Vandaag 6 jaar geleden
Zes jaar geleden reis ik het Nederlands elftal achterna naar Budapest. In de Hongaarse hoofdstad doe ik wat ik bijna elke in stad doe die ik bezoek: ik ga er alle voetbalclubs van naam en faam af. Ferençváros, MTK, Honved, Vasas, Újpest Dosza. Overal neem ik een kijkje.
Met uiteraard het beroemde Népstadion als absolute blikvanger. Het nationale stadion draagt sinds een aantal jaren de naam van de grootste voetballer die het land ooit heeft voortgebracht: Ferenç Puskas. De dikbuikige majoor die aan het einde van de jaren vijftig en de jaren zestig furore maakt bij Real Madrid.
Sporen van de Magische Magyaren, die de Engelse profs in 1953 op het heilige gras van Wembley in één van de meest legendarische wedstrijden ooit met 6-3 te kijk zetten, tref je nog alom aan. Zijn naam leeft dan wel voort in ’s lands meest prestigieuze voetbaltempel, Puskas’ roots liggen in Kispest, bij Honved. Op een zaterdagochtend gaat de reis derhalve met een krakkemikkige tram naar niet een al te rooskleurig ogende buitenwijk. Het stadionnetje dat er ligt is vernoemd naar vriend en buurjongen József Boszik, een ander kanon van de legerclub dat het Hongaarse nationale team tot het sterkste landenteam van het begin van de jaren vijftig maakt.
Puskas is echter niet vergeten. Een plaquette herinnert er aan de grootste en meest opstandige held: PUSKÁS FERENC 1927-2006 Kispest dízspolgára a Nemzet Sportolója emlékére luidt het bijschrift op het uit 2007 stammende eerbetoon aan Kispests meest prominente zoon.
Duidelijke taal, waar absoluut niets aan toe te voegen valt…
26 maart 2011 Boedapest