
Achter de bal aan (115): Brussel
Donderdag 13 februari 2025
Soms kom je ergens jaren achtereen niet. Voor de tweede keer in ruim drie maanden tijd een wedstrijdje kijken in Brussel blijft toch zelfs voor mijn doen vrij uitzonderlijk. Al gaat het feest bijna niet door. De Europa League-wedstrijd tussen Union SG en Ajax ontsnapt slechts te nauwer nood aan een afgelasting.
Ik ontving op 31 januari, zoals wel vaker, een e-mail van Royale Union Saint-Gilloise. Het betrof informatie over de kaartverkoop van de aanstaande Europa League-ontmoetingen van de Brusselse cultclub tegen Ajax. Voor de thuiswedstrijd in het Koning Boudewijn Stadion konden behalve abonnees en leden ook fans met een aankoopgeschiedenis een toegangsbewijs aanschaffen. Zo gezegd zo gedaan.
Met een besteld ticket voor de in november gespeelde clash tegen AS Roma behoorde ik immers tot de bevoorrechten. Er stond in de mail nergens vermeld dat Nederlanders uitgesloten werden bij het recht op koop. Bij de start van de online verkoop op 7 februari hapte ik daarom meteen toe. Voor 15 euro verzekerde ik me van een plekje in Vak A op Tribune 3. Zelfs nog een tientje goedkoper dan bij de wedstrijd tegen Roma, twee maanden eerder.
So far so good. Kat in het bakkie, zou je zo denken. Maar dat pakt in de dagen voorafgaand aan de heenwedstrijd op de Heizel toch iets anders uit. Door het slechte weer in de Belgische hoofdstad verkeert het veld van het nationale voetbalstadion der Belgen in een erbarmelijke staat. Het doorgaan van de wedstrijd komt op losse schroeven te staan. De UEFA verordent Union zelfs op zoek te gaan naar een alternatieve speellocatie. In zo’n geval, zo berichtten diverse media, kon het weleens zo zijn dat het duel zonder publiek zou plaatsvinden. Heb ik weer. Pas op de dag voor de wedstrijd is er groen licht. Met bladblazers zijn de plassen van het natte veld geblazen. Nadat het ‘geföhnd’ is, schijnt het wel bespeelbaar te zijn.
Bijkomend ongemak is dat door stakingen het openbaar vervoer in België op de wedstrijddag grotendeels plat ligt. In heel Brussel rijden er niet of nauwelijks treinen, bussen, trams of metro’s. Door mijn voornemen om evenals in november met de trein naar de Belgische hoofdstad te reizen kan dus gevoeglijk een streep. Het is maar goed dat ik niet al enkele dagen van tevoren een treinkaartje heb aangeschaft.
Er zit weinig anders op om met de auto te gaan. In het gezelschap van m’n neefje Tom, fervent Ajax-supporter, vertrek ik rond het middaguur vanuit Apeldoorn. De aftrap is al om 18.45 uur. Een mooi tijdstip. Verkeerstechnisch een stuk beter dan die achterlijke 21.00 uur-wedstrijden. Nu kan ik op de vermaledijde Ringen van Antwerpen en – voor een klein deel – Brussel tussen de ochtend- en avondspits in de ergste drukte vermijden. Terwijl het in het noorden van Nederland de vorige dag behoorlijk gesneeuwd heeft, houden wij het onderweg droog. Al is het wel smerig koud vandaag, zowel bij vertrek uit Nederland als bij aankomst in Brussel.
Ik leg de ruim 230 kilometer op m’n dooie gemakje af. Iets voor drieën draai ik bij afslag 7a op de E19 de Romeinsesteenweg in de deelgemeente Wemmel op. Enkele minuten later parkeer ik mijn Ford Focus in de Magnolialaan, op een steenworp afstand van het Koning Boudewijnstadion. Het is altijd wel handig als je ergens de weg kent. Tijdens de twee keer dat ik het Nederlands elftal op de Heizel zag spelen, parkeerde chauffeur Erik Pasman zijn bolide op exact dezelfde plek. Goedkoop is het niet. Om de auto er tot 21.00 uur neer te zetten komt me te staan op een totaalbedrag van 15,50 euro. Erop gokken dat de Brusselse parkeerwachters vandaag ook staken en in het stadscentrum aan het demonstreren zijn, laat ik desondanks maar achterwege. Voordeel van deze plek is wel dat ik na afloop in no time weer op de snelweg zit en niet vast komt te staan op één van de officiële parkeerterreinen.
Bijna vier uur voor aanvang is het logischerwijs rondom het stadion nog erg rustig. Op de Houba de Strooperlaan lopen bijna alleen maar Ajax-supporters. Union-fans zijn nog in geen velden of wegen te bekennen. Zelfs de politie, normaal bij dit soort gelegenheden al voor dag en dauw massaal present, heeft waarschijnlijk elders in de stad nog bezigheden. Welgeteld twee busjes staan er bij het hek voor de ingang naar de hoofdtribune. Wel komt er een tiental in gele jassen gestoken stewards van Ajax aangewandeld. Die zijn lekker een dagje uit op kosten van de baas.
Tom heeft via Ajax een ticket voor het uitvak bemachtigd. Daar wandelen we eerst even naartoe. De staat van het veld van de Kleine Heizel, waar we langskomen, belooft weinig goeds. Het ziet er nogal drassig uit. Als afsluiting van de verkenning van de omgeving doen we ons in friterie Du Stade tegoed aan de specialiteit van het huis. We zijn niet de enige Nederlanders die de patattent hebben uitgezocht om de kou buiten te ontvluchten. Ook nabijgelegen kroegen lijken enkel bevolkt met voetbalfans van boven de Moerdijk.
Als om vijf uur de stadionpoorten opengaan, bevindt Tom zich al in de buurt van het uitvak. Alvorens ikzelf naar binnenga, aan de andere kant van het stadion, sla ik bij een nabijgelegen Aldi eerst een aantal repen chocola in om niet te verhongeren. Onder escorte van motoragenten zie ik de spelersbus van Ajax voorbijkomen. Je merkt toch dat het al weer wat langer licht blijft. Warmer wordt het er ondertussen niet bepaald op. De drukte valt eveneens te overzien nu ook de Union-aanhang zich langzaam maar zeker bij het stadion meldt. Bij de tourniquets verloopt alles vrij soepel. Het fouilleren gebeurt door politieagenten. Ook de dames en heren van de gendarmerie hebben zich warm aangekleed.
Het veelbesproken veld ziet er vanaf mijn plekje in Vak A niet echt denderend uit. Desondanks blijft er tijdens de warming-up geen enkele speler vastzitten in de modder. Het uitvak zit bij aanvang mudjevol. Ajax heeft 2300 kaarten toegewezen gekregen. Ze hadden best enkele vakken meer kunnen opengooien aan de kant van de Amsterdamse fans. Die hadden ze waarschijnlijk met groot gemak gevuld. De Ajax-supporters die er zijn, zitten nu samengepropt in een hoek. In de aangrenzende tribunedelen achter de betreffende goals zit niemand. Het overgrote deel van de Union-aanhang is neergezet op de lange zijde, waar ik ook zit. Daarnaast zitten op de hoofdtribune nog wat plukjes mensen. De rest van het Koning Boudewijnstadion blijft leeg.
Wanneer beide ploegen het veld betreden steken Ajax-supporters fakkels aan. Een rode gloed kleurt het vak. In Duitsland is het afsteken van dergelijke ‘Pyrotchnik’ zo’n beetje de grootste misdaad die bestaat. Geen wonder dat weldenkende Duitsers naarstig naar alternatieven zoeken. Persoonlijk zie ik er weinig kwaad in. Het is een prachtig gezicht. Al zal Ajax op grond van deze sfeerverhogende activiteit wel weer een fikse boete van UEFA tegemoet kunnen zien. Alle drank die wordt geschonken bij zo’n wedstrijd lijkt mij toch veel schadelijker voor de volksgezondheid dan een paar van die fakkeltjes.
De stemming zit er sowieso de hele avond lekker in. De groepen in het blauwgeel en roodwit zingen lekker tegen elkaar op. Iets meer dan 10.000 toeschouwers hebben uiteindelijk de kou getrotseerd. Al moet ik eerlijk zeggen dat het me reuze meevalt. Twee dagen eerder, bij de UEFA Youth League-wedstrijd van AZ tegen Benfica in Wijdewormer, voelden de gure wind en regen een stuk minder aangenaam aan. Op Tribune 3 op de Heizel is het uit de wind 90 minuten lang best uit te houden.
Ajax wint zowaar. De 0-2 betekent een uitstekende uitgangspositie voor de return van volgende week in de Johan Cruijff Arena. De tweede goal van de pas 16-jarige Jorthy Mokio, nota bene een Belg, is er eentje om in te lijsten. Na de openingstreffer worden stewards plotseling behoorlijk zenuwachtig als om mij heen enkele tientallen Ajacieden ineens juichend opspringen. Het zijn er behoorlijk wat. Het komt echter niet tot een lijfelijke confrontatie met alle Belgen die eromheen staan. Er gebeurt niets. Wanneer zich in Nederland zoveel supporters van de tegenpartij op een thuistribune zouden bevinden, betwijfel ik ten zeerste of het dan zo vreedzaam zou blijven dan hier het geval is.
Tien minuten na het eindsignaal sta ik alweer bij mijn auto. Het stadion stroomt snel leeg. Niet zo verwonderlijk met slechts 10.000 bezoekers. Tom meldt zich ook al redelijk vlug. In tegenstelling tot wat vaak het geval is, worden de Ajax-supporters niet in het uitvak vastgehouden tot de drukte rondom het stadion wat is afgenomen. Met Tom achter het stuur zitten we tegen 21.15 uur op de Ring. Voor half 12 zijn we alweer terug in Apeldoorn.