Draisma Dynamo herenigt inmiddels gelouterde groentjes van Alterno; Wismans en Zijl gaan vol vertrouwen het nieuwe eredivisiejaar in

By | 21 september 2022

De volleybalsters van Draisma Dynamo willen na een veelbelovend eerste eredivisiejaar op de ingeslagen weg verder. Landskampioen worden ze niet, zoveel weten Benthe Wismans en Anna Zijl al op voorhand. De wetenschap dat de jonge ploeg volop groeipotentieel herbergt en in de nabije toekomst alleen maar beter kan worden, sterkt het duo in de overtuiging om het nieuwe volleybaljaar vol vertrouwen tegemoet te zien.

Gedurende het afgelopen seizoen speelde de 22-jarige Wismans zich nadrukkelijk in de kijker. Al zwakt de topscorer van de eredivisie (390 punten), bescheiden als ze is, haar eigen inbreng liever wat af. “Wij hebben veel meer sets gespeeld dan andere ploegen. Veel vijfsetters. Dan moet je automatisch meer scoren. Ik merk dat ik het wel lastig vind als mensen daarover beginnen tegen mij. Soms is dat best wel moeilijk. Dat moet ik proberen los te laten.”

Volgens de van Eurosped overgekomen Zijl (20) doet haar nieuwe oude teamgenote zichzelf tekort. “Bennie heeft een heel goed seizoen gedraaid. Ze weet zelf niet hoe goed ze is.”

Beide Draisma Dynamo-volleybalsters kennen een gezamenlijk ‘groen’ verleden. Bij plaatsgenoot Alterno debuteerden beide in de eredivisie. In de Draisma Dynamo Arena staan de vriendinnen nu opnieuw aan dezelfde kant van het net. Inmiddels al lang niet meer als groentjes. Ze weten inmiddels wat erbij komt kijken om zich op het hoogste niveau staande te moeten houden.

Als dochter van oud-volleybalinternational Suzanne Luttikhuis en voormalig topmeerkamper Ferry Zijl kreeg de geboren en getogen Apeldoornse Anna Zijl het leven van een topsporter als het ware met de paplepel ingegoten. Dat dit bestaan niet alleen rozengeur en maneschijn is, is één van de harde levenslessen die zij de afgelopen jaren meekreeg.

De uit Warnsveld afkomstige Wismans had als klein meisje een wel heel bijzondere reden om zich bij de plaatselijke club aan te melden. “Mijn oudere broer volleybalde. Maar eigenlijk wilde ik gaan volleyballen omdat ik dan kniebeschermers kreeg”, biecht het voormalige WSV-talentje lachend op.

Werkkleding en ‘gereedschap’ hoeft het tweetal tegenwoordig niet meer zelf te bekostigen. Dat een bestaan als topvolleybalster in Nederland verder bepaald geen vetpot is, daar kan het tweetal uit ervaring over meepraten. “Veel mensen denken dat wij alleen maar met volleyballen bezig zijn, maar eigenlijk hebben we een dubbelleven. Ik ben woonbegeleider bij de crisisopvang en studeer daarnaast ook nog. Ik moet gewoon werken naast het volleybal. Anders kan ik niet rondkomen. Ik bekijk het voor mezelf per seizoen of ik het kan blijven combineren. Dit seizoen ga ik er in elk geval volle bak voor”, zegt Wismans voor zichzelf afwegingen te moeten maken of het voor haar loont te blijven sporten op het huidige niveau.

“Er gaat heel weinig geld om in het volleybal. We worden gefaciliteerd. Dan moet je denken aan kleding en schoenen. We krijgen er niets voor. Ik doe marketing en communicatie op het Johan Cruijff College in Enschede. Dit is mijn laatste jaar. Het is vaak wel een puzzel om het met elkaar te combineren”, beaamt ook Zijl dat het in harmonie laten verlopen van sportieve en niet-sportieve besognes een continue kwestie van passen en meten is  

De opvallende scores van Wismans bleven niet onopgemerkt. Toch besloot ze er nog een jaar bij Draisma Dynamo aan vast te knopen. “Ik heb wel veel aanbiedingen gehad, ja. Ook uit het buitenland. Uit België. Van die aanbiedingen werd ik niet heel warm. Ik ben 22. Ik merk dat ik steeds meer waarde ga hechten aan m’n maatschappelijke toekomst. Ik zit in Apeldoorn op m’n plek. Ik voel me hier thuis.”

De twee piepjonge routiniers realiseren zich dat hun team niet dezelfde status heeft als het mannenteam van Draisma Dynamo. “De jongens hebben heel veel gewonnen. Wij moeten onszelf eerst nog bewijzen. En dat is terecht. Dat is topsport. Wij zijn jonge honden die nog heel veel moeten leren”, erkent Zijl. “Bij de jongens gaat alles ietsjes professioneler. Zij hebben ook een contract. Wij niet”, noemt Wisman een ander verschil.

Beide volleybalsters hebben desondanks weinig te klagen over de faciliteiten waarmee zij bij Draisma Dynamo hun sport kunnen bedrijven. Met name teammanager Ernst Lettink krijgt veel lof voor al het werk dat hij verzet om de speelsters in het team zo optimaal mogelijk te laten functioneren. “Wij noemen hem Bobbie. Je vraagt je weleens af of hij er nog een baan naast heeft. Zóveel doet hij voor ons. Volgens mij ziet hij ons vaker dan zijn eigen vrouw en kinderen”, suggereert Zijl.

Een talentvolle selectie. Een nieuwe trainer. Bovengemiddelde randvoorwaarden. Alle ingrediënten lijken aanwezig om de prestaties van afgelopen jaar te overtreffen. Wismans: “Een verschil is dat we een bredere selectie hebben. Vorig jaar waren de wisselmogelijkheden soms best klein. Ik kende onze nieuwe trainer Arjen Schimmel van horen zeggen. Ik weet dat hij heel lang bij Utrecht heeft gezeten. Met Jorg Radstake ernaast hebben we een technische staf met echte mensenmensen. Dat vind ik fijn.”

“Arjen is iemand van niet zeiken, maar gewoon trainen. Dat is goed voor een groep. We hebben een heel jonge groep. Iedereen wil voor elkaar werken. We kunnen echt heel leuke dingen”, kan wat Anna Zijl betreft de competitie niet gauw genoeg beginnen.

‘Het klikte meteen tussen ons’

Sinds ze beide als lid van de selectie van Alterno onderdak vonden in dezelfde woning leerden Benthe Wismans en Anna Zijl elkaar door en door kennen.

Wismans over Zijl:

“An is wel heel erg fanatiek. Ze zit absoluut nog niet aan haar kunnen. Na wat ze heeft meegemaakt, hoop ik voor haar dat ze gewoon weer lekker kan volleyballen. Ze kan echt snoeihard slaan. Ze kan een team ook bij elkaar houden.”

Zijl over Wismans (en over zichzelf…):

“Ze zeiden tegen mij: jij gaat Bennie heel leuk vinden. Dat was ook zo. Het klikte meteen tussen ons.

Als volleybalster is haar onbevangenheid haar sterkte. Bennie kan wel leiden, maar alleen als haar eigen spel goed gaat. Ikzelf kan heel hard zijn. Op een positieve manier. Dat heb ik een beetje van mijn moeder. Als ik volgend jaar blijf, blijft zij ook wel. Ja hoor, dat mag je best opschrijven.”

Magazine Businessclub Dynamo najaar 2022 / Foto Imre Csany

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *