie uit te zwaaien. AGOVV’s algemeen voorzitter kan spelers en begeleiders zodoende nog enkele nuttige raadgevingen mee op weg geven. De trein vertrekt om 10.03 uur richting Zevenaar.

Nico van Pelt maakt zich al meteen geliefd. De reisleider heeft geregeld dat het gezelschap tot en met Zagreb gebruik kan maken van gereserveerde plaatsen. Het duurt echter niet lang voordat een aantal spelers de restauratiewagen vindt en in bezit neemt… Na het nuttigen van enig ‘vloeibaar’ voedsel stijgt de stemming zienderogen. Voordat ze er goed en wel erg in hebben is de trein Köln al gepasseerd en maakt iedereen zich op voor een stevige maaltijd. Er ontstaat dan een, wat ‘Blauw en Wit’ noemt ‘kleine strubbeling’. ‘Om welke duistere reden weten we niet, maar de dienstdoende ober (geen erg vriendelijk mens overigens) vertikte het een coupéraam open te zetten. Waarschijnlijk tengevolge van “misverstaan” (dat moeilijke Duits ook) werden van weerskanten nogal scherpe woorden geuit, maar na enig overleg werd dit incident toch op de juiste wijze opgelost.’

Tegen negen uur ’s avonds volgt de aankomst in München. Daar wordt een slaapwagen aan de trein gekoppeld, die vrijwel in z’n geheel voor de Apeldoorners gereserveerd blijkt te zijn. Slapen schiet er voor de meesten evenwel bij in. In hun pyjama genieten de spelers en begeleiders de daaropvolgende uren gefascineerd van het door maanlicht overgoten Oostenrijkse landschap dat
langzaam aan hen voorbijtrekt. Anderen vullen de nacht in de restauratiewagen onder het genot van een biertje met het leggen van een kaartje. Tegen half zes in de morgen passeert de trein bij
het plaatsje Jesenice de Joegoslavische grens. Via Ljubljana arriveert de AGOVV-selectie om 10.55 uur in Zagreb. In de huidige hoofdstad van Kroatië moet worden overgestapt op de trein naar
Banja Luka.

Een bestuurslid van Lokomotiva, in het dagelijks leven directielid van de Joegoslavische spoorwegen, verwelkomt de Nederlandse gasten en begeleidt hen het laatste stuk naar Bosnië. Wie denkt dat de reis bijna ten einde is, komt bedrogen uit. De reis Zagreb-Banja Luka duurt nog bijna vijf uur! De Blauwen halen dan ook opgelucht adem dat zij in de afgeladen sneltrein naar Sarajevo opnieuw gereserveerde plaatsen hebben. Tweeëndertig uur na vertrek vanaf het Sophiaplein bereiken de wereldreizigers uit Apeldoorn hun verblijfplaats voor de daaropvolgende dagen. Na een korte begroeting door het voltallige Borac-bestuur brengt een bus de selectie naar hotel Bosna. Veel last van vermoeidheid lijken de spelers niet te hebben. Het eerste dat de meesten na een korte opfrisbeurt in het hotel doen? Ansichtkaarten kopen om naar Nederland te versturen!

Bij de aansluitende verkenning van het 50.000 inwoners tellende Bosnische stadje verbazen de AGOVV’ers zich over de stilte. Auto’s, motoren en bromfietsen zien zij slechts sporadisch. Tegen een uur of zeven ’s avonds komen de inwoners van Banja Luka in de benen. Duizenden mensen, vooral jongeren, wandelen de hoofdstraat op en neer. Dit eigenaardige schouwspel duurt tot de klok van tien. Een betrekkelijk klein groepje verdwaalde Nederlanders, dat zich terloops onder de mensen mengt, brengt wat leven in de brouwerij… De toeristen voelen zich al helemaal thuis. Vooral ‘de buitengewone schoonheid en goede bouw’ van het Joegoslavische zwakke geslacht springt in het oog. ‘Vanzelfsprekend bleef het bij een beschouwing op afstand’, valt op te maken uit het reisverslag in ‘Blauw en Wit’.

Op vrijdag, de tweede dag op Joegoslavische bodem, moet AGOVV al meteen aan de bak. Vandaar dat de dag geheel in het teken staat van de wedstrijd tegen Lokomotiva. ’s Ochtends maken de spelers op het in uitstekende conditie verkerende Borac-terrein onder leiding van trainer Tap de stramme spieren wat los. Een lichte maaltijd vergroot de honger naar de bal. ’s Middags vindt de eerste wedstrijd plaats van het mini-toernooi met Lokomotiva en Borac. De aftrap is om kwart voor vijf. Over het verloop staat niets vermeld. Wel de uitslag: een verdienstelijke 3-3.

De volgende ochtend laten de uitgeslapen Apeldoorners zich bij een ontvangst door het gemeentebestuur eveneens van hun beste kant zien. De spelers van gastheer Borac, die later op de
dag aantreden tegen Lokomotiva, zijn ook aanwezig. De leider van het plaatselijke presidium spreekt de aanwezigen toe. Via een tolk laat hij weten erg blij te zijn de vertegenwoordigers van AGOVV in zijn stad te mogen ontvangen. Op zijn beurt laat Joop Beumer zich evenmin onbetuigd. ‘Namens ons gezelschap beantwoordde onze secretaris in het Duits de presidentiële rede op een wijze, die boven alle lof verheven was. Zijn woorden werden in het Joegoslavisch vertaald, zodat de president er ook
kennis van kon nemen.

In aansluiting op het officiële gedeelte staan de hapjes en drankjes klaar. De stemming stijgt zienderogen. Als de uitgelaten AGOVV’ers twee coupletten van het clublied ten gehore brengen, bereikt de verbroedering met de nieuwe kameraden een spontane climax. Aangezien er voor de Nederlandse gasten nog een uitstapje naar Jajce op het programma staat en Borac later die middag de broederstrijd tegen Lokomotiva wacht, kent het gezellige samenzijn een voortijdig einde. De bezorgde verslaggever van het clubblad reageert verheugd hierop: ‘Anders zou het niet onmogelijk zijn geweest, dat het gemeentebestuur de eerste dagen niet in het raadhuis had kunnen vergaderen…’

In het 65 kilometer zuidelijker gelegen Jajce maken de Blauwen wederom kennis met de ongekende Joegoslavische gastvrijheid. Het in het plaatselijke toeristenhotel gereserveerde diner klinkt als een klok. De prachtige, bergachtige omgeving is evenzeer om van te smullen. Dat de duisternis al langzaam invalt als tegen zessen de terugreis wordt aanvaard vindt menigeen niet echt erg. Het uitstapje naar Jajce valt dan te rangschikken onder de hoogtepunten van de reis, de gevaarlijke bergpassen bezorgen veel inzittenden van de AGOVV-bus daarentegen de bibbers. In de schemering valt de enorme diepte van de ravijnen waar de chauffeur zijn voertuig langs stuurt tot opluchting van menig passagier wat moeilijker in te schatten.

Bij terugkeer in Banja Luka vernemen de Apeldoorners dat Borac Lokomotiva met 5-2 verslagen heeft. Enkele Borac-supporters geven de spelers te verstaan dat AGOVV geen schijn van kans
maakt tegen hun ploeg. Ze voorspellen dat het minstens 5-0 wordt! Het luid verkondigde chauvinisme van de Joegoslavische aanhangers heeft een averechtse uitwerking. Het motiveert de
Blauwen juist extra. Op zondagmiddag verschijnt een op en top geladen AGOVV aan de aftrap. De yell, die ook voorafgaand aan het duel tegen Lokomotiva al heeft geklonken, zet het elftal van
Ben Tap aan tot vlammen. “Wat reuk de boer in z’n piepe: Heuj, heuj, heuj!” Met een klinkende 3-1 overwinning verlaat AGOVV als trotse winnaar het veld. Het sportieve thuispubliek beloont de
Apeldoornse voetbalshow met een daverend applaus.

Maandag 24 augustus breekt het tijdstip van vertrek alweer aan. Met pijn in hun hart maar boordevol nieuwe ervaringen in hun bagage zeggen spelers en begeleiders Banja Luka vaarwel. Borac-bestuurslid Janowice en zijn echtgenote doen de toernooiwinnaar uitgeleide. Om kwart voor één ’s middags pakt de Blauwen-équipe de trein naar Zagreb. De vrees dat door een vertraging van 40 minuten de aansluiting op de Joegoslavië Express wordt gemist, blijkt gelukkig ongegrond. Ook deze trein, afkomstig uit Athene, komt als gevolg van een vastgelopen rem met enig oponthoud in Zagreb aan. Zodoende verloopt de terugreis bijna even rimpelloos als de heenreis. Op dinsdagochtend omstreeks acht uur stappen de deelnemers aan de reis in een uitgelaten stemming uit op het station van Arnhem. Spelersvrouwen sluiten de thuiskomers daar in de armen. Ook de heren Landaal, Meijer en Frankfort geven acte de présence. De VAD brengt iedereen aansluitend weer veilig naar Apeldoorn.

Uit Jubileumboek 100 jaar AGOVV 1913-2013

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *